Bijlage 1, bij Beleidsplan Stichting Mammarosa 2015 t/m Inhoudsopgave

Vergelijkbare documenten
Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden

Schriftelijke en digitale (laag)geletterdheid

SOA AIDS congres Een simpele boodschap wel zo fijn voor iedereen

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Digitale grenzen en mogelijkheden van laaggeletterden en laagopgeleiden

Meten van gezondheidsvaardigheden

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

Brain Marian heeft een depressie, wat kan ze doen? Voorlichtingsmateriaal voor mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden

De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken?

Gezondheidsvaardigheden van chronische zieken belangrijk voor zelfmanagement Monique Heijmans, Geeke Waverijn

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

Feiten & cijfers gezondheidsvaardigheden

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

De Bibliotheek; óók partner in het sociale domein

De kunst van elkaar begrijpen

VIME NT1 Werkveld NT1: begrippen en verantwoording

PIAAC: Kernvaardigheden voor Werk en Leven Resultaten van de Nederlandse survey Willem Houtkoop

Gezondheidsvaardigheden: een introductie en resultaten van een

Beroepsbevolking 2005

Goed Begrepen. Laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden In de zorg. Majorie de Been 6 november 2017

Diversiteit en Gezondheid: Geslacht, SES, Etniciteit

Gezondheidsvaardigheden, kunnen we daar beter van worden?

Gezondheidsvaardig in de Peel. 20 februari 2017 Majorie de Been Pharos, expertisecentrum gezondheidsverschillen Alliantie gezondheidsvaardigheden

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Beleidsplan Stichting Mammarosa 2015 t/m 2018

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Geletterdheid: waarom is het belangrijk en welke regio s blijven achter?

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015

Gezondheidsvaardigheden in Nederland

Laaggeletterdheid in Nederland. Fouarge, Willem Houtkoop en Rolf van der Velden

Het Begint met Taal. & Taal doet meer. Sylvia de Groot Heupner Mariëlle van Rooij Florence Monbredau

Themabijeenkomst Kleurrijke en toegankelijke dementiezorg

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Hoe doe je dat in de GGZ..communiceren met mensen met lage gezondheidsvaardigheden

(potentiële) belangenverstrengeling. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld. Nee

Heeft u laaggeletterde patiënten in beeld? Gudule Boland PhD Programmaleider Verantwoord medicijngebruik bij migranten en laaggeletterden

Stichting Lezen & Schrijven

Alcoholgebruik onder jongeren in Noord en Oost Groningen

Zelfmanagement voor iedereen haalbaar?

LES 1 LESMODULE LAAGGELETTERDHEID. Laaggeletterdheid: een probleem

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Laaggeletterdheid in Nederland. Fouarge, Willem Houtkoop en Rolf van der Velden

Laaggeletterdheid en gezondheidsvaardigheden. Komt dit bekend voor? 2/3 van de laaggeletterden heeft een migratie achtergrond

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Uitdagingen in de multiculturele praktijk

Facts & Figures Dementie

Cijfers over dementie

Preventie Bevorderen van gezond gedrag

Lezen Begrijpen. Onderzoek naar leesvaardigheid onder mensen met financiële problemen. Dr. Martijn Keizer

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

10. Veel ouderen in de bijstand

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Laaggeletterdheid in de zorg. José Keetelaar, projectleider laaggeletterdheid & gezondheidsvaardigheden

KIJKSLUITER Introductie. december 2017

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

TOOLKIT Bekend maakt Bemind

Laaggeletterdheid en werk Resultaten van het PIAAC onderzoek

Landelijke dag Basisvaardigheden Theater Agora Lelystad Chandra Verstappen - Pharos

Aanvalsplan laaggeletterdheid en de toekomst van de volwasseneneducatie

Lezen Begrijpen: Onderzoek naar leesvaardigheid onder mensen met financiële problemen. Dr. Martijn Keizer

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA)

LAAGGELETTERDEN, MIGRANTEN & DE APOTHEEK

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

REGIONALE LAAGGELETTERDHEID Gemeente Enschede

Uitkomsten Eerste Ronde Tafel

Arbeidsdeelname van paren

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen

Werken aan taal is werken aan geluk!

