STUDIEGIDS 2015-2016 Toegepaste Psychologie DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT IVPS



Vergelijkbare documenten
STUDIEGIDS Culturele en Maatschappelijke Vorming DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS

STUDIEGIDS Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

STUDIEGIDS Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS DEELTIJD

STUDIEGIDS Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

OPLEIDINGSSTATUUT BACHELOROPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE

STUDIEGIDS Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD

STUDIEGIDS Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Informatie werkplekleren

Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening

STUDIEGIDS Culturele en Maatschappelijke Vorming DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS

Voorstelronde. Informatie brochure Praktijkleren Toegepaste psychologie

1a Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

STUDIEGIDS Opleiding Creatieve Therapie DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT IVPS

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

STUDIEGIDS Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD

Minor Creatieve Intelligentie

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Instituut voor Sociale Opleidingen

Sociaal Pedagogische Hulpverlening. SPH voltijd de opleiding en het werkveld.... voor haar een nieuwe liefde vindt

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Beoordelen in het HBO

Minor Toegepaste Psychologie

AANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening

OPLEIDINGSSTATUUT BACHELOROPLEIDING CREATIEVE THERAPIE

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Kennismakingsgesprek

Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2

Veel gestelde vragen bij je keuze voor Toegepaste Psychologie aan de HAN Nijmegen

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Algemene informatie afstudeerfase

Minor Licht Verstandelijk Beperkt

De 6 Friesland College-competenties.

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Studeren aan het hbo. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties?

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Programma van toetsing

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Leerplanschema Minor Psychologie

... haar helpt een toekomst op te bouwen. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. MWD voltijd de opleiding en het werkveld

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Opleidingsstatuut. voor de Bacheloropleiding. Opleidingskunde. van het Instituut voor Leraar en School. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Sport, Gezondheid en Management

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

NIEUW TWEEJARIGE HBO-OPLEIDING ASSOCIATE DEGREE PEDAGOGISCH PROFESSIONAL KIND EN EDUCATIE

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Concept: De basis van de praktijkroute. FC Extra

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

1. Eigenaarschap zelfstandigheid verantwoordelijkheid ondernemendheid zelfsturing en zelfregulatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Een flexibele deeltijdopleiding die inspeelt op de actualiteit van het sociaal werk

Programma van toetsing

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT VOOR VAKTHERAPEUTISCHE EN PSYCHOLOGISCHE STUDIES

Leraar voortgezet onderwijs

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek.

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Welzijn-Breed (Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgroepen) BOL

1. Interpersoonlijk competent

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie

HBO-BACHELOR (MODULAIR) Social Work DEELTIJD

ACADEMIEJAAR LEREN OP SCHOOL ÉN OP DE WERKPLEK. Graduaat in Maatschappelijk werk.

IPS EXCELLENTIEPROGRAMMA S STUDIEJAAR Domein Health Instituut Paramedische Studies

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

OPLEIDINGSSTATUUT BACHELOROPLEIDING CREATIEVE THERAPIE

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Erratum Studiegids. Bijlage Cursusbeschrijvingen Bacheloropleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (locatie Amersfoort) Deeltijd

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toegepaste Psychologie. Bachelor of Applied Psychology - Voltijd

reflectieopdrachten en door middel van het toepassen van het analysemodel in praktijkcases.

S TA G E S L I J N 5

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Transcriptie:

STUDIEGIDS 2015-2016 Toegepaste Psychologie DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT IVPS

2

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs... 7 1.1 Uitgangspunten van het onderwijs... 7 Hoofdstuk 2 Lesdagen en vakanties... 10 2.1 Lesdagen en lestijden... 10 2.2 Jaarplanning studiejaar 2015-2016... 11 Hoofdstuk 3 Doelen van de opleiding... 12 3.1 Waar de Sociale Studies voor opleiden... 12 3.2 De opleidingen in het domein Sociale Studies... 13 3.3 Dublindescriptoren: Internationale onderwijsnormen... 14 3.4 Het beroep HBO Toegepast Psycholoog... 14 3.5 Waar kun je werken?... 15 3.6 Beroepstaken en eindkwalificaties/competentie... 16 Hoofdstuk 4 Opbouw van de opleiding... 21 4.1 Onderwijsaanbod Toegepaste Psychologie... 21 4.2 Drie opleidingsniveaus... 22 4.3 Opleidingsvarianten... 23 4.4 Praktijk als leerbron... 23 4.5 Minoraanbod van de opleiding... 23 4.6 Tentamens en examens... 24 4.6.1 Tentamens... 25 4.6.2 Integrale toetsen... 26 4.6.3 Examens... 26 4.7 Toetsen van taal als onderdeel van professionele communicatie... 26 4.8 Toetsprogamma... 27 4.9 Aanwezigheidsregeling... 31 Hoofdstuk 5 Studieloopbaanbegeleiding... 32 Hoofdstuk 6 Praktische informatie... 33 Hoofdstuk 7 Interne organisatie... 35 7.1 Faculteiten, domeinen en instituten... 35 7.2 FGGM: management en organisatie op faculteits- en instituutsniveau... 35 7.3 Overleg en communicatie op instituutsniveau... 38 7.4 Examencommissie en Commissie Toelatingsonderzoek FGGM (leden)... 39 7.5 Medezeggenschap van studenten en medewerkers op HAN-, faculteits- en instituutsniveau (leden)... 39 7.6 Kwaliteitszorg op instituutsniveau... 41 Hoofdstuk 8 Studentenvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau... 43 8.1 Voorzieningen op locatie Kapittelweg... 43 8.2 Studentenondersteuning... 45 3

