R e g i s t r a t i e k a m e r. Sociale Verzekeringsbank. 31 augustus

Vergelijkbare documenten
R e g i s t r a t i e k a m e r. Gemeente Doetinchem

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 4 mei Ons kenmerk 98.V Onderwerp standpunt over gegevensverstrekking

R e g i s t r a t i e k a m e r. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Een Wooncentrum. Prins Clauslaan 20 Uw brief Postbus Bijlagen 2

R e g i s t r a t i e k a m e r. Arrondissementale Stafdienst

Bij brief heeft het CBP u laten weten de beslissing op het bezwaarschrift te verdagen.

R e g i s t r a t i e k a m e r. Holding UVI Z. ..'s-gravenhage, 29 april Ons kenmerk 98\ Onderwerp Gebruik persoonsgegevens

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

R e g i s t r a t i e k a m e r. Advocatenkantoor. ..'s-gravenhage, 2 november Ons kenmerk 98.V Onderwerp Due diligence

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt.

R e g i s t r a t i e k a m e r. Landelijk instituut sociale verzekeringen. 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren

R e g i s t r a t i e k a m e r

Op drie punten uit uw brief van 23 februari 2006 zal het CBP hieronder nog nader ingaan.

R e g i s t r a t i e k a m e r. OR van een computerbedrijf

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 20 februari Ons kenmerk z Onderwerp

23 april 2001, BPR2001/u64104 mr. drs. A.C.M. de Heij

Privacyreglement Cliënten en medewerkers

Klager bevindingen en beoordeling inzake klacht verzoeker/scholengemeenschap

Stichting RDC. Informatieverplichting

Regiopolitie. Prins Clauslaan 20 Uw brief Postbus Bijlagen 1

R e g i s t r a t i e k a m e r. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

NVAB. A. ter Linden en N.M. van Seumeren

R e g i s t r a t i e k a m e r. Een Uitzendbureau. 26 februari 1999

Reikwijdte WBP ten aanzien van archiefbescheiden

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 14 juni Ons kenmerk z Onderwerp Rouwkrant en privacybescherming

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

rechtmatigheid POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 27 december Ons kenmerk 99.O Onderwerp Monitoring computernetwerk

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer PG/BD FTZ sw drs. S. Windt (035)

509795/01/6 van 9 mei 2001 dr. J.A.G. Versmissen

In de werkgroep over DIS/TTP heeft het CBP in meerdere instanties nadrukkelijk op deze aandachtspunten gewezen.

A Pensioen. Bij brief van 24 maart 1999 heeft u de Registratiekamer verzocht om een standpunt te geven over de volgende situatie.

R e g i s t r a t i e k a m e r. Verzekeringsmaatschappij A

Ons kenmerk z Onderwerp Wetgevingsadvies Tijdelijk besluit experiment vervroegde inzet no-risk polis

R e g i s t r a t i e k a m e r. Burgemeester en wethouders van gemeente X

R e g i s t r a t i e k a m e r. Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Privacy reglement. Inleiding

Arbodienst. Klacht; verzoeker/arbodienst

R e g i s t r a t i e k a m e r. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Het CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling ONS KENMERK z

R e g i s t r a t i e k a m e r. Regiopolitie Gooi- en Vechtstreek

Privacyreglement van Stichting 070Watt;

Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP); Burgerlijk Wetboek, boek 7: (overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO);

Ontwerpbesluit inzake de verklaring omtrent de rechtmatigheid van de verwerking pre-employment screening van Adecco Group Nederland; z

Ontwerpbesluit inzake de verklaring omtrent de rechtmatigheid van de verwerking pre-employment screening van Randstad Nederland B.V.

Privacyreglement. Artikel 1. Bereik

Zorgverzekeraars Nederland Definitieve bevindingen Ambtshalve onderzoek aangaande toepassing Controle op Verzekering van VECOZO B.V.

R e g i s t r a t i e k a m e r. 14 juli 1998 mr. J. de Zeeuw

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV DEN HAAG. Wetgevingsadvies lagere regelgeving Quotumwet.