De positie van etnische minderheden in cijfers

Geletterdheid in Nederland Actieplan laaggeletterdheid

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Laaggeletterdheid, herkennen & doorverwijzen

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

REGIONALE LAAGGELETTERDHEID Gemeente Smallingerland

Lesmodule laaggeletterdheid. Achtergrondinformatie over laaggeletterdheid in Nederland

PIAAC IN FOCUS 3: VOLWASSENEN MET ZWAK ONTWIKKELDE VAARDIGHEDEN: ONTWIKKELINGEN SINDS 1996

Laaggeletterden in de apotheek. Utrecht Maria van den Muijsenbergh, huisarts / onderzoeker

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038

Heldere taal? Ja graag! Over het bereiken van laaggeletterden

LAAGGELETTERDHEID IN IJSSELMONDE EN HOOGVLIET

OPEREREN IN DAGBEHANDELING BIJ DE OUDERE PATIËNT: HAALBAAR? VERANTWOORD?

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

LAAGGELETTERDHEID IN STADSCENTRUM, KOP VAN ZUID EN KOP VAN ZUID-ENTREPOT

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

LAAGGELETTERDHEID IN PRINS ALEXANDER

Aanpak laaggeletterdheid in de zorg

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa EU-FP7-IROHLA. NCVGZ April 2013 Andrea de Winter. Jaap Koot & Menno Reijneveld

Oog voor gezondheidsvaardigheden in de apotheek. Inhoud. Gezondheidsvaardigheden. Laaggeletterdheid Wat is het Herkenning Communicatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

LAAGGELETTERDHEID IN DELFSHAVEN

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Transcriptie:

Bijlage 1, bij Beleidsplan Stichting Mammarosa 2015 t/m 2018 Inhoudsopgave 1. Raming omvang doelgroepen voor voorlichting 2. CBS kerncijfers bevolking per 1 januari 2014 (totalen) 3. CBS kerncijfers bevolking per 1 januari 2014 (leeftijdopbouw) 4. CBS kerncijfers, bevolking,generatie, geslacht, per 1 jan 2013 en 2014 5. Health Literacy EU, 2012 6. Gezondheidsvaardigheden 7. Gezondheidsvaardigheden in de eerste lijn, Pharos, Maria van den Muijsenbergh, huisarts 8. ALL onderzoek laaggeletterdheid 9. Laaggeletterdheid actieplan overheid 10. Migranten en laaggeletterden, e-health, Walter Devillé, Pharos 11. Raming omvang doelgroepen voor lotgenotencontact 12. Raming incidentie borstkanker in % per jaar van totaal aantal vrouwen in dat jaar 13. Aantal 1 e generatie allochtone vrouwen in Nederland per taalgebied en de incidentie 14. Incidentie borstkanker allochtoon / autochtoon, 2013 en 2014 15. Diverging breast and stomach cancer incidence and survival in migrants in The Nederlands, 1996 2009, Melina Arnold 16. Opbouw Haagse bevolking per 1 januari 2014 en incidentie borstkanker 17. Overzicht borstkankerpatiënten in ziekenhuizen behandeld, per regio waar het ziekenhuis is gevestigd 1 van

