Proefexamen Sportmassage theorie

Vergelijkbare documenten
Drukverbanden, tape- Constructies en bandages

Sportmassage BASIS. Mario Blokken

6. Tweehandig brommeren: 1 knokkel draaien, terug, 1 knokkel draaien, terug, 1 knokkel draaien en uitstrijken over m. erector trunci (tot aan nek).

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei Opgesteld door: Henny Leentvaar

Effectief masseren in 10 minuten. 29 september 2018 NGS Kennisdag

Sportmassage LES 1 PROGRAMMA

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypothese. Screening. Hypothese: Er is mogelijk sprake van liespijn als gevolg van rode vlaggen.

Toelichting toetsingscriteria Sportmasseur

6. Tweehandig brommeren: 1 knokkel draaien, terug, 1 knokkel draaien, terug, 1 knokkel draaien en uitstrijken over m. erector trunci (tot aan nek).

Lichamelijk onderzoek

Voet Handen dwars op de voet, een boven en een onder de voet, beginnen bij de tenen.

Massage handelingen Onderste extremiteiten

Coldpack/ijs fixeren d.m.v. handdoek, driekante doek, zwachteltje. Leg bij het aanbrengen hiervan het slachtoffer op zijn buik.

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

17Spierklachten en ontstekingen

MASSAGE. Massage. 2. Doel. 1. Inleiding. 3. Invloeden/effecten. 3. Invloeden/effecten

Antwoorden 2014 EHBO-K. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 5. Theorievragen versie 006

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden.

Het partieel immobiliserende verband van de knie.

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Niet spoedeisende Eerste Hulp

De casus is bedoeld voor medisch studenten in de doctoraalfase van de opleiding.

Blessurepreventie. Secundaire preventie heeft betrekking op het tijdig herkennen en behandelen van klachten of banale letsels om erger te voorkomen

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Tijdens een basketbalwedstrijd wordt er veel gesprongen. Springen verhoogt het risico op blessures. De meest voorkomende blessures bij basketbal zijn

FYSIcO Nadorst. *Dillenburglaan 2 * 4332 XX Middelburg* * fysiotherapie in goede handen.

Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel)

Cursisten die een geldig EHBO-diploma of BHV-certificaat hebben kunnen worden vrijgesteld van de EHBSO.

Sport massage Praktijk

Diagnostiek Kliniek: anamnese: aard letsel (hoogenergetisch?), pre-existente afwijkingen, aard en tijdsduur zwelling, belastbaarheid

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Presentatie blessure preventie. John Klerkx

Ligamentair letsel kniegewricht

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K


VGN immobilisatieprotocollen

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

Enkeltrauma. Onderzoek en behandeling na een inversietrauma. (door de enkel zwikken)

Hand en Polscentrum Delft

Tapen. 3) Tapen in de herstelfase Dit is de belangrijkste toepassing van tapen. Na een blessure of operatie het gekwetste deel intapen.

Liesblessure, een hinderlijke aandoening of toch niet?

2014 EHBO-K. Theorievragen versie 006. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 7

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

AMICA MANU SPORTMEDISCH GEZIEN

Sport Specifieke Blessure Begeleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

1. BEKKENGORDEL EN HEUP

Revalidatie: Biodex-meting. Dr. Sam Hendrix Fysische Geneeskunde & Revalidatie 15 november 2014

Sinds drie weken bestaande pijn aan beide achillespezen bij een 61-jarige prednisongebruiker*

Ykja, is een IJslander, een merrie van 13 jaar oud en roodbont. Ze wordt gebruikt om recreatief te rijden, ze staat dag en nacht in een paddock.

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

Beroepsopdracht. Vragenlijst Enkelletsel. Arie Kostelijk Thomas van der Starre Sander Morsch. April Juni In opdracht van:

Spier- en gewrichtspijn

6,9. Presentatie door een scholier 1940 woorden 14 november keer beoordeeld

Post-Op braces S t a b i l i s e r e n e n i m m o b i l i s e r e n p r o d u c t i n f o r m a t i e

Posterolaterale hoek letsels

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur

LANDELIJKE NGS KENNISDAG 2015 VOETBALMASSEURS

Functional Equine Taping

1 Teenstand vanaf vlakke ondergrond. 2 Band training achillespees. 3 Teenstand op traptrede (gestrekte knie)

PREVENTIEF HANDELEN & WAT TE DOEN BIJ.. BLESSURES

Preventietips voor sportblessures

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

Hevige pijn ter hoogte van de schoudertop als gevolg van een forse schouderduw, bij een 23-jarige topvoetballer

Onstabiel gevoel Last bij stappen

Inleiding. Anatomie. Humerus

De hand en pols Sport en peesletsels Gertjan Schmitz

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Functioneel Welzijn. Nek, schouders en pols

Samenvatting Fysieke Ergonomie

Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie

BASIS MASSAGE

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:

ENKEL TAPEN. InspanningLoont Uppsalalaan 3, 3584 CT Utrecht KvK: BTWnr: B01

Aangezien dit werkstuk voor lichamelijke opvoeding is gaan ik mij baseren op de hulpen die we kunnen gebruiken in de lessen.

