Kenniskring NT1. Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1



Vergelijkbare documenten
COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

Zelfevaluatie competentieprofiel ISK NT2-docent

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Competenties NT2 leerkracht

Competentieprofiel Docent Nederlands als Tweede Taal (NT2)

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

1 Interpersoonlijk competent

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Concrete uitwerking competentieprofiel ISK NT2-docent

Aantekenformulier van het assessment PDG

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:

Competentieprofiel. Certificering van docenten NT2

Competentieprofiel voor rekendocenten in het mbo

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Competent ISK-docent

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Competentieprofiel. Certificering van docenten NT2

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Competentievenster 2015

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten

Competentieprofiel. Certificering van docenten NT2

ROC Friese Poort. UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

CP Resultaten QuickScan

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

Portfolio 'Competent NT2-docent'

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

1 Interpersoonlijk competent

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

5. Product ontwikkeld binnen het KIGO project Doorlopende Coach Actieve coach ; penvoerder was Edudelta College.

Workshop zelfbeoordelingslijst PARTNERS IN PASSEND ONDERWIJS

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Toelichting competenties

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Competentieprofiel van de opleider CHVG

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

1. Interpersoonlijk competent

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Zelfevaluatie. Inleiding:

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

O 1 Inter-persoonlijk competent

Beroepsstandaarden docent Nederlands

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Competentieprofiel voor coaches

Beoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V.

Het voorstel bekwaamheidseisen

Bijlage 20 Zelfassessment adequaat samenwerken met ouders

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

RESULTATEN. Rapportage De Kinkerbuurt, Amsterdam. Externe Benchmark

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden

1 Interpersoonlijk competent

Leraar basisonderwijs LB

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)

van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Portfolio voor medewerkers Natuurlijk leren Parels ontstaan door schuring

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Bekwaamheidseisen leraren

Kennisbasis Duits 8 juli Taalkundige kennis

Beroepsstandaarden Talendocent

FUNCTIEBESCHRIJVING EN -WAARDERING. Herman Broerenstichting Vakleraar bewegingsonderwijs

Thermometer leerkrachthandelen

Taal en rekenen. in de volwasseneneducatie ABC. Standaarden en eindtermen ve 30% en rekenen

Excellente Leerkracht SBO, SO/VSO. Stichting Meerkring LC 11 Onderwijsproces -> Leraren Marieke Kalisvaart

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Functieprofiel: Docent Functiecode: 0104

Leraar basisonderwijs LA FUNCTIEBESCHRIJVING

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Reflectie-instrument leerkrachten Het Barlake

Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor het nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

Profiel mobiliteitscoach

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

Kennis en opleiding: - onderwijsbevoegdheid - ervaring met NT2 onderwijs is een pre, maar geen verplichting.

Vacature leraar NBS Teteringen

kempelscan K1-fase Eerste semester

PrOmotie, Hét leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

Transcriptie:

Kenniskring NT1 Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1

Document Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 Datum 28 05 09 Versie 02 Opdrachtgever Contactpersoon Opdrachtnemer Auteurs OCW Piet Litjens / Elle Langens CINOP Carin Spoelstra-Van Dijk, Marian Janssen-de Goede, Ria van Adrichem Projectnummer 11777.15 Unit Onderwijsinnovatie Team Aanvalsplan Laaggeletterdheid CINOP Postbus 1585 5200 BP s-hertogenbosch Tel: 073-6800800 Fax: 073-6123425 www.cinop.nl CINOP 2008 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.

Inhoudsopgave Vooraf 1 Inleiding en verantwoording... 2 1 Interpersoonlijk competent... 7 1.1 Interpersoonlijk competent: algemeen... 7 1.2 Interpersoonlijk competent: bekwaamheidseis... 7 1.3 Interpersoonlijk competent: indicatoren... 8 2 Pedagogisch competent... 9 2.1 Pedagogisch competent: algemeen... 9 2.2 Pedagogisch competent: bekwaamheidseis... 9 2.3 Pedagogisch competent: indicatoren... 9 3 Vakinhoudelijk en didactisch competent... 10 3.1 Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent: algemeen...10 3.2 Vakinhoudelijk & vakdidactisch competent: specifiek voor de NT1-docent...11 3.3 Vakinhoudelijk & vakdidactisch competent: bekwaamheidseis...13 3.4 Vakinhoudelijk & vakdidactisch competent: indicatoren...16 4 Organisatorisch competent... 20 4.1 Organisatorisch competent: algemeen...20 4.2 Organisatorisch competent: bekwaamheidseis...20 4.3 Organisatorisch competent: indicatoren...20 5 Competent in het samenwerken met collega s... 21 5.1 Competent in het samenwerken met collega s: algemeen...21 5.2 Competent in het samenwerken met collega s: bekwaamheidseis...21 5.3 Competent in het samenwerken met collega s: indicatoren...21 6 Competent in het samenwerken met de omgeving... 22 6.1 Competent in het samenwerken met de omgeving: algemeen...22 6.2 Competent in het samenwerken met de omgeving: bekwaamheidseis...22 6.3 Competent in het samenwerken met de omgeving: indicatoren...22 7 Competent in reflectie en ontwikkeling... 23 7.1 Competent in reflectie en ontwikkeling: algemeen...23 7.2 Competent in reflectie en ontwikkeling: bekwaamheidseis...23 7.3 Competent in reflectie en ontwikkeling: indicatoren...23 8 Bronnen... 24 III