1. Raming omvang doelgroepen voor voorlichting Met behulp van de in deze bijlage opgenomen delen uit publicaties is een raming gemaakt van de omvang van de doelgroep voor voorlichting. Het is belangrijk om een idee te hebben van de omvang van de doelgroepen anderstaligen, laaggeletterden en vrouwen met lage gezondheidsvaardigheden. Het CBS doet geen onderzoek naar deze kenmerken. Daarom kunnen we de omvang alleen bepalen door uit te gaan van bestaande onderzoeken die meestal gebaseerd zijn op steekproeven. Door de cijfers van deze onderzoeken te combineren is de omvang van de doelgroepen bepaald. Uitdrukkelijk moet worden vermeld dat de werkelijke omvang kan afwijken van hetgeen we berekend hebben. De bronnen voor de berekening van de doelgroepen zijn: - Gegevens CBS over de kerncijfers van de bevolking per 1 januari 2014, klik hier (zie punt 2) - Gegevens CBS over de leeftijdsopbouw van de bevolking per 1 januari 2014, klik hier (zie punt 3) - Gegevens CBS over het aantal 1 e en 2 e generatie allochtonen per 1 jan. 2013/2014, klik hier (zie punt 4) - Europees onderzoek naar gezondheidsvaardigheden (2012): Health Literacy EU (zie punt 5, 6 en 7) - Gegevens over laaggeletterdheid uit het onderzoek van ECBO (september 2011) (zie punt 8, 9 en 10) In de op blad 2 weergegeven cijferopstelling zijn eerst de cijfers uit de hiervoor genoemde bronnen overgenomen. Ieder getal is met een code aangeduid (C, G2, GG, AA1, etc.), vermeld in de kolom Code/berekening. Vervolgens zijn vanuit deze getallen berekeningen gemaakt. De wijze waarop een berekening plaats vindt, is steeds weergegeven in de kolom: Code/berekening. Uiteindelijk leidt dit toe de volgende berekeningen van de omvang van de doelgroepen voor voorlichting, met de afgeronde getallen die in het beleidsplan worden gebruikt en de percentages t.ov. het totaal aantal vrouwen ouder dan 16 jaar (tussen haakjes de berekende getallen) Aantal vrouwen van 16 jaar en ouder 7.000.000 100% (7.005.038) Aantal laaggeletterde vrouwen van 16 jaar en ouder 825.000 12% (825.985) Aantal 1 e generatie vrouwen van 16 jaar en ouder 735.000 Aantal anderstalige 1 e generatie vrouwen van 16 jaar en ouder *) 645.000 10% (644.616) De overlap tussen beide groepen is: Aantal laaggeletterde anderstalige vrouwen van 16 jaar en ouder 240.000 3,4% (239.812) Aantal laaggeletterde of anderstalige vrouwen van 16 jaar en ouder 1.230.000 18% (1.390.450) Aantal vrouwen met lage gezondheidsvaardigheden, 16+ 2.000.000 29% (2.010.466) 2 van

3 van

2. CBS kerncijfers bevolking per 1 januari 2014 (totalen) 4 van

3. CBS kerncijfers bevolking per 1 januari 2014 (leeftijdopbouw) 5 van

6 van

4. CBS kerncijfers, bevolking, generatie, geslacht, per 1 jan 2013 en 2014 7 van

5. Health Literacy EU, 2012 PLEASE CITE THIS PUBLICATION AS: HLS-EU CONSORTIUM (2012): COMPARATIVE REPORT OF HEALTH LITERACY IN EIGHT EU MEMBER STATES. THE EUROPEAN HEALTH LITERACY SURVEY HLS-EU, ONLINE PUBLICATION: HTTP://WWW.HEALTH-LITERACY.EU http://www.maastrichtuniversity.nl/web/institutes/fhml/caphri/departmentscaphri/internationalhealth /ResearchINTHEALTH/Projects/HealthLiteracyHLSEU/MeasuringHealthLiteracyInEurope.htm Prevalence of Limited Health Literacy For the four indices (general, healthcare, disease prevention, health promotion) threshold values were set, dividing the scores into 4 categories: inadequate, problematic, sufficient and excellent health literacy. About 12% of respondents have inadequate general health literacy, and more than one third (35%) problematic health literacy, thus nearly every second respondent shows limited health literacy, in the general sample. Therefore limited health literacy in Europe is not just a minority problem. But the percentages for the 4 categories of the general-hl vary considerably between the participating countries, for inadequate HL between 2% and 27% respectively for limited (inadequate + problematic) HL between 29% and 62%. Thus differences within Europe are large and have to be taken into account adequately, when formulating health literacy policies. Lage gezondheidsvaardigheden is Problematic + Inadequate samen, hieronder de percentages per land: AT=Austria 56,0% BG=Bulgaria 61,1% DE*=Germany 46,3% EL=Greece 44,8% ES=Spain 58,3% IE=Ireland 40,0% NL=Nederland 28,7% PL=Poland 44,6% Totaal 47,6% 8 van