8.3 Studenteninformatievoorziening... 48 8.4 Overige voorzieningen... 49 8.5 Taalondersteuning... 51 8.6 Studeren met een functiebeperking of chronische ziekte... 52 Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens... 55 Deel 3: Beschrijving van het onderwijs... 56 Hoofdstuk 1 Curriculumoverzichten... 57 1.1 Samenstelling propedeutische fase... 57 1.2 Samenstelling postpropedeutische fase... 57 Hoofdstuk 2 Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen propedeutische fase... 58 2.1 Onderwijseenheden, propedeuse, niveau 1, 1e studiejaar... 58 2.2 Integrale toets propedeuse, niveau 1, 1e studiejaar... 89 Hoofdstuk 3 Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen postpropedeutische fase... 91 3.1.1 Onderwijseenheden, hoofdfase 1, niveau 2, 2e studiejaar... 91 3.1.2 Onderwijseenheden, hoofdfase 2, niveau 3, 3e studiejaar, praktijkleren... 121 3.1.3 Onderwijseenheden, hoofdfase 3, niveau 3, 4e studiejaar, afstuderen... 128 3.2.1 Integrale toets hoofdfase 1, niveau 2, 2 e studiejaar... 131 3.2.2 Integrale toets hoofdfase 3, niveau 3, 4e studiejaar, afstuderen... 132 Hoofdstuk 4 Verkorte programma s... 134 Hoofdstuk 5 Gecertificeerd minoraanbod van de opleiding... 135 Hoofdstuk 6 Opsomming onderwijseenheden van AD-graad naar Bachelorgraad... 136 Hoofdstuk 7 Eindkwalificaties HBO-bachelorgraad Toegepaste Psychologie... 137 Bijlagen... 142 Bijlage 1: Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut... 143 Bijlage 2: Relevante namen en adressen... 150 Bijlage 3: Plattegrond... 153 4

Inleiding Deze studiegids is onderdeel van het Opleidingsstatuut Instituut voor Vaktherapeutische en Psychologische Studies (IVPS) (deel 1 en 3). In deel 1 van deze studiegids vind je informatie over de opleiding Toegepaste Psychologie. Naast de opbouw van het onderwijs wordt beschreven welke beroepstaken en competenties in je opleiding centraal staan. Verder krijg je informatie over de organisatie van de opleiding, de invulling van studieloopbaanbegeleiding en de faciliteiten die er binnen de opleiding, het instituut of de HAN voor jou zijn. Ook krijg je de algemene informatie die voor alle HAN-studenten geldt, zoals de jaarplanning, de vakanties en de tentamen- en herkansingsperiodes. In deel 3 vind je onder meer een beschrijving van de onderwijseenheden en tentaminering, de integrale toetsen en de minoren van de opleiding. Je kunt het Opleidingsstatuut vinden op Scholar, de website van de HAN en op HAN Insite. We wensen je veel succes én veel plezier bij je studie. 5

Deel 1: Studiegids 6

Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs 1.1 Uitgangspunten van het onderwijs Beroepsonderwijs In elke opleiding van de hogeschool word je, als student, opgeleid tot startbekwaam beroepsbeoefenaar. Maar je leert meer. Je doet gedurende de opleiding niet alleen kennis op, je spiegelt deze ook aan de mening van anderen. Op die manier leer je keuzes te maken en je een mening te vormen over je vakgebied. Dat geeft je de mogelijkheid vakkennis en vakbekwaamheid toe te passen in nieuwe, onbekende en deels onvoorziene situaties. De maatschappij / het werkveld heeft behoefte aan mensen die oplossingen bedenken voor nieuwe problemen. We leren je kennis, een professionele houding en vaardigheden aan die je helpen om je werk als professional goed te doen en om te blijven werken aan je professionele ontwikkeling. Als je dat bereikt, ben je bekwaam (competent) voor het beroep. Goed beroepsonderwijs is afgestemd op ontwikkelingen in de samenleving en in het beroepenveld. Continu wordt aansluiting gezocht bij wat er wordt gevraagd van afgestudeerden; vorm en inhoud van het onderwijs zijn permanent in ontwikkeling met als doel om je zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Leren via beroepstaken Een belangrijke kernwaarde binnen de HAN is de centrale rol van de beroepspraktijk in het onderwijs. Het is onze opdracht je op te leiden tot een startbekwame beroepsbeoefenaar. Het leren via beroepstaken is daarbij een sturend uitgangspunt. Beroepstaken zijn betekenisvolle, hele taken zoals deze in al hun complexiteit in de werkelijkheid door de beroepsbeoefenaar worden uitgevoerd. Hele taak wil zeggen dat deze niet wordt opgeknipt in deelaspecten maar door jou steeds in zijn totaal wordt geoefend. De meeste beroepstaken doen een beroep op meerdere competenties. Theorie en praktijk vormen de basis van je studie bij de HAN. De toepassing van de theorie in de dagelijkse praktijk staat daarbij centraal. In de opleiding werk je aan opdrachten die rechtstreeks aan de praktijk zijn ontleend. Je oefent ook in de praktijk zelf met de beroepstaken uit de praktijk. Wij richten ons daarom op realistische beroepstaken. Door te werken met beroepstaken die representatief zijn voor het beroep, ontwikkel je in de loop van de opleiding de competenties waarmee je na het behalen van je bachelordiploma als beginnend beroepsbeoefenaar op hbo-niveau kunt werken. De competenties en de beroepstaken komen door de hele opleiding als een rode draad terug, steeds op een hoger niveau. De opleidingsniveaus vind je in paragraaf 4.2 van deel 1. Zelfsturing Met ons onderwijs willen wij je leren om zelfstandig beroepstaken uit te voeren, je beroepshandelen te verbeteren en zelfstandig je loopbaan te ontwikkelen. Het gaat niet alleen om het succesvol afronden van je studie, maar ook om het blijvend succesvol functioneren in het werkveld. Voor jou zal het neerkomen op een geleidelijke ontwikkeling van minder naar meer zelfsturing en van afnemende sturing door docenten. Je leert in de opleiding hoe je door een actieve inzet optimaal kunt leren en je leert vaardigheden die je helpen om ook na je studie te blijven werken aan je professionele ontwikkeling. Aan het einde van je opleiding verwachten we meer zelfsturing van je dan aan het begin. Logisch, want het is natuurlijk de bedoeling dat je groeit in je ontwikkeling. Uiteindelijk ben je zelf verantwoordelijk voor je eigen groeiproces, maar waar nodig staat je studieloopbaanbegeleider (deeltijd/duaal: leercoach) je met raad en daad terzijde. Zelfsturing gaat over HOE je leert (steeds zelfstandiger) en over WAT je leert: het kiezen van de inhoud. Verderop kun je lezen welke keuzemogelijkheden er zijn. Flexibilisering Flexibilisering is een belangrijk uitgangspunt. Je hebt in ieder geval 30 studiepunten vrije keuzeruimte in je opleiding om je opleiding te verbreden of te verdiepen. Wij noemen die keuzeruimte een minor. Hierdoor heb je de mogelijkheid je te richten op specifieke vragen van de arbeidsmarkt en je geeft vorm aan eigen profilering. 7

