SOCIAAL ECONOMISCHE VERKENNING ROERMOND Maastricht, augustus Drs. H.M.F.G.M. Faun S.C.A. Knoors MSc.

Vergelijkbare documenten
SOCIAAL ECONOMISCHE VERKENNING ROERMOND Maastricht, augustus Drs. H.M.F.G.M. Faun L.G.J. van der Horst MSc.

SOCIAAL ECONOMISCHE VERKENNING ROERMOND Maastricht, december S.C.A. Knoors MSc. J. de Quillettes MSc. R. Van Zandvoort Msc.

SOCIAAL-ECONOMISCHE VERKENNING ROERMOND 2009

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

SOCIAAL ECONOMISCHE VERKENNING 2013 MAART 2013

GEMEENTE ROERMOND. Aan de commissie Ruimte. Commissienotitie (voor l<ennisgeving) Datum: 12 november 2012 Portefeuille: BM

Monitor Economie 2018

Sociaal-economische verkenning Roermond 2015 Vestigingen en Werkgelegenheid

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-Noord ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-Oost ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Factsheet economische crisis. 4 e kwartaal 2009

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juli 2011

Werkgelegenheidsonderzoek 2009

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 1

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Limburg aan het werk 2010

Factsheet economische crisis. 4 e kwartaal 2010

Factsheet economische crisis. 1 e kwartaal 2011

Samenvatting Twente Index 2016

Bedrijvigheid & werkgelegenheid in Zuidoost-Brabant. Tabellenboek Vestigingsregister 2014

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Werkgelegenheid in Leiden

Factsheet economische crisis. 1 e kwartaal 2010

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Crisismonitor Drechtsteden

Factsheet economische crisis. 3 e kwartaal 2012

Regionale arbeidsmarktprognose

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Bedrijvigheid en Werkgelegenheid in Zuidoost-Brabant

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Enkele lessen van krimpprofessor Derks:

Factsheet stedelijke economie. 4 e kwartaal 2018

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Factsheet economische crisis. 4 e kwartaal 2012

Factsheet stedelijke economie. 4 e kwartaal 2013

Factsheet economische crisis. 4 e kwartaal 2011

Kortetermijnontwikkeling

Factsheet economische crisis. 3 e kwartaal 2009

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Factsheet economische crisis. 2 e kwartaal 2009

Werkgelegenheid in Twente. Jaarbericht 2014

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Crisismonitor Drechtsteden

Overzichtsrapport SER Gelderland

Factsheet economische crisis. 1 e kwartaal 2012

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Regionale arbeidsmarktprognose

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

Factsheet stedelijke economie. 1 e kwartaal 2015

Analyse (door)startende bedrijven (in woningen) Versie 2016 kwartaal 1

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Factsheet economische crisis. 2 e kwartaal 2012

Factsheet stedelijke economie. 3 e kwartaal 2018

Factsheet economische crisis. 2 e kwartaal 2011

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

Limburg aan het Werk Vestigingen & Werkgelegenheid

Crisismonitor Drechtsteden

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2019

Factsheet Arbeidsmarkt en sociale uitkeringen

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

Factsheet economische crisis. 3 e kwartaal 2011

Werkgelegenheid in West- Friesland November 2013

Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid 2003

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

De arbeidsmarkt: crisistijd en trends

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Transcriptie:

SOCIAAL ECONOMISCHE VERKENNING ROERMOND 2013

SOCIAAL ECONOMISCHE VERKENNING ROERMOND 2013 Maastricht, augustus 2013 Drs. H.M.F.G.M. Faun S.C.A. Knoors MSc.

INHOUDSOPGAVE Pagina SAMENVATTING 3 1 INLEIDING 6 1.1 Aanleiding 6 1.2 Nieuw in deze editie 6 1.3 Strategische Visie Roermond 2020 en Keyport 2020 6 1.4 Leeswijzer 7 2 BEVOLKING EN ARBEIDSMARKT 8 2.1 Inleiding 8 2.2 Bevolking 9 2.3 Beroepsbevolking 12 2.4 Werkloosheid 13 2.5 Uitkeringen en gesubsidieerde arbeid 15 2.6 Gemiddeld persoonlijk inkomen 16 3 ECONOMISCHE STRUCTUUR 18 3.1 Inleiding 18 3.2 Werkgelegenheidsstructuur 18 3.3 Bedrijvendemografie 22 3.4 Toerisme, recreatie en detailhandel 23 3.5 Binnenvaart 25 3.6 Aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt 26 3.7 Pendelstromen 27 4 STEDELIJKE ONTWIKKELING 28 4.1 Inleiding 28 4.2 Werklocaties 28 4.3 Bedrijfsonroerendgoed 30 4.4 Woningmarkt 31 LIJST VAN BIJLAGEN Bijlage 1a Administratieve indeling in wijken en buurten 35 Bijlage 1b Oppervlaktegegevens wijken en buurten 36 Bijlage 2a Burgerlijke staat bevolking gemeente Roermond, 2008-2012 37 Bijlage 2b Aantal inwoners naar wijk en buurt, 2009-2013 38 Bijlage 2c Particuliere huishoudens en niet-westerse allochtonen naar wijk en buurt, 2012 39 Bijlage 3 Werkloosheidsontwikkeling, 2002-2012 40 Bijlage 4a Gemiddeld persoonlijk inkomen per inwoner per wijk en buurt, 2002-2009 41 Bijlage 4b Inkomensontvangers per wijk en buurt, 2009 42 Bijlage 5 Indeling economische sectoren volgens de Standaard Bedrijfsindeling 43 Bijlage 6a Vestigingen- en werkgelegenheidsstructuur en ontwikkeling, 2011-2012 45 Bijlage 6b Werkgelegenheidsstructuur en ontwikkeling, 2002-2012 47 Bijlage 6c Vestigingen- en werkgelegenheidsstructuur per wijk en buurt, 2008-2012 48 Bijlage 6d Vestigingen- en werkgelegenheidsontwikkeling per wijk en buurt, 2008-2012 49 Bijlage 6e Vestigingen- en werkgelegenheidsontwikkeling per vestigingsmilieu, 2011-2012 50 Bijlage 6f Vestigingen en werkgelegenheid naar werklocaties, 2011-2012 51 Bijlage 7 Vestigingen- en werkgelegenheidsstructuur en -ontwikkeling toeristisch-recreatieve sector, 2011-2012 52 Bijlage 8 Personeelskrapte voor elementaire, lagere, middelbare en hogere beroepsgroepen, Limburg en Midden-Limburg, eind 2016 54 Bijlage 9 Pendelmatrix Roermond, 2010 55 Bijlage 10 Aanbodontwikkeling bedrijfsonroerendgoed, 2011-2013 56 Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 1