Vooraf In het kader van het project Aanvalsplan Laaggeletterdheid is in 2007 gestart met vorming van een Kenniskring NT1. Het centrale doel van deze kenniskring is om kennis, ervaring, educatieve producten en instrumenten op het gebied van NT1-onderwijs aan volwassenen te bundelen. Er is een klankbordgroep samengesteld en er zijn werkgroepen gestart. Eén van de eerste werkgroepen heeft zich gericht op het ontwikkelen van een competentieprofiel docent NT1. Deze werkgroep bestond uit de volgende auteurs: Carin Spoelstra Van Dijk, Marian Janssen de Goede en Ria van Adrichem. De inhoudelijke coördinatie lag bij Kiki van Etten en Itie van den Berg; de werkzaamheden van deze werkgroep zijn gemodereerd door Sanne Cocx. Een eerste concept van dit competentieprofiel is voorgelegd aan de Klankbordgroep NT1 die bestaat uit de volgende specialisten: Ineke van de Craats, Pol Goethals, Pieter de Graaff, Anne Kerkhoff, Folkert Kuiken, Fé te Nuijl. De feedback van de Klankbordgroep is verwerkt in deze tweede versie. We bieden dit eerste digitale instrument aan op de website www.basisvaardigheden.nl. We hopen dat dit instrument opleidingsmanagers, docenten en nascholingsinstituten helpt bij het vaststellen van scholingsbehoeften en het bepalen van (na)scholingsaanbod. We nodigen u uit deze versie te voorzien van aanvullingen en uitbreidingen ter verbetering van de beschikbare tekst. Het is onze intentie om jaarlijks op basis van aangereikte verbeteringssuggesties dit instrument te reviseren. U kunt u aanvullingen en opmerkingen sturen naar Piet Litjens (plitjens@cinop.nl) of Elle Langens (elangens@cinop.nl) onder vermelding van kknt1 (1) competentieprofiel. Piet Litjens Projectleider Kenniskring NT1 CINOP s-hertogenbosch 25 05 09 CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 1

Inleiding en verantwoording Bronnen Bij de ontwikkeling van het competentieprofiel docent Volwasseneneducatie (VE) / NT1 hebben we gebruik gemaakt van de volgende bestaande documenten: 1 Competentieprofiel Docent Nederlands als Tweede Taal (NT2) (Janssen-Van Dieten, 2005). 2 Concept Competentieprofiel docent NT1 (Stichting Landelijk Netwerk Nederlandstaligen in de Volwasseneneducatie). 3 Bekwaamheidseisen vo/bve (Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL), 2004). Werkwijze en structuur Allereerst hebben we op basis van het Competentieprofiel Docent Nederlands als tweede taal een competentieprofiel ontwikkeld voor de docent NT1 in de volwasseneneducatie. Het ligt voor de hand dat we ons daarbij vooral hebben afgevraagd: welke competenties gelden specifiek voor NT1- onderwijs in de volwasseneneducatie? Het eerste concept hebben we voorgelegd aan de klankbordgroep NT1. Zij sprak voorstellen uit waar de redactiegroep vervolgens mee aan de slag is gegaan. De belangrijkste voorstellen waren: Maak duidelijk welke competenties voor zowel NT2- als voor NT1-docenten gelden. Maak duidelijk welke competenties specifiek voor NT2- of NT1-docenten gelden en laat dit onderscheid redactioneel er goed uitspringen. Hanteer bij de ordening van de competenties de opzet en structuur die de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) gebruikt. Deze structuur heeft een universeel karakter en wordt vaak gebruikt bij de opzet en organisatie van eventuele (na)scholingsmodules en inbedding van deze modules in de structuur van de lerarenopleidingen in Nederland. Bovendien zijn de zeven SBL-competenties vastgesteld door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren en gemeengoed onder het onderwijspersoneel. Daarmee zijn deze breed gelegitimeerd. Een bijkomend voordeel van de herordening is dat iemand die reeds als docent functioneert en zodoende een aantal algemene docentcompetenties reeds beheerst, zich dan kan toeleggen op specifieke VE-competenties om een volwaardig VE-docent te worden. Dit instrument geeft in dat soort gevallen efficiënt inzicht in de nog te ontwikkelen competenties. Hieronder wordt de hoofdstructuur van de twee belangrijkste bronnen die bij de ontwikkeling van een competentieprofiel voor docent VE - NT1 gebruikt zijn, weergegeven. Structuur van Competentieprofiel Docent Nederlands als Tweede Taal (NT2) A Vakinhoudelijke competenties A1 Taalgebruiker A2 Taalbeschouwer A3 Vaststeller van de beginsituatie A4 Begeleider van het leerproces A5 Evaluator B Algemene NT2-docentcompetenties B1 Pedagogische competenties B2 Organisatorische competenties CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 2

B3 Competent in het samenwerken met collega s B4 Competent in reflectie en ontwikkeling B5 Competent in de samenwerking met de omgeving C Specialistische NT2-docentcompetenties C1 Alfabetisering C2 Docent in geïntegreerde of duale trajecten C3 Evaluatiedeskundige / beoordelaar-examinator C4 Andere specialistische NT2-docentcompetenties Voor de ontwikkeling van een competentieprofiel docent VE NT1 ligt het voor de hand om inhoudelijk aan te sluiten bij dit profiel NT2. Hieronder volgen enkele afwegingen: Op het A-niveau (vakinhoudelijke competenties) zijn er zowel overeenkomsten als verschillen tussen NT2 en NT1. We zullen deze overeenkomsten en verschillen in de lay-out tot uitdrukking laten komen: de specifieke NT1-competenties zijn geel gemarkeerd (of in zwart-witprint: grijs gemarkeerd). Op het B-niveau (algemene docentcompetenties) zijn er vooral overeenkomsten tussen NT1 en NT2-docent. Er is dus weinig reden om deze onderdelen verder uit te werken voor NT1. Op het C-niveau (specialistische NT2-docentcompetenties ) zijn de verschillen tussen NT1 en NT2 vanzelfsprekend groot. Dit legitimeert de ambitie om een apart competentieprofiel op te stellen voor NT1. Structuur van SBL-profielen overzicht competenties Het instrument Bekwaamheidseisen VO-BVE hanteert de universeel gebruikte SBL-structuur. Hierin onderscheidt men de volgende zeven competentiegebieden: 1 Interpersoonlijke competenties 2 Pedagogische competenties 3 Vakinhoudelijke en didactische competenties 4 Organisatorische competenties 5 Samenwerking met collega s 6 Samenwerken met de omgeving 7 Reflectie en ontwikkeling Voor de ontwikkeling van een competentieprofiel docent VE - NT1 maken we op voorstel van de klankbordgroep - gebruik van de SBL-structuur. Een belangrijk motief om deze ordening te hanteren is dat roc s en opleidingsinstituten deze structuur vaak ook al gebruiken. Structuur competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 Allereerst willen we duidelijkheid scheppen in het hanteren van de verschillende docentengroepen in het volwassenenonderwijs. We onderscheiden de volgende categorieën: Docent volwasseneneducatie: dit is een docent die gespecialiseerd is op het gebied van NT2- of van NT1-onderwijs of van zowel NT2- als NT1-onderwijs. Docent NT2: dit is een docent die gespecialiseerd is op het gebied van het onderwijs in het Nederlands als tweede taal aan volwassen deelnemers met een niet-nederlands(talig)e achtergrond. Docent NT1: dit is een docent die gespecialiseerd is op het gebied van het onderwijs in het Nederlands aan volwassen deelnemers voor wie het Nederlands de moedertaal is en aan deelnemers met een niet-nederlandstalige achtergrond met een minimaal niveau voor luisteren en spreken (op beheersniveau B1 / op weg naar B2 uit het Europees Referentiekader). CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 3