6. Gezondheidsvaardigheden http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/gezondheidsvaardigeheden/wat-zijngezondheidsvaardigheden/ Het Kompas hanteert de volgende definitie van gezondheidsvaardigheden Gezondheidsvaardigheden zijn de vaardigheden van individuen om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en te gebruiken bij het nemen van gezondheidsgerelateerde beslissingen ( HLS- EU Consortium, 2012). In tabel 1 worden voorbeelden gegeven van de toepassing van gezondheidsvaardigheden in verschillende domeinen van gezondheidsgerelateerde informatie. In de internationale literatuur wordt meestal over 'health literacy' gesproken. Discussie over de definitie van gezondheidsvaardigheden De exacte definitie van gezondheidsvaardigheden is nog onderwerp van discussie. De meest gebruikte definities, waaronder de definitie zoals gebruikt in het Kompas, bevatten een aantal centrale elementen, namelijk: Per persoon zijn meerdere vaardigheden nodig; Het gaat over diverse vormen van gezondheidsinformatie (schriftelijke maar bijvoorbeeld ook mondelinge en digitale informatie); Het gaat over vaardigheden die nodig zijn om gezondheidsgerelateerde beslissingen te nemen. In sommige definities wordt verwezen naar het kunnen lezen en begrijpen van gezondheidsinformatie. In andere definities worden meerdere vaardigheden betrokken zoals het kunnen beoordelen en toepassen van gezondheidsinformatie ( WHO, 2009). Gezondheidsvaardigheden worden soms ook onderverdeeld in: Functionele gezondheidsvaardigheden (basisvaardigheden in lezen en schrijven gericht op informatie over gezondheid); Communicatieve of interactieve gezondheidsvaardigheden (cognitieve vaardigheden en sociale vaardigheden die nodig zijn om informatie te verkrijgen en te begrijpen en om nieuwe informatie toe te passen in veranderende omstandigheden); Kritische gezondheidsvaardigheden (gevorderde cognitieve vaardigheden die samen met sociale vaardigheden worden toegepast om informatie kritisch te analyseren en te gebruiken) (Nutbeam, 2008). In onderzoek is aanvankelijk veel aandacht geweest voor functionele gezondheidsvaardigheden, maar in toenemende mate wordt het belang van communicatieve en kritische gezondheidsvaardigheden onderkend. Dit brengt een verschuiving in het gebruik van definities met zich mee. Voorheen waren definities vaak met name gericht op lezen, terwijl nu vaker een bredere definitie wordt gehanteerd. Wanneer heeft iemand weinig gezondheidsvaardigheden? Iemand die niet over de vaardigheden beschikt om gezondheidsinformatie te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en/of toe te passen heeft weinig gezondheidsvaardigheden. Deze mensen hebben bijvoorbeeld moeite met lezen, informatie verzamelen en het kritisch afwegen van informatie. Gezondheidsvaardigheden zijn contextafhankelijk (Fransen et al., 2011). Bovendien bestaan gezondheidsvaardigheden uit verschillende aspecten. Mensen hebben verschillende vaardigheden nodig om gezondheidsinformatie te kunnen gebruiken (verkrijgen, begrijpen, beoordelen en toepassen). Sommige mensen hebben bijvoorbeeld veel 9 van

moeite met het verkrijgen van informatie, maar niet met het toepassen van informatie ( HLS-EU Consortium, 2012). Tabel 1. Gezondheidsvaardigheden naar type informatie (Houtkoop et al., 2012; Sørensen et al., 2012). Informatiedomein Voorbeeld type informatie Vaardigheden Voorbeeld vaardigheden Gezondheidszorg en management van ziekte Ziektepreventie en gezondheidsbescherming Gezondheidsbevordering Functioneren binnen zorgsysteem Formulieren over medische geschiedenis, bijsluiters, informatiebrochures Nieuws (tv, radio, kranten), berichten over screening en gezondheid, brieven over testuitslagen, figuren en grafieken, veiligheidswaarschuwingen Artikelen in kranten en tijdschriften, boekjes, brochures, kaarten, grafieken, lijsten, etiketten op voedingsmiddelen en producten Verzekeringsformulieren, beschrijvingen van rechten en verantwoordelijkheden Het verkrijgen, begrijpen, beoordelen en toepassen van informatie over medische onderwerpen Het verkrijgen, begrijpen, beoordelen en toepassen van informatie over risicofactoren voor gezondheid Het verkrijgen, begrijpen, beoordelen en toepassen van informatie over determinanten van gezondheid Het verkrijgen, begrijpen, beoordelen en toepassen van informatiesystemen Het beschrijven en meten van symptomen, opvolgen van voorschriften in bijsluiters, timing medicatiegebruik berekenen Risico inschatten, kiezen voor deelname aan screening, diagnostische tests of vaccinaties, kiezen tussen producten, gebruik van producten Kopen van eten, plannen van sportprogramma's Vinden van faciliteiten, gebruik van voordelige aanbiedingen, kiezen voor een zorgverzekering 10 van