Bijlage 11 Referentieset branche-indeling detailhandel 57 Bijlage 12a Winkelaanbod naar wijk, 2011-2012 58 Bijlage 12b Winkels in belangrijke winkellocaties, 2011-2012 59 Bijlage 13 Woningbestand naar wijk en buurt, ontwikkeling 2012 60 Bijlage 14 Begrippenlijst 61 LIJST VAN STATEN Staat 2.1 Bevolkingsontwikkeling, 2008-2012 9 Staat 2.2 (Potentiële) beroepsbevolking en participatie naar geslacht, 2008-2013 12 Staat 2.3 Ontwikkeling uitkeringen, 2010-2012 15 Staat 2.4 Aantal WSW-werkplekken, 2009-2013 15 Staat 2.5 Gemiddeld persoonlijk inkomen per wijk, 2005-2009 16 Staat 3.1 Aantal werkzame personen, gemeenten Midden-Limburg, 2012 18 Staat 3.2 Vestigings- en werkgelegenheidsstructuur naar vestigingsmilieus, 2011-2012 21 Staat 3.3 Bedrijvendynamiek, 2011-2012 22 Staat 3.4 Verkoopoppervlakte horeca- en cateringbedrijven, 2008-2012 23 Staat 3.5 Aantal kamers, bedden en overnachtingen, 2008-2012 24 Staat 3.6 Vestigings- en werkgelegenheidsstructuur toeristische sector, 2011-2012 24 Staat 3.7 Detailhandelstructuur, 2011-2012 25 Staat 3.8 Goederen overslag over water, 2011 25 Staat 3.9 Perspectief op baan voor schoolverlaters naar opleidingstype, Limburg en Midden-Limburg, eind 2016 26 Staat 4.1 Openbare werklocaties, 1 januari 2013 29 Staat 4.2 Uitgifte openbare werklocaties in ha, 2008-2012 30 Staat 4.3 Marktontwikkeling bedrijfsonroerendgoed, 2012-2013 31 Staat 4.4 Woningvoorraad naar woningtype 31-12-2012 32 LIJST VAN FIGUREN Figuur 2.1 Bevolkingsstructuur, januari 2013 10 Figuur 2.2 Aantal inwoners naar wijken, januari 2009-2013 11 Figuur 2.3 Ontwikkeling arbeidsparticipatie, 1998-2013 12 Figuur 2.4 Arbeidsmarktparticipatie, 1 januari 2013 13 Figuur 2.5 Werkloosheidsontwikkeling: werkloosheidspercentage, 2003-2012 13 Figuur 2.6 Werkloosheidsduur, niet-werkende werkzoekenden, Roermond, 2010-2013 14 Figuur 2.7 Werkloosheidsduur, januari 2013 14 Figuur 2.8 Samenstelling werklozenbestand naar leeftijd, januari 2013 15 Figuur 2.9 Inkomensontwikkeling in de wijken, 2005-2009 17 Figuur 3.1 Werkgelegenheid naar sector, 2008-2012 19 Figuur 3.2 Top 10 grootste werkgevers naar aantal arbeidsplaatsen, 2008-2012 20 Figuur 3.3 Werkgelegenheidsontwikkeling binnen de gemeente Roermond, 2011-2012 21 Figuur 3.4 Starters en faillissementen Roermond, 2007-2012 23 Figuur 3.5 Pendel 27 Figuur 4.1 Aanbodontwikkeling, 2011-2013 (m 2 ) 31 Figuur 4.2 Woningvoorraadontwikkeling, 2008-2012 32 Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 2

SAMENVATTING Bevolking en arbeidsmarkt Het eerste hoofdstuk in de Sociaal Economische Verkenning Roermond staat in het teken van bevolking en arbeidsmarkt. De bevolkingsontwikkeling is hierbij het uitgangspunt, van daaruit wordt gekeken hoeveel inwoners van Roermond op de arbeidsmarkt participeren en welk deel hiervan werkloos is of anderszins een uitkering heeft. Ten slotte wordt gekeken naar het gemiddeld inkomen van de inwoners van Roermond. Op 1 januari 2013 telde Roermond 56.736 inwoners. In tegenstelling tot in grote delen van Limburg is er in Roermond nog steeds sprake van bevolkingsgroei. De belangrijkste oorzaak van deze stijging is een positief migratiesaldo. Een kleiner deel van de stijging komt door de natuurlijke aanwas. Ten opzichte van het Limburgs gemiddelde onderscheidt Roermond zich door relatief aanzienlijk meer inwoners tussen de 25 en 40 jaar. Dit is de leeftijdscategorie waarin de meeste gezinnen kinderen krijgen. Hierdoor is ook het aantal 0- tot 9-jarigen relatief groot. De bevolkingstoename was in 2012 in vrijwel alle wijken terug te zien. Alleen in Donderberg/Hoogvonderen en Swalmen was er sprake van een afname. Doordat het aantal 15-64-jarige inwoners van Roermond (de potentiële beroepsbevolking) toeneemt, neemt ook de beroepsbevolking toe. De groeiende bevolking is hiervoor niet de enige verklaring, ook de participatiegraad is de afgelopen jaren toegenomen, van ruim 67% in 2008 tot bijna 70% in 2012. Roermond heeft (net als de rest van Limburg) op dit gebied nog een inhaalslag te maken: de participatie ligt ook in 2012 nog onder het landelijk gemiddelde van bijna 72%. Wel is de participatie in Roermond vrijwel gelijk aan het regionaal gemiddelde (70%). Net als elders in de regio en in Limburg, is het vooral de lagere participatie onder vrouwen die ervoor zorgt dat de totale participatie achterblijft bij het landeijk gemiddelde. In en rond Roermond is de participatie onder vrouwen bijna 62%, ten opzichte van 65% landelijk. De participatie onder vrouwen neemt wel relatief sneller toe dan de participatie van mannen. De werkloosheid nam in Roermond tussen 2005 en 2011 vrijwel alle jaren af. Dit is opmerkelijk, aangezien de huidige economische crisis reeds in 2008 begon. Dat jaar was er wel een stabilisatie van de werkloosheid, maar daarna daalde de werkloosheid weer. Hieraan is in 2012 een einde gekomen. Lag de werkloosheid in Roermond in 2011 nog onder het landelijk gemiddelde, in 2012 was deze weer nagenoeg gelijk aan het nationale beeld. Met 6% lag het werkloosheidspercentage van Roermond tussen dat van Limburg (7%) en Midden-Limburg (5%). In het laatste kwartaal van 2012 is de werkloosheid verder toegenomen. Dit leidde op 1 januari 2013 tot een groot aantal personen die korter dan een half jaar werkloos waren. Het aantal WW-, WWB-, WAZ- en WAO-uitkeringen was in 2012 lager dan een jaar eerder. Het aantal Wajong-uitkeringen is wel iets toegenomen. Door deze afnamen ligt het totale aandeel personen binnen de potentiële beroepsbevolking bijna op het provinciaal gemiddelde. Indien deze trend zich doorzet zou Roermond komend jaar of het jaar erna onder het provinciaal gemiddelde kunnen uitkomen. Dit is echter voor een groot deel afhankelijk van hoe de Roermondse en Limburgse economie zich tijdens de crisis ontwikkelen. Er zijn ten opzichte van vorig jaar geen nieuwe perspectieven voor schoolverlaters op de arbeidsmarkt berekend. Vanwege de aanhoudende crisis is er op macroniveau geen sprake van arbeidsmarktkrapte. Enkel in bepaalde specifieke of specialistische beroepen kan het voorkomen dat werkgevers lastig in hun personeelsbehoefte kunnen voorzien. Wanneer de economie weer aantrekt zal ook de arbeidsmarktkrapte waarschijnlijk weer terugkeren. Dan zullen ook de perspectieven voor schoolverlaters beter worden. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 3