Overeenkomsten tussen NT1 en NT2 Bij de ontwikkeling van het competentieprofiel docent VE / NT1 hebben we vastgesteld dat er overeenkomsten zijn tussen de competenties van een NT1- docent en een ANT2-docent (dit is een docent alfabetisering Nederlands als tweede taal). Binnen de domeinen van het SBLcompetentieprofiel, (1) interpersoonlijke competenties, (2) pegagogische competenties, (3) vakinhoudelijke en vakdidactische competenties, (4) organisatorische competenties, (5) samenwerking met collega s, (6) samenwerken met de omgeving en (7) reflectie en ontwikkeling, zijn er vooral overeenkomsten. Het gaat hier dan ook om algemene docentcompetenties. Specifieke NT1-competenties: verschillen met NT2 De verschillen tussen een NT2- en NT1-docent manifesteren zich vooral op het niveau van domein 3 van het SBL profiel: vakinhoud en vakdidactiek. Het ligt dan ook voor de hand dat voor een specifiek competentieprofiel NT1 vooral dit onderdeel onderscheidend is en in de breedte en in de diepte wordt uitgewerkt. De specifieke NT2- en ANT2- competenties werken we hieronder niet verder uit omdat dit reeds gedaan is in het Competentieprofiel NT2. Wel besteden we in het competentieprofiel NT1 aandacht aan de volgende basisvaardigheden die voor laaggeletterde NT1- leerders sterk met elkaar verbonden zijn, te weten: Alfabetisering NT1 Rekenen Engels Digitale vaardigheden Het gaat hier om basisvaardigheden die voor een laaggeletterde zeer nauw met taal en met elkaar samenhangen. Engels en digitale vaardigheden zijn zo verweven in onze moderne samenleving dat deze tot basiscompetenties zijn uitgegroeid. De OESO definieert geletterdheid als de kennis en vaardigheden die nodig zijn om: informatie te begrijpen en te gebruiken uit teksten (artikelen, nieuwsberichten, boeken); informatie te vinden en te gebruiken, bijvoorbeeld in sollicitatiebrieven, bijsluiters, kaarten, tabellen, grafieken; rekenkundige bewerkingen te kunnen begrijpen of controleren (getallen, optellingen, maten, gewichten, eenheden). De onderdelen werving, intake en deelnemersbegeleiding blijven hier buiten beschouwing. Ze zijn weliswaar onlosmakelijk verbonden met het vakgebied, maar behoren niet tot de kerntaken van de docent. Referentieniveaus taal en rekenen Bij de beschrijving van de specifieke NT1-competenties hebben we steeds deelnemers die functioneren op de volgende niveaus als uitgangspunt gehanteerd: voor taal op het niveau KSE 0-3 / CEF A1 - B1 (zie verder Bohnenn e.a., 2007) voor rekenen op niveau X1, X2 en Y1 (zie Wijers e.a. 2007). In termen van taalbeheersing en taalniveaus gaat het in de volwasseneneducatie doorgaans om de lagere niveaus. Het kenmerk van het NT1-onderwijs in de VE is het remediërende karakter. De NT1-docent beschikt over remediërende vaardigheden die hem 1 in staat stellen hiaten op te sporen, te analyseren en gericht leerstof aan te bieden om de leemtes op te vullen. Dit maakt dat een NT1-docent in feite tegelijk ook een remedial teacher is. 1 Voor de leesbaarheid van Competentieprofiel docent Volwasseneneducatie/ NT1 kiezen wij niet voor het gebruik van de dubbelvorm hij/zij, hem/haar, zijn/haar enzovoort. Bij algemene formuleringen hanteren we de mannelijke vorm. CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 4

Indeling bij het beschrijven van competenties We beschrijven de competenties zoals gebruikelijk in bestaande profielen en waar mogelijk, in de driedeling: inleidend: heeft kennis van is op de hoogte van demonstreert (laat dit zien door ) Het is een drieslag van algemeen naar gedetailleerd. Hoe dieper we gaan, hoe meer de competenties op het niveau van het primaire proces zijn gericht en des te concreter en specifieker deze geformuleerd zijn. Deze manier van beschrijven lijkt soms op dubbeling, maar in feite is er sprake van verfijning. Soms is de drieslag niet aan de orde. Dan volstaat een tweeslag of zelfs een algemene beschrijving. Ten slotte maken we het de gebruiker gemakkelijk door de competenties die specifiek voor NT1- docenten gelden geel (gearceerd) te markeren. CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 5

Algemeen competentieprofiel VE-docent Vak Vak Vak Vak Vak NT1 NT2 Rekenen DiVa Engels (specifieke (specifieke (specifieke (specifieke (specifieke competenties) competenties) competenties) competenties) competent ies) Specialisme Specialisme NT1 niveau 0-1- 2-3 Alfabetisering NT2 (specifieke (specifieke competentie competenties) Competent zijn in/heeft kennis van: - Alfabetisering/taalvaardigheid - De taalcomponent binnen rekenvaardigheid - Sociale vaardigheden (SoVa) - Studievaardigheden - Digitale vaardigheden (DiVa) - Omgaan met opgebouwde leerblokkades - Omgaan met negatieve onderwijservaringen - Leerontwikkeling bij volwassenen - Omgaan met opgebouwde minderwaardigheidsgevoelens en faalangst - Algemeen vormende en persoonlijke componenten - Omgaan met deelnemers met dyslexie en dyscalculie - Omgaan met deelnemers met een licht verstandelijke beperking En heeft oog voor: - Kwaliteiten van laagopgeleiden en laaggeletterden - Opgebouwde levenservaringen - Ontwikkeling van de deelnemer in zijn totaliteit - De eigen verantwoordelijkheid van de deelnemer in zijn ontwikkeling CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 6