Privacyreglement Gidiz. versie mei 2018

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Aangifte bij de privacycommissie (CBPL) - WAT

Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

Klacht Op grond van de door verzoeker verstrekte gegevens is de klacht als volgt geformuleerd:

a) Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

Klachtenreglement. Documenteigenaar : Nicoline Hendriks Versie : 3.2 Datum : 2 juli 2012 Revisiedatum : 2 juli 2015

t.a.v. de hoofdofficier van justitie ONS KENMERK z

Klachtenreglement. Versie : 2v2 Datum : 1 september Capabel Taal Postbus MB Utrecht

's-gravenhage, 31 januari 1997 Ons kenmerk 96.A Onderwerp gecontroleerde afgifte kentekenplaten en persoonsregistratie

verklaring omtrent rechtmatigheid

Privacy reglement Kraamzorg Renske Lageveen

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374

Privacyreglement Werkcontact

Privacy reglement Coöperatie Kraamzorggroep U.A. (lees Saskia Zorgt)

Bevindingen De bevindingen van het CBP luiden als volgt:

7 november 2000, SUWI/SEC/00/351 mr. A.de Heij, drs. N.van Seumeren

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft een onderzoek gedaan naar aanleiding van de klacht bij brief van 10 maart 2006 A.

c) persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

Woont u nog met andere personen op hetzelfde adres? ja nee. Zo ja, met wie? Naam Geboortedatum Relatie aanvrager *

Privacyreglement KOM Kinderopvang

Rapport. Datum: 13 oktober 2003 Rapportnummer: 2003/348

Gastouderbureau Alles Kids Zoetermeer Privacyreglement

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

Formulier verwerking persoonsgegevens

Privacy Statement. Stichting Ariane de Ranitz

Privacyreglement/ Geheimhouding

PRIVACYREGLEMENT van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)

de Minister van VWS concept wetsvoorstel structurele maatregel wanbetalers

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

Rapport. Datum: 22 januari 2002 Rapportnummer: 2002/005

Privacy Reglement Flex Advieshuis

R e g i s t r a t i e k a m e r. Een Verzekeringsbedrijf

Privacybeleid Artikel 1: Begripsbepalingen

Privacy reglement / Geheimhouding

KLOKKENLUIDERSREGELING ROTTERDAMS MONTESSORI LYCEUM

Privacyreglement - Eilandzorg

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus LV Den Haag

Winkelier. Winkelier creditcard; definitieve bevindingen

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071

Vangnetregeling huursubsidie

Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.)

Privacyreglement. Versie juli DOC.2.B /7/2014 versie 1.0

Rapport. Datum: 28 november 2000 Rapportnummer: 2000/361

Rapport. Verscholen veranderingen

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Transcriptie:

R e g i s t r a t i e k a m e r Sociale Verzekeringsbank 31 augustus 1998 070-3811343..'s-Gravenhage, 22 april 1999.. Onderwerp Checklist onderzoek leefsituatie, afschrift testament Bij brief van 31 augustus 1998 heeft u de nadere vragen van de Registratiekamer over het beleid van de SVB ten aanzien van de informatieverstrekking in het kader van de controle op de leefsituatie AOW/Anw beantwoord. De Registratiekamer zal u bij deze op de hoogte stellen van haar oordeel over het beleid, in het bijzonder over de gehanteerde Checklist onderzoek van de leefsituatie AOW/Anw voor de buitendienst, waarvan het vragen van een kopie van het testament onderdeel uitmaakt. Karakter checklist In uw brief geeft u aan dat de buitendienstmedewerker gebruik kan maken van de checklist, maar daartoe niet verplicht is. Wordt de checklist in een concreet geval gebruikt, dan worden slechts die vragen gesteld die voor het specifieke geval relevantie hebben. De checklist heeft slechts het karakter van een geheugensteuntje voor de medewerker bij het uitvoeren van het onderzoek. De medewerker kan tenslotte ook, wanneer hij daartoe aanleiding ziet, andere vragen stellen die niet op de checklist staan. Het wordt aan de buitendienstmedewerker overgelaten om zelfstandig te beoordelen welke vragen hij stelt en welke bewijsstukken hij opvraagt. Dit wordt mede bepaald door wat eerder is verklaard of tijdens het gesprek wordt medegedeeld, dan wel wat de medewerker zelf verder ter plekke constateert. De Registratiekamer kan zich vinden in het gebruik van een checklist bij een onderzoek naar de leefsituatie; aan de hand daarvan kan de buitendienstmedewerker bepalen welke persoonsgegevens van de betrokkene noodzakelijk zijn in het kader van het onderzoek. Prins Clauslaan 20 Uw brief 31 augustus 1998 Postbus 93374 Bijlagen 2509 AJ 's-gravenhage Contactpersoon Tel. 070-3811300 Doorkiesnummer 070-3811343 Fax 070-3811301