Een acuut letsel is een blessure die plots op treed (bvb een enkel verzwikking, een spierscheur, )

SPIER- EN GEWRICHTSPIJN

Knieblessure Anatomie van de knie meniscus kruisbanden

ADVIEZEN EN OEFENINGEN NA HALSKLIERDISSECTIE (VERWIJDEREN VAN LYMFEKLIEREN UIT DE HALS) Ontwikkeld door de :

Waterrecreatie? je kan hooguit nat worden

Spier- en gewrichtspijn

Casus Meisje met heup/bekkenklachten

P I J N A P O T H E E K. N L

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol

Ligamentaire laesie enkelgewricht

Eindtermen Certificaat Eerste Hulp bij Sportongevallen van. Het Oranje Kruis. 18 december 2012

Toetsstation. Schouderklachten

Artrose knie. Artrose is een aandoening die voor kan komen bij één of meerdere gewrichten.

product manual PSB Sportbraces your real supporter

Kinesiotape bij een bovenarmsbreuk. (Subcapitale humurus fractuur)

STARTEN NA EEN BLESSURE: WANNEER, WAT, HOE? TJITTE KAMMINGA Datum

Lumbaal actief onderzoek Instabiliteit

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Transcriptie:

1 Wat is, volgens de reflectoire verklaring van massage, de receptor? A de afferente zenuwbaan B de efferente zenuwbaan C de hand van de masseur D de huid 2 Waarop is de reflectoire en biochemische werking van de massage het grootst? A op de circulatie B op de spiervezelcontracties C op het verplaatsen van bloed en lymfe in de richting van het hart D op het verwijderen van de afgestorven epitheelcellen 3 Wat doet u, in de juiste volgorde, voorafgaande aan een massage? A anamnese, inspectie en functie-onderzoek B anamnese, inspectie en intermitterend drukken C anamnese, palpatie, functie-onderzoek D anamnese, palpatie en inspectie 4 Wat is de belangrijkste reden voor het gebruik van massagetussenstof? A de handgrepen makkelijker laten verlopen B de huid soepel maken C de spieren soepel maken D een hyperaemie opwekken 5 Welke handgreep heeft de meest oppervlakkige werking? A kloppen B ulnair hakken met gesloten vingers C ulnair hakken met gespreide vingers D waaierslagen 6 Hoe bereikt men optimale dehydratie bij massage van een been? A Het meest centraal gelegen weefsel moet eerst behandeld worden. B Het meest perifeer gelegen weefsel moet eerst behandeld worden. C Het meest centraal gelegen weefsel moet eerst geëffleureerd worden. D Het meest perifeer gelegen weefsel moet eerst met intermitterend drukken behandeld worden. 7 Welke handgrepen kunnen het beste worden toegepast hij intracutane verklevingen? A effleurage en huidverschuiving B effleurage en petrissage C intermitterend drukken en effleurage D intermitterend drukken en huidverschuiving 1

8 Waarbij worden huidhandgrepen primair toegepast? A bij een niet optimale spierdoorbloeding B bij een slecht doorbloede huid C bij segmentale verklevingen D bij verklevingen in de spieren 9 Welke massage is een volwaardig alternatief voor een actieve warming-up? A een sederende massage B een stimulerende massage C passieve bewegingen en massage D geen van bovengenoemde 10 Welke massagehandgrepen kunnen bij een massage na een inspanning beter NIET worden toegepast? A fricties B intermitterend drukken C schuddingen D tapotements 11 Welke van de onderstaande factoren is een absolute contra-indicatie voor massage? A koorts B nervositeit C transpiratie D vermoeidheid 12 Welke invloed heeft een massage op de lymfecircutatie? A een depletorische B een hyperaemiserende C een preparatieve D een sedatieve 13 Welke vroegsymptomen van overbelasting kan de sportmasseur door middel van palpatie opsporen? A startpijn en verhoogde spiertonus B startpijn en spiervermoeidheid C veranderingen in het spierweefsel en spiervermoeidheid D verhoogde spiertonus en veranderingen in het spierweefsel 14 Wat is desquamatie? A het losmaken van huidverklevingen B het ontschilferen van de huid C het ontwateren van het weefsel D het vermeerderen van mastcellen in de huid 2