Daarnaast zijn er mogelijkheden voor excellente studenten om extra onderwijs te volgen in de vorm van een extra minor of extra onderwijseenheden. Zie ook: Onderwijs en Examenregeling, Artikel 3.7 Uitbreiding studielast. Internationale oriëntatie De sociale opleidingen willen professionals afleveren die in staat zijn om te gaan met culturele diversiteit en die hun beroep in internationaal perspectief kunnen ontwikkelen, zowel wanneer deze professionals werkzaam zijn in eigen land als in het buitenland. Onderdeel van je opleiding is dan ook dat je je voorbereidt op een steeds intercultureler wordende beroepspraktijk. Wanneer je in je opleiding tot sociale professional een oriëntatie aangeboden krijgt op de internationale aspecten van je toekomstige beroep en/of ook vanuit een internationaal perspectief naar je beroep leert kijken, maakt dat jou een betere en kritischer professional. Een blik op het buitenland is noodzakelijk, omdat kennis en ervaring vanuit het buitenland het handelen vanuit je eigen cultuur relativeert. Ook leidt het ertoe dat je als reflectieve professional flexibeler bent en meer open kunt staan voor feedback. Kennis over en ervaring met het sociale beroep in andere landen helpen je om kritisch te kijken naar het beroep in Nederland en stimuleren je om actief te zoeken naar innovaties. Internationalisering en interculturalisering komen in je opleiding op verschillende manieren aan bod. Er is in het onderwijs ruimte gemaakt voor kennis van de internationale context van het beroep. Je krijgt te maken met internationale casuïstiek, anderstalige literatuur, internationale gastdocenten en uitwisseling met buitenlandse studenten. Deze uitwisseling vindt bijvoorbeeld plaats in een international classroom, maar ook in de International Week voor tweedejaars studenten en op de World Social Work Day, die beide jaarlijks georganiseerd worden. Deze uitwisseling kan ook online plaatsvinden: via Collaborative Online International Learning is het bijvoorbeeld mogelijk om met studenten van internationale universiteiten en hogescholen samen te werken aan opdrachten. Daarnaast is er uiteraard de mogelijkheid om een deel van je stage en / of studie (bijvoorbeeld de minor) in het buitenland te volgen. International Week. In studiejaar 2015-2016 wordt de International Week georganiseerd van 2 tot en met 5 februari 2016. Het doel van deze International Week is om jou in contact te brengen met de internationale context van het sociale werk. Tijdens deze week wordt alle tweedejaars studenten een programma aangeboden vol lezingen en workshops over internationale ontwikkelingen in het werkveld, cultuurverschillen, (internationale) organisaties en de door hen gebruikte methoden. Deze lezingen en workshops worden verzorgd door (internationale) gastdocenten. Daarnaast wordt er een uitwisseling tussen eigen studenten en internationale studenten tot stand gebracht. Om te zorgen dat je volop van deze week kunt leren, heeft je opleiding een opdracht gekoppeld aan de International Week. Instructie ontvang je in een voorbereidende bijeenkomst en de week wordt afgesloten met een presentatie van de resultaten. World Social Work Day. De World Social Work Day is op dinsdag 15 maart 2016. De World Social Work Day wordt internationaal gevierd. Het is een dag in het jaar waarin we stilstaan bij de verworvenheden en successen van het sociaal werk. Ook jouw opleiding besteedt hier aandacht aan en organiseert jaarlijks samen met de andere sociale opleidingen voor haar studenten en docenten een World Social Work Day-debat. In verschillende vormen gaan studenten, docenten en professionals uit de praktijk in gesprek over belangrijke thema s en ontwikkelingen in het sociaal werk. Onderwijsleergemeenschappen De opleidingen van het instituut werken aan het inrichten van onderwijsleergemeenschappen. Dit zijn kleinschalige samenwerkingsverbanden waarin studenten, docenten en werkveld samen een optimale leeromgeving voor de studenten realiseren. Zo n leeromgeving is uitdagend en stimulerend: studenten, docenten, lectoren en werkveld gaan samen actief op zoek naar actuele ontwikkelingen in het werkveld en het beroep en de rol van de professional daarin. De onderwijsleergemeenschap zoekt uit hoe studenten zich daarop goed kunnen voorbereiden en hoe docenten en praktijkbegeleiders hen daarbij kunnen ondersteunen. Er bestaan al onderwijsleergemeenschappen binnen lectoraten, waarin studenten, docenten, professionals uit het werkveld en lectoren onderzoek doen rondom een gemeenschappelijk thema. Bijvoorbeeld het project HAN BOOTcamp waarin op locatie gewerkt wordt aan wijk- en buurtverbeteringen. Sinds studiejaar 2013-2014 is een onderwijsleergemeenschap voor deeltijdstudenten, docenten en werkveld ingericht. 8

Toetsing en beoordeling Of je in voltijd, in deeltijd of duaal studeert, je wordt getoetst op dezelfde, voor de opleiding geformuleerde eindkwalificaties. Daarbij wordt gestreefd naar een maximale validiteit en betrouwbaarheid. Bij validiteit stellen we ons de vraag of het tentamen dat meet wat hij zou moeten meten. Bij betrouwbaarheid kijk je naar de vergelijkbaarheid van de resultaten. Onderwijseenheden Onderwijseenheden zijn georganiseerd rondom beroepstaken. Onderwijseenheden hebben als basis een omvang van 7,5 studiepunten of een veelvoud daarvan. In het belang van de kwaliteit van het onderwijs kan een onderwijseenheid een studielast van 2,5 studiepunten of een veelvoud daarvan omvatten. Zij worden geprogrammeerd binnen de vier onderwijsperioden van het HAN-jaarrooster. Studieloopbaanbegeleiding(voltijd) / Leercoaching (deeltijd/duaal) De HAN hecht er aan je zorg en ondersteuning te bieden bij het studeren aan de HAN en bij het inrichten van je studie. Studieloopbaanbegeleiding is daarom een belangrijk aspect van het HAN - onderwijs. De studieloopbaanbegeleider (voltijd) / leercoach (deeltijd) helpt je bij het ontwikkelen van de zelfsturing die je nodig hebt om je studie te volbrengen. Naast het bovengenoemde is hij voor jou het eerste aanspreekpunt in bijzondere situaties, bijvoorbeeld als de studie niet zo verloopt als je gepland had of bij langdurige ziekte of functiebeperking. De studieloopbaanbegeleider kan je helpen wegen te zoeken om je resultaten bij de studievoortgang te verbeteren. Een bijzondere taak van de studieloopbaanbegeleider is het ondersteunen bij het kiezen van een minor in de hoofdfase van je opleiding. Wat wordt van de student gevraagd De vraag of je je doelen bereikt, is voor een belangrijk deel afhankelijk van je eigen inzet. Wij verwachten dat je doordachte keuzes maakt in je leerproces, dat je actief deelneemt aan het onderwijs, dat je aanwezig bent en je tijd vrijmaakt voor zelfstudie. Alleen dan kun je je studie succesvol afronden. Je krijgt het druk, maar de beloning is hoog: je beheerst straks een prachtig vak waar je je hele leven plezier van hebt. 9

