INHOUD Minimale AOW Franchises 2015... 2 Opbouwpercentages 2015... 2 Aftopping Boven 100.000,-... 3 ANW Uitkeringen 2015... 4 Hoe hoog is de ANW-uitkering?... 4 Hoogte ANW-uitkering... 4 Verzekerd bedrag ANW Hiaat 2015... 4 Kostendelersnorm ANW... 5 Andere inkomsten en nabestaandenuitkering... 5 Jaarruimteformule lijfrente... 5 Factor A is de jaarlijkse pensioen aangroei.... 7 Verlagen percentage jaarlijkse toevoeging oudedagsreserve... 8 Overige wijzigingen 2015... 9
MINIMALE AOW FRANCHISES 2015 OPBOUWPERCENTAGES 2015 Uitgangspunt voor de pensioenopbouw (incl beschikbare premieregeling) is dat in 40 jaar een pensioen van 75% van het gemiddelde verdiende loon wordt opgebouwd.
AFTOPPING BOVEN 100.000,- Het pensioengevend loon wordt gemaximeerd op 100.000,00. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Deze grens is niet van toepassing voor het arbeidsongeschiktheidspensioen. Wordt er een werknemerspensioen opgebouwd over een inkomen hoger dan 100.000,00 dan is de omkeerregeling niet van toepassing en de pensioenaanspraak belast. Mogelijkheid bestaat om de aanspraak te splitsen. Dan wordt alleen het deel van de opbouw dat betrekking heeft op een inkomen boven de 100.000,00 belast. Voor normale werknemers valt dit deel van de aanspraak in box 3. Voor de DGA s met een pensioen in eigen beheer valt dit deel onder de terbeschikkingstellingsregeling. Indien er niet gesplitst wordt, dan wordt de volledige aanspraak belast en valt daarna in box 3 of onder de terbeschikkingstellingsregeling. Gevolg: de veranderingen hebben niet alleen gevolgen voor de opbouw van het ouderdomspensioen, maar ook voor de hoogte van het partner- en wezenpensioen bij overlijden voor de pensioendatum. Deze zijn afhankelijk van het ouderdomspensioen (veelal 70%) en worden dus lager. Zijn er tot 1 januari 2015 pensioenaanspraken opgebouwd op basis van hogere percentages dan het nieuwe maximum vanaf 2015 en/of met een hoger pensioengevend loon dan 100.000,00, dan blijven deze aanspraken onaangetast. Voor inkomens vanaf 100.000,00 komt er een mogelijkheid om vrijwillig via netto lijfrente een aanvullende oudedagsvoorziening op te bouwen. De premie is niet aftrekbaar en wordt betaald uit het netto loon. De aanspraak is vrijgesteld in box 3 (geen 1,2% heffing). De uitkering uit die aanspraak is niet belast in box 1.
ANW UITKERINGEN 2015 HOE HOOG IS DE ANW-UITKERING? De Algemene nabestaandenwet (Anw) kent verschillende uitkeringen. De hoogte van de ANWuitkering verschilt per soort uitkering en hangt soms ook af van uw inkomen. De uitkering is maximaal 70% van het nettominimumloon. Als u een kind jonger dan 18 jaar verzorgt, krijgt u maximaal 90%. HOOGTE ANW-UITKERING Op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) kunt u de hoogte van de ANWuitkeringvinden. De ANW-bedragen worden ieder halfjaar aangepast. De vakantietoeslag bouwt u per maand op en ontvangt u in mei. VERZEKERD BEDRAG ANW HIAAT 2015 Het ANW Hiaat of ANW Gat kan vrijwillig of verplicht aanvullend verzekerd worden op een collectief pensioen. Hieronder de berekening van het maximale ANW Hiaat voor 2015.
Let op: vanaf 1 januari 2015 ontvangt u als nabestaande met kinderen niet meer maximaal 90% van het minimumloon. Maar maximaal 70%. Wel heeft u als alleenstaande ouder recht op extra kindgebonden budget. Enkele andere regelingen voor ouders wijzigen ook, zoals de kinderbijslag. U kunt in de tool Veranderingen kindregelingen nagaan wat er precies voor u verandert. KOSTENDELERSNORM ANW Per 1 juli 2015 wordt de kostendelersnorm ingevoerd in de Anw. De kostendelersnorm gaat ervan uit dat (meerderjarige) mensen die samenwonen, kosten voor levensonderhoud kunnen delen. Voor de ANW betekent dit dat de uitkering voor deze mensen per 1 juli omlaag gaat. Dit gebeurt in een aantal stappen. ANDERE INKOMSTEN EN NABESTAANDENUITKERING Als u geen andere inkomsten heeft, krijgt u de volledige nabestaandenuitkering. Heeft u wel andere inkomsten naast uw ANW-uitkering? Dan kan de SVB die volledig of gedeeltelijk aftrekken van de nabestaandenuitkering. Voorbeelden van andere inkomsten zijn: andere uitkeringen (zoals WIA, WW), inkomsten uit loondienst of winst uit een eigen bedrijf. Voor de nabestaandenuitkering tellen de volgende inkomsten niet mee: een uitkering uit een verzekeringspolis; een uitkering uit een particulier of collectief afgesloten nabestaandenpensioen; nabestaandenpensioen uit een lijfrente van uw partner; rente-inkomsten, dividend en spaargeld. Bron: Rijksoverheid JAARRUIMTEFORMULE LIJFRENTE De berekening van de jaarruimte voor lijfrente-aftrek wordt vanaf 2015 verlaagd: In 2014: 15,5% x premiegrondslag 7,2 x factor A FOR dotatie In 2015: 13,8% x premiegrondslag 6,5 x factor A FOR dotatie Voor premiegrondslag in jaarruimteberekening geldt vanaf 2015 een maximum van 100.000,00 (in 2014 nog 162.457,00). Het inkomen voor de grondslag wordt verminderd met een bedrag van 11.829,00. Hierdoor is de grondslag nooit meer dan 100.000,00 -/- 11.829,00 = 88.171,00. Gevolg: de jaarruimte en reserveringsruimte dalen.
FACTOR A IS DE JAARLIJKSE PENSIOEN AANGROEI. Deze wordt voor DB regelingen (Denified Contribution), ofwel salaris/diensttijd regelingen zoals eindloon en middelloonregelingen bepaald door: het opbouwpercentage te vermenigvuldigen met (het fulltime Salaris minus de franchise minus de AOW Franchise, ofwel de pensioengrondslag) * het parttime percentage Factor A 2014 verschijnt op UPO 2015 en is te gebruiken voor aangifte 2015 in 2016. Voor DC regelingen (Denified Contribution), ofwel beschikbare premieregelingen, wordt deze bepaald door: (fulltime Salaris minus de franchise minus de AOW Franchise, ofwel de pensioengrondslag) * het parttime percentage te vermenigvuldigen met een factor dien bepaald wordt via onderstaande tabel, waarbij de hele leeftijd geldt aanvang van het kalenderjaar van de berekening. Factor A tabellen over de premie obv leeftijd 1 januari van betreffendekalenderjaar te gebruiken voor aangifte volgend jaar 2006-2013 15 jaar of ouder, doch jonger dan 20 20 jaar of ouder, doch jonger dan 25 25 jaar of ouder, doch jonger dan 30 30 jaar of ouder, doch jonger dan 35 35 jaar of ouder, doch jonger dan 40 40 jaar of ouder, doch jonger dan 45 45 jaar of ouder, doch jonger dan 50 50 jaar of ouder, doch jonger dan 55 55 jaar of ouder, doch jonger dan 60 60 jaar of ouder, doch jonger dan 65 15 jaar of ouder, doch jonger 0,36 dan 20 20 jaar of ouder, doch jonger 0,3 dan 25 25 jaar of ouder, doch jonger 0,25 dan 30 30 jaar of ouder, doch jonger 0,21 dan 35 35 jaar of ouder, doch jonger 0,17 dan 40 40 jaar of ouder, doch jonger 0,14 dan 45 45 jaar of ouder, doch jonger 0,12 dan 50 50 jaar of ouder, doch jonger 0,1 dan 55 55 jaar of ouder, doch jonger 0,08 dan 60 2014 2014 Gecorrigeerd middels factor 37/40 2015 en later 0,43 0,40 0,43 0,36 0,33 0,36 0,3 0,28 0,30 0,24 0,22 0,24 0,2 0,19 0,20 0,17 0,16 0,17 0,14 0,13 0,14 0,11 0,10 0,11 0,09 0,08 0,09 0,07 60 jaar of ouder is 0,08 0,07 0,08
VERLAGEN PERCENTAGE JAARLIJKSE TOEVOEGING OUDEDAGSRESERVE Een ondernemer die aan het urencriterium voldoet en nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, kan een bedrag toevoegen aan de oudedagreserve (FOR). Dit bedrag mag hij als aftrekpost ten laste van de winst brengen. In 2014 is de toevoeging aan de FOR 10,9% van de winst, maar niet meer dan 9.542,00 verminderd met de ten laste van de winst gekomen premies en andere bijdragen uit hoofde van pensioenregelingen. In 2015 wordt dat 9,8% van de winst, maar niet meer dan 8.640,00. Gevolg: hierdoor worden dotaties aan de FOR beperkt.
OVERIGE WIJZIGINGEN 2015