Economische structuur In het hoofdstuk economische structuur wordt dieper ingegaan op de werkgelegenheid naar sector, de ontwikkelingen in termen van werkgelegenheidstoe- of afname en bedrijvendemografie. Roermond bekleedt als centrumgemeente een belangrijke positie in de regionale werkgelegenheid. Deze positie wordt ook expliciet in de strategische visie genoemd. Het aantal arbeidsplaatsen binnen de gemeentegrenzen overstijgt het daadwerkelijk aantal werkende Roermondenaren. Dit komt door de grote inkomende pendelstroom. Meer dan de helft van de arbeidsplaatsen in Roermond wordt ingenomen door mensen die niet in de gemeente wonen. Tegen de trends als gevolg van de crisis in, is ook tussen 2011 en 2012 de werkgelegenheid in Roermond weer toegenomen. De toename was met 200 arbeidsplaatsen (0,6%) beperkt te noemen, maar staat in duidelijk contrast ten opzichte van het Limburgs gemiddelde (-1%). De groei van de werkgelegenheid was tussen 2011 en 2012, evenals de voorgaande jaren, vooral te danken aan de gezondheids- en welzijnszorg en de groot- en detailhandel. Deze sectoren zijn samen met de industrie de grootste bedrijfssectoren in Roermond en daarmee de motoren van de lokale economie te noemen. Ook bij de financiële instellingen, in de horeca en in de overige zakelijke dienstverlening was er een relatief grote toename van werkgelegenheid. Noemenswaardige afnames in werkgelegenheid was er in de bouw (-5%), het onderwijs (-5%) en de advisering, onderzoek en specialistische zakelijke dienstverlening (-6%). De groei van de werkgelegenheid komt vooral door nieuwe vestigers in Roermond (inkomende verhuizingen) en in mindere mate door groei van bestaande bedrijven. Per saldo waren er meer oprichtingen dan opheffingen. De oprichtingen waren in termen van werkgelegenheid echter relatief kleiner dan de opheffingen. Enkele belangrijke ontwikkelingen binnen Roermond waren: de groei van enkele grote ondernemingen in de Wijher; de verplaatsing van de Rabobank vanuit het centrum naar de buurt Merum, waarbij er ook werknemers van andere vestigingen in de regio Roermond-Echt zijn overgekomen en de vestiging van een beveiligingsbedrijf op het bedrijventerrein Roerstreek. Mede door deze laatste twee ontwikkelingen nam de werkgelegenheid op bedrijventerreinen fors toe. De werkgelegenheid in de winkelgebieden nam juist af. De voor Roermond belangrijke retailsector vertoont een wisselend beeld: de werkgelegenheid in de detailhandel is in Roermond als geheel wel toegenomen, maar dit komt vrijwel volledig op het conto van de recente uitbreidingen in het Designer Outlet Center (DOC). Elders in de gemeente is de werkgelegenheid in de detailhandel juist afgenomen. Het aanbod aan beschikbare winkelruimte in de verhuur of verkoop is in het eerste kwartaal van 2012 iets afgenomen en daarna redelijk constant gebleven. De verdere doorontwikkeling van Midden-Limburg als toeristische regio heeft zich ook in 2012 voortgezet. Afgelopen jaar zijn het aantal (direct) aan toerisme gerelateerde bedrijfsvestigingen en werkgelegenheid in Roermond met 4,5% toegenomen. Ook de verkoopoppervlakte van de hotels, fastservicesector en restaurants nam toe, die van de drankensector nam af. De grotere oppervlakte van de hotels vertaalt zich, evenals vorig jaar ook in een forse toename van het aantal kamers en bedden. Dit vertaalde zich ook direct door in een toename in het aantal overnachtingen op het land. Stedelijke ontwikkeling Passend bij de rol als centrumgemeente heeft Roermond ook enkele werklocaties van bovengemeentelijk en zelfs bovenregionaal belang. Het gaat hierbij om bedrijventerreinen, stedelijke dienstenterreinen en bijzondere retaillocaties. Vooral op de bedrijventerreinen is nog uitbreiding mogelijk. Afgelopen jaar is er slechts 1,1 hectare aan nieuwe bedrijventerreinen uitgegeven, waarvan het meest op Businesspark De Hanze. Dit is de laagste uitgifte van de afgelopen jaren. Het Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 4

achterblijven van de uitgifte hangt waarschijnlijk samen met de economische crisis waarin het land zich bevindt. Op 1 januari van dit jaar was er nog bijna 49 hectare aan bedrijventerreinen beschikbaar voor uitgifte, waarvan 18 hectare terstond uitgeefbaar. Op de stedelijke dienstenterreinen heeft in 2012 geen uitgifte plaatsgevonden, waardoor er (evenals vorig jaar) nog bijna 7 hectare uitgeefbaar is, waarvan 2 terstond. Het aangeboden bedrijfsonroerend goed is in 2012 zowel in aantallen objecten als in beschikbare oppervlakte toegenomen. Vooral de aantal beschikbare bedrijfsruimte is fors toegenomen. De gemiddelde jaarhuurprijs per m² winkelruimte van het op 1 januari beschikbare aanbod bedroeg 136. Dit is hoger dan de prijs per m² kantoorruimte ( 113 per jaar) en de prijs voor bedrijfsruimte ( 41 per jaar/per m²). Naast de commerciële kant van de stedelijke ontwikkeling is er ook de woningmarkt. Zoals eerder opgemerkt, groeit het aantal inwoners (en daarmee het aantal huishoudens) nog in Roermond. De woningvoorraadbehoefte neemt daardoor ook nog steeds toe, waardoor er nog voldoende vraag is naar nieuwbouwwoningen. In 2012 werden er per saldo 396 woningen aan de Roermondse woningvoorraad toegevoegd (399 toevoegingen, 3 onttrekkingen). In 2012 vond bij circa 3% van de Roermondse koopwoningen een transactie plaats. Eind 2012 werd 6% van de Roermondse koopwoningen nog aangeboden, dit is één procentpunt minder dan een jaar eerder. Bovenop dit aanbod is er nog een planvoorraad van netto 3.914 toevoegingen, dit komt neer op 14% van de bestaande woningvoorraad. Daarmee heeft Roermond relatief de grootste planvoorraad van Limburg, bijna twee procentpunt meer dan Nederweert, de nummer twee van de lijst. Conclusie De afgelopen twee jaar werd geconcludeerd dat het Roermond, ondanks de crisis, voor de wind was gegaan. Datzelfde kan grotendeels over 2012 worden gezegd, al begon ook Roermond steeds meer gevolgen van de crisis te ondervinden. De werkloosheid is met name in het vierde kwartaal toegenomen, de groei van de participatie stagneerde, er heeft slechts beperkte uitgifte van werklocaties plaatsgevonden en de werkgelegenheid is in enkele bedrijfssectoren afgenomen. Desondanks staat Roermond er zeker niet slecht voor: de werkgelegenheid als geheel nam nog toe in 2012. Vooral de leisuresector groeide aanzienlijk. Tevens is het aantal uitkeringen afgenomen, ligt de werkloosheid nog op het landelijk gemiddelde (voorheen was het structureel hoger) en ligt de arbeidsparticipatie op het regionaal gemiddelde en daarmee boven het provinciaal gemiddelde. Tevens neemt de bevolkingsomvang (tegen de provinciale trend in) nog steeds toe, mede door een jonge bevolkingsopbouw, maar vooral door inkomende migratie. Hieruit ontstaat het beeld van een gemeente die zich in crisistijd op sociaal-economisch gebied relatief goed heeft ontwikkeld. Het is geen onverdeeld positief beeld, maar er zijn weinig gemeenten in Limburg die de crisis ogenschijnlijk zo goed doorstaan. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 5

1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Een gemeente is voortdurend in beweging. Zeker bij een centrumgemeente als Roermond is het voor beleidsmakers dan ook voortdurend een spreekwoordelijke vinger aan de pols nodig bij demografische, economische en conjuncturele ontwikkelingen. Voor het leggen van de basis voor sociaal- en ruimtelijk-economisch beleid heeft de Gemeente Roermond in 2001 voor het eerst aan Etil gevraagd om sociaal- en ruimtelijk-economische kerncijfers over de gemeente Roermond te verzamelen en te monitoren. Door dit jaarlijks te herhalen ontstaat een duidelijk beeld van de veranderingen die van jaar tot jaar plaatsvinden. Sinds de verschijning van de eerste rapportage in 2001 is de voorliggende rapportage de dertiende uitgave: Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013. In dit rapport wordt op basis van diverse thema s een beeld geschetst van de sociaal- en ruimtelijkeconomische structuur van de gemeente Roermond. De meest recente momentopname van de Roermondse gegevens in deze rapportage heeft betrekking op de structuur per 1 januari 2013. Indien dit niet mogelijk is, wordt dit aangegeven. Omdat sommige gegevens over het voorgaande jaar een voorlopig karakter hebben, kunnen zij in de loop van het jaar met terugwerkende kracht gecorrigeerd worden. Derhalve moet Etil achteraf in een beperkt aantal gevallen kleine correcties doorvoeren. Het betreft te allen tijde dusdanig marginale aanpassingen dat ze weinig tot geen invloed hebben op de conclusies die getrokken zijn. Dit is veelal het geval bij gegevens over vestigingen en werkgelegenheid, afkomstig uit het Vestigingenregister Limburg (VRL). 1.2 Nieuw in deze editie Vergeleken met voorgaande edities van de SEV Roermond zijn er dit jaar enkele wijzigingen doorgevoerd. Sinds 1 januari 2012 heeft Roermond een nieuwe wijk- en buurtindeling. Dit was in de vorige editie van de SEV al te zien in de bevolkingsaantallen per buurt. Dit jaar zijn ook de gegevens over vestigingen, werkgelegenheid en woningmarkt op de nieuwe wijk- en buurtindeling aangepast. Er is een begrippenlijst toegevoegd als bijlage 14 1.3 Strategische Visie Roermond 2020 en Keyport 2020 In 2008 heeft de Gemeente Roermond de Strategische Visie Roermond 2020 vastgesteld. Hierin is de overkoepelende doelstelling geformuleerd dat Roermond in 2020 een stad is die niet alleen leeft, maar ook sociaal is, die bruist, een prachtige stad, een compacte en complete centrumstad, die samenwerkt met de regio, een duurzame stad, een goed bestuurde stad en een economisch sterke stad. Kortom, een stad voor mensen van alle leeftijden voor alle bevolkingsgroepen, waar het goed wonen, werken, vertoeven en recreëren is. Deze hoofddoelstelling is uitgesplitst in zes strategische gebieden 1. Roermond: Levende stad Roermond: Regiostad Roermond: Sociale stad Roermond: Economisch sterke stad 1 Voor een uitgebreide uitwerking van deze verschillende thema s wordt naar de publicatie Strategische Visie Roermond 2020 verwezen. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 6