7. Gezondheidsvaardigheden in de eerste lijn, Pharos, Maria van den Muijsenbergh, huisarts http://www.pharos.nl/documents/doc/gezondheidsvaardigheden_in_de_eerste_lijn.pdf Welke vaardigheden zijn gezondheidsvaardigheden? Leesvaardigheid Cijfervaardigheid Mediavaardigheid Contactvaardigheid Onderhandelingsvaardigheid Soorten gezondheidsvaardigheden Functionele gezondheidsvaardigheden: spreken, lezen, schrijven, rekenen Interactieve gezondheidsvaardigheden: het vermogen om informatie te verkrijgen en deze toe te passen op de eigen situatie Kritische gezondheidsvaardigheden: het vermogen om informatie kritisch te analyseren en te gebruiken om meer greep op eigen leven te krijgen Omvang laaggeletterdheid Aantal functioneel analfabeten boven 16 jaar: 1.500.000 Aantal autochtone analfabeten: 1.000.000 Aantal allochtone analfabeten: 500.000 90% van niet-westerse allochtone vrouwen boven 50 jaar heeft hulp nodig voor een bezoek aan de huisarts Uit Van A tot Z betrokken Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006-2010 Gezondheid en zorggebruik van laaggeletterden Slechtere ervaren gezondheid en minder goede gezondheid Hogere prevalentie van chronische aandoeningen: o.a. hart- en vaatziekten en diabetes Meer gebruik van huisarts en medisch specialist Vaker gebruik van fysiotherapie en opname in een ziekenhuis Geringe therapietrouw bij medicatie Grotere sterftekans (1,5 maal) Allochtone laaggeletterden scoren op alle genoemde punten nog slechter dan autochtone laaggeletterden 11 van

8. ALL onderzoek laaggeletterdheid Resultaten van de Adult Literacy and Life Skills Survey (ALL), Didier Fouarge, Willem Houtkoop en Rolf van der Velden, september 2011, http://www.piaac.nl/_images/user/20131008093450ecbo_publicatie_laaggeletterdheid_in_nederland_web.pdf De tien belangrijkste uitkomsten uit het ALL-onderzoek over laaggeletterdheid op een rij: 1. De Nederlandse beroepsbevolking telde in 2008 ongeveer 1,1 miljoen laaggeletterden. Dat is zo n 10% van de 16-65-jarigen. Ten opzichte van 1994 is het percentage laaggeletterden nauwelijks veranderd. 2. Internationaal gezien presteert Nederland relatief goed. Van de 11 landen die in 2008 meededen, heeft alleen Noorwegen minder laaggeletterden. 3. Ondanks het gestegen opleidingsniveau is het gemiddelde niveau van geletterdheid tussen 1994 en 2008 wel iets gedaald. Dit komt doordat het percentage hoog-geletterden met zo n 3% is afgenomen. Deze daling doet zich met name voor onder middelbaar en hoger opgeleide jongeren van 16-34 jaar. 4. Bij ongewijzigd beleid zal het gemiddelde niveau van geletterdheid tot 2020 verder dalen en het percentage laaggeletterden niet afnemen. Om het gemiddelde niveau te verbeteren, is het van essentieel belang de negatieve trend onder jongeren te keren. 5. De groep laaggeletterden bestaat in vergelijking met de groep niet-laaggeletterden relatief vaak uit vrouwen, laaggeschoolden (lager onderwijs of vbo), ouderen, allochtonen uit de eerste generatie (met de kanttekening dat driekwart van de laaggeletterden autochtoon is) en mensen die niet participeren op de arbeidsmarkt. 6. De helft van de laaggeletterden heeft werk. In de meerderheid van de gevallen (58%) zijn ze werkzaam in lagere of elementaire beroepen. Werkende laaggeletterden zijn vooral werkzaam in de zorg- en welzijn sector (25%), industrie en energie (20%) en handel en horeca (17%). 7. Van de 1,1 miljoen laaggeletterden zijn er ruim 760.000 bereikbaar via werkgevers, scholen, consultatiebureaus of bibliotheken. 8. Van de laaggeletterden die bereikbaar zijn, zijn er 260.000 die minimaal over een vbo/mavo-diploma beschikken en nog relatief jong zijn (45 jaar of jonger). Dit zou de belangrijkste doelgroep voor het beleid kunnen zijn, 8omdat van deze groep het grootste rendement van extra alfabetisering verwacht mag worden. Binnen deze groep zijn er twee belangrijke subgroepen te onderscheiden: a) hoogopgeleide (mbo of hoger) werkende allochtonen (ruim 50.000 personen) en b) hoogopgeleide werkende autochtone vrouwen (bijna 30.000 personen). 9. Een struikelblok bij de bestrijding van laaggeletterdheid onder de potentiële doelgroep van 260.000 is dat slechts 4.000 van hen zelf aangeven over onvoldoende capaciteit te beschikken om goed te kunnen functioneren. Ruim een derde geeft aan alleen te lezen wanneer dit echt noodzakelijk is. Deze laatste groep zal moeilijk te motiveren zijn. Ook voor de overigen geldt dat ze (met uitzondering van die 4.000) nog wel gemotiveerd moeten worden om aan hun laaggeletterdheid te werken. 10. Laaggeletterden zijn geen digibeten. De meerderheid beschikt over een computer en heeft internet. Computers kunnen een krachtig hulpmiddel zijn bij het verhogen van geletterdheid. 12 van