Hoofdstuk 2 Lesdagen en vakanties 2.1 Lesdagen en lestijden Propedeuse jaar Op elke werkdag van de week kunnen les- en andere bijeenkomsten ingeroosterd worden. Optioneel kan gebruik worden gemaakt van avonden voor lessen en/of toetsen. Hoofdfase 1 Vanaf periode 2 wordt voor het tweede jaar de dinsdag en de donderdagochtend niet geroosterd in verband met stage. Optioneel kan gebruik worden gemaakt van avonden voor lessen en/of toetsen. Hoofdfase 2 (praktijkleren) Lesbijeenkomsten op vrijdag. Hoofdfase 3 (afstuderen) Op elke werkdag van de week kunnen les- en andere bijeenkomsten ingeroosterd worden. Streven is om de lesbijeenkomsten en het ondersteunend onderwijs op twee dagen in te roosteren. Standaardoverzichten van lesuren en lestijden Lesuur Lestijd 0 08:00 08:45 1 08:45 09:30 2 09:30 10:15 pauze 3 10:30 11:15 4 11:15 12:00 5 12:00 12:45 6 12:45 13:30 7 13:30 14:15 8 14:15 15:00 pauze 9 15:15 16:00 10 16:00 16:45 11 16:45 17:30 12 17:30 18:15 13 18:15 19:00 14 19:00 19:45 15 19:45 20:30 16 20:30 21:15 17 21:15 22:00 10

2.2 Jaarplanning studiejaar 2015-2016 Week Datum P/week Onderwijsweek Bijzonderheden 34 17-aug-15 start 1 Herkansingen / opstart 35 24-aug-15 start 2 HAN-Introductie 36 31-aug-15 1.1 3 Start 1 e semester 37 7-sep-15 1.2 4 38 14-sep-15 1.3 5 39 21-sep-15 1.4 6 40 28-sep-15 1.5 7 41 5-okt-15 1.6 8 42 12-okt-15 1.7 9 43 19-okt-15 1.8 10 44 26-okt-15 herfstvakantie 24 t/m 1 november 45 2-nov-15 1.9 11 46 9-nov-15 2.1 12 47 16-nov-15 2.2 13 48 23-nov-15 2.3 14 49 30-nov-15 2.4 15 50 7-dec-15 2.5 16 51 14-dec-15 2.6 17 52 21-dec-15 kerstvakantie Kerstmis, vrijdag 25 + zaterdag 26 december 53 28-dec-15 kerstvakantie Nieuwjaar, vrijdag 1 januari 2016 1 4-jan-16 2.7 18 2 11-jan-16 2.8 19 3 18-jan-16 2.9 20 4 25-jan-16 2.10 21 5 1-feb-16 3.1 22 Start 2 e semester. International Week 6 8-feb-16 voorjaarsvakantie Carnaval 7 t/m 9 februari 7 15-feb-16 3.2 23 8 22-feb-16 3.3 24 9 29-feb-16 3.4 25 10 7-mrt-16 3.5 26 11 14-mrt-16 3.6 27 World Social Work Day: dinsdag 15 maart 12 21-mrt-16 3.7 28 Goede vrijdag, 25 maart 13 28-mrt-16 3.8 29 Pasen, zondag 27 + maandag 28 maart 14 4-apr-16 3.9 30 15 11-apr-16 3.10 31 16 18-apr-16 4.1 32 17 25-apr-16 4.2 33 Koningsdag, woensdag 27 april 18 2-mei-16 meivakantie Bevrijdingsdag + Hemelvaartsdag, donderdag 5 mei 19 9-mei-16 4.3 34 20 16-mei-16 4.4 35 Pinksteren, zondag 15 + maandag 16 mei 21 23-mei-16 4.5 36 22 30-mei-16 4.6 37 23 6-jun-16 4.7 38 24 13-jun-16 4.8 39 25 20-jun-16 4.9 40 26 27-jun-16 4.10 41 27 4-jul-16 afsluit 42 Diploma-uitreikingen / jaarafsluiting 28 11-jul-16 afsluit 43 Diploma-uitreikingen / jaarafsluiting 29-33 18-jul-16 zomervakantie 34 22-aug-16 start 1 Herkansingen / opstart 11