Roermond: Prachtige stad Roermond: De Gemeente Een deel van de doelstellingen en subdoelstellingen die de Gemeente Roermond zich heeft gesteld, kunnen in cijfers worden uitgedrukt en dus gemonitord worden. In deze sociaal-economische verkenning wordt, waar mogelijk, een verband gelegd tussen de doelstellingen in de strategische visie en de kwantitatieve gegevens die hier thematisch mee samenhangen. Naast de gemeentelijke strategische visie werkt Roermond ook mee in het regionale programma Keyport 2020. Roermond heeft de handen ineengeslagen met de gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen, Weert, Cranendonck en ondernemers, kennis- en onderwijsinstellingen om de economische structuur van de regio duurzaam te versterken en het vestigingsklimaat te verbeteren. Keyport 2020 is (naast onder andere LED en Greenport Venlo) één van de samenwerkingspartners binnen Brainport 2020 Zuidoost-Nederland, de strategie en het programma om Zuidoost-Nederland koploper van de internationale kenniseconomie te maken. Keyport 2020 bundelt en regisseert de krachten van ondernemers, overheid, onderwijs en kennisinstellingen (de triple helix) en fungeert als de centrale visie waarin de drie partijen zich herkennen. Zodoende beoogt men de economische structuur in en voor de regio te versterken. Dit gebeurt met name op het gebied van de volgende speerpuntsectoren: Maakindustrie Logistiek Agribusiness Zorg Leisure & Retail Ook voor Roermond zijn deze gebieden van belang. De afgelopen jaren zijn er veel ontwikkelingen geweest op het gebied van leisure en retail, maar ook de maakindustrie en de zorg zijn in Roermond grote en belangrijke bedrijfssectoren. 1.4 Leeswijzer In het hoofdstuk Bevolking en arbeidsmarkt (hoofdstuk 2) staan de inwoners van Roermond centraal: hoe heeft de totale bevolking zich ontwikkeld? Hoe is de bevolking samengesteld? En hoe zal deze zich ontwikkelen? Daarbij wordt een duidelijke link gelegd naar de arbeidsmarkt: welk aandeel van de bevolking heeft werk of stelt zich hiervoor beschikbaar (beroepsbevolking), hoe groot is de werkloosheid en hoeveel inwoners van Roermond krijgen een uitkering? In het hoofdstuk economische structuur (hoofdstuk 3) wordt de aandacht verplaatst van personen naar bedrijven. In welke sectoren is de meeste werkgelegenheid en hoe heeft deze zich ontwikkeld? Daarbij wordt er nader ingezoomd op de detailhandel en de toeristische sector. Tevens is er aandacht voor de pendelstromen vanuit en naar de gemeente Roermond. Het vierde hoofdstuk stedelijke ontwikkeling focust op de stedelijke ontwikkeling van de gemeente Roermond. Daarbij wordt ingegaan op werklocaties, bedrijfsonroerendgoed en de woningvoorraad. In de bijlagen zijn meer gedetailleerde overzichten opgenomen van de thema s die in de aparte hoofdstukken aan bod komen. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 7

2 BEVOLKING EN ARBEIDSMARKT 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de bevolkings- en arbeidsmarktsituatie van de gemeente Roermond. In de onderstaande figuur zijn de belangrijkste samenhangende onderdelen van de bevolking en de arbeidsmarkt schematisch weergegeven. Het uitgangspunt is de totale bevolking en de ontwikkeling hiervan (dit wordt behandeld in paragraaf 2.2). Alleen de mensen van 15 tot en met 64 jaar worden gerekend tot de potentiële beroepsbevolking. Niet iedereen in die leeftijdsgroep participeert echter op de arbeidsmarkt. De participatiegraad bepaalt de omvang van de daadwerkelijke beroepsbevolking (paragraaf 2.3). De beroepsbevolking bestaat uit zowel de mensen met een baan, als de personen die actief op zoek zijn naar werk (paragraaf 2.4). Het overige deel van de potentiële beroepsbevolking is niet (actief) op zoek naar werk, bijvoorbeeld vanwege arbeidsongeschiktheid, men een opleiding doet, vervroegd gepensioneerd is, zorgtaken heeft of om een andere reden. In paragraaf 2.5 van dit hoofdstuk wordt een deel van de niet-beroepsbevolking aan de hand van uitkeringen in beeld gebracht, evenals de gesubsidieerde arbeid. Het gemiddeld persoonlijk inkomen wordt in paragraaf 2.6 belicht. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 8

2.2 Bevolking 2 Roermond spreekt in de strategische visie 2020 de ambitie uit te willen blijven groeien door aantrekkelijke woonmilieus en voorzieningen te bieden die ervoor zorgen dat de huidige inwoners in Roermond willen blijven wonen en er mensen van buiten Roermond aangetrokken worden om zich in de gemeente te vestigen. De Roermondse bevolking groeide in 2012 met ruim één procent. Dit betekent dat de uitgesproken groeiambitie wederom is gehaald. Het geboorteoverschot bedroeg 24, een halvering ten opzichte van 2011. De bevolkingsgroei van Roermond komt vooral door een positief migratiesaldo. Het saldo van inkomende en uitgaande migraties was in 2012 446. Mede hierdoor groeide de bevolking met 571 personen. Dit is nagenoeg evenveel als een jaar eerder. 2008 2009 2010 2011 3 2012 4 Abs. In % Abs. In % Abs. In % Abs. In % Abs. In % Bevolking per 1-1 54.446 54.731 55.212 55.595 56.165 Levendgeborenen 577 1,06 551 1,01 624 1,13 572 1,03 564 1,00 Overledenen 537 0,99 508 0,93 539 0,98 521 0,94 540 0,96 Geboorteoverschot 40 0,07 43 0,08 85 0,15 51 0,09 24 0,04 Inkomende migratie 2.624 4,82 2.533 4,63 2.450 4,44 2.609 4,69 2.740 4,88 uit binnenland 2.156 3,96 2.107 3,85 2.015 3,65 508 0,91 506 0,90 uit buitenland 468 0,86 426 0,78 435 0,79 2.101 3,78 2.234 3,98 Uitgaande migratie 2.435 4,47 2.125 3,88 2.151 3,90 2.131 3,83 2.294 4,08 naar binnenland 1.905 3,50 1.777 3,25 1.756 3,18 327 0,59 359 0,64 naar buitenland 530 0,97 348 0,64 395 0,72 1.804 3,24 1.935 3,45 Migratiesaldo 189 0,35 408 0,75 299 0,54 478 0,86 446 0,79 Saldocorrectie 56 0,10 30 0,05-1 0,00 41 0,07 101 0,18 Bevolkingsgroei 285 0,52 481 0,88 383 0,69 570 1,03 571 1,02 Bevolking per 31-12 54.731 55.212 55.595 56.165 56.736 Staat 2.1 Bevolkingsontwikkeling, 2008-2012 Bron: CBS, Etil, 2013. Met deze mate van bevolkingstoename week Roermond licht af van de regionale ontwikkeling. In Midden-Limburg bleef het aantal inwoners nagenoeg constant (een zeer beperkte groei van 0,08%). Naast Roermond groeide de bevolking van Midden-Limburg alleen in Nederweert (0,7%), de overige gemeenten zagen hun bevolking dalen. Ook in 2011 kende Midden-Limburg een kleine groei van 0,09%. In lijn met de ingezette trend van bevolkingskrimp toonde de provincie Limburg een kleine afname van 0,1%. De afname in 2012 werd met name veroorzaakt door een sterke bevolkingsdaling in Zuid-Limburg (-0,22%). De gemeente Roermond heeft een relatief jonge leeftijdsopbouw (figuur 2.1). Wat opvalt is het relatief grote aandeel 25-39-jarigen in de gemeente Roermond ten opzichte van het provinciaal en regionaal gemiddelde. Dit is ook de leeftijdsgroep waarin de meeste mensen kinderen krijgen. Hetgeen is terug te zien in het relatief grote aantal kinderen in de leeftijdsgroep 0-9 jaar. De 50-84- jarigen zijn daarentegen relatief ondervertegenwoordigd vergeleken met de provincie en de regio Midden-Limburg. Er is dus minder sprake van vergrijzing. 2 3 4 De CBS-cijfers inzake het aantal bewoners op 1 januari (staat 2.1) wijken (enigszins) af van de cijfers van de Gemeente Roermond (bijlage 2). Om de bevolkingsontwikkeling op gemeenteniveau te kunnen vergelijken met de regionale en provinciale ontwikkeling, gebruikt Etil in de voorliggende paragraaf de cijfers van het CBS. Voor de bevolkingsopbouw naar leeftijd (figuur 2.1) en bevolkingsontwikkeling op wijk- en buurtniveau (figuur 2.2) hanteert Etil echter de gemeentelijke cijfers. De gegevens over het jaar 2011 zijn met terugwerkende kracht gecorrigeerd. De gegevens over het jaar 2012 zijn voorlopige gegevens. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 9