15 Welke stelling is juist? Het effect van een petrissage wordt bepaald door: I de intensiteit en de snelheid van de handgreep. II de richting van de handgreep ten opzichte van het vezelverloop. A I en II zijn juist B Alleen I is juist C Alleen II is juist D I en II zijn niet juist 16 Wat zijn handgrepen ter ontspanning? A huidverschuiven, walken en vibratie B intermitterend drukken, schudden en vibratie C intermitterend drukken, tapotements en vibratie D petrissage, tapotements en schudden 17 Waarop dient u te letten bij het aanbrengen van een preventieve bandage voor spieren? A dat er lichte spierspanning is B dat er maximale spierspanning is C dat origo en insertie en opzichte van elkaar niet kunnen bewegen D dat origo en insertie zo ver mogelijk uit elkaar zijn 18 Hoe kan men de werking van een bandage verklaren? A mechanisch B psychologisch C reflectoir D alle bovengenoemde 19 Wat is een contra-indicatie voor het aanleggen van tape? A een immobiel gewricht B een spierprobleem C een verhoogde belasting D huidirritatie 20 Wat is de juiste uitgangshouding bij een preventieve kniebandage? A de knie 90 graden gebogen en een polstering in de knieholte B de knie 120 graden gebogen C staan met een gestrekt been D zitten of staan met een licht gebogen knie 21 Waarvoor wordt tapen en bandageren toegepast? A om de belasting en belastbaarheid aan elkaar aan te passen B om een te grote bewegingsuitslag van een gewricht te voorkomen C ter ondersteuning van ligamenten of spieren D alle bovengenoemde 3

22 Hoe dient u te handelen bij chronische peesirritaties? A doorverwijzen naar een arts B een massage geven C een preventieve bandage geven tijdens belasting D rust voorschrijven 23 Hoever moet een blessure hersteld zijn voordat een sporter de training mag hervatten? A ongeveer 50% B ongeveer 65% C ongeveer 60% D ongeveer 95% 24 Welke preventieve bandage geeft de meeste steun? A alleen sporttape B sporttape plus een ideaalwindsel C sporttape plus een cambrich bandage D sporttape plus een elastisch kleefpleisterverband 25 Bij welke bandage laat u de patella NIET vrij? A bandage voor het lig. cruciatum anterius B bandage voor het lig. cruciatum posterius C drukverband D ondersteunende bandage 26 In welke uitgangshouding plaatst men de elleboog bij taping met als doel een remming van de hyperextensie? A lichte extensie B maximale extensie C lichte flexie D maximale flexie 27 Waarbij wordt bij voorkeur een elastisch kleefpleisterverband gebruikt? A bij dekverband B bij fixatieverband C bij steunverband D bij wondverband 28 Wat is de stand van de voet bij het aanleggen van een preventieve enkelbandage aan de laterale zijde? A eversie en de enkel in 90 graden B eversie en de enkel in lichte plantairflexie C inversie en de enkel in 90 graden D inverse en de enkel in lichte dorsaalflexie 4

29 In welke richting leggen we de werkstroken aan als we de inversie van de rechter enkel willen remmen? A van mediaal caudaal naar mediaal craniaal B van mediaal craniaal naar mediaal caudaal C van lateraal caudaal naar lateraal craniaal D van lateraal craniaal naar lateraal caudaal 30 Wat is een contra-indicatie voor het aanleggen van een preventieve bandage? A een acuut bandletsel B een gevoelige huid C een medisch herstelde, blessure D overbelasting verschijnselen 31 Waarvoor dient de polstering achter in de knieholte bij een kniebandage? A om allergische reacties tegen te gaan B om extra druk in de knieholte te nevel C om irritatie van de pezen die zich in de knieholte bevinden te vermijden D voor een grotere beweeglijkheid 32 Wat is het doel van een preventieve bandage? A het aanpassen van de belastbaarheid van het lichaamsdeel aan de belasting B het getroffen lichaamsdeel immobiliseren C het herstel van een blessure bevorderen D het prestatieniveau verhogen 33 Hoe is de pols hij een slachtoffer in shocktoestand? A langzaam B onregelmatig en langzaam C regelmatig en zwak D snel en zwak 34 Wat is de oorzaak van een shock? A hartzwakte B tekort aan hoeveelheid circulerend bloed C schrikreactie D slechte ademhaling 35 Wat zijn de symptomen van een distorsie? A abnormale stand van het gewricht B standsafwijking van het gewricht C vergroting van de beweeglijkheid in het gewricht D Verminderde beweeglijkheid in het gewricht 5

