'Moederdocument' Afspraken Uitvoering Reorganisatie Politiewet 2012 Organisatieonderdeel Programma Personele Reorganisatie Bijlage 6 / 16 Opdracht Commissie Functievergelijking Contactpersoon Y. Hoektra Functie sr. Juridisch adviseur arbeidszaken Bezoekadres Telefoon 06 525 28 411 E-mail Yktje.hoekstra@groningen.politie.nl Internet www.politie.nl Datum 24 juli 2014 Blad 1/6 Commissie Functievergelijking Opdracht
Blad 2/6 Voorblad Documentgegevens Auteur(s) E.L.J. van der Peet/Y.A. Hoekstra Titel Commissie Functievergelijking Opdracht Versie 1.0 Documentnaam ppr cfv opdr 20140717 vs 1.0.doc Status Ter vaststelling Datum 24 juli 2014 Wijzigingshistorie Datum Versie Status Wijzigingen 17-6-2014 0.1 Concept Basisversie bespreking KSG 17-07-2014 0.2 Concept Opmerkingen verwerkt KSG. Punt Aanvullende Kaders toegevoegd door programmadirectuer 24-07-2014 1.0 Ter vaststelling Het document is op 24/7 in het 4PO besproken en ligt nu vaststelling voor aan de KL. Distributielijst Versie Datum Naam 0.1 17-06-2014 KSG 0.1 07-07-2014 KLO ter kennisname 0.2 24-07-2014 4PO 1.0 24-07-2014 KLO ter vaststelling Besluitvorming Versie Datum Naam 1.0 28-07-2014 KLO
Blad 3/6 1. Inleiding 4 2. Functievergelijking 4 3. Taak van de commissie 4 4. Samenstelling van de CFV 5 5. Input 5 6. Resultaat 6 7. Werkwijze van de commissie 6 8. Aanvullende kaders 6 9. Ondersteuning van de CFV 6 10. Voorbereiding 6
Blad 4/6 1. Inleiding In het kader van de personele reorganisatie in verband met de totstandkoming van de Nationale Politie, de zogenoemde reorganisatie Politiewet 2012, zijn afspraken op hoofdlijnen gemaakt over de aanpak van de personele reorganisatie. Een belangrijk onderdeel binnen dat reorganisatieproces vormen de afspraken die zijn gemaakt over de wijze waarop functievergelijking plaatsvindt. Nadat is vastgesteld in welk team het taakgebied van het feitelijk samenstel van opgedragen werkzaamheden op de peildatum voor de reorganisatie terugkeert, wordt vervolgens vastgesteld of de LFNP-functie van de medewerker voorkomt in de formatie van dat team, dan wel of genoemd samenstel van werkzaamheden vergelijkbaar of uitwisselbaar is met een functie in de formatie van het team. 2. Functievergelijking Conform artikel 55l van het BARP volgt een medewerker een functie waarvan is vastgesteld dat deze vergelijkbaar of uitwisselbaar terugkeert in de nieuwe organisatie. Deze vaststelling komt tot stand door functievergelijking. Deze functievergelijking in de personele reorganisatie totstandkoming nationale politie kent de volgende aanpak: Op basis van het samenstel van opgedragen werkzaamheden vastgelegd in de uitgangspositie voor de overgang naar een LFNP-functie wordt bepaald in welk taakgebied/werkveld de medewerker werkzaamheden zijn opgedragen; Aan de hand daarvan wordt bepaald in welk team/teams of onderdelen van teams in de nieuwe formatie dit taakgebied/werkveld terugkeert. Het resultaat daarvan wordt weergegeven in de zogenoemde Van werk naar team -tabellen; Die tabellen worden ter advisering aan de centrale ondernemingsraad aangeboden. Vervolgens wordt vastgesteld of de gematchte LFNP-functie van de medewerker voorkomt in de formatie van het desbetreffend team, of als dat niet zo is het genoemde samenstel van opgedragen werkzaamheden vergelijkbaar of uitwisselbaar is met een functie in de formatie van het team. Voor deze laatste vergelijking bestaat een commissie die de korpschef hierover adviseert. Bij de beoordeling of de LFNP-functie van de medewerker voorkomt in de formatie van het betreffende team worden werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten buiten beschouwing gelaten. Een functie is vergelijkbaar of uitwisselbaar als het taakgebied/werkveld terugkeert in een team in de nieuwe organisatie en de LFNP-functie van de medewerker voorkomt in de formatie van dat team, dan wel het genoemde samenstel van opgedragen werkzaamheden vergelijkbaar of uitwisselbaar met een functie in de formatie van het team. Medewerkers met een vergelijkbare of uitwisselbare functie worden in de reorganisatie Politiewet 2012 allen aangewezen als functievolger, ongeacht de formatieruimte in de functie. 3. Taak van de commissie De taak van de commissie is om in de volgende gevallen tot een beoordeling te komen: in de zogenoemde werk-naar-team-beoordeling is vastgesteld dat het taakgebied/werkveld van de opgedragen werkzaamheden op de peildatum voor de reorganisatie terugkeert in een team, meer teams, of onderdelen van teams in de nieuwe formatie; de LFNP-functie (generiek) van de medewerker komt niet voor in de formatie van dat team.