Hoofdstuk 3 Doelen van de opleiding 3.1 Waar de Sociale Studies voor opleiden 1 De HAN verzorgt 6 opleidingen voor sociale professionals: Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV), Maatschappelijke werk en Dienstverlening (MWD), Sociaal Pedagogische hulpverlening (SPH), Pedagogiek, Creatieve Therapie opleidingen (CTO) en Toegepaste Psychologie (TP). Grofweg zijn deze HAN-opleidingen als volgt te kenmerken 2 : CMV, MWD en SPH) hebben een lange traditie als sociaal-agogische ofwel social work-opleidingen. Later heeft pedagogiek (met als kern educatie / opvoedkunde) zich daarbij gevoegd. De opleidingen Creatieve Therapie en Toegepaste Psychologie hebben social work mede als basis, maar kennen daarnaast een sterke gerichtheid op een geheel eigen beroepsdomein (CTO) of body of knowledge (TP). In de beroepspraktijk kunnen afgestudeerden van de Sociale Studies van de HAN te maken krijgen met onderwerpen op het brede terrein van de zorg en welzijn in diverse settingen, van straathoek, sportclub, wijkcentrum en arbeidsorganisaties tot instellingen voor langdurige zorg en (psychiatrische) ziekenhuizen. Regelmatig zullen zij samenwerken met werkers die zijn opgeleid bij studies op het terrein van de (para)medische gezondheidszorg. Het sterkst geldt dit voor creatief therapeuten en toegepaste psychologen. Sociale professionals richten zich op het bevorderen van de kwaliteit van leven van mensen in hun sociale omgeving: gezin/familie, vrienden, buurt, en samenleving. De internationale definitie van sociaal werk uit 2014 stelt het zo: Het doel van sociale professionals is om mensen in staat te stellen hun mogelijkheden ten volle te ontwikkelen, hun leven te verrijken en sociale problemen te voorkomen. Het sociale werk is voortgekomen uit humanitaire en democratische idealen. Het is gebaseerd op mensenrechten en streven naar gelijkheid, waarde en waardigheid voor alle mensen en sociale rechtvaardigheid. De sector zorg en welzijn is voortdurend in beweging onder invloed van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. In het tweede decennium van de 21 e eeuw voltrekken zich in Nederland een aantal ingrijpende veranderingen, die zijn vastgelegd in vier wetten: de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning), de Wet Langdurige Zorg, de Participatiewet en de Wet op de Jeugdzorg. Veranderingen in de samenleving en de noodzaak om sociale ondersteuning en hulpverlening betaalbaar te houden hebben geleid tot deze wetten, die het einde van de verzorgingsstaat betekenen. Het streven is zo groot mogelijke zelfregie en volwaardige participatie voor alle mensen. Daarbij wordt een groter beroep gedaan op de zelfredzaamheid en onderlinge ondersteuning in de eigen omgeving. In de (para)medische gezondheidszorg zien we soortgelijke ontwikkelingen om mensen zo min mogelijk afhankelijk te maken van professionele zorgverlening. Preventie, ofwel: voorkomen dat mensen zorg of ondersteuning nodig hebben, is een steeds belangrijker aandachtsgebied waarop de sociale en (para)medische professionals samenwerken. De bedoelingen van de nieuwe wetten passen bij de uitgangspunten van sociale professionals zoals die verwoord zijn in de internationale definitie van sociaal werk en in de beroepsprofielen van creatief therapeuten en toegepast psychologen. Als deskundigen op het gebied van interactie tussen mensen en hun omgeving hebben sociale professionals de opdracht om deze bedoelingen te realiseren. Sociale professionals weten dat zij oog moeten hebben voor de mogelijkheden en de grenzen van de nieuwe werkwijzen. Ontwikkelingen in de samenleving kunnen voor individuen en groepen mensen verschillend uitpakken, al naar gelang hun mogelijkheden en beperkingen, hun gezondheid, hun sociale en economische omstandigheden en hoe zij geleerd hebben daarmee om te gaan. Door internet en sociale media zijn kennis en informatie steeds makkelijker bereikbaar voor steeds meer mensen. Veel mensen worden mondiger en willen meer zeggenschap over hun eigen leven en nemen zelf kleinschalige sociale initiatieven in buurt of wijk, zoals bijvoorbeeld: 1 Bronnen: Gezondheidsraad (2014). Sociaal werk op solide basis. Den Haag: Gezondheidsraad. Publicatie nr. 2014/21. International Federation of Social Work (2014). Definition of Social Work. Ontleend aan: http://ifsw.org/policies/definition-ofsocial-work/ Verkenningscommissie HSAO (2014). Meer van Waarde. Kwaliteitsimpuls en ontwikkelrichting voor het hoger sociaal agogisch onderwijs. Den Haag: Vereniging Hogescholen. 2 Verkenningscommissie HSAO (2014). Meer van Waarde. Kwaliteitsimpuls en ontwikkelrichting voor het hoger sociaal agogisch onderwijs. Den Haag: Vereniging Hogescholen, pp. 13-14. 12

- het opzetten van onderlinge uitruil van diensten, bijvoorbeeld klusjes in huis, boodschappen, invullen van formulieren, gezelschap, advies bij opvoedingsvragen; - het opzetten van een ontmoetingsplek of een sportmiddag voor jongeren; - initiatieven die buurtgenoten met elkaar in contact brengen zoals een buurtquiz, een telefooncirkel, een wandeling of excursie; - vrijwilligerswerkplaatsen voor het opdoen van werkervaring voor (langdurig) werklozen; - coaching door vrijwilligers voor vroegtijdige schoolverlaters, voor mensen met schulden of voor ex-gedetineerden; - lotgenotencontacten tussen (psychisch) zieken of verslaafden. De rol van de sociale professional die in de wijk werkzaam is, is veranderd van de organisator van dergelijke activiteiten naar ondersteuner van groepen mensen die zelf sociale initiatieven uitvoeren. Een minder gewenst effect van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen is dat technologische veranderingen en het grotere beroep op zelfregie de samenleving ook ingewikkelder en complexer maken. Voor kwetsbare mensen is het daardoor lastiger om volwaardig mee te doen wat betreft opleiding, betaald werk, (openbaar) vervoer en culturele voorzieningen. Zij worden minder zelfredzaam en moeten meer beroep op anderen doen. Als het hen niet lukt om deze hulp in hun eigen omgeving te krijgen kunnen zij niet volwaardig meedoen en lopen kans te vereenzamen. In deze gevallen is individuele professionele hulp nodig om aansluiting bij de eerder genoemde buurt- en wijkinitiatieven te vinden. Soms krijgen mensen te maken met een opeenstapeling van problemen waarvoor onderlinge hulp in de buurt niet toereikend is. Ook dan speelt professionele ondersteuning een rol, waarbij zoveel mogelijk zelfregie en onafhankelijkheid van die professionele ondersteuning het doel blijft. Deze sociale ondersteuning is gericht op het tijdig signaleren van problemen, op een snelle aanpak en op voorkomen van erger. Gaat het om complexe gezins- en opvoedingsproblemen dan is het motto: één gezin, één plan, één regisseur, om te zorgen dat de verschillende problemen in samenhang worden aangepakt. Deze sociale ondersteuning speelt zich vooral af in buurten en wijken, vanuit sociale wijkteams of andere voorzieningen. De sociale professionals schakelen daarbij zoveel mogelijk de mensen uit de eigen omgeving in. Het kan gaan om tijdelijke ondersteuning, maar ook om langer durende ondersteuning, bijvoorbeeld nazorg om terugval te voorkomen of ondersteuning bij chronische problematiek. Als de complexiteit van de problematieken het vraagt, zal de professional uit het wijkteam doorverwijzen naar gespecialiseerde hulp, bijvoorbeeld bij ernstige beperkingen of (geestelijke) gezondheidsproblemen. Een groot deel van creatieve therapie is gericht op dergelijke specialistische behandeling. Ook bij gespecialiseerde hulp is het streven deze zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld aangehaakt aan een wijkteam, een huisartsenpraktijk of een (behandel)team dat in de wijk werkt. Sociale ondersteuning of behandeling is meestal vrijwillig, maar kan ook in een gedwongen kader plaatsvinden, bijvoorbeeld bij gedwongen opname in de psychiatrie of bij justitiële maatregelen. 3.2 De opleidingen in het domein Sociale Studies De meeste van de hierboven beschreven wetten zijn per 1 januari 2015 ingegaan. Hoe de veranderingen zullen uitpakken is nog niet bekend. Studenten van de sociale studies van de HAN zullen tijdens hun opleiding meewerken aan het invullen, het volgen en waar nodig verbeteren van de ingezette veranderingen. Daarbij zullen zij onderling samenwerken met studenten van de andere sociale opleidingen (vooral de studenten CMV, MWD, SPH en Pedagogiek) en met studenten van verwante opleidingen uit het domein gezondheidszorg. Het is mogelijk dat de ontwikkelingen in het werkveld zullen leiden tot een andere indeling van de sociale studies. Voorlopig hanteren we nog de indeling in 6 opleidingen, met elk hun eigen opleidingsprofiel. Een korte typering van de sociale opleidingen van de HAN: Creatieve therapie Opleidingen (CTO) (beeldende, drama-, muziek- en psychomotorische therapie). De professionals behandelen mensen met ontwikkelingsstoornissen, psychiatrische problemen, psychosociale problemen en somatische klachten. Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV). De professionals ontwerpen en organiseren programma s die mensen activeren, ondersteunen en verbinden waardoor zij in staat zijn deel te nemen aan het maatschappelijke en culturele leven. 13