36 Wat is het gevolg van een zonnesteek? A blauwkleuring B langzame ademhaling C langzame pols D verstoring van de warmtehuishouding 37 Wat is het kenmerkende verschijnsel van een eerstegraads verbranding? A bloedblaren B pijnloze plekken C rode gezwollen huid D vochtblaren 38 In welke volgorde dient u te handelen bij het verlenen van eerste hulp? 1 het slachtoffer geruststellen 2 nagaan wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert 3 op gevaar letten 4 slachtoffers helpen op de plaats waar ze liggen of zitten 5 zorgen voor deskundige hulp A 1-2-3-4-5 B 2-4-3-5-1 C 3-2-1-5-4 D 4-1-2-5-3 39 Een slachtoffer vertoont de volgende verschijnselen - geheugenverlies - langzame pols - misselijkheid Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? A een beroerte B een flauwte C een hersenschudding D een shock 40 Tot welke categorie letsels hoort zweepslag? A acuut endogeen B acuut exogeen C chronisch endogeen D chronisch exogeen 6

41 Hoe begeleidt u een voetballer die zijn linker sleutelbeen heeft gebroken? A beschermen aan de linkerzijde B hem zelf laten lopen C zijn arm ondersteunen D alle bovengenoemde 42 Een sporter heeft een laesie van de m. semitendinosus Welke beweging zal voor hem het meest pijnlijk zijn? A extensie van de knie onder weerstand B flexie van de knie onder weerstand C passieve extensie van de knie D passieve flexie van de knie 43 Wat is de voornaamste oorzaak van tendinitis? A een blokkering van een beweging B een te plotselinge beweging C extrinsieke oorzaken D overbelasting 44 Welk symptoom treedt op bij een flauwte? A daling van de bloeddruk B rode kleuring van de huid C snelle pols D zweten en/of bleek worden 45 Waar is de kans op myogelosen het grootst? A in goed doorbloed peesweefsel B in goed doorbloed spierweefsel C in slecht doorbloed peesweefsel D in slecht doorbloed spierweefsel 46 Wat is een oorzaak van het optreden van bewusteloosheid tijdens hyperventilatie? A een daling van de temperatuur van het bloed B een te hoge zuurstofspanning in het bloed C een te lage koolzuurspanning in het bloed D vermoeidheid van de ademhalingsspieren 47 Bij de schuifladetest van de knie is er wel speling naar voren maar niet naar achteren. Welk ligament is in deze situatie langer dan normaal? A lig. collaterale laterale B lig. collaterale mediale C lig. cruciatum anterior D lig. cruciatum posterior 7

48 Over welke functieproef spreken we als een arm bovenlangs over de schouder bewogen wordt, zodanig dat de duim/vinger langs de wervelkolom naar beneden gaat tot een maximale uitslag is bereikt? A abductie in het schoudergewricht B adductie in het schoudergewricht C endorotatie in het schoudergewricht D exorotatie in het schoudergewricht 49 Wat is juist ten aanzien van het uitvoeren van een passieve functietest? A De beweging wordt door de sporter zelf uitgevoerd. B De weerstand wordt getest C Men let op de spierkracht D Men let op het eindgevoel 50 Wat is GEEN doel van functieproeven? A onderzoek naar de beperking van de spierfunctie B onderzoek naar de doelmatigheid van de spierfunctie C onderzoek naar de lenigheid van de sporter D onderzoek naar de mate van herstel van de spierfunctie 8

1 A 26 C 0-10 goed 1 2 B 27 C 11-16 goed 2 3 A 28 A 17-21 goed 3 4 A 29 C 22-26 goed 4 5 D 30 A 27-31 goed 5 6 D 31 C 32-36 goed 6 7 A 32 A 37-40 goed 7 8 nvt 33 D 41-44 goed 8 9 D 34 B 45-49 goed 9 10 D 35 D 50 goed 10 11 A 36 D 12 A 37 C 13 D 38 C 14 B 39 B 15 A 40 A 16 B 41 A 17 A 42 B 18 D 43 D 19 D 44 D 20 D 45 D 21 D 46 C 22 A 47 C 23 D 48 D 24 D 49 D 25 C 50 B 9