Blad 2 Dit sluit aan bij het bepaalde in artikel 18, tweede lid van de Wet persoonsregistraties: een persoonsregistratie (in de publieke sector) bevat slechts persoonsgegevens die voor het doel van de registratie noodzakelijk zijn. De Registratiekamer is echter van mening dat het checklistkarakter niet ondubbelzinnig blijkt uit de opmaak van het document. Met name het gestelde op de laatste bladzijde van het document wekt een andere indruk: ATTENTIE Het opzettelijk verstrekken van onjuiste inlichtingen is strafbaar Genoemde personen verklaren dat alle vragen naar waarheid zijn beantwoord. Genoemde personen zijn ervan op de hoogte dat de Sociale Verzekeringsbank hun persoonlijke gegevens registreert. Datum Plaats Na lezing/voorlezing van alle vragen en antwoorden tekenen betrokkenen voor akkoord: Naam Handtekening. Naam Handtekening In uw brief van 31 augustus 1998 stelt u dat de indruk dat de vragen in de checklist verplicht moeten worden gesteld, of de indruk dat betrokkene verplicht wordt om alle vragen te beantwoorden en daarvoor zou moeten tekenen niet juist is. Op de tweede bladzijde van uw brief stelt u verder dat de checklist niet door de betrokkene wordt ingevuld en dat betrokkene niet verplicht wordt om iets te ondertekenen. Op basis van het voorgaande is het de Registratiekamer duidelijk dat de betrokkene de vragen niet zelf hoeft in de vullen en dat de buitendienstmedewerker in beginsel ook niet alle vragen met de betrokkene zal doornemen. Kennelijk wordt de betrokkene wel gevraagd om voor akkoord te tekenen dat op de vragen die gesteld zijn, naar waarheid is geantwoord. De Registratiekamer adviseert u dit duidelijk tot uitdrukking te brengen in een formulier dat ter ondertekening aan de betrokkene wordt voorgelegd.

Blad 3 Informatieplicht In uw brief geeft u ook aan dat de betrokkene in het kader van een buitendienstonderzoek niet verplicht is om te antwoorden op gestelde vragen en dat de betrokkene niet verplicht is om een afschrift van het testament over te leggen. We spreken hier over een situatie waarin een buitendienstmedewerker bij de betrokkene thuis komt om de leefsituatie te onderzoeken. De buitendienstmedewerker heeft, met andere woorden, al toegang gekregen tot het huis, een wezenlijk deel van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene. Het is zeer de vraag of de betrokkene onder die omstandigheden, gevraagd om bepaalde vragen te beantwoorden, zich vrij zal voelen om het antwoord niet te geven. Wanneer de betrokkene niet expliciet ervan op de hoogte wordt gesteld dat hij niet tot antwoorden verplicht is, zal hij onder druk van de omstandigheden waarschijnlijk snel geneigd zijn om wel te antwoorden. In uw brief stelt u dat betrokkene door de buitendienstmedewerker niet wordt ondervraagd in het kader van een procedure betreffende het opleggen van een administratieve sanctie. Artikel 6 EVRM zou derhalve geen toepassing vinden en daarom wordt aan betrokkene niet de cautie gegeven. De buitendienstmedewerker is degene die slechts onderzoek doet naar de feiten en omstandigheden. De buitendienstmedewerker zelf neemt geen eigen beslissing en kan, zo stelt u, derhalve ook geen mededeling doen omtrent de consequenties indien betrokkene weigert een bepaald bewijsstuk over te leggen. De Registratiekamer kan zich niet vinden in dit standpunt. U benadert de informatieplicht strikt strafrechtelijk: van een strafrechtelijk opsporingsonderzoek is in uw visie nog geen sprake en om die reden hoeft niet de cautie gegeven te worden. Of uw visie op dit punt juist is laat de Registratiekamer in het midden. Er bestaat echter ook een informatieplicht binnen het kader van de privacywetgeving. Deze is duidelijk verwoord in de artikelen 10 en 11 van de EG Richtlijn bescherming persoonsgegevens. Deze bepalingen zijn vertaald in de artikelen 33 en 34 van de aanstaande Wet bescherming persoonsgegevens. Op 25 oktober 1998 diende de EG Richtlijn bescherming persoonsgegevens geïmplementeerd te zijn in de Nederlandse wetgeving. Dit is niet gebeurd. Vanaf 25 oktober 1998 kunnen evenwel de bepalingen in de privacyrichtlijn die helder en duidelijk genoeg zijn, in de relatie tussen de overheid (in