95 e.o. 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 Leeftijdsgroepen 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 0% 1% 2% 3% 4% 5% 6% 7% 8% 9% Roermond Midden-Limburg Limburg Figuur 2.1 Bevolkingsstructuur, januari 2013 Bron: CBS, Etil, 2013. Het aantal ongehuwde burgers en het aantal gescheiden burgers nemen in Roermond toe, terwijl het aantal gehuwde burgers nog altijd daalt. Er zijn meer ongehuwde dan gehuwde burgers (exclusief gescheiden en verweduwde burgers). De aandelen van de ongehuwde burgers en gescheiden burgers in de totale bevolking van Roermond zijn beide toegenomen ten koste van het aandeel van de gehuwde burgers. Het aandeel verweduwde burgers in de totale bevolking is het afgelopen jaar iets gedaald. In 2012 was 40% van de burgers gehuwd, 45% ongehuwd, 9% gescheiden en 6% verweduwd. Van de verweduwden was 21% man en 79% vrouw (zie bijlage 2a). Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 10

In 2012 kenden twee wijken een afname van de bevolking en zeven een toename (figuur 2.2 en bijlage 2b) 5. De wijken waar de bevolking in 2013 afnam, zijn Donderberg/Hoogvonderen (-0,5%) en Swalmen (-0,1%). Beide wijken werden ook in het voorafgaande jaar al geconfronteerd met een daling van het aantal inwoners. In de resterende wijken was in 2012 sprake van een bevolkingstoename: Roermond-Oost (3,5%), Donderberg/Roosendael (2,7%), Asenray (2,1%), Herten (1,7%), Centrum (0,8%), Roermond-Zuid (0,6%) en Maasniel (0,4%). De wijk Roermond-Oost kende vorig jaar nog een afname van het aantal inwoners. De wijk Maasplassen was per 1 januari 2012 een nieuwe wijk in Roermond en telt nauwelijks inwoners 6. Maasplassen Asenray Donderberg/Roosendael Roermond-Zuid Donderberg/Hoogvonderen Roermond-Oost 2013 2012 2011 2010 2009 Herten Maasniel Swalmen Centrum Figuur 2.2 Aantal inwoners naar wijken, januari 2009-2013 Bron: Gemeente Roermond, Etil, 2013. 5 6 In bijlage 2 is meer informatie op wijk- en buurtniveau opgenomen. Deze wijk komt voort uit de voormalige buurt Maas/Maashaven en delen van de buurten Merum en Verspreide Huizen Swalmen. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 11

2.3 Beroepsbevolking De Roermondse potentiële beroepsbevolking is in 2013 met 1,7% toegenomen ten opzichte van 2008 (staat 2.2). In Limburg en de regio Roermond is de potentiële beroepsbevolking in de periode 2008-2013 gedaald met respectievelijk 2,6 en 2,5%, terwijl in de regio Roermond (0,6%) en landelijk (0,1%) de potentiële beroepsbevolking nog groeide. De ontwikkeling van de daadwerkelijke beroepsbevolking geeft een enigszins ander beeld. Deze is in de periode 2008-2013 niet alleen landelijk toegenomen, maar ook in Roermond en de regio Roermond. Dit is voornamelijk te danken aan een toename van de participatiegraad van vrouwen. Enkel in Limburg is de beroepsbevolking gedaald met 0,9%. Dit komt doordat in de periode 2008-2013 het aantal mannen dat deel uitmaakt van de beroepsbevolking, is afgenomen. De totale participatiegraad ligt in Roermond en de regio Roermond iets lager dan het landelijk gemiddelde, maar ligt iets boven het provinciaal gemiddelde (figuur 2.3). 15-64- jarigen b Beroepsbevolking 2008 2013 a Participatie 15-64- Beroepsbevolking Participatie (%) jarigen b (In %) Nederland Totaal 11.072.882 7.802.000 70,5 11.079.454 7.947.953 71,7 Mannen 5.580.156 4.408.000 79,0 5.572.990 4.369.816 78,4 Vrouwen 5.492.726 3.394.000 61,8 5.506.463 3.578.137 65,0 Limburg Totaal 753.640 508.191 67,4 734.053 503.493 68,6 Mannen 382.568 291.003 76,1 371.866 282.187 75,9 Vrouwen 371.072 217.188 58,5 362.187 221.306 61,1 Totaal 113.807 76.989 67,6 110.993 77.481 69,8 Regio Roermond 7 Mannen 58.109 44.615 76,8 56.710 43.915 77,4 Vrouwen 55.698 32.373 58,1 54.283 33.566 61,8 Roermond Totaal 36.971 24.902 67,4 37.609 26.192 69,6 Mannen 18.703 14.295 76,4 19.052 14.763 77,5 Vrouwen 18.268 10.608 58,1 18.557 11.429 61,6 a Raming Etil op basis van CBS-gegevens. b Potentiële beroepsbevolking. Staat 2.2 (Potentiële) beroepsbevolking en participatie naar geslacht, 2008-2013 (peildatum: 1 januari) Bron: CBS, Etil, 2013. 73 71 69 % 67 65 63 61 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Nederland Limburg Regio Roermond Roermond Figuur 2.3 Ontwikkeling arbeidsmarktparticipatie, 1998-2013 (in %) Bron: CBS, Etil, 2013. 7 De gemeenten Roermond, Roerdalen, Leudal, Maasgouw en Echt-Susteren. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 12

