UITKOMSTEN VAN DE RAADPLEGING OP 23 SEPTEMBER 2013 Inleiding Cliëntenbelang Amsterdam heeft op 23 september 2013 een raadpleging gehouden over de positie van mensen met een licht verstandelijke beperking in de toekomstige Wmo. Een licht verstandelijke beperking (lvb) en zelfstandig wonen met ondersteuning uit de Wmo? Wat komt daarbij kijken en wat is daarvoor nodig? Ieder jaar houden wij twee raadplegingen vanuit het perspectief van de cliënt. De uitkomsten van de raadpleging op 23 september jl. dienen als informatie en advies voor de beleidsmakers van de Dienst WZS (Wonen Zorg en Samenleven) van de gemeente Amsterdam en andere partijen die beleid en aanbod ontwikkelen in het kader van de transitie van de AWBZ naar de Wmo. Deze raadpleging is een aanvulling op de al bestaande inzichten over de hulpvragen van mensen met een licht verstandelijke beperking die wij hebben verzameld door middel van gesprekken met ons cluster VG, mantelzorgers, mensen met een licht verstandelijke beperking, betrokken zorgaanbieders en dienstverleners. Dit keer waren er vooral mensen bij betrokken die als professional of vrijwilliger van dichtbij meemaken wat iemand met een licht verstandelijke beperking nodig heeft om zich te handhaven. De aandachtspunten die uit deze raadpleging naar voren zijn gekomen komen sterk overeen met de bestaande inzichten. Tijdens deze raadpleging kwamen veel praktische adviezen aan de orde die voor de mensen met een licht verstandelijke beperking belangrijk zijn en wellicht voor andere mensen die onder de Wmo vallen. Aanleiding In het kader van de transitie van de AWBZ naar de Wmo zullen mensen met een verstandelijke beperking met Zorgzwaartepakket 1, 2 en gedeeltelijk 3 niet meer geïndiceerd worden voor zorg uit de AWBZ. De gemeente Amsterdam krijgt de verantwoordelijkheid om hen vanuit de Wmo te ondersteunen. 1
Daar waar de AWBZ voorziet in recht op zorg en ondersteuning, is de Wmo een voorzieningenwet die voorwaarden moet creëren om mensen met een beperking te laten participeren. Eigen regie en -verantwoordelijkheid, eerst in je eigen netwerk kijken en collectief aanbod; veel gebruikte termen bij het ontwikkelen van het Wmo-aanbod. Wat betekent dit voor mensen met een licht verstandelijke beperking? Over de nieuwe doelgroep mensen met een licht verstandelijke beperking (verder aangegeven als lvb) is bij veel disciplines nog weinig bekend. Wij hebben met deze raadpleging een bijdrage willen leveren aan het proces om de juiste ondersteuning voor deze doelgroep te ontwikkelen op de verschillende levensgebieden, zoals wonen, onderwijs, werk en vrije tijd. Dat is breder dan de levensgebieden in de Wmo omdat alles met elkaar samenhangt. In tegenstelling tot andere gebruikers in de Wmo hebben mensen met een lvb minder cognitieve vermogens en zijn daardoor vaker afhankelijk van individuele ondersteuning en niet geholpen met een collectief en/of kortdurend aanbod. Doel Het in beeld brengen van aandachtspunten voor mensen met een lvb als zij onder de Wmo vallen. Werkwijze Aan de hand van twee verschillende cases zijn verdiepingsgesprekken gevoerd. Aanwezige partijen Tijdens de raadpleging waren diverse partijen vertegenwoordigd: zorgaanbieders (Philadelphia, Cordaan en Amsta, Perspectief, Protestante. Diaconie), het sociaal loket, MEE A/Z, Samen Doen Team, welzijnsorganisaties (Civic, ABC Alliantie, Dynamo) Hoge School van Amsterdam, Wmo adviesraden, stadsdeel Centrum, raad KCZ, ouderenadviseur, dementieketen en ambtenaren DWZS (toehoorders). 2
Uitkomsten van de raadpleging en parallelsessies De uitkomsten zijn onder te verdelen in een aantal thema s en gebaseerd op de verslagen die zijn gemaakt tijdens de plenaire bijeenkomst en de parallelsessies. Sociale Kaart Er moet een goede en duidelijke sociale kaart zijn die voor iedere burger (klant of hulpverlener) te bereiken en te begrijpen is. De sociale kaart moet veel omvattend zijn van stedelijke overheidsdiensten tot lokale buurtinitiatieven. Warme overdracht Na de transitie kan de huidige begeleiding niet zonder meer wegvallen. Als deze vraag om begeleiding opnieuw wordt beoordeeld moet er een zogenaamde warme overdracht plaatsvinden zodat niemand tussen de wal en het schip valt. Het is belangrijk daarover afspraken te maken met de hulpverleners. Een goede samenwerking tussen alle partijen is hierbij van groot belang. Zoals het al in de Samen Doen teams gebeurd. Kennis en kunde Het is van belang dat er zowel in het Welzijn, in de wijkzorgteams als bij andere disciplines in de 0 e, 1 e en 2 e lijn kennis en kunde is over de doelgroep lvb. De term licht verstandelijke beperking klinkt alsof er sprake is van een lichte ondersteuningsvraag. Het tegenovergestelde is vaak het geval; daarom is het belangrijk dat dit onder de aandacht wordt gebracht bij beleidsmakers en iedