Comptoir Sucrier - Antwerpen INDUSTRIEEL ERFGOED ALS CREATIEVE GRONDSTOF GYP-SUM 2015 #05
Verdickt & Verdickt ARCHITECTEN, de naam waaronder de broers Nico en Carl Verdickt hun architectuurpraktijk uitoefenen, is gehuisvest in het woon- en werkcomplex Comptoir Sucrier. Voor de secure en respectvolle manier waarop zij die voormalige suikernatie een tweede leven gaven, werd hun architectuuratelier onlangs door een vakjury bekroond met de prijs voor Het Schoonste Gebouw - Monumenten en welstandsprijs stad Antwerpen 2015. In de herbestemming van dit stukje industrieel erfgoed zijn zij er wonderwel in geslaagd de perfecte symbiose tussen oud en nieuw te bereiken. Tekst: Johan Geerts // Foto s: Toon Grobet - Lumecore / Luc Roymans 21
Ik heb met Carl Verdickt afgesproken in het architectenatelier, verborgen in het dichte en grillige stratenpatroon van Antwerpen- Noord, vlakbij het gerestaureerde Panamarenko-huis. Wat de renovatie van oude industriële panden betreft, zijn Nico en Carl niet aan hun proefstuk toe. Hun bureau was vroeger gevestigd in een oud graanmagazijn hier om de hoek. Even verderop in de Seefhoek, op het nabijgelegen voormalige spoorwegterrein Park Spoor Noord, vormden ze een herstelplaats voor dieseltreinen om tot een sporten evenementenhal. In Boom verbouwden ze een steenbakkerij tot woning. Maar vandaag is ons gespreksthema hun transformatie van de Comptoir Sucrier. Carl Verdickt: Het project dankt zijn naam aan de gelijknamige suikernatie die enkele handelaars in 1908 in Antwerpen oprichtten. Zij zochten een plek om de suiker die zij hoofdzakelijk per trein lieten aanvoeren, op te slaan en te verwerken. Daarvoor viel hun oog op dit gebouw, in 1893 gerealiseerd als broodbakkerij. In 1919 gaven zij architect Jos Bascourt de opdracht het pand te verbouwen tot een opslagplaats voor suiker. Omdat architect Bascourt geen drastische ingrepen liet uitvoeren, vonden wij nog veel originele details en bouwdelen terug toen wij het gebouw in 2010 kochten. In navolging van Bascourt zijn wij, uit respect voor het pand zoals het origineel was, bij de renovatie heel omzichtig te werk gegaan. Om de openheid van de bestaande volumes zoveel mogelijk te bewaren, centraliseerden we in het achterhuis, waar zich op het gelijkvloers het architectenbureau bevindt, alle technieken in één bouwtravee. Omdat we niet wilden raken aan de gevel en de gevelopeningen, hebben we de trap buiten het gebouw geplaatst zodat de gevel naar achter werd geschoven. Dankzij die aanpak slaagden we erin deze parel van Antwerps erfgoed grotendeels intact te laten. Herbestemming met visie Om diverse redenen werd het project uitgevoerd in twee fases. In eerste instantie werd het achterhuis getransformeerd tot een architectenbureau op het gelijkvloers en vier lofts op de verdiepingen. In een van die lofts woont Nico, de broer van Carl. Zoals opgenomen in het financieringsplan van de renovatie worden de andere lofts verhuurd. Carl Verdickt: Wij streefden naar een gevarieerd aanbod aan woonvormen en woningtypes. Daarom hebben we in een tweede fase het bouwblok vooraan gerenoveerd tot twee huizen en drie appartementen. GYP-SUM 2015 #05
Het resultaat is een heus woonerf, georganiseerd rond een centrale binnenplaats. Dit kloppende hart van het complex herbergt naast een berging, fietsenstalling en toiletten ook een buitenkeuken met gemeenschappelijk ruimte. De ideale plek voor een party, een gezamenlijk bereid etentje of een buurtfeest, wat de samenhorigheid tussen de bewoners onderling en met de buren bevordert. Om er een gezellige plek van te maken, hebben we voor een bestrating in hout en kasseien gekozen en op strategische plekken grote plantenbakken geplaatst, legt Carl Verdickt uit. Ook zetten we in op een andere visie op mobiliteit en wonen in de stad. Daarom is het aantal parkeerplaatsen beperkt. In de binnenstad ben je veel mobieler op de fiets of met het openbare vervoer. Duurzame flexibiliteit Als ik doorheen het gebouw wandel, valt mij meteen de eenvoud van de gebruikte oplossingen op. Spektakelarchitectuur is aan het architectuuratelier duidelijk niet besteed. Carl Verdickt beaamt mijn analyse: De uitdaging bestaat erin oude gebouwen een nieuwe functie te geven met zo weinig mogelijk ingrepen. De magazijnen van de suikerfabriek zijn ruim 100 jaar oud en werden indertijd gebouwd zonder de tussenkomst van een architect. Toch vallen de gebouwen vandaag gemakkelijk om te vormen tot woningen en kunnen zij in de toekomst indien nodig nog andere bestemmingen aan. Dat zegt veel over de kwaliteiten van deze in oorsprong industriële architectuur die volgens ons uiterst duurzaam is. Uiteraard heeft duurzaamheid vele aspecten: ecologische, economische, sociale en zeker niet te vergeten culturele. Wij vinden het erg belangrijk om zuiniger om te springen met onze leefomgeving. De flexibiliteit in functie en gebruik die deze gebouwen op heel lange termijn bieden, dát is voor ons een belangrijk facet van duurzaamheid. Vrijstaande woningen bezitten die kwaliteiten niet. Een villa kan je alleen als villa gebruiken. Duurzaamheid is eerder een manier van denken dan van voorgekauwde oplossingen, vervolgt Carl. Ik geef een voorbeeld. Door de hoge graad van isolatie en luchtdichtheid riskeer je in passiefwoningen s zomers problemen van oververhitting. Daarvoor moeten dan zonweringen worden aangebracht. Hier hebben we op het binnenplein een boom geplaatst. In de zomer fungeren de bladeren als zonwering. In de winter kan de aangename warmte en het zachte licht van de laagstaande zon kan dan weer tot ver in het gebouw doordringen. 23
