Pastoraat Beslissingen rond het levenseinde Inleiding Wie opgenomen wordt in het ziekenhuis, hoopt na de behandeling weer genezen te zijn en door te gaan met zijn of haar leven. Helaas verloopt een ziekte soms zodanig, dat genezing niet meer mogelijk is. De patiënt en zijn of haar (naaste) omgeving krijgen te maken met de laatste fase van het leven. Daarin kunnen onderwerpen als stervensbegeleiding, euthanasie, niet-reanimeren of orgaandonatie ter sprake komen. Het zijn soms beladen thema s voor alle betrokkenen: patiënt, partner, familielid of naaste. Door goed geïnformeerd te zijn zult u beter in staat zijn om de juiste keuzes te maken, en kunnen moeilijke kwesties rustiger overwogen worden. In deze brochure wordt ingegaan op verschillende zaken die in uw laatste levensfase van belang zijn. Als vast staat dat genezing niet meer mogelijk is, betekent dat niet dat de behandelend arts niets meer voor u kan doen. In een goede vertrouwensrelatie met uw arts kunt u openhartig en eerlijk spreken over al uw vragen en onzekerheden, uw twijfels en angsten, uw wensen en verlangens. Zo n gesprek is soms moeilijk. Het gaat om gevoelens waarmee de meeste mensen normaal niet meteen mee voor de dag komen. Veel mensen menen dat zij anderen met die gevoelens niet lastig mogen vallen. Toch zou u moeten proberen daarover juist wel met de artsen en andere hulpverleners te praten zodat zij u zo goed mogelijk kunnen helpen. 151666 24092010
In deze brochure wordt ingegaan op het beleid van Ziekenhuis Rivierenland ten aanzien van: - stervensbegeleiding - (niet)-reanimeren - abstineren - euthanasie - palliatieve sedatie - orgaandonatie We hopen dat de informatie in deze brochure u wat meer duidelijkheid zal geven over deze moeilijke vraagstukken. Hebt u na het lezen van deze folder behoefte aan meer informatie en of gesprek, dan kunt u bij een aantal medewerkers terecht: u kunt denken aan uw behandelend arts, verpleegkundige, geestelijke verzorger of maatschappelijk werker. Stervensbegeleiding Iemand die gaat sterven heeft vaak behoefte aan extra zorg en begeleiding. Die zorgbehoefte kan heel verschillend zijn. Vaak is dit ook afhankelijk van de ziekte, mate van pijn, geloofs-of levensovertuiging en de familieomstandigheden. Ons ziekenhuis streeft ernaar het stervensproces zoveel mogelijk volgens de wensen van de patiënt te laten verlopen. Bijvoorbeeld door extra gesprekken, een aparte kamer of doorlopend bezoek. Misschien wil de patiënt naar huis om in de eigen vertrouwde omgeving te sterven. In dat geval wordt in overleg met de familie en de huisarts de thuiszorg ingeschakeld. Niet iedere patiënt stelt extra zorg of hulp op prijs. Ook dat wordt gerespecteerd. Stervensbegeleiding heeft als doel dat de patiënt op zijn eigen en menswaardige manier kan sterven. Reanimeren Reanimatie betekent letterlijk weer tot leven wekken. Een patiënt wiens hart niet meer klopt en die geen adem meer haalt, kan soms gered worden door hartmassage en beademing. Dit heet reanimatie. Het moet snel gebeuren om beschadiging van de hersenen door zuurstofgebrek te voorkomen. In ons ziekenhuis wordt een patiënt 2
met een hart- of ademstilstand altijd gereanimeerd, tenzij er nadrukkelijk een beslissing genomen is om niet te reanimeren. Het besluit om niet te reanimeren betekent dat, dat er geen hartmassage of beademing wordt toegepast, wanneer er bij een patiënt een hartstilstand optreedt. Alle andere medische behandelingen (pijnstilling, medicatie, voeding en verzorging) gaan gewoon door. Er kunnen verschillende redenen zijn om af te spreken dat de patiënt niet meer wordt gereanimeerd: 1. De patiënt heeft zelf tegen de arts gezegd dat hij/zij niet gereanimeerd wil worden. 2. De arts is van mening dat er slechts een geringe of geen levensverlenging te bereiken is. 3. De arts vindt, na overleg met de patiënt reanimatie ongewenst. Weliswaar is de kans aanwezig dat door reanimatie levensverlenging kan worden bereikt, maar de te verwachten kwaliteit van leven daarna, is niet de wil van de patiënt. Samengevat: een wens tot niet-reanimeren wordt altijd gerespecteerd. In het algemeen wordt ook de wens om wel te reanimeren gerespecteerd, tenzij de kans van slagen erg klein is. Het besluit tot niet-reanimeren wordt opgeschreven in het medisch dossier, zodat iedere arts en verpleegkundige deze afspraak tot niet-reanimeren nakomt. Op ieder moment kan dit besluit herroepen worden: de patiënt kan terugkomen op zijn wens niet-gereanimeerd te willen worden. Het is mogelijk om thuis een verklaring te maken, waarin de patiënt beschrijft onder welke omstandigheden hij niet meer gereanimeerd wil worden. Deze verklaring moet een recente datum (niet ouder dan zes maanden) en handtekening bevatten. Zonder dat mag een arts er geen gehoor aan geven. Voor meer informatie betreffende het besluit tot niet-reanimeren kunt u zich wenden tot uw behandelend arts. 3