De arbeidsparticipatie in Roermond (69,6%) ligt iets lager dan de gemiddelde arbeidsparticipatie in Midden-Limburg (70,4%). In de gemeenten Nederweert, Weert en Maasgouw ligt de arbeidsparticipatie hoger dan het gemiddelde van Midden-Limburg. Naast Roermond ligt de arbeidsparticipatie ook in de gemeenten Leudal, Roerdalen en Echt-Susteren lager dan het gemiddelde van Midden-Limburg. Binnen Midden-Limburg ligt de participatiegraad dus hoger in de westelijke gemeenten. Wellicht heeft dit te maken met de forenzen die dagelijks vanuit Weert en Nederweert richting Eindhoven gaan. 75% 72,7% 71,7% 71,2% 70,4% 70,2% 69,9% 69,6% 70% 68,6% 65% 60% 55% 50% Figuur 2.4 Arbeidsmarktparticipatie, 1 januari 2013 Bron: CBS, Etil, 2013. 2.4 Werkloosheid In 2012 lag de werkloosheid in Roermond gemiddeld op 6% van de beroepsbevolking. Dit was gelijk aan het landelijk gemiddelde. In Limburg was de gemiddelde werkloosheid hoger, namelijk 7%, terwijl de werkloosheid in Midden-Limburg (5%) juist lager lag dan Roermond. Tot 2010 lag het werkloosheidspercentage in Roermond hoger dan het landelijk en provinciaal gemiddelde. De werkloosheid in Midden-Limburg was ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde. Sinds het uitbreken van de economische crisis eind 2008 zijn er echter wat verschuivingen opgetreden: in Roermond (en daarmee Midden-Limburg als geheel) is de werkloosheid vooral tussen 2009 en 2011 afgenomen, terwijl er landelijk juist sprake was van een toename. Het effect van de crisis was dus nog beperkt in Midden-Limburg, tot het afgelopen jaar: in het laatste kwartaal van 2012 is de werkloosheid weer toegenomen en ook voor 2013 wordt een toename verwacht. 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Nederland Limburg Midden-Limburg Roermond Figuur 2.5 Werkloosheidsontwikkeling: werkloosheidspercentage, 2003-2012 (jaargemiddelde) Bron: UWV, Etil, 2013. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 13

De grote toename van de werkloosheid in de tweede helft van 2012 is goed te zien in figuur 2.6, waarin een uitsplitsing is gemaakt naar werkloosheidsduur voor de gemeente Roermond: het aantal werklozen dat minder dan een half jaar zonder werk zit, is explosief toegenomen. Maar ook in de meeste andere categorieën is het aantal niet-werkende werkzoekenden groter dan in het voorgaande jaar. Daarmee is er een einde gekomen aan de trend van afnemende werkloosheid. De veel grotere werkloosheid in januari 2013 kan namelijk niet uitsluitend aan seizoensschommelingen worden toegeschreven: hier is sprake van een direct gevolg van de recessie waarin Nederland zich eind 2012 bevond. 2013-1 974 282 269 159 409 2012-7 465 273 196 160 339 2012-1 526 175 201 200 366 2011-7 311 205 245 190 365 2011-1 546 203 289 172 458 2010-7 451 339 350 138 515 2010-1 710 336 323 144 695 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 <= 0,5 jaar 0,5-1 jaar 1-2 jaar 2-3 jaar >= 3 jaar Figuur 2.6 Werkloosheidsduur niet-werkende werkzoekenden, Roermond, 2010-2013 Bron: UWV, Etil, 2013. Er waren op 1 januari 2013 verschillen tussen Roermond en Limburg in de opbouw van het NWWbestand naar werkloosheidsduur (figuur 2.7). Het aandeel korter dan 0,5 jaar werklozen is in Roermond groter dan in Limburg (47 tegen 44%), het aandeel 1-2 jaar werklozen is in Roermond kleiner dan in Limburg (13 tegen 15%). Roermond 47% 13% 13% 8% 20% Limburg 44% 14% 15% 8% 20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% <= 0,5 jaar 0,5-1 jaar 1-2 jaar 2-3 jaar >= 3 jaar Figuur 2.7 Werkloosheidsduur, januari 2013 Bron: UWV, Etil, 2013. Qua leeftijdsopbouw van het werklozenbestand wijkt de gemeente Roermond op enkele punten af van het provinciaal gemiddelde (figuur 2.8). Het aandeel 27-44-jarigen is in Roermond groter dan in Limburg. Dit komt ook overeen met de leeftijdsopbouw in Roermond, aangezien een relatief groot Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 14

deel van de bevolking in de leeftijdsgroep 25-39 jaar valt. Het aandeel werklozen in de leeftijdscategorieen 44-55 en >55 jaar is kleiner dan het provinciaal gemiddelde. Roermond 12% 38% 29% 21% Limburg 12% 34% 30% 24% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% < 27 jaar 27-44 jaar 44-55 jaar >55 jaar Figuur 2.8 Samenstelling werklozenbestand naar leeftijd, januari 2013 Bron: UWV, Etil, 2013. 2.5 Uitkeringen en gesubsidieerde arbeid Het percentage uitkeringsgerechtigden lag in Roermond op 1 januari 2012 iets boven het provinciaal en ruim boven het regionaal gemiddelde (staat 2.3). Ten opzichte van de voorgaande jaren was dit verschil kleiner, doordat het aantal uitkeringsgerechtigden in Roermond sterker dan gemiddeld afneemt. Het verschil tussen Roermond en (Midden-)Limburg wordt voornamelijk veroorzaakt door het relatief hoge percentage WWB ers. Met betrekking tot de overige uitkeringen ontlopen de provincie, regio en gemeente elkaar niet veel. Uitzondering hierop is het relatief lage aandeel WAO ers in Midden-Limburg. WAO WAZ Wajong WW WWB 8 Totaal Abs. % a Abs. % a Abs. % a Abs. % a Abs. % a Abs. % a Roermond 2010 2.150 5,7 100 0,3 740 2,0 1.280 3,4 1.490 4,0 5.760 15,4 2011 2.030 5,4 80 0,2 800 2,1 1.070 2,8 1.580 4,2 5.560 14,8 2012 1870 5,0 70 0,2 840 2,2 1000 2,7 1490 4,0 5.270 14,0 Midden-Limburg 2010 8.060 5,2 720 0,5 3.210 2,1 4.470 2,9 3.470 2,2 19.930 12,8 2011 7.500 4,8 630 0,4 3.350 2,2 4.080 2,6 3.710 2,4 19.270 12,4 2012 6.880 4,5 540 0,3 3.520 2,3 3.790 2,5 3.620 2,3 18.350 11,9 Limburg 2010 44.140 5,9 3.370 0,4 15.940 2,1 23.420 3,1 23.440 3,1 110.310 14,7 2011 40.870 5,5 2.990 0,4 16.830 2,3 20.740 2,8 24.390 3,3 105.820 14,2 2012 37.360 5,0 2.540 0,3 17.530 2,4 19.770 2,7 24.360 3,3 101.560 13,7 a Aantal uitkeringen afgezet tegen het aantal 15-64-jarigen (potentiële beroepsbevolking). Staat 2.3 Ontwikkeling uitkeringen, 2010-2012 (peildatum 1 januari) Bron: CBS, Etil, 2013. Het totaal aantal gesubsidieerde WSW-werkplekken nam tussen 2012 en 2013 met 3% af tot 583 (staat 2.4). Een jaar eerder nam het aantal WSW-werkplekken toe. Begin: 2009 2010 2011 2012 2013 2012-2013 WSW 641 603 587 599 583-3% Staat 2.4 Aantal WSW-werkplekken, 2009-2013 Bron: Gemeente Roermond, 2013. 8 De jaren 2010 en 2011 zijn met terugwerkende kracht aangepast. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 15

2.6 Gemiddeld persoonlijk inkomen Het gemiddeld persoonlijk inkomen 9 per persoon bedroeg in Roermond in 2009 10 20.200 (staat 2.5). In 2009 steeg dit inkomen met 3,1% ten opzichte van 2008. Verder bestaan er tussen de wijken in de gemeente Roermond aanzienlijke verschillen in het gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon. Het hoogste gemiddelde inkomen hadden in 2009 personen woonachtig in de wijk Centrum ( 25.600) en het gemiddeld laagste inkomen hadden dat jaar de inwoners in de wijk Roermond- Oost ( 16.300). 2005 2006 2007 2008 2009 2005/2009 2008-2009 In In % Centrum 22.100 23.200 24.000 25.000 25.600 15,8 2,4 Roermond-Oost 14.200 14.500 15.100 15.700 16.300 14,8 3,8 Roermond-Zuid 15.400 15.900 16.900 17.800 18.200 18,2 2,2 Maasniel 17.300 18.200 18.400 19.600 20.600 19,1 5,1 Donderberg/Roosendael 14.200 14.700 15.100 16.400 16.400 15,5 0,0 Donderberg/Hoogvonderen 14.400 14.800 15.900 16.300 16.900 17,4 3,7 Asenray 19.000 19.500 20.700 22.300 22.600 18,9 1,3 Herten 19.600 20.900 21.800 22.800 23.000 17,3 0,9 Swalmen - 17.500 18.300 19.200 19.800-3,1 Gemeente Roermond 17.200 17.900 18.700 19.600 20.200 17,4 3,1 Staat 2.5 Gemiddeld persoonlijk inkomen per wijk 11, 2005-2009 Bron: CBS, Etil, 2013. Als gekeken wordt naar de inkomensontwikkeling op wijkniveau, is te zien dat in alle wijken het inkomen is toegenomen in 2009 (figuur 2.9). 9 10 11 Het gemiddeld persoonlijk inkomen heeft betrekking op personen in particuliere huishoudens met inkomen uit Nederland. Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag). De meest recente informatie betreft 2009. Het betreft hier de toenmalige wijkindeling, niet de nieuwe wijkindeling die sinds 2012 van kracht is. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 16