1 Interpersoonlijk competent 1.1 Interpersoonlijk competent: algemeen De docent VE zorgt ervoor dat er in de groepen waarmee hij werkt een prettig leerklimaat heerst. Hij doet dit door leiding te geven binnen een vriendelijke en coöperatieve sfeer, met veel ruimte voor open communicatie. Hij is in staat en bereid een krachtige, contextrijke leeromgeving te creëren; is goed op de hoogte van communicatie- en omgangsvormen in de leefwereld van deelnemers en kan daar zijn eigen doen en laten op afstemmen. De docent VE begeleidt de deelnemer bij het vergroten van diens onafhankelijkheid door het zelfvertrouwen te vergroten, de sociale vaardigheden te trainen en/of het netwerk te verbreden. Sociale vaardigheidstraining maakt deel uit van zijn lessen. Om aan dit profiel te voldoen, moet de docent VE kunnen: begeleiden en leiden; volgen en sturen; feedback geven. Specifiek NT1: Begeleiden van deelnemers met een verstandelijke beperking De docent die deelnemers met een licht verstandelijke beperking begeleidt, beschikt over de eigenschappen zoals beschreven in het basisprofiel en is bovendien bekwaam in de omgang met deze doelgroep. Daarnaast heeft de docent affiniteit met deze specifieke doelgroep. 1.2 Interpersoonlijk competent: bekwaamheidseis De docent VE heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van vakinhoud en didactiek om een krachtige, contextrijke leeromgeving tot stand te brengen. Hij zoekt samen met de deelnemer naar de beste manier om (beter) te leren lezen, schrijven en rekenen. Dit doet hij op basis van een grondige kennis van het verwervingsproces van taal- en rekenvaardigheid door volwassenen. De docent kan zijn kennis van de leerproblematiek zo inzetten (didactisch en remediërend handelen), dat er voor de deelnemer weer ruimte komt voor nieuwe leerstappen. Om te kunnen voldoen aan deze eis moet de docent beschikken over kennis van: opvattingen over leren en de wijze waarop deze principes gerealiseerd worden in lesmateriaal; opvattingen over taal en rekenen en de wijze waarop deze tot uiting komen in lesmateriaal; gangbare opvattingen over het verloop van verwervingsprocessen bij taal- en rekenvaardigheid; mogelijke trajecten binnen en buiten de eigen instelling; bestaande materialen en technieken (waaronder ict) en criteria om deze te beoordelen; bestaande niveaubeschrijvingen en doelen voor geïntegreerde en onderscheiden vaardigheden; diverse werkvormen voor individuele of groepsactiviteiten, afzonderlijke en geïntegreerde vaardigheden, inclusief buitenschoolse opdrachten; werkvormen gericht op het stimuleren van zelfwerkzaamheid, zelfontplooiing en zelfredzaamheid; differentiatiemogelijkheden; CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 7

het vaststellen van leermogelijkheden en leerbaarheid van de deelnemer; feedbackstrategieën; factoren die het onderwijsleerproces kunnen belemmeren of bevorderen. Specifiek NT1: Begeleiden van deelnemers met een verstandelijke beperking Om te kunnen voldoen aan de bekwaamheidseis is de docent op de hoogte van: specifieke kenmerken en problemen van de deelnemer met een licht verstandelijke beperking; de didactische aanpak die deze doelgroep vereist; de keten van begeleiders rond de individuele deelnemer; andere activiteiten die specifiek voor deze doelgroep georganiseerd worden; de mogelijke werksituatie waarin de deelnemer functioneert. 1.3 Interpersoonlijk competent: indicatoren Op basis van deze kennis en de kennis over zijn deelnemers demonstreert de docent VE dat hij: inspeelt op de (zich voortdurend ontwikkelende) leervraag van een deelnemer; rekening houdt met de capaciteiten van individuen door adequaat te differentiëren; een klimaat creëert waarin (schriftelijke) taalproductie of rekentoepassingen in onderlinge communicatie gestimuleerd worden; de deelnemer helpt om negatieve ervaringen te overwinnen; de deelnemer zodanig begeleidt dat die zelfstandig leert leren; de deelnemer helpt en stimuleert bij het verwerven van professionele, educatieve en maatschappelijke competenties. Specifiek NT1: Begeleiden van deelnemers met een verstandelijke beperking de deelnemer te begeleiden bij het omgaan met persoonlijke beperkingen; door het accepteren van de beperkingen of het zoeken naar oplossingen. CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 8

2 Pedagogisch competent 2.1 Pedagogisch competent: algemeen De VE-docent staat open voor mensen in al hun opvattingen en diversiteit. Hij kan opvattingen, overtuigingen, ervaringen en gedragingen ter discussie stellen als deze belemmerend zijn voor de ontplooiing van de deelnemer zelf, voor de overige deelnemers of voor zichzelf als docent. Hij is zich bewust van zijn eigen en maatschappelijk geldende normen, waarden en overtuigingen. Zonder onderscheid stimuleert hij de deelnemers in hun leerproces. De docent VE geeft op een bezielende manier leiding, schept een veilig klimaat in de leeromgeving en bevordert de emancipatie van de leerders. 2.2 Pedagogisch competent: bekwaamheidseis Om te kunnen voldoen aan de hierboven opgesomde algemene competenties is de docent op een praktisch niveau op de hoogte van: interculturele communicatie; verschillende achtergronden van deelnemers; verschillende subculturen binnen de doelgroep; groepsdynamica; mogelijke gevolgen van slechte of traumatische ervaringen; de mogelijkheden en ambities van deelnemers en/of mogelijke opdrachtgevers met bijbehorende trajecten; de (mogelijke) implicaties van deze zaken voor zijn eigen handelen als docent. 2.3 Pedagogisch competent: indicatoren goed contact met de deelnemer; goede samenwerking met de deelnemer; onderlinge samenwerking te stimuleren; een goed evenwicht tussen sturing en het geven van eigen verantwoordelijkheid; een veilig klimaat te scheppen; het tonen van respect, een open houding ten aanzien van cultuurverschillen en reflectie op aspecten van de verschillende culturen en sociale klassen; adequaat om te gaan met sociale, juridische, psychologische probleemsituaties; zicht te houden op zijn taak binnen het gehele scholingstraject; autonoom gedrag te bevorderen en deelnemers tot leren te motiveren; om te kunnen gaan met verschillen in leerbaarheid; het tonen van zijn ruggengraat, creativiteit en flexibiliteit. CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 9