Alomtegenwoordige suiker De filosofie van het architectuuratelier, door Carl lapidair samengevat als laat een steen een steen en beton beton zijn, valt ook in de andere delen van het complex duidelijk af te lezen. De betonnen trap naar de verdiepingen rust op de bestaande liggers van het magazijn. De oorspronkelijke constructie, afgestemd op de functie van stapelhuis, kan probleemloos de nieuwe constructieonderdelen torsen. De technieken zijn tamelijk eenvoudig gehouden en elektrische leidingen werden in opbouw op de bestaande structuren geplaatst om onnodig breek- en kapwerk te vermijden. In de loft van Nico kent het verhaal een naadloos vervolg. Carl: De keuken hebben we ondergebracht in het archief van de fabriek. In de voormalige tweeledige opslagplaats moesten we enkel een deel van een muur weghalen om er één grote woonruimte van te maken. De houten roostering van het plafond hebben we hergebruikt als verloren bekisting voor de betonnen vloerplaat. De bakstenen wanden en de gietijzeren steunpilaren zijn zichtbaar gelaten. Laat je nooit afschrikken door vooroordelen, is een andere leuze van het bureau. Carl: Lofts zouden moeilijk te verwarmen zijn. Onzin, zeker met de huidige technieken. Elke loft is uitgerust met centrale verwarming op aardgas en waar mogelijk vloerverwarming, zodat je op lagere temperaturen kunt stoken. In de mate van het mogelijke hebben we langs de binnenzijde geïsoleerd en de wanden afgewerkt met gipskartonplaten. Dankzij die oplossing hoef je de authentieke en karaktervolle baksteengevels niet te verstoppen achter isolatie en een bepleistering. Het klinkt allemaal eenvoudig, maar een sinecure was de verbouwing allerminst. Dat blijkt uit de foto s in de vergaderzaal van het architectenbureau. Die geven een treffend beeld van de toestand waarin het gebouw verkeerde toen de broers het kochten. Carl: Op de verdieping ging de vloer schuil onder een centimeters dikke, kleverige suikerlaag, waaraan je letterlijk bleef plakken. Op het gelijkvloers hadden we alle stalen balken zorgvuldig ontdaan van roest en geschilderd. Tot onze verbazing verschenen er na enkele maanden opnieuw roestplekken. Uit onderzoek bleek dat het geen roest was, maar achtergebleven suiker die uit de stenen gewelven op de balken was gedruppeld. Heel de vloerconstructie tussen het gelijkvloers en de verdieping was als het ware geïmpregneerd met suiker. GYP-SUM 2015 #05
Dorp in de stad Tot slot praten we nog even over de wijk waarin het pand ligt. Antwerpen-Noord, ook gekend als de Seefhoek, kende mede door de ontwikkeling van Park Spoor Noord een enorme boost. Carl en Nico kenden de Comptoir Sucrier al lang. In feite was het hun buurwoning, want in 2000 kochten ze in de straat achter de suikernatie een graanpakhuis met woning. Ze prijzen zich gelukkig dat ze het omvangrijke complex konden verwerven, want de herwaardering van de wijk heeft uiteraard een impact op de vastgoedprijzen. Met de transformatie hebben ze niet alleen een stuk industrieel erfgoed hersteld in zijn oude grandeur, maar ook een dorp in de stad gecreëerd, met als kern en bron van daglicht, zonnewarmte en sociale gezelligheid: de binnenplaats die vroeger volledig overdekt was. Voorbijgangers kunnen zich niet voorstellen dat er achter de statige gevel van de herenwoning langs de straatkant een uniek stuk Antwerps industrieel verleden schuilgaat. Alleen de open poort licht een stukje van de sluier op en prikkelt de nieuwsgierigheid. Dankzij die openheid staan de bewoners op het binnenplein in contact met het openbare domein. Die gelaagde interactie tussen privé, semiprivé en openbaar biedt een nieuw en verrassend perspectief op wonen en leven in de stad als waardevol alternatief voor een zoveelste nieuwe verkaveling aan de rand van een bebouwde kom. Technische fiche Opdrachtgever: ON(T)ROEREND bvba Architect: Verdickt & Verdickt Architecten cvba Functies: Wonen en werken, een dorp in de stad Programma: herbestemming Comptoir Sucrier tot kantoren, loftbewoning, gezinnen en studentenhuisvesting Realisatie: 2007 (denkoefening), realisatie (2013) 25
GYP-SUM 2015 #05
Duurzaamheid is eerder een manier van denken dan van voorgekauwde oplossingen. 27