Blad 24 uit dit rapport van ECBO, 2011 13 van

9. Laaggeletterdheid actieplan overheid Laaggeletterdheid gaat niet alleen over het niet of moeizaam kunnen lezen van langere teksten, maar over een breed scala aan basisvaardigheden die nodig zijn om te kunnen functioneren in de huidige informatiemaatschappij. In 1994 vond het eerste grootschalige onderzoek naar laaggeletterdheid in Nederland plaats. Uit dit onderzoek onder 16-75 jarigen stamt het bekende getal van 1,5 miljoen laaggeletterden. Recent onderzoek onder de beroepsbevolking van 16-65 jarigen resulteerde in de aanmerking van 1,1 miljoen laaggeletterden. Echter, wanneer rekening gehouden wordt met het feit dat laaggeletterdheid ook voorkomt bij 65-75 jarigen, zal het totale aantal anno 2011 niet lager liggen dan 1,5 miljoen. Laaggeletterdheid is blijkbaar een gegeven in de Nederlandse samenleving dat vraagt om structureel beleid en structurele voorzieningen. Dat laaggeletterdheid ook veel voorkomt onder werkenden van 46 jaar en ouder is in het licht van de oproep om langer door te werken (in ieder geval langer dan 65) een belangrijk punt van aandacht. Naar verwachting is in 2020, net zoals nu, nog steeds 10% van de bevolking laaggeletterd. Laaggeletterdheid is niet gelijk aan analfabetisme. Het gaat om een glijdende schaal; mensen zijn meer of minder geletterd. Zo bezoekt bijvoorbeeld een derde van de laaggeletterden ook de bibliotheek. Leesbevordering is één van de belangrijkste elementen van het Aanvalsplan. Opvallend is dat er in de prognose vanuit gegaan wordt dat het gemiddelde niveau van geletterdheid zal afnemen en dat die afname in de hogere niveaus van geletterdheid zal plaatsvinden. Gekeken naar de samenstelling van de populatie laaggeletterden valt vooral de verdeling op over de schaal van geletterdheid. Het aantal laaggeletterden dat aan de onderkant scoort is relatief laag. Het grootste deel van de laaggeletterde volwassenen zit aan de bovenkant en in het overgangsgebied van laaggeletterdheid en geletterdheid. Geletterdheid is een fundamentele voorwaarde voor duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, zelfredzaamheid van burgers en sociale cohesie (het voorkomen van uitsluiting). Het verhogen van geletterdheid in Nederland vraagt om een individuele en gezamenlijke inzet van burgers zelf, werkgevers, maatschappelijke organisaties en overheden. Dat is de reden dat het kabinet in het regeerakkoord dit actieplan heeft aangekondigd. Naar schatting telt Nederland nog steeds 1,5 miljoen mensen die problemen hebben met lezen en schrijven. Circa 1,1 miljoen mensen van deze groep behoort tot de potentiële beroepsbevolking (16-65 jaar, waarvan 8% 16-25 jaar, 31% 26-45 jaar en 61% 46 jaar of ouder). Gezegd kan worden dat het taalniveau van de groep laaggeletterden zich bevindt onder niveau 1F (referentieniveaus Meijerink). Het voorkomen en tegengaan van laaggeletterdheid is een sociaaleconomisch vraagstuk; de vraag naar arbeid zal stijgen terwijl de beroepsbevolking zal krimpen, we willen de AOW en sociale voorzieningen betaalbaar houden en ondanks de krapte op de arbeidsmarkt blijft het risico van sociale uitsluiting bestaan door werkloosheid en inactiviteit. 10. Migranten en laaggeletterden, e-health, Walter Devillé, Pharos http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/richtlijnen/2011/09/08/bijlage-1-actieplanlaaggeletterdheid-2012-2015-geletterdheid-in-nederland.html http://www.gezondheidsvaardigheden.nl/co-creatie-en-ehealth-bij-zelfmanagement-van-migranten-enlaaggeletterden/ Co-creatie en e-health bij zelfmanagement van migranten en laaggeletterden Walter Devillé, Pharos Het gebruik van e-health in de zorg lijkt voor laaggeletterden, migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden veel mogelijkheden te hebben. De patiënt kan informatie tot zich nemen in de vertrouwde thuissituatie. Samen met mensen uit de naaste omgeving op een tijdstip dat het hen schikt en zolang als men wil of nodig heeft. In deze bijdrage worden de belangrijkste randvoorwaarden besproken om de mogelijkheden van e-health bij zelfmanagement ook ten goede te laten komen aan deze groepen. 14 van