3 Vakinhoudelijk en didactisch competent 3.1 Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent: algemeen De docent VE beschikt over een aantal vakinhoudelijke competenties voor de Nederlandse taal, rekenvaardigheden, sociale vaardigheden, Engels en digitale vaardigheden. In de praktijk kan het voorkomen dat een docent zich op één gebied verder gespecialiseerd heeft. De structuur van dit onderdeel is in grote lijnen dezelfde als in het competentieprofiel BVNT2 (Janssen-Van Dieten, 2005). Taalgebruiker De docent VE is een competente gebruiker van het Nederlands en is in staat zijn taalgebruik af te stemmen op de situatie en de deelnemer. Taalbeschouwer De docent VE heeft een visie op onderwijs aan laagopgeleide volwassenen en levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs aan deze groep. Hij is op de hoogte van regels van taalgebruik en taalstructuur en weet deze op adequate wijze te hanteren. Educatief ontwerper De docent VE is in staat de situatie en achtergronden van de deelnemer te verkennen en te analyseren. Hij kan diens leerbehoeften, competenties, ambities en mogelijkheden in kaart brengen en weet ontwikkelingsmogelijkheden te herkennen en te benoemen. Hij gaat hierbij inventief te werk. Evaluator De docent VE erkent het belang van evaluatie in het onderwijsleerproces. Hij is in staat verantwoord gegevens te verzamelen over het leergedrag en de ontwikkeling van de leerder, kan deze correct interpreteren en op basis daarvan besluiten nemen (over bijvoorbeeld onderwijsplanning of uitstroom). De docent VE is in staat tot kritische reflectie op het eigen beroepsmatig handelen, de houding en motivatie is en stelt deze waar nodig bij. De docent VE is in staat om de ontworpen en uitgevoerde programma s met de deelnemer te evalueren, bij te stellen en waar nodig te vernieuwen. Hij doet dit door achteraf de (beroeps)handelingen te waarderen en de processen en producten (resultaten) te beschouwen in het licht van de eerder gestelde doelen. Hierbij is de docent zich er ook van bewust dat de evaluatie tevens tot functie heeft de deelnemer bewust te maken van het effect van eigen handelen en daarmee de zelfredzaamheid en het leervermogen te bevorderen. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de wijze waarop de deelnemer de veranderingen in zijn situatie kan stabiliseren en verder uitbouwen. De docent VE rapporteert indien nodig na overleg met de deelnemer. De rapportage is helder, concreet en in correct Nederlands geformuleerd. De privacy van de deelnemer wordt gerespecteerd door informatie die niet relevant is achterwege te laten. De rapportages worden zorgvuldig CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 10

bewaard. Samenvattend: de docent in staat het gehele traject te evalueren en op een goede manier af te sluiten. Onderwijsgevende De docent VE ontwerpt en hanteert educatieve activiteiten die aansluiten bij de leefwereld van de deelnemer, gericht op het verruimen van diens maatschappelijke, professionele en/of educatieve competenties. Hij initieert en structureert leerprocessen zó, dat hij het vermogen tot leren activeert. Hij stelt de deelnemer en zijn situatie centraal en zal de mogelijkheden die de dagelijkse woon- en leefsituatie biedt, uitbuiten om de competenties van de deelnemer te versterken of te onderhouden. Zo vergroot hij de zelfredzaamheid en bevordert hij de maatschappelijke integratie. De docent VE kan verschillen in motivatie en visie vertalen naar een didactische aanpak. 3.2 Vakinhoudelijk & vakdidactisch competent: specifiek voor de NT1-docent Docenten NT1 werken met laagopgeleide Nederlandssprekende deelnemers. Deze groep kent verschillende subgroepen, zoals deelnemers met een licht verstandelijke beperking, met een educatieve achterstand, leerproblematieken en/of achterstanden, ontstaan ten gevolge van ontwikkelingen in de kenniseconomie. Leergebieden binnen dit vakgebied zijn: Nederlands Rekenen Digitale vaardigheden Engels Sociale vaardigheden en leervaardigheden Kennis van de samenleving Oriëntatie op maatschappelijke, educatieve of professionele participatie Bovengenoemde vakgebieden kunnen in combinatie met elkaar en/of geïntegreerd aangeboden worden, omdat leervragen de kennisgebieden kunnen doorkruisen. Alfabetisering De docent NT1 is in staat en bereid een krachtige leeromgeving te creëren voor laaggeletterde Nederlandssprekende volwassenen en adolescenten voor wie het Nederlands de moedertaal is. Hij beschikt over de eigenschappen zoals beschreven in het Basisprofiel (A en B), is bekwaam in de omgang met (zeer) laagopgeleide deelnemers en beheerst de didactiek van het (voorbereidend en aanvankelijk) lees- en schrijfonderwijs. De docent NT1 heeft affiniteit met de NT1-deelnemer en kan de specifieke situatie van de NT1-deelnemer invoelen en dat als uitgangspunt van zijn handelen nemen. Rekenen De docent NT1 is in staat en bereid een krachtige leeromgeving te creëren voor laaggecijferde en laaggeletterde Nederlandssprekende volwassenen en adolescenten. Hij beschikt over de eigenschappen zoals beschreven in het Basisprofiel (A en B), kan goed omgaan met (zeer) laagopgeleide deelnemers en beheerst de didactiek van het (voorbereidend en aanvankelijk) rekenonderwijs. De docent NT1 heeft affiniteit met de NT1-deelnemer en kan de specifieke situatie van de NT1-deelnemer invoelen en dat als uitgangspunt van zijn handelen nemen. CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 11