Centrum Roermond-Oost Roermond-Zuid Maasniel Donderberg/Roosendael Donderberg/Hoogvonderen Asenray Herten Swalmen 0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000 2009 2008 2007 2006 2005 Figuur 2.9 Inkomensontwikkeling in de wijken (in ), 2005-2009 Bron: CBS, Etil, 2013. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 17

3 ECONOMISCHE STRUCTUUR 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat de economische structuur van de gemeente Roermond centraal. In de Strategische Visie Roermond 2020 wordt Roermond beschreven als een economisch sterke stad met veel werkgelegenheid, zowel voor haar eigen inwoners als voor mensen daarbuiten. Roermond wordt dan ook gezien als een centrumstad voor de regio. Omgekeerd is de regio ook belangrijk voor Roermond. Er is dan ook altijd sprake geweest van een grote wederzijdse overloop in wonen, werken, voorzieningen en winkels. In dit hoofdstuk worden deze economische aspecten nader beschreven. Hierbij wordt achtereenvolgens ingegaan op de werkgelegenheidsstructuur, bedrijvendemografie, toerisme en recreatie, binnenvaart, de aansluiting onderwijs-arbeidmarkt en pendelstromen. Dit hoofdstuk is grotendeels gebaseerd op het Vestigingenregister Limburg (VRL) dat door Etil beheerd wordt. De meest actuele VRL-gegevens hebben als peildatum 1 april 2012. 3.2 Werkgelegenheidsstructuur Op 1 april 2012 waren er circa 35.260 personen werkzaam in de gemeente Roermond 12, daarmee heeft Roermond het grootste aantal arbeidsplaatsen van alle gemeenten in Midden-Limburg (staat 3.1). De Roermondse werkgelegenheid is daarmee in de periode 2011-2012 met bijna 200 arbeidsplaatsen toegenomen (0,6%). Deze groei is iets kleiner dan in het voorafgaande jaar toen de werkgelegenheid met 0,9% groeide. In de provincie Limburg daalde de werkgelegenheid in 2012 met 1,2% naar 503.830 arbeidsplaatsen. Gemeente Werkzame personen Echt-Susteren 11.500 Leudal 13.440 Maasgouw 8.800 Nederweert 5.690 Roerdalen 5.070 Roermond 35.260 Weert 25.630 Staat 3.1 Aantal werkzame personen, gemeenten Midden-Limburg, 2012 Bron: Etil (VRL), 2013. Sinds 2001 is het aantal werkzame personen in de gemeente Roermond met bijna 9% gegroeid. Hierbij wordt aangetekend dat er enkele sectorale verschillen bestaan (figuur 3.1). De sector gezondheids- en welzijnszorg was in 2008 de grootste sector en blijft dit ook, gevolgd door de grooten detailhandel en industrie. In 2012 was er sprake van relatief de grootste werkgelegenheidstoename in de sectoren financiële instellingen (vooral door de centralisering van de Rabobank), verhuur van roerende goederen & overige zakelijke dienstverlening (door verschillende bedrijven) en logies-, maaltijd- en drankverstrekking en de detailhandel (uitbreiding zaken DOC en redelijk veel nieuwe horecazaken). In de sector landbouw nam de werkgelegenheid het sterkst af. Daarnaast was er sprake van een relatief grote werkgelegenheidsafname in de kleine sector productie, distributie, handel in elektriciteit. In absolute zin was dit echter een beperkte afname. Als gevolg van de economische crisis was er ook een afname in de sector advisering, onderzoek, specialistische zakelijke dienstverlening. 12 Dit is exclusief uitzendkrachten, maar inclusief WSW ers (zie bijlage 6a). Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 18

De werkgelegenheidsstructuur van de gemeente Roermond heeft sinds 2002 enkele veranderingen ondergaan (bijlage 6b). In 2002 waren veruit de meeste personen werkzaam in de industrie (23%) gevolgd door de gezondheidszorg (18%) en groot- en detailhandel: reparatie van auto s (15%). In 2012 zijn dit nog altijd de drie sectoren met de meeste werkzame personen. De gezondheidszorg is nu echter de grootste sector met 22% van de werkgelegenheid, gevolgd door groot- en detailhandel: reparatie van auto s (19%, waarvan 14 procentpunt detailhandel) en industrie (18%). Landbouw, bosbouw en visserij Winning van delfstoffen Industrie Productie, distributie, handel in elektriciteit en aardgas Winning/distributie van water; afval(water)beheer Bouwnijverheid Groot- en detailhandel; reparatie van auto s Vervoer en opslag Logies-, maaltijd- en drankverstrekking Informatie en communicatie Financiële instellingen Verhuur van en handel in onroerend goed Advisering, onderzoek, special. zakelijke dienstverlening Verhuur van roerende goederen, overige zakel. dienstverl. Openbaar bestuur, overheid, sociale verzekeringen Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur, sport en recreatie Overige dienstverlening - 2.000 4.000 6.000 8.000 Figuur 3.1 Werkgelegenheid naar sector, 2008-2012 Bron: Etil (VRL), 2013. 2012 2011 2010 2009 2008 In Roermond wordt de werkgelegenheid bepaald door werkgevers die actief zijn in diverse sectoren (figuur 3.2). De grootste werkgevers zijn met name actief in de gezondheidszorg en de industrie. De Zorggroep is veruit de grootste werkgever. Daarachter vormen het Laurentius Ziekenhuis, Westrom en Rockwool de subtop, op gepaste afstand gevolgd door de rest van de top 10. Het aantal arbeidsplaatsen bij de tien grootste werkgevers is in de periode 1 april 2011-1 april 2012 met gemiddeld 0,3% toegenomen. De toename was relatief het grootst bij de Zorggroep en bij Proteion Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 19

Thuis. Stichting onderwijs Midden-Limburg en Gilde Opleidingen kenden daarentegen de grootste afname van de werkgelegenheid in 2012. Als geheel is het Designer Outlet Center ook één van de grootste werkgevers van Roermond. In 2012 waren hier bijna 1.600 arbeidsplaatsen, een groei van 11% ten opzichte van 2011. PROTEION THUIS STG. SWALM & ROER VOOR ONDERWIJS EN OPVOEDING GILDE OPLEIDINGEN SEKISUI STG. ONDERWIJS MIDDEN LIMBURG GEMEENTE ROERMOND ROCKWOOL WESTROM LAURENTIUS ZIEKENHUIS DE ZORGGROEP 0 1.000 2.000 3.000 4.000 2012 2011 2010 2009 2008 Figuur 3.2 Top 10 grootste werkgevers naar aantal arbeidsplaatsen, 2008-2012 13 Bron: Etil (VRL), 2013. De werkgelegenheidscentra binnen de gemeente Roermond zijn de binnenstad (voornamelijk detailhandel, openbaar bestuur/overheid, gezondheids- en welzijnszorg en horeca), Roerstreek (bedrijventerrein Roerstreek-Noord) en de Wijher e.o. (hoofdkantoor van een thuiszorginstelling). De werkgelegenheidstoename heeft het afgelopen jaar redelijk verspreid door de gemeente plaatsgevonden (figuur 3.3). Roerstreek, Merum en de Wijher e.o. springen er uit met een grotere toename. De absoluut grootste dalingen waren er in de Binnenstad, Roermondse veld, Roer- en Roer-Zuid, Swalmen centrum en Maasplassen. De groei van Merum hangt grotendeels samen met de krimp in de Binnenstad, het betreft namelijk de centralisering van de regiokantoren van de Rabobank. Hierdoor wordt ook de werkgelegenheid van de Rabobanken uit Echt en Herkenbosch op het hoofdkantoor in Merum geregistreerd. Een andere grote toename in werkgelegenheid was 13 Het gaat om het aantal werkzame personen exclusief uitzendkrachten, maar inclusief WSW ers op één of meerdere vestigingen binnen de gemeente Roermond. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 20

