BIOTOOPSTUDIE HET BOS DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in het secundair onderwijs. Deze bundel geeft een overzicht welke doelen behandeld zijn indien het volledige traject wordt doorlopen, dit is de voorbereiding op school, het bezoek in een NME-centrum en de naverwerking, terug op school, eventueel als BZL-lessen. INHOUD voor het vak natuurwetenschappen : a. vakgebonden eindtermen b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) c. leerplandoelstellingen in het gemeenschapsonderwijs (GO!) d. vakoverschrijdende eindtermen i. bij traject (enkel domeinbezoek) ii. bij traject 2 (voorbereiding en naverwerking gebeurt onder begeleiding van de vakleerkracht) iii. bij traject 3 (voorbereiding, naverwerking in BZL-vorm)
a. Vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen in de eerste graad van het secundair onderwijs. 9 20 2 2 2 2 De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren aangepast zijn aan hun omgeving. De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld van een biotoop aantonen dat organismen een levensgemeenschap vormen waarin voedselrelaties voorkomen. De leerlingen kunnen in concrete voorbeelden aantonen dat de omgeving het voorkomen van levende wezens beïnvloedt en omgekeerd. De leerlingen kunnen in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. De leerlingen kunnen onder begeleiding een natuurwetenschappelijk probleem herleiden tot een onderzoeksvraag en een hypothese of verwachting over deze vraag formuleren. De leerlingen kunnen onder begeleiding bij een onderzoeksvraag gegevens verzamelen en volgens een voorgeschreven werkwijze een experiment, meting of terreinwaarneming uitvoeren. De leerlingen kunnen van de grootheden lengte, temperatuur, snelheid de eenheden en symbolen in contexten en opdrachten toepassen. De leerlingen kunnen gehanteerde wetenschappelijke concepten verbinden met dagelijkse waarnemingen, concrete toepassingen of maatschappelijke evoluties. De leerlingen kunnen het belang van biodiversiteit verbinden met een meer duurzame levensstijl 2 biotooponderzoek bos
b. Leerplandoelstellingen natuurwetenschappen ste graad in het vrij onderwijs (VSKO). leerplannummer : D/200//00 Voor biotoopstudie wordt uur voorgesteld. doelnr eindterm algemeen doel beschrijving doel B2 B / B B B B 9 3 2 3 2 Determineerkaarten hanteren om de verscheidenheid bij bloemplanten te ontdekken. In gegeven concrete voorbeelden weergeven hoe bloemplanten op verschillende manieren aangepast zijn aan hun omgeving. Vanuit waarnemingen een grote verscheidenheid aan organismen in een biotoop vaststellen en een aantal van deze organismen benoemen. Een aantal abiotische factoren meten en de resultaten weergeven. Aantonen dat de variatie in het voorkomen van organismen afhankelijk is van een aantal abiotische factoren. In een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu positief en negatief beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. voorverwerking 3
c) Leerplandoelstellingen natuurwetenschappen ste graad in gemeenschapsonderwijs. de leerlingen kunnen : doelnr eindterm beschrijving doel leerinhoud 2 2 2 29 9 30 32 33 9 / de bouw van dieren in verband brengen met hun levenswijze. in een biotoop gerichte waarnemingen uitvoeren en enkele abiotische factoren bepalen en weergeven. met voorbeelden illustreren dat de abiotische factoren het voorkomen van planten en dieren beïnvloedt en omgekeerd. met concrete voorbeelden aangeven hoe bloemplanten op verschillende manieren aangepast zijn aan hun omgeving. in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor het ecologische evenwicht kan gewijzigd worden. met voorbeelden aantonen dat organismen in een biotoop een levensgemeenschap vormen waarin voedselrelaties voorkomen (producenten, consumenten, reducenten) met voorbeelden illustreren dat variatie binnen een soort en tussen verschillende soorten belangrijk is. in een concreet voorbeeld aantonen dat de mens natuur en milieu positief en negatief beïnvloedt en dat hierdoor ecologische evenwichten kunnen gewijzigd worden. de begrippen warmte en temperatuur onderscheiden en de temperatuur in verband brengen met het deeltjesmodel van de materie aanpassingen van dieren aan de omgeving biotoopstudie samenhang tussen de abiotische factoren en het voorkomen van planten en dieren aanpassingen van bloemplanten aan hun omgeving ecologisch evenwicht biotische en abiotische factoren producenten, consumenten en reducenten levensgemeenschappen het belang van biodiversiteit ecologisch evenwicht warmte als energiebron temperatuur als maat van beweging van de deeltjes biotooponderzoek bos
d) Vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs. traject en 2 : context stamdoelen exploreren : De leerlingen benutten leerkansen in diverse situaties. 3 9 9 2 2 flexibiliteit : De leerlingen zijn bereid zich aan te passen aan wisselende eisen en omstandigheden. samenwerking : De leerlingen dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen. zorgvuldigheid : De leerlingen stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen. zorgzaamheid : De leerlingen dragen zorg voor de toekomst van zichzelf en de ander. contextdoelen De leerlingen zoeken naar mogelijkheden om zelf duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen. De leerlingen zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. De leerlingen tonen interesse en uiten hun appreciatie voor de natuur, het landschap en het cultureel erfgoed. De leerlingen voelen de waarde aan van natuurbeleving en het genieten van de natuur. traject 3 : BZL-les zie traject en 2, hierbij komen : leren leren De leerlingen werken ordelijk. De leerlingen oriënteren zich in overzichtelijke informatie door gebruik te maken van vormkenmerken. De leerlingen raadplegen adequaat een documentatiecentrum, bibliotheek en multimedia. De leerlingen kunnen samenhangende informatie begrijpen en analyseren door de 9 betekenis van woorden, begrippen en zinnen, waar mogelijk uit de context af te leiden of op te zoeken. ICT De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid het te gebruiken. De leerlingen kunnen met behulp van ICT digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. voorverwerking