Engels geïntegreerd De docent NT1 is bekwaam in het gebruik van de Engelse taal. Hij weet dat steeds meer leenwoorden uit het Engels inbedden in ons dagelijks taalgebruik. Hij weet dat deelnemers in toenemende mate geconfronteerd worden met situaties waarin de Engelse taal een rol speelt. Het betreft hier Engels geïntegreerd binnen het vak Nederlands. Dit Engels beperkt zich tot woorden die ingeburgerd zijn in de Nederlandse taal. Ze worden aangeboden door de NT1-docent binnen de lees- en schrijflessen. Het is van belang deelnemers te wijzen op het feit dat Engels een steeds groter deel uitmaakt van ons dagelijkse taalgebruik en vanwege de herkomst afwijkt van de gangbare Nederlandse schrijfwijze en uitspraak. Naast het Engels dat geïntegreerd aangeboden wordt binnen het Nederlands is er het vak Engels. De vakdocent Engels op het niveau van de NT1-deelnemer beschikt over elementaire Engelse taalvaardigheid en is bekwaam in het overdragen van deze kennis. Digitale vaardigheden Elke docent NT1 beschikt over elementaire kennis en vaardigheden op het gebied van informatiekunde. Hij weet dat deelnemers in toenemende mate geconfronteerd worden met situaties waarin toepassing van digitale vaardigheid gewenst of vereist is. Hij weet dat digitale vaardigheden meer omvatten dan computervaardigheid. Hij is zich bewust van de vergaande digitalisering van de samenleving en is in staat relevante toepassingen te selecteren en in te zetten in de lessen (pinnen, digicode, kaartautomaat, gsm, chatten enzovoort). Het gaat hier om digitale vaardighedenonderwijs geïntegreerd in de NT1-lessen. Naast de toepassing van digitale vaardigheden binnen het NT1-aanbod is er ook het vak digitale vaardigheden. De vakdocent digitale vaardigheden is competent in het overbrengen van computervaardigheid in een meer uitgebreide zin. De docent heeft kennis van de problemen van laaggeletterden en begrijpt hun beperkingen op het gebied van digitale vaardigheden. Sociale vaardigheden Elke docent NT1 is sociaal vaardig en kan dat toepassen tijdens elke lessituatie. Hij geeft sturing aan groepsprocessen en hanteert daarbij geldende normen en waarden. Hij heeft oog voor sociale vaardigheden van deelnemers en bouwt leerprocessen in tijdens alle lessen. Naast dit geïntegreerde aanbod kan er sprake zijn van een expliciet aanbod dat gericht is op de training van sociale vaardigheden zoals Goldsteintraining, assertiviteitstraining, training van generieke vaardigheden gerelateerd aan werksituaties. Andere specialistische NT1-docentcompetentie(s) Deze rubriek heeft met opzet een open karakter. In verschillende onderwijsomgevingen kunnen personen belast zijn met specifieke taken die inhoudelijk wel op het NT1-gebied liggen, maar onmogelijk allemaal uitputtend beschreven kunnen worden in dit document. Zo kent men in sommige instellingen de NT1-coördinator die nieuwe collega s opleidt en lessen bezoekt van collega s. Verder valt te denken aan experts in het werken met ouders van schoolgaande kinderen; aan ondersteuningslessen basisvaardigheden voor mbo-leerlingen en aan het opleiden en begeleiden van Ambassadeurs Geletterdheid. Kortom hier kan een eigen invulling gegeven worden, zolang deze maar ligt op het gebied van NT1. Werving CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 12

De NT1-docent is in staat om samen met betrokkenen mét of vanuit verschillende organisaties, activiteiten te ontwikkelen en te organiseren die gericht zijn op het onder de aandacht brengen van het thema laaggeletterdheid. De NT1-docent kan een verbinding maken tussen de maatschappelijke doelen en de persoonlijke (leer)doelen van de deelnemer. De NT1-docent kan de ontworpen en uitgevoerde activiteiten met participanten evalueren, bijstellen en waar nodig vernieuwen. De NT1-docent is in staat om samenwerkingsrelaties aan te gaan, te ontwikkelen en te onderhouden. Hij initieert, ontwikkelt en stuurt netwerken aan. Waar nodig zoekt hij zelf de samenwerking met personen en organisaties buiten het werkveld. De NT1-docent kan een verbinding maken tussen de eisen van de opdrachtgever, de vragen en behoeften van de deelnemer en de doelstellingen van de eigen organisatie. Met de eigen expertise als uitgangspunt weet hij de expertise van anderen te vinden en in te zetten. De NT1-docent is in staat om doelgroepen te signaleren die zich in problematische leefsituaties bevinden en deze onder de aandacht te brengen van de verantwoordelijke personen en instanties. De NT1-docent kan de belangen van de deelnemers behartigen en hun zaak bepleiten bij derden. Hij kan hierbij effectief samenwerken met derden met het oog op een gemeenschappelijk belang. De NT1-docent is in staat om actief de grenzen van het vakgebied te verkennen, erover heen te kijken en daarin positie in te nemen vanuit de kracht van het beroep. Vraag van de auteurs aan leden en gebruikers van de kenniskring: 1 In hoeverre behoort de competentie werving tot de algemene kerntaken van de docent NT1? 2 Stelt u het op prijs dat het onderdeel werving eveneens uitgespitst wordt in de drieslag: algemene beschrijving van de competentie (heeft kennis van ); is op de hoogte van ; laat dit zien door? U kunt uw reactie per mail richten aan Piet Litjens (plitjens@cinop.nl) of Elle Langens (elangens@cinop.nl) o.v.v. kknt1 (1) werving. 3.3 Vakinhoudelijk & vakdidactisch competent: bekwaamheidseis Taalbeschouwer Om te kunnen voldoen aan deze competentie demonstreert de docent VE: kennis van taalhandelingen en het gebruik daarvan in realistische situaties; op de hoogte te zijn van de grammatica en de (recente) spelling zoals beschreven in recente schoolgrammatica van het Nederlands. Hij heeft zicht op het niveau van de deelnemer en is in staat de vertaalslag te maken. Educatief ontwerper De leervragen brengt hij in beeld en samen met de deelnemer formuleert hij leerdoelen, zowel korte- als lange-termijndoelen. Zo ontwikkelt hij samen met de deelnemer perspectief en motivatie. Dat de persoonlijke (leer)doelen haalbaar moeten zijn, is een belangrijk gegeven. CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 13