Ontwikkeling van e-health zelfmanagementtoepassingen in co-creatie van migranten en laaggeletterden en eerstelijns zorgverleners, draagt bij aan goede communicatie en een vertrouwensbasis in het zorgproces. 11. Raming omvang doelgroepen voor lotgenotencontact Met behulp van de in deze bijlage opgenomen delen uit publicaties is een raming gemaakt van de omvang van de doelgroep voor lotgenotencontact Het is belangrijk om een idee te hebben van de omvang van deze doelgroepen anderstaligen, laaggeletterden en vrouwen met lage gezondheidsvaardigheden. Het CBS doet geen onderzoek naar deze kenmerken. Daarom kunnen we de omvang alleen bepalen door uit te gaan van bestaande onderzoeken die meestal gebaseerd zijn op steekproeven. Door de cijfers van deze onderzoeken te combineren is de omvang van de doelgroepen bepaald. Uitdrukkelijk moet worden vermeld dat de werkelijke omvang kan afwijken van hetgeen we berekend hebben. De bronnen voor de berekening van de doelgroepen zijn: - De berekening van de doelgroepen voor voorlichting, zie punt 1 - Informatie over de incidentie van het IKNL en dr. Jacques Francheboud, zie punt 12 - De berekening van de incidentie per taalgebied op basis van de CBS gegevens van de aantallen per taal per 1 jan 2014 (NB nog2009!) en de promotie van Onno Visser, zie punt 15 In de op blad 14 weergegeven cijferopstelling zijn eerst de cijfers uit de hiervoor genoemde bronnen overgenomen. Ieder getal is met een code aangeduid (C, G2, GG, AA1, etc.), vermeld in de kolom Code/berekening. Vervolgens zijn vanuit deze getallen berekeningen gemaakt. De wijze waarop een berekening plaats vindt, is steeds weergegeven in de kolom: Code/berekening. Uiteindelijk leidt dit toe de volgende berekeningen van de omvang van de doelgroepen voor Lotgenotencontact met de afgeronde getallen die in het beleidsplan worden gebruikt en de percentages t.o.v. het totaal aantal borstkankerpatiënten (tussen haakjes de berekende getallen). Het gaat om een raming over 2014, gebaseerd op de bevolkingscijfers per 1 januari 2014 en de geraamde incidentie in 2013. Incidentie borstkankerpatiënten alle vrouwen 16.500 100% (1.6516) Incidentie laaggeletterde vrouwen 1.300 8% (1.312) Incidentie 1 e generatie allochtone vrouwen *) 1.500 8% (1.556) De overlap tussen beide groepen is: Incidentie laaggeletterde anderstalige vrouwen 400 2% (392) Incidentie laaggeletterde of anderstalige vrouwen 2.400 15% (2.475) Incidentie vrouwen met lage gezondheidsvaardigheden **) 4.700 29% (4.740) Raming jaarlijks aantal nieuwe niet westerse allochtone borstkankerpatiënten in Den Haag, bereikbaar met de 12 talen van Stichting Mammarosa 90 *) Getal nog aan te passen als cijfers CBS 2014 beschikbaar komen **) Indien incidentie in die groep gelijk is aan de 15 van