Blad 5/6 De commissie beoordeelt in deze gevallen of het feitelijk samenstel van opgedragen werkzaamheden dat is vastgelegd in de uitgangspositie van de medewerker voor de overgang naar een LFNP-functie, vergelijkbaar of uitwisselbaar is met een functie in het desbetreffende team. Deze beoordeling is een advies aan de korpschef. De commissie adviseert de korpschef schriftelijk en gemotiveerd waarom er naar haar menig wel of geen sprake is van een vergelijkbare of uitwisselbare functie binnen het team. De korpschef neemt daarop de beslissing of de medewerker alsnog moet worden aangemerkt als mogelijk functievolger, dan wel als mogelijk herplaatsingskandidaat. 4. Samenstelling van de CFV In deze commissie, zijn de volgende partijen met 1 lid vertegenwoordigd: de werkgever; de vakorganisaties; de Centrale Ondernemingsraad. Partijen dragen zorg voor het aandragen van een lid en een plaatsvervangend lid. De commissie heeft, anders dan de Plaatsingsadviescommissie (PAC), geen formele basis in het Barp of de Regeling LSS en heeft ook niet de status van een paritaire commissie. De commissie beoordeelt op basis van haar deskundigheid en zonder belangentegenstellingen. De CFV werkt in beginsel met 1 kamer. Indien noodzakelijk wordt een tweede kamer toegevoegd. In de kamer zijn bovengenoemde partijen met 1 lid vertegenwoordigd. Elk van de partijen draagt zorg voor een geschikte vertegenwoordiging in de CFV voor het doel waarvoor de commissie in het leven is geroepen. Dat betekent dat leden deskundig zijn op het gebied van functietaal (functiebeschrijven en waarderen), kennis hebben van de oude en nieuwe politieorganisatie, zicht hebben op het reorganisatieproces, bereid zijn argumenten uit te wisselen en samen te werken met vakgenoten. 5. Input Aan de commissie worden alle relevante en voor haar taak noodzakelijke schriftelijke stukken ter beschikking gesteld. Dat betekent dat de commissie voor elk geval dat haar wordt voorgelegd de beschikking krijgt over de Van werk naar team -tabel van het desbetreffende reorganisatiegebied, het inrichtingsplan en formatieplan m.b.t. het desbetreffende team, de voor de medewerker vastgestelde uitgangspositie voor de overgang naar een LFNP-functie op de peildatum voor de reorganisatie. Wat betreft de uitgangspositie van de medewerker wordt in beginsel het opgedragen feitelijk samenstel van werkzaamheden zoals vastgelegd in de oude korpsfunctiebeschrijving als vertrekpunt genomen. De commissie wordt op haar verzoek aanvullende schriftelijke informatie verstrekt over het voornoemd samenstel van werkzaamheden en de opbouw en inrichting van het oorspronkelijke korps van de medewerker. Daarnaast beschikt de commissie over de tekst en toelichting van hoofdstuk VIIB Barp, de Regeling LSS en het hoofdlijnenakkoord. De informatie die de commissie voor haar taak nodig heeft wordt haar verstrekt door en onder verantwoordelijkheid van de programmadirecteur Programma Personele reorganisatie. Eventuele
Blad 6/6 verzoeken om nadere informatie dient de commissie in bij de programmadirecteur Programma Personele reorganisatie of een door haar aan te wijzen vervanger 6. Resultaat Voor de commissie is de uitkomst van de Van werk naar team -tabellen een gegeven. De gevallen die de commissie worden voorgelegd betreffen de situatie dat een taakgebied terugkeert in een team in de nieuwe organisatie, maar de LFNP-functie van de medewerker niet voorkomt in de formatie van dat team. Door middel van een beredeneerde vergelijking dient voor de aangeleverde gevallen beoordeeld te worden of het samenstel van opgedragen werkzaamheden zoals vastgelegd in de uitgangspositie voor overgang naar de LFNP-functie (het feitelijk samenstel van werkzaamheden op de peildatum), vergelijkbaar of uitwisselbaar is met een LFNP-functie in de formatie van het desbetreffende team. Van iedere vergelijking wordt een verslag opgesteld. 7. Werkwijze van de commissie De commissie bepaalt zelf haar werkwijze. De commissie is verantwoordelijk voor een juiste verslaglegging en de kwaliteit van haar schriftelijke en gemotiveerde adviezen aan de korpschef. Indien nodig kan de commissie extra expertise aanwenden. 8. Aanvullende kaders In aanvulling op 7 werkwijze commissie. De commissie zal op basis van deze opdracht haar werkwijze ontwikkelen. Zij zal haar werkwijze afstemmen met de programmadirecteur. Deze afstemming kan mogelijk, na overleg met en op aangeven van de opdrachtgever, nog leiden tot aanvullende kaders. 9. Ondersteuning van de CFV Aan de commissie wordt extra ondersteuning toegevoegd vanuit het programma Personele Reorganisatie en zo nodig aangevuld vanuit de respectievelijke projectteams Personele Reorganisatie uit de eenheden. Tevens zal aan de commissie administratieve ondersteuning worden verleend. 10. Voorbereiding Om de werkzaamheden van de commissie op een juiste wijze te laten plaatsvinden, zullen de leden van de commissie zo nodig nader worden geïnstrueerd over de achtergronden van de functiegebouwen van de oorspronkelijke regiokorpsen, het LFNP, de LFNP-matching, het nieuwe functiegebouw, de nieuwe inrichting (voor welk werk is de functie bedoeld) en het reorganisatieproces. Deze instructie zal vanuit het Programma Personele reorganisatie worden verzorgd