De docent VE verkent en bevordert tegelijk het algeheel maatschappelijk functioneren van de deelnemer. Hij overlegt, indien nodig, met de traject- of cursistbegeleider over doorverwijzingen. Bij ontbreken van een trajectbegeleider neemt de docent hiervoor zelf de verantwoordelijkheid. De sociale kaart en doorverwijsmogelijkheden binnen en buiten de eigen instelling staan derhalve op zijn netvlies en hij kan dit communiceren met de deelnemer. De docent informeert achteraf hoe de verwijzing verlopen is. De docent VE focust op de beginsituatie en het uitstroomdoel van de deelnemer en stemt de onderwijsplanning hierop af. Hij draagt zorg voor de inrichting van het onderwijs: hij kiest op basis van het leerplan de leer- en oefenstof, de methodiek en gebruikt hierbij de juiste leermiddelen. Om te kunnen voldoen aan deze omschrijving is de docent in staat een individuele en/of doelgroepanalyse en educatief ontwerp te maken met didactische onderbouwing. Daartoe zorgt de docent VE gegevens te hebben/te achterhalen in samenwerking met de intakeverantwoordelijke over: culturele en sociale achtergrond; thuissituatie; vooropleiding en schoolervaringen; leer- en werkervaringen; perspectieven, ambities, behoeften en uitstroomdoel; leergedrag en leerstijl; leervermogen/capaciteiten; EVC-bewijzen 2 en hiaten; taalvaardigheid Nederlands; rekenvaardigheid; zelfbeeld; leerbelemmeringen zoals negatief schoolbeeld, dyslexie, dyscalculie, emotionele leerproblemen. Evaluator Om een goede evaluator te zijn is de docent op de hoogte van: de functie van verschillende vormen van evaluatie zoals niveau vaststellen, vorderingen meten, diagnosticeren en examineren. Ook kent hij de consequenties hiervan voor de toepassing van beschikbare evaluatie-instrumenten en het verloop van het traject; assessmentprocedures zoals het laten bijhouden van een (taal)portfolio, opstellen van POP s en de wijze waarop gesimuleerde of directe taken ontworpen kunnen worden; gestandaardiseerd, curriculumonafhankelijk toetsmateriaal en de voordelen en/of beperkingen daarvan; curriculumafhankelijke evaluatie en de wijze waarop deze ontworpen of gebruikt kan worden; de wijze waarop scores op bestaande toetsen geïnterpreteerd dienen te worden; adequate en eenduidig interpreteerbare beoordelingscriteria; de rol van zelfreflectie en zelfbeoordeling in het onderwijsleerproces. Onderwijsgevende Om aan deze eis te kunnen voldoen is hij op de hoogte van: de principes van maatwerk leveren. Door aan te sluiten bij uitgangssituaties, leervragen en doelen en vormen van gedifferentieerd werken af te wisselen met groepsactiviteiten, afhankelijk van de situatie; 2 EVC: onderkennen van eerder verworven competenties. CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 14

de spanningsvelden in het werken met de deelnemers: afstand en nabijheid, zakelijkheid en betrokkenheid, vrijwilligheid en dwang, belang deelnemer en opdrachtgever; zijn verschillende rollen als begeleider: hij arrangeert, animeert en activeert, adviseert, informeert en leert de deelnemers iets; een veelheid aan werkvormen en leermiddelen die elk een eigen doel beogen. Alfabetisering Om te kunnen voldoen aan deze kenschets is de docent NT1 op de hoogte van: de problematiek van laaggeletterdheid; de problemen die ongeletterden en laaggeletterden ervaren; het verschil tussen analfabetisme/ongeletterdheid en functioneel analfabetisme/laaggeletterdheid; vakliteratuur over ongeletterdheid, laaggeletterdheid en laaggecijferdheid; de eindtermen uit de Blokkendoos en het Europese Referentiekader voor de vergelijking van Taalvaardigheid; de eindtermen van het Alfa-niveau NT2; de didactiek van het (voorbereidend en aanvankelijk) lees- en schrijfonderwijs (Raad van Europa, 2001, Bohnenn e.a., 2007); het bestaan van leemtes in de algemene ontwikkeling en kennis van de wereld bij deelnemers; beperkte basisvaardigheden op het gebied van mondelinge communicatie, waaronder spreeken luisterconventies; de invloed van de additionele problematiek bij laaggeletterdheid en is zich bewust van de impact hiervan op het leerproces. de opbouw in leerlijnen, tussendoelen en kerndoelen; de didactiek van het (voorbereidend en aanvankelijk) leesonderwijs; methodes en methodieken, didactische hulpmiddelen, werkvormen en leeractiviteiten. Rekenen Om te kunnen voldoen aan deze eis is de docent op de hoogte van: de relatie tussen laaggeletterdheid en laaggecijferdheid; de problemen die laaggecijferdheid met zich meebrengt in dagelijkse situaties; vakliteratuur over laaggecijferdheid (secundair: ongeletterdheid en laaggeletterdheid); de eindtermen uit de Blokkendoos en de niveaus X1, X2 en Y1 rekenen (Raamwerk rekenen/wiskunde mbo (zie Wijers e.a., 2007); de betekenis van getallen en bewerkingen; het belang van rekentaal en het taalaspect binnen het realistisch rekenen; rekenstrategieën en kent logische volgorde en verbanden binnen rekenvaardigheden; de opbouw in leerlijnen, tussendoelen en kerndoelen; de didactiek van het (voorbereidend en aanvankelijk) rekenonderwijs; methodes en methodieken, didactische hulpmiddelen, werkvormen en leeractiviteiten. Engels geïntegreerd Om te kunnen voldoen aan deze eis is de docent op de hoogte van: de meest elementaire grammatica van het Engels; niveaubeschrijving A1 CEF voor luisteren en lezen (zie Raad van Europa 2001); niveaubeschrijving A1 CEF voor spreken (Raad van Europa 2001). Vak Engels Om te kunnen voldoen aan deze eis is de docent op de hoogte van: de Engelse grammatica; niveaubeschrijving A2 CEF voor spreken en schrijven (Raad van Europa 2001) niveaubeschrijving B1 CEF voor lezen, luisteren en gesprekken (Raad van Europa 2001). CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 15