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD). De professionals begeleiden mensen bij psychosociale en materiële problemen. Soms één op één, maar vaak ook groepsgewijs of samen met het netwerk van mensen zelf en/of vrijwilligers. Zij zijn gericht op het versterken van de eigen kracht van mensen en op het vergroten van de sociale kwaliteit van de maatschappij als geheel. Pedagogiek. De professionals houden zich bezig met opvoedingsvraagstukken, ondersteunen en begeleiden daarbij zowel jeugdigen als ouders en andere betrokkenen. Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH). De professionals zijn sleutelfiguren die mensen met zeer uiteenlopende problematiek ondersteunen in het vormgeven van het dagelijks leven, gericht op een zinvol bestaan en maatschappelijke participatie. Toegepaste Psychologie (TP). De professionals ondersteunen en begeleiden mensen en organisaties systematisch door: - gedrag te beoordelen met behulp van psychodiagnostiek en assessment, - gedrag te beïnvloeden door coaching en training met behulp van psychologische interventies, en - de beroepspraktijk te verbeteren door praktijkgericht onderzoek te doen. 3.3 Dublindescriptoren: Internationale onderwijsnormen Welke opleiding je op de HAN ook volgt, tijdens je studieloopbaan ontwikkel je je beroepscompetenties in ieder geval tot het niveau dat is vastgelegd in de zogeheten Dublindescriptoren (DD), de internationale normen voor het hoger onderwijs. In je opleiding zijn deze descriptoren verwerkt in de beoordelingscriteria van de verschillende competenties. Descriptor 1: Kennis en inzicht Kennis en inzicht hebben in het vakgebied waarin je wordt opgeleid. Kennis hebben van recente ontwikkelingen op je vakgebied. Descriptor 2: Toepassen van kennis en inzicht Kennis en inzicht op je vakgebied op professionele wijze kunnen toepassen. Argumentaties voor het oplossen van complexe problemen op je vakgebied kunnen opstellen en verdiepen. Descriptor 3: Oordeelsvorming Relevante gegevens (op je vakgebied) kunnen verzamelen en interpreteren. Relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten kunnen afwegen in je oordeelsvorming. Descriptor 4: Communicatie Informatie, ideeën en oplossingen kunnen overbrengen op zowel specialisten als leken op je vakgebied. Sociaal en communicatief handelen. Multidisciplinair samenwerken. Descriptor 5: Leervaardigheden De leervaardigheden bezitten om je zelfstandig verder te ontwikkelen en te scholen. Reflecteren op je eigen handelen. 3.4 Het beroep HBO Toegepast Psycholoog De opleiding Toegepaste Psychologie leidt op tot reflectieve toegepast psychologen. De term reflectieve verwijst naar reflectieve professionals : toegepast psychologen die in de praktijk in staat zijn om zich binnen hun vakgebied continu en professioneel te ontwikkelen. De opleiding wil dit bereiken door het onderwijs zo in te richten dat je na het behalen van het diploma: a. beroepsbekwaam bent; b. voortdurend reflecteert en transfer maakt; c. zelfsturend bent. 14

Toegepast Psycholoog De beroepsbekwame toegepast psycholoog analyseert en interpreteert menselijk gedrag. Dat betekent dat je de psychologische kennis en inzichten toepast om psychopathologische symptomen te herkennen en te onderscheiden van gezond gedrag. Dat betekent dat je de psychologische kennis en inzichten toepast om afwijkende, slecht aangepaste of abnormale gedragingen (psychopathologie) te herkennen en te onderscheiden van gezond gedrag. Daarnaast draag je op onderbouwde verantwoorde wijze bij aan het effectiever maken van menselijk gedrag in verschillende contexten. De toegepast psycholoog is deskundig op het gebied van preventief interveniëren op, behandelen en coachen van individuen. Je stelt de cliënt centraal en gaat uit van diens eigen kracht (empowerment). Daarvoor zet je verschillende interventies in. Je handelt op basis van praktijkgericht onderzoek adequaat bewezen behandelmethodes en interventies. Je werkt volgens de regulatieve cyclus (Van Strien, 1986) en evalueert op handelen zodat de kwaliteit van de verleende diensten gewaarborgd blijft. Je bent in staat om praktijkgericht onderzoek te verrichten en levert daarmee een bijdrage aan de verbetering van de eigen beroepspraktijk en de ontwikkeling van het werkveld. Een afgestudeerde toegepast psycholoog onderscheidt zich van de andere sociale opleidingen door zijn kennis van psychopathologie, diagnostiek, arbeid gerelateerde problematiek en de individuele aandacht voor zowel zieke als gezonde cliënten. Je werkt aan het beoordelen en beïnvloeden van gedrag van het individu en zoekt daarmee de oplossing van diens hulpvraag bij de persoon zelf. Reflectieve professional Je wordt opgeleid tot een reflectieve professional: je werkt vanuit een beroepshouding waarbij reflecteren op het eigen handelen centraal staat. Toegepast psychologen stellen zich vragen als: wanneer doe ik het goed, wat zijn mijn sterke/zwakke punten en hoe kan ik mijn werkwijze verantwoorden? Je werkt vanuit de evidence-based practice en bent in staat om vanuit kennis en inzichten uit de wetenschappelijke psychologie te komen tot een analyse van relevante factoren in relatie tot het persoonlijk functioneren. De psychologisch relevante factoren die bij de analyse worden betrokken zijn: gedrag, cognitie, motivatie, attitude, intelligentie, persoonlijkheid, omgeving en levensgeschiedenis. Praktijkgerichtheid Het onderwijs is beroepsgericht en contextueel en wordt verzorgd door docenten die zelf over recente praktijkervaring beschikken. Vanaf de eerste dag krijg je te maken met actuele, complexe praktijkcasuïstiek rechtstreeks ontleend aan de beroepspraktijk van de toegepast psycholoog. Onderzoek De opleiding besteedt veel aandacht aan onderzoek: onderzoek is een wezenlijk deel van het onderwijs en de eindkwalificaties. De opleiding heeft hier sterke richtinggevende uitgangspunten voor gedefinieerd; het onderzoek bij de opleiding kenmerkt zich door een duidelijke verbinding met de beroepspraktijk. Je ontwikkelt met het doen van onderzoek niet alleen noodzakelijke vaardigheden voor het kunnen uitvoeren van praktijkgericht onderzoek, maar ook een onderzoekende houding in de beroepspraktijk. 3.5 Waar kun je werken? Werkveld De toegepast psycholoog is deskundig in het analyseren van gedrag, beïnvloeden van gedrag en verrichten van praktijkgericht onderzoek. Je bent bij uitstek toegerust in het begeleiden van individuen en groepen om te komen tot effectief gedrag in verschillende contexten. Je kan werken binnen uiteenlopende sectoren zoals geestelijke gezondheidszorg, welzijn, sport, consumentenpsychologie, organisatieadvies- en trainingsbureaus, gemeentelijke organisaties, onderwijsbegeleiding, humanresourcemanagement en werving- en selectiebureaus. 15

De toegepast psycholoog kent een breed werkveld. Dit werkveld is grofweg in te delen in twee sectoren: De sector zorg Onder andere GGZ, jeugd- en volwassenenhulp, organisaties gericht op (geestelijke) gezondheidszorg. De sector arbeid Onder andere arbo/re-integratie, particuliere individuele begeleiding, assessmentbureaus en loopbaanbegeleiding, organisatieadviesbureaus, HRD. 3.6 Beroepstaken en eindkwalificaties/competentie Herijking Vanaf studiejaar 2015-2016 wordt de herijking van Toegepaste Psychologie op de HAN ingevoerd (het derde en vierde leerjaar). Doelen zijn om de inhoud van het curriculum af te stemmen op het werkveld en om met het eindkwalificatieprofiel en de competenties aan te sluiten op het landelijke profiel van Toegepaste Psychologie. In studiejaar 2016-2017 start de propedeuse in het herijkte profiel. In 2017-2018 volgt ook het tweede studiejaar. In de huidige studiegids is voor het derde en vierde studiejaar (praktijkleren en afstuderen) het nieuwe eindkwalificatieprofiel van toepassing (zie deel 3, hoofdstuk 7). Voor het eerste en tweede studiejaar wordt het bestaande eindkwalificatieprofiel gehanteerd. Beroepstaken en competenties toegepast psycholoog Tijdens de opleiding ontwikkel je competenties in een realistische, praktijk benaderende context: de beroepstaken. De 6 beroepstaken van de toegepast psycholoog zijn: Psychologische Hulpverlening: de diagnostische fase en/of in een behandelsetting ondersteunen van bijvoorbeeld een gedragswetenschapper bij interventies ter verandering van pathologisch of disfunctioneel gedrag van een cliënt naar functioneel (persoonlijk, sociaal of arbeid gerelateerd) gedrag. De toegepast psycholoog kan vanuit zijn achtergrond en training onder supervisie (deel)taken in de behandeling overnemen. Trainen, Begeleiden en Coachen: het vanuit een gedragsanalyse aanleren van nieuw gedrag en begeleiden en ondersteunen van de ontwikkeling van (het systeem van) cliënten. Dit gebeurt in een context van hulpverlening, arbeid of andere domeinen van het persoonlijk functioneren. Werkzaamheden bij deze beroepstaak omvatten zowel het geven van trainingen en individuele begeleiding als het verzorgen van psycho-educatie in de hulpverlening. Deze psycho-educatie wordt ingezet om tot vermindering van (of betere omgang met) disfunctioneel en/of pathologisch gedrag te komen. Assessment: het systematisch, al dan niet aan de hand van een protocol of gestandaardiseerde test, analyseren en vaststellen van competenties en/of andere gedragskenmerken. De toegepast psycholoog past (praktisch) inzicht en (praktische) kennis van gedrag en competenties toe in de classificatie van het functioneren, de (individuele) prestatie of de ontwikkeling. Werken aan Preventie: het vanuit een signalering en analyse van relevante factoren en ontwikkelingen in directe omgeving en maatschappij, via een groepsgewijze of individuele (didactische) interventie, een individueel leerproces op gang brengen. Dit heeft als doel het voorkomen van psychische problemen of het bevorderen van psychische gezondheid. Als specialist op het gebied van individuele gedragsverandering signaleert en intervenieert de toegepast psycholoog (doorgaans) op groepsniveau. De interventies blijven echter gericht op het beïnvloeden van probleemgedrag van het individu. Kwaliteitsverbetering en Beleidsontwikkeling: werken binnen de kaders van een kwaliteitszorgplan en -systeem van een organisatie en daar inhoudelijk aan kunnen bijdragen. Onderzoek doen naar de kwaliteit van de dienstverlening, verbeteracties bedenken en realiseren. Hiertoe dienen maatschappelijke achtergronden en het organisatiebeleid meegenomen te worden. 16