Abstineren Abstineren is het afzien van een behandeling die de levensduur van de patiënt zinloos verlengt. De medische zorg zal zich beperken tot het verlichten van pijn en het bestrijden van onaangename symptomen. Uitgangspunt bij de besluitvorming tot abstineren is dat er zorgvuldig overleg moet zijn geweest tussen de patiënt en/of diens vertegenwoordiger en de arts. Er kan altijd worden teruggekomen op het besluit tot abstineren. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de behandelend arts of verpleegkundige Euthanasie Euthanasie is levensbeëindigend handelen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt zelf met de bedoeling een einde te maken aan diens ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Euthanasie moet worden gezien als een uiterste middel, waarbij het lijden van de patiënt op geen enkele aanvaardbare manier kan worden verholpen of verlicht. De wens tot het beëindigen van het leven kan zowel mondeling, schriftelijk dan wel op andere wijze door de patiënt zelf geuit worden. De behandelend arts zal het verzoek voorleggen aan een collega-arts. Hij zal hierna de wens nogmaals met de patiënt en diens familie bespreken. Het kan zijn dat de behandelend arts gewetensbezwaren heeft tegen euthanasie, in dat geval zal hij/zij een collega inschakelen die eventueel de behandeling overneemt. Hebt u vragen betreffende euthanasie bespreek deze dan met uw arts of verpleegkundige. Ook is het mogelijk om contact op te nemen met de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Levensbeëindiging, waarvan u het adres in deze folder aantreft. Palliatieve sedatie Palliatieve sedatie is een vrij nieuw begrip. Het houdt in dat de arts in nauw overleg met de patiënt, of als dat niet meer kan, met de naaste familie, besluit om de patiënt zodanig in slaap te brengen en te houden, dat deze geen pijn en ongemak meer ervaart. De arts mag dit alleen doen als hij op geen enkele andere manier het lijden kan verzachten en als aannemelijk is dat de dood binnen afzienbare tijd zal intreden. Palliatieve sedatie houdt tevens in dat de patiënt geen vocht en voeding meer krijgt toegediend. De dood wordt afgewacht. 4
In vergelijking met euthanasie kun je zeggen: euthanasie is doen sterven en palliatieve sedatie is: laten sterven. Orgaandonatie In Nederland bestaan lange lijsten van ernstig zieke mensen, die wachten op transplantatie van een nier, een hartklep of een ander orgaan of (in geval van brandwonden) van weefsel, zoals de huid. In sommige gevallen hebben mensen zelf via het zgn. Donorregister kenbaar gemaakt of zij na hun dood hun organen willen afstaan of niet en zo ja, welke. De arts kan via de computer zien of iemand donor is of niet. Als iemand geen donor is en de overledene komt in aanmerking voor donatie, kan het zijn dat de arts aan de familie vraagt om bepaalde organen te mogen uitnemen of delen van de huid te mogen afnemen. Voor de familie is dit vaak een emotioneel moment: hun geliefde staat op het punt te sterven of is zojuist gestorven en nu al moeten zij beslissen of zijn of haar organen mogen worden uitgenomen. Neem voor de bespreking van deze vragen alle rust en tijd en roep de hulp in van de maatschappelijk werker, geestelijk verzorger of de donatiefunctionaris van het ziekenhuis. U kunt deze mensen altijd bereiken via de verpleegkundige van de afdeling. Wilsverklaringen Er bestaan verklaringen die een patiënt kan opstellen om zijn of haar wil uit te drukken, voor het geval de patiënt daartoe niet meer in staat is. Dit is de zogenaamde wilsverklaring. - Niet-reanimeren verklaring: in deze verklaring is vastgelegd onder welke omstandigheden een reanimatie niet gewenst is. Deze verklaring moet eigenhandig zijn geschreven en zijn voorzien van datum (niet ouder dan zes maanden) en van uw handtekening. - Euthanasie-verklaring: deze verklaring geeft duidelijkheid over de euthanasiewens van de patiënt. Deze verklaring moet gedateerd en getekend zijn. Bij de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Levensbeëindiging kunt u voorbeelden van dergelijke verklaringen opvragen. 5
Adressen Tot slot geven wij u enkele adressen, waar u nadere inlichtingen kunt inwinnen. Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Levensbeïindiging www.nvve.nl Postbus 75331, 1070 AH Amsterdam Tel. 0900 606 0 606 (20 ct. per minuut) NIGZ-Donorvoorlichting: www.donorvoorlichting.nl Postbus 500, 3440 AM Woerden Tel. (0348) 437 644 Medisch Maatschappelijk Werk Ziekenhuis Rivierenland Tel. (0344) 67 46 36 / (0344) 67 45 26 Pastores Ziekenhuis Rivierenland Ds. D. de Jong Tel. (0344) 67 45 22 Pastor P. van der Ven Tel. (0344) 67 45 21 6
Ruimte voor aantekeningen 7
Ziekenhuis Rivierenland Tiel Pres. Kennedylaan 1 4002 WP Tiel Postbus 6024 4000 HA Tiel Tel. (0344) 67 49 11 Fax (0344) 67 44 19 Internetsite: www.zrt.nl