Digitale vaardigheden 3 Om te kunnen voldoen aan deze eis is de docent op de hoogte van: de rol en de toepassingen van de computer in onze maatschappij; voor de deelnemers relevante digitale toepassingen. Vak digitale vaardigheden Om te kunnen voldoen aan deze eis is de docent op de hoogte van: het gebruik van Windows, Explorer, Outlook (Express), Paint, Wordpad, Microsoft Word en Excel; minder gangbare programma s zoals Access, Powerpoint, Publisher; nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied zowel voor hardware als software; mogelijke en benodigde randapparatuur en de toepassing daarvan; toepassingen van bestanden, mappen en schijven (of andere opslagmedia). 3.4 Vakinhoudelijk & vakdidactisch competent: indicatoren Taalgebruiker De docent VE laat dit zien door: kennis van zijn eigen taalvaardigheidniveaus; zijn afwisselend taalgebruik in alledaagse en professionele contacten, zowel mondeling, schriftelijk als online; regelmatig boeken, films, kranten en actualiteitenprogramma s in het Nederlands te lezen of te bekijken. Taalbeschouwer Om te kunnen voldoen aan deze kenschets demonstreert hij door: Nederlandstalige authentieke doelteksten waarmee leerders in aanraking (zullen) komen, te selecteren en analyseren en onderscheid te kunnen maken tussen voor de doelgroep relevante en minder relevante aspecten; Zijn handelen op bovenstaande punten te kunnen verantwoorden: hij weet waarom hij welke keuzes maakt. Educatief ontwerper De docent VE laat zien dat hij de consequenties voor zijn didactisch handelen beseft door adequate besluiten te nemen over: samenstelling van (sub)groepen; didactiek: geschiktheid van lesmateriaal en mogelijke aanpassingen (inclusief ictmogelijkheden), werkvormen en leeractiviteiten; leerroute: op basis van criteria als nut, frequentie en haalbaarheid, in overleg met de deelnemer keuzes te kunnen maken voor deelnemers met verschillende achtergronden en op verschillend niveau, aansluitend bij de individuele leerdoelen en leerstijlen; traject: leerdoelen te kunnen benoemen en daarbij passende leerlijnen uitzetten, indien nodig in overleg met de deelnemer. 3 Dit onderdeel is hier ondergebracht omdat de praktijk daartoe uitnodigt, maar kan eveneens geplaatst worden onder de noemer algemene docentvaardigheden. CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 16

Evaluator mondelinge en schriftelijke producten van de leerder te kunnen analyseren en op basis daarvan adequaat en verantwoord feedback te geven, zowel informatief als constructief; op integere en terughoudende wijze om te gaan met toetsing, gezien de achtergronden van de deelnemer en gebruik te maken van gevarieerde en voor het doel geschikte toetsen en assessmentprocedures; de leerder systematisch te volgen en de bevindingen vast te leggen; bijvoorbeeld in een deelnemersdossier; de verkregen gegevens te vertalen in onderwijsinrichting en/of didactisch/remediërend handelen; reflectie van de deelnemer op eigen leergedrag en taal- of rekenvaardigheidsontwikkeling te stimuleren en hem in staat te stellen op grond daarvan zelf (of in samenspraak met de docent) prioriteiten aan te geven; adequaat om te gaan met het principe: leren van en aan elkaar waarbij deelnemers opgedane kennis en ervaringen uitwisselen en delen; optimale beoordelingssituaties te kiezen die de deelnemer verder kunnen helpen; adequaat te communiceren met derden over de voortgang van de deelnemer op basis van duidelijke afspraken die in overleg met de deelnemer gemaakt zijn. De rapportage vindt plaats in een sfeer van vertrouwen en zal nooit oneigenlijk gebruikt worden. Onderwijsgevende een leerlijn uit te zetten die aansluit bij de leerbehoefte (al dan niet in overleg met de deelnemer, de begeleiding of de opdrachtgever); een gestructureerde, contextrijke leeromgeving te bieden; vorm te geven aan lessen die tegemoetkomen aan specifieke leervragen zoals: zelfstandig huishouding voeren, beter functioneren op het werk, communicatie en sociale vaardigheden; in zijn begeleiding de zelfstandigheid, zelfwerkzaamheid en zelfsturing van de deelnemer te bevorderen; de communicatie tussen groepen met een verschillende (culturele) achtergrond te initiëren, begeleiden en te stimuleren; oog te hebben voor de continuïteit in het leerproces; waar nodig te bemiddelen of te sturen; veel variatie aan werkvormen en leermiddelen (inclusief digitale werkvormen) te hanteren. in overleg met de deelnemer functionele korte- en lange-termijndoelen te formuleren; geformuleerde doelen na te streven in zijn didactisch handelen en inzichtelijk te maken voor de leerder; geformuleerde doelen waar nodig bij te stellen, rekening houdend met noodzakelijke deelvaardigheden; lesmateriaal te selecteren bij de geformuleerde doelen; in geval dit materiaal een leergang is, aanvullend materiaal te selecteren, te ontwikkelen en te ordenen indien nodig, bijvoorbeeld: lesmateriaal dat aansluit op de belevingswereld van de deelnemers en de actualiteit; op verantwoorde wijze gebruik te maken van audiovisuele en interactieve media; op adequate en didactisch verantwoorde wijze werkvormen en groeperingvormen te kiezen en toe te passen; een onderwijsleersituatie te creëren met een gevarieerd leerstofaanbod gericht op volwaardige toepassingsmogelijkheden, met oog voor betekenisonderhandeling (in interactie met de leerder CINOP - Competentieprofiel docent volwasseneneducatie / NT1 - versie 02 28 05 09 17