Onderzoek en Innovatie: in staat zijn om op een systematische wijze een toegepast, praktijkgericht onderzoek uit te voeren en de beroepspraktijk te voorzien van advies of adequate interventies. Deze beroepstaak leert om vanuit de beroepspraktijk een relevante onderzoeksvraag te destilleren, vervolgens een toegepast onderzoek te ontwerpen om uiteindelijk een voorstel voor implementatie van de bevindingen te realiseren. Competentieprofiel Toegepaste Psychologie De 10 competenties uit het competentieprofiel van de HBO-opleiding Toegepaste Psychologie zijn: 1. Oriënteren, contact leggen en analyseren: De toegepast psycholoog maakt contact met de cliënt, verheldert de (hulp)vraag en analyseert de psychologisch relevante aspecten van de persoon en zijn situatie en trekt een conclusie en geeft desgewenst een advies. 2. Ontwerpen van een plan van aanpak: De toegepast psycholoog formuleert op basis van een analyse haalbare doelen en ontwerpt in overleg met de cliënt een plan van aanpak. 3. Uitvoeren van een plan van aanpak: De toegepast psycholoog voert het plan van aanpak uit. 4. Signaleren: De toegepast psycholoog signaleert factoren die het niveau van functioneren van het individu en /of een groep positief dan wel negatief beïnvloeden en initieert daaruit voortvloeiende activiteiten. 5. Samenwerken in professionele relaties: De toegepast psycholoog werkt samen met vrijwilligers en beroepsbeoefenaren zowel binnen als buiten de eigen organisatie. 6. Leiding en begeleiding geven aan (vrijwillige) medewerkers: De toegepast psycholoog geeft (werk) begeleiding aan vrijwilligers, medewerkers en stagiaires. 7. Beheren en organiseren: De toegepast psycholoog verricht voor de beroepsactiviteiten noodzakelijke beheersmatige activiteiten en creëert en bewaakt de organisatorische voorwaarden. 8. Werken aan kwaliteit, bijdragen aan beleid: De toegepast psycholoog levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beleid en de zorg voor de kwaliteit van de psychologische dienstverlening zowel in als vanuit de eigen arbeidsomgeving. 9. Bevorderen eigen professionaliteit: De toegepast psycholoog ontwikkelt blijvend de eigen professionaliteit door reflectie op het eigen beroepsmatige handelen en zoekt actief naar nieuwe ontwikkelingen. 10. Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep: De toegepast psycholoog levert een bijdrage aan de ontwikkeling en profilering van het beroep en de beroepsuitoefening met behulp van praktijkgericht onderzoek. 17

Relatie tussen beroepstaken en competenties COMPETENTIES BEROEPSTAKEN Psychologische Hulpverlening Trainen/ Begeleiden/ Coachen Assessment Werken aan Preventie Kwaliteitsverbetering en Beleidsontwikkeling Onderzoek en Innovatie 1 Oriënteren, contact leggen X X X X X en analyseren 2 Ontwerpen van een plan X X X X X van aanpak 3 Uitvoeren van een plan van X X X X X aanpak 4 Signaleren X X 5 Samenwerken in X X X X professionele relaties 6 Leiding en begeleiding X X geven aan (vrijwillige) medewerkers 7 Beheren en organiseren X X X 8 Werken aan kwaliteit, X X bijdragen aan beleid 9 Bevorderen eigen X X X X X X professionaliteit 10 Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep X COMPETENTIES BEROEPSTAKEN Psychologische Hulpverlening Trainen/ Begeleiden/ Coachen Assessment Werken aan Preventie Kwaliteitsverbetering en Beleidsontwikkeling Onderzoek en Innovatie 1 Beoordelen van gedrag X X X 2 Beinvloeden van gedrag X X 3 Praktijkgericht X onderzoeken 4 Professioneel werken X X X X X X 18

Eerdere competenties Herijkte competenties 1. Beoordelen van gedrag 2. Beinvloeden van gedrag 3. Praktijkgericht onderzoeken 4. Professioneel werken 1 Oriënteren, contact leggen en analyseren x 2 Ontwerpen van een plan van aanpak x 3 Uitvoeren van een plan van aanpak x 4 Signaleren x 5 Samenwerken in professionele relaties 6 Leiding en begeleiding geven aan (vrijwillige) medewerkers 7 Beheren en organiseren 8 Werken aan kwaliteit, bijdragen aan beleid x 9 Bevorderen eigen professionaliteit x x x x x 10 Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep x 19

Competenties Praktijkleren en Afstuderen 1. Beoordelen van gedrag Het zelfstandig en op methodische wijze informatie verzamelen, en daarmee tot een oordeel komen over gedrag. Het doel hiervan is te komen tot een probleemanalyse van een individu of groep. Het signaleren, inventariseren, analyseren en interpreteren van gegevens in relatie tot gedragsvraagstukken van individuen en groepen in de samenleving. Het daarbij kunnen toepassen van de volgende methoden: observatie, psychodiagnostische gespreksvoering, psychodiagnostisch onderzoek en assessment met behulp van gestandaardiseerde en gevalideerde methoden en instrumenten en dossieronderzoek. 2. Beïnvloeden van gedrag Het op basis van een analyse van een vraag of ontwikkelbehoefte ontwerpen en uitvoeren van, op psychologische kennis gebaseerde, gedragsinterventies en/of advies. Daarbij staat de eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de cliënt voorop. Een interventie kan bestaan uit een psychologische (geprotocolleerde) begeleiding of (e)-coaching, training, voorlichting. Interventies kunnen zijn gericht zijn op het bevorderen van een gedragsverandering bij (jong) volwassenen. 3. Praktijkgericht onderzoeken Het, op basis van een psychologisch praktijkprobleem/vraagstuk, op systematische en methodologisch verantwoorde wijze kwalitatief en/of kwantitatief onderzoek verrichten: het uitvoeren van een probleemanalyse en op basis daarvan formuleren van een onderzoeksvraag, het maken van een onderzoeksopzet, het doen van literatuuronderzoek, het verzamelen en analyseren van gegevens en op basis daarvan trekken van een conclusie. Het doel hiervan is aanbevelingen doen voor de praktijk. 4. Professioneel werken Het binnen en buiten de eigen arbeidsorganisatie constructief, sensitief, empathisch, kritisch en respectvol samenwerken met deskundigen van verschillende disciplines en verschillende niveaus, zowel in nationaal als internationaal verband. Het profileren van een eigen professionele positie op de arbeidsmarkt (ondernemerschap). Het opbouwen en onderhouden van een netwerk en het proactief inspelen op ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Het reflecteren op het eigen handelen en dit refereren aan waarden en normen en de visie op het beroep. Bewust zijn van eigen valkuilen en kwaliteiten en deze kunnen inzetten en verbeteren. Het handelen volgens beroepsspecifieke ethische codes, reglementen en gedragsregels. Het herkennen van beroepsethische dilemma s en in samenspraak met anderen komen tot oplossingen hiervoor. 20