16 van

12. Raming incidentie borstkanker in % per jaar van totaal aantal vrouwen in dat jaar 13. Aantal 1 e generatie allochtone vrouwen in Nederland per taalgebied en de incidentie NB de informatie over de incidentie in tabel 11, is gebaseerd op de cijfers van het IKNL (tabel 9) en die van Melina Arnold (bijlage 15). Voorbeeld. Relatief risico van Marokkaanse vrouwen is 60% van 16,3 % is 9,8%. Deze tabel wordt aangepast zodra we de cijfers van CBS over 2014 ontvangen 17 van

14. Incidentie borstkanker allochtoon / autochtoon, 2013 en 2014 Door de gemiddelde incidentie bij allochtone 1 e generatie vrouwen te ramen (zie 11 en 12) kan bepaald worden wat de incidentie bij autochtone vrouwen is. Voor westerse allochtonen is daarbij uitgegaan van dezelfde incidentie als voor autochtone Nederlandse vrouwen. 15. Diverging breast and stomach cancer incidence and survival in migrants in The Netherlands, 1996 2009, Melina Arnold. http://informahealthcare.com/doi/pdf/10.3109/0284186x.2012.742962 18 van

16. Opbouw Haagse bevolking per 1 januari 2014 en incidentie borstkanker NB de hier berekende incidentie is geraamd op basis van landelijke incidentie (2013), deze kan dus behoorlijk afwijken. De incidentie uit de borstkanker monitor van de Haagse ziekenhuizen ligt veel hoger. Waarschijnlijk omdat in de Haagse ziekenhuizen patiënten van buiten de gemeente Den Haag worden behandeld en ook zijn die cijfers van 3 jaar later. Bedoeling van deze raming is om te bepalen hoeveel patiënten er per jaar in aanmerking komen voor de lotgenoten begeleiding van Mammarosa. Voor wat betreft de niet westerse allochtonen zijn dat er 64 en uitgaande dat Mammarosa met de 12 talen 80% kan bereiken zijn het dus volgens deze raming circa 50 patiënten per jaar. De instroom in het lotgenotencontact is circa 25 patiënten per jaar, dat betekent dat Mammarosa dus ongeveer 50% van de anderstalige doelgroep weet te bereiken. 19 van

17. Overzicht borstkankerpatiënten in ziekenhuizen behandeld, per regio waar het ziekenhuis is gevestigd (zie bijlage 2 met de cijfers per ziekenhuis) 20 van

V04 22 juni 2014 Marnix, tussengevoegd 10 en 11, oude 10 is 12 geworden, toegevoegd 13 V05 23 juni 2014 Marnix, toegevoegd 14 V06 24 juni 2014 Marnix, nog toegevoegd lijst met ziekenhuizen en aangepast V07 1 juli 2014 Marnix, tabel 9 layout aangepast V08 V09 2 okt 2014 Marnix, toevoeging berekening doelgroep V10 4 okt 2014 Marnix, toevoeging cijfers CBS per 1 jan 2014, toevoeging berekeningen, punten 1 en 11 V11 29 okt 2014 Marnix, na aanpassing cijfers in samenwerking met Marga Vintges en recentere cijfers samenstelling Haagse bevolking van