Blad 4 brede zin) en particulieren directe werking hebben. De Registratiekamer is van mening dat dit bijvoorbeeld geldt voor de informatieplicht op grond van de artikelen 10 en 11 van de Richtlijn in een relatie als deze tussen de SVB en een particuliere persoon. Op grond van artikel 10 van de Richtlijn moet de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens (in dit geval SVB) die bepaalde gegevens verkrijgt van de betrokkene, de betrokkene bepaalde informatie verstrekken. Deze informatie betreft in ieder geval de identiteit van de verantwoordelijke en de doeleinden van de verwerking waarvoor de persoonsgegevens zijn bestemd. De verantwoordelijke moet nadere informatie verstrekken voor zover dat gelet op de aard van de gegevens, de omstandigheden waaronder zij worden verkregen of het gebruik dat ervan wordt gemaakt, nodig is om tegenover de betrokkene een behoorlijke en zorgvuldige verwerking te waarborgen. Als voorbeeld wordt genoemd dat de verantwoordelijke moet aangeven of men al dan niet tot antwoorden verplicht is en wat de eventuele gevolgen zijn van niet-beantwoording. Hiervan kan sprake zijn bij een onderzoek als het onderhavige naar de leefsituatie van de betrokkene waarvan de uitkomsten voor hem van bepalend belang kunnen zijn. Weigering & antwoord U stelt dat de buitendienstmedewerker geen eigen beslissingen neemt. Daarom kan deze medewerker geen mededelingen doen omtrent de consequenties van het niet antwoorden indien betrokkene weigert om een bepaald bewijsstuk over te leggen. Uit uw brief en telefonische toelichting op 25 maart maken wij op dat in uw visie ook de gevalsbehandelaar niet zal kunnen mededelen wat bijv. de consequenties zijn van het niet verstrekken van een kopie van het testament. De beslissing om uiteindelijk al dan niet een sanctie op te leggen is immers het resultaat van een gewogen oordeel op basis van verschillende feiten en omstandigheden. Het al dan niet verstrekken van een testament is op zichzelf niet voldoende om daarop het oordeel te kunnen baseren. Om die reden zal in uw visie ook de gevalsbehandelaar niet kunnen zeggen wat de consequenties zijn van het niet verstrekken van de informatie. Ook op dit punt kan de Registratiekamer u niet volgen: weliswaar zal een buitendienstmedewerker of een gevalsbehandelaar niet onder alle omstandigheden

Blad 5 exact kunnen aangeven of het niet verstrekken van bepaalde informatie tot gevolg zal hebben dat een sanctie wordt opgelegd, maar het is wel degelijk mogelijk om meer algemene informatie te verstrekken. De buitendienstmedewerker kan bijv. mededelen dat een weigering om bepaalde vragen te beantwoorden of een weigering om bewijsstukken over te leggen, tot gevolg kan hebben dat een vervolgonderzoek zal worden ingesteld. Het vervolgonderzoek kan uiteindelijk leiden tot het opleggen van een sanctie. Vragen testament De Registratiekamer is van oordeel dat het juist in het kader van het terughoudend beleid van de SVB ten aanzien van het opvragen van een afschrift van het testament past dat betrokkenen goed worden geïnformeerd. Een testament wordt immers door betrokkenen over het algemeen beschouwd als hoogst persoonlijk en zeer vertrouwelijk. Veel betrokkenen zullen als zij weten dat het verstrekken niet verplicht is, deze in hun ogen uiterst gevoelige gegevens voor zichzelf houden. De buitendienstmedewerker kan hen er dan op wijzen dat het niet verstrekken van het afschrift voor de gevalsbehandelaar aanleiding kan zijn een vervolgonderzoek in te stellen. In het kader van het vervolgonderzoek kunnen de betrokkenen eventueel wel verplicht worden om een afschrift over te leggen. Overigens merkt de Registratiekamer op dat hier de grens tussen inspectiebevoegdheden en opsporingsbevoegdheden en in het verlengde daarvan ook de grens tussen de grond voor de opsporingsbevoegdheden (is hier sprake van overtreding van de controlevoorschriften of is hier ook sprake van overtreding van art. 49 AOW) ragfijn wordt. In dat licht zal in haar visie ook de plicht tot het geven van de cautie gezien moeten worden. Conclusie De Registratiekamer adviseert u om het karakter van de checklist en de laatste pagina die ter ondertekening aan de betrokkene wordt voorgelegd, ondubbelzinnig aan de betrokkene duidelijk te maken. Voorts dient u de gecontroleerde duidelijk te maken dat hij/zij niet verplicht is om medewerking te verlenen aan het onderzoek en wat (in algemene zin) de consequenties kunnen zijn van het niet verlenen van medewerking (instellen van vervolgonderzoek etc.)

Blad 6 Voorts dringt de Registratiekamer erop aan dat u de buitendienstmedewerkers erop wijst dat ten aanzien van het opvragen van een testament als bewijsstuk een terughoudend beleid gevoerd dient te worden. Hoogachtend, Voorzitter Registratiekamer