zichtbaar op bedrijventerrein Roerstreek, vanwege de vestiging van een beveiligingsbedrijf. In bijlage 6c en 6d zijn de aantallen per buurt vermeld. Figuur 3.3 Werkgelegenheidsontwikkeling binnen de gemeente Roermond, 2011-2012 Bron: Etil (VRL), 2013. In de gemeente Roermond kennen de winkelgebieden absoluut gezien de meeste vestigingen. Hiertoe worden niet alleen de winkels gerekend, maar ook de horeca en andere dienstverlening op die werklocaties. Op bedrijventerreinen daarentegen zijn de meeste werkzame personen te vinden (staat 3.2). In 2012 is de werkgelegenheid het meest gegroeid op bedrijventerreinen. Een verdere uitsplitsing van de vestigingsmilieus wordt vermeld in bijlage 6e. De werklocaties met de meeste vestigingen waren in 2012 Roermond-Centrum (615 vestigingen) en Designer Outlet Roermond (148 vestigingen, bijlage 6f). In 2012 was de grootste werkgelegenheid op de werklocaties Roerstreek Noord (4.390 werkzame personen), Spickerhoven I (4.360 werkzame personen) en Willem-Alexander (3.940 werkzame personen). Vestigingen Werkzame personen 2011 2012 11-12 2011 2012 11-12 Abs Abs In % Bedrijventerreinen 383 408 25 12.680 13.180 500 3,9 Stedelijke dienstenterrein 261 286 25 4.220 4.240 20 0,5 Winkelgebied 741 752 11 4.890 4.830-60 -1,1 Totaal 1.385 1.446 61 21.790 22.250 460 2,1 Staat 3.2 Vestigings- en werkgelegenheidsstructuur naar vestigingsmilieus, 2011-2012 14 Bron: Etil (VRL), 2013. 14 Door een wijziging in de indelingen wijken de gegevens af ten opzichte van voorgaande jaren. Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 21

3.3 Bedrijvendemografie Een belangrijke indicator van de economische structuur van Roermond is de bedrijvendemografie binnen de gemeente. In de Strategische Visie Roermond 2020 staat beschreven dat de gemeente Roermond investeert in de kwaliteit van de woon-, cultuur- en leefomgeving omdat dit als vestigingsplaatsfactor voor bedrijven en instellingen van steeds groter belang wordt. Deze investeringen dragen bij aan een zo gezond mogelijk bedrijvenklimaat. Hierna zal verder worden ingegaan op de ontwikkeling van de demografie van bedrijven in Roermond. In de periode 2011-2012 nam het aantal vestigingen met 120 toe (+3%, staat 3.3). De werkgelegenheid nam hierdoor ook toe met bijna 200 arbeidsplaatsen (+1%). De toename in het aantal vestigingen is vooral het gevolg van het feit dat er meer oprichtingen (452) dan opheffingen (363) waren. De opgeheven bedrijven waren echter groter dan de nieuwe oprichtingen, per saldo gingen er hierdoor ruim 190 arbeidsplaatsen verloren. Daarnaast waren er ook iets meer nieuwvestigers dan vertrekkers. De vestigers waren in termen van werkgelegenheid juist groter dan de vertrekkers, waardoor er 310 arbeidsplaatsen bij kwamen. Bij 355 bedrijven (ruim 8% van het totaal) nam de werkgelegenheid toe. Hierdoor kwamen er 1.370 arbeidsplaatsen bij. Bij 421 vestigingen nam de werkgelegenheid af en hierdoor nam het aantal arbeidsplaatsen af met 1.290. Per saldo nam de werkgelegenheid bij reeds aanwezige bedrijven dus met 80 arbeidsplaatsen toe. Bedrijvendynamiek 2011-2012, in aantallen Bedrijvendynamiek 2011-2012, in % Vestigingen Werkgelegenheidseffect Vestigingen Werkgelegenheidseffect 1-4-2011 4.363 35.060 Oprichtingen 452 710 10,4% 2,0% Opheffingen -363-900 -8,3% -2,6% Saldo 89-190 2,0% -0,6% Vestiging 77 470 1,8% 1,3% Vertrek -46-160 -1,1% -0,5% Saldo 31 310 0,7% 0,9% Vestigingen met wp+ 355 1.370 8,1% 3,9% Vestigingen met wp- -421-1.290-9,6% -3,7% Saldo -66 80-1,5% 0,2% Correcties 0 0 0,0% 0,0% Groei 120 200 2,8% 0,6% 1-4-2012 4.483 35.260 Staat 3.3 Bedrijvendynamiek, 2011-2012 (peildatum: 1 april) Bron: Etil (VRL), 2013. Een deel van de oprichtingen betreft starters en slechts een klein deel van de opheffingen zijn het gevolg van faillissementen. In tegenstelling tot het Vestigingenregister Limburg houdt de Kamer van Koophandel (KvK) een expliciete registratie van deze juridische handelingen bij. Uit de cijfers van de KvK blijkt dat er in 2011 387 starters waren en 20 faillissementen (figuur 3.4). In de aantallen Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 22

starters en faillissementen is er nauwelijks sprake van een crisiseffect. Het aantal oprichtingen schommelt sinds 2007 tussen de 348 en 387, terwijl het aantal faillissementen rond de 20 blijft. 450 400 350 348 373 351 368 383 387 300 250 200 150 Starters Faillissementen 100 50 0-50 -20-22 -20-18 -18-20 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Figuur 3.4 Starters en faillissementen Roermond, 2007-2012 Bron: Kamer van Koophandel, 2013. 3.4 Toerisme, recreatie en detailhandel Toerisme, recreatie en detailhandel zijn voor de gemeente Roermond belangrijke economische pijlers. De gemeente investeert dan ook onder andere in de gezamenlijke ontwikkeling van het toeristisch-recreatief van de Maasplassen en (duurzaam) toerisme en recreatie in de stad zelf en in de directe omgeving. Hier wordt daarom ingegaan op de Roermondse toeristische sector en de detailhandel. Evenals de voorgaande jaren is de totale verkoopoppervlakte van de horeca- en cateringbedrijven in Roermond in 2012 weer gestegen en wel met bijna 4% (staat 3.4). De grootste stijging was er in de restaurantsector (22%). Ook de hotelsector en de fastservicesector kenden een stijging (respectievelijk 5 en 2%). Daarentegen kende de drankensector een afname van de verkoopoppervlakte (-6%). 2008 2009 2010 2011 2012 2011-2012 Drankensector 11.926 11.167 11.358 12.146 11.392-6,2% Fastfoodsector 4.806 5.456 6.009 6.212 6.318 1,7% Restaurantsector 7.325 7.873 7.524 7.335 8.923 21,6% Hotelsector 4.103 4.103 4.133 4.392 4.612 5,0% Totaal 28.160 28.599 29.024 30.085 31.245 3,9% Staat 3.4 Verkoopoppervlakte horeca- en cateringbedrijven (m 2 ), 2008-2012 Bron: Bedrijfschap Horeca en Catering, 2012. In 2013 bedroeg het aantal kamers in Roermond 352 en het aantal bedden 697 (staat 3.5). Dit is een redelijk forse toename ten opzichte van 2011, respectievelijk 16 en 14%. Deze toename is voornamelijk te danken aan de komst van een nieuw hotel. De ontwikkelingen in de hotelsector worden ook zichtbaar als gekeken wordt naar het aantal overnachtingen. Het aantal overnachtingen Sociaal Economische Verkenning Roermond 2013 23