Opdracht 1 Je gaat met de klas naar een cd luisteren. Op de cd staat een liedje in streektaal. Hieronder zie je de tekst van het liedje staan. Taalles Völle mèènse hebt wat meuite met het Sallaands dialect. A j wat zegt in d oalde sproake, dan begriept ze t neet direct. Veur dee leu wi k s preberen weurde, dee wat meuiluk zint een klein bettie oet te leggen, s kieken, wat ze d r van vindt. A w plezeer hebt, zegg wiej wille, n lippend wich is n huilend kind. Krieten (vrogger zèè n ze wenen ) Doo j a j heel arg treurig zint. Mangs is soms, en aait is altijd, overhemd is boezeroen. Willemoods dat is moedwillig, teumig goat, dee t niks meer doen. n Pantalon neume wiej bokse, doar zit vake n noazuk in. Iejleu neumt det dan een broekzak, doar doo wiej de knippe in. n Lauwman is wee neet wul warken, tooverdan is: op den duur en t wisse t is de woarheid, kats van de wieze overstuur... Och, het is neet meer zo neudig, Da j de moodersproake kent, Mar het helpt oe wal, a j vrömd zint, Da j mekare gaauwer kent! Henk Pool (1925-2001) Heb je begrepen waar het liedje over gaat? Op de volgende pagina kun je de vertaling in het Nederlands lezen.
Taalles Veel mensen hebben nog al moeite met het Sallands dialect. Als je iets zegt in dat dialect, begrijpen ze je niet meteen. Voor die mensen ga ik proberen woorden, die wat moeilijk zijn, een klein beetje uit te leggen. 's Kijken, wat ze ervan vinden. Als we plezier hebben, zeggen we wille, 'n lippend wich is een huilend kind. Krieten (vroeger zei men 'wenen') doe je, als je heel erg treurig bent. Mangs is soms, en aait is altijd, overhemd is boezeroen. Willemoods dat is moedwillig, teumig goan is niks meer doen. Een pantalon noemen we bokse, Daar zit vaak een noazuk in. Jullie noemen dat dan een broekzak, daar doen wij de portemonnee in. 'n Lauwman is een werkschuw iemand, tooverdan is op den duur en 't wisse is de waarheid, kats van de wieze overstuur... Och, het is niet meer zo nodig, dat je het dialect kent. Maar het helpt je wel in den vreemde, want dan leer je elkaar gauwer kennen. Henk Pool (1925-2001)
Opdracht 2 Beantwoord nu de volgende vragen over het gedicht: 1. Waar gaat het gedicht over? 2. Waarom is het toch wel handig als je de streektaal spreekt? 3. Hoe zeg je in de streektaal: mensen.................................................................... huilend kind................................................................ soms...................................................................... overhemd.................................................................. broekzak................................................................... portemonnee............................................................... overstuur...................................................................
Opdracht 3 Jullie hebben ook een soort eigen taal die jullie verstaan, maar anderen niet. Denk maar eens aan sms jes. Of de afkortingen die je gebruikt als je op MSN zit. En je kent toch ook wel afbeeldingen, zoals smileys? In deze opdracht ga je een ook een gedicht schrijven. Dat gedicht gaat over je eigen leven. Je doet het zo: 1. Schrijf een gedicht over je eigen leven in moderne taal, met smileys, afkortingen enzovoort. (denk aan ajb = alsjeblieft, d8 = dacht, thx = thanks/bedankt of w8 ff = wacht even en de smileys die je misschien wel eens gebruikt) Het gedichtje moet in elk geval 4 zinnen lang zijn, maar je mag ook meer zinnen bedenken. 2. Als je gedicht klaar is, maak je een vertaling in de taal waarin je normaal schrijft. 3. Laat het gedicht aan je ouders lezen. 4. Begrijpen je ouders waar het gedicht over gaat? Waarom wel / niet, denk je? 5. Laat het gedicht daarna aan je opa en oma lezen. 6. Begrijpen zij waar het gedicht over gaat? Waarom wel / niet denk je? Als je niet weet hoe je moet beginnen, staan hieronder een paar voorbeeldzinnetjes: Ik wou dat ik... Ik keek uit het raam en zie Ik zou zo graag Als mijn leven een tekenboek was Soms denk ik (aan) In mijn dromen
Mijn gedicht: Mijn gedicht: