WV het Bovenwater Theorie CWO 1 Naam: Groep:
Inhoudsopgave {TOC \O "1-3" \H \Z \U}
1 Zeiltheorie Er is een ding heel belangrijk bij het zeilen, dat is je boot. Je boot heeft heel veel onderdelen en jij als zeiler moet er daar een heleboel van kennen! Daarom is hier het eerste onderwerp. 1.1 Bootonderdelen Hier hebben we een heel mooi plaatje voor:
1.2 Koersen De koersen zijn ook heel belangrijk bij het zeilen. Hoe weet je anders hoe je zeil moet staan en welke kant je op kan varen. Dit is de windroos. Hier kun je alle koersen vinden die je wel en niet kunt zeilen. De koers die je niet kunt zeilen is de koers in het grijze gebied. In de wind is de naam van deze koers. Ook leuk om te weten: de zeilstanden zoals ze hier staan gebruik je precies hetzelfde als op het water.
2 Knopen Voor het zeilen zijn er natuurlijk ook knopen die je moet kennen en kunnen We beginnen makkelijk 2.1 De halve steek Dit is niet echt een knoop, maar het is wel het begin van heel veel knopen Eerst maak je een lus, daarna steek je het uiteinde van het touw door de lus 2.2 De Acht-Knoop Deze knoop maak je aan het einde van de schoot om te zorgen dat je schoot niet terug kan door je blok. Eerst begin je weer met een lusje, dan doe je het ene uiteinde om het andere heen, en als laatste haal je het einde wat je er om heen hebt gedaan door het lusje heen.
2.3 De Mastworp De mastworp is de knoop waarmee je je boot aan de steiger vast maakt. Normaal maak je deze dus om de steiger, maar ik doe het hier voor met mijn vinger Je legt eerst de landvast over de rand van de steiger. Daarna tre kje hem onder de rand door, dan heb je dus een lusje om de rand heen. Dan leg je hem schuin over de ander heen en trek je de landvast nog een keer onder de rand door. Als laatste haal je hem onder het bovenste deel van de knoop door. 2.4 De Slipsteek De slipsteek is een erg handige knoop als je snel iets vast wil maken, maar wat ook weer snel los moet kunnen. Je begint hier niet met een maar met twee lusjes, daarna trek je het ene lusje door het andere heen, en als laatste trek je de knoop aan.
3 Zeiltermen Voor het zeilen zijn er nog meer woorden die je moet snappen. Daarvan zijn er nog een paar heel belangrijk. De waterkant van bijvoorbeeld een steiger die noemen we een wal. De wind kan op 3 verschillende manieren over de wal waaien. Hier een mooi plaatje waar alle termen die je moet kennen in staan. Hogerwal, hogerwal is de wal waar de wind vanaf waait, hier moet je als het kan aanleggen Langswal, langswal is de wal waar de wind langs waait, hier mag je aanleggen als er geen hogerwal is Lagerwal, lagerwal is de wal waar de wind naar toe waait, hier moet je zo veel mogelijk uit de buurt blijven. Loef, loef is de kant van de boot die het dichtst bij de wind is. Lij, lij is de kant van de boot die het verst van de wind af is. Oploeven, oploeven is de boot richting de wind sturen. Afvallen, afvallen is de boot van de wind af sturen.
4 Regels Op het water zijn er natuurlijk regels, regels zijn heel handig. Als er geen regels waren dan zou het één grote chaos op het water. Voor CWO 1 moet je de 4 belangrijkste regels kennen. 4.1 Goed zeemansschap Goed zeemansschap is de belangrijkste van deze 4 regels. Eigenlijk is het een hele logische regel. Zorg dat je goed voorbereid het water op gaat, help elkaar als dat nodig is. En als laatste voorkom botsingen altijd. 4.2 Klein wijkt voor groot De regel hier is klein wijkt voor groot Een klein schip is kleiner dan 15 meter Een groot schip is groter dan 15 meter 4.3 Beroepsvaart gaat voor Als er iemand vaart voor zijn beroep, bijvoorbeeld de maaiboten bij ons op het bovenwater moet je die altijd voor laten gaan. 4.4 Motor wijkt voor spier wijkt voor zeil als 3 verschillende boten elkaar tegen komen dan geld deze regel. Hier moet dus als eerste de motorboot aan de kant, daarna de roeiboot, en de zeilboot mag gewoon doorvaren. Maar let wel op de eerste regel. Dus als een ander niet aan de kant gaat wijk je toch uit.
4.5 Stuurboord wijkt voor bakboord Als twee kleine zeilschepen elkaar willen kruisen en ze varen over verschillende boegen, dat betekent dat ze hun zeilen aan twee verschillende kanten hebben staan, dan heb je de regel stuurboord wijkt voor bakboord. De stuurboordboot moet dan achter de andere boot langs. Over stuurboord varen betekent dat het zeil aan de stuurboordkant van je boot staat. Over bakboord varen betekent dat het zeil aan de bakboordkant van je boot staat. 4.6 Loef wijkt voor lij Als twee kleine zeilschepen elkaar willen kruisen, maar ze varen over dezelfde boeg maar wel verschillende koersen hebben we deze regel. De loefwaartse boot, dus de boot die het dichtst bij de wind is moet uitwijken. De lijwaartse boot mag dus gewoon doorvaren. Gemaakt door Kevin Grobben Alle rechten voorbehouden 2012 Vragen kunnen gestuurd worden aan: kevin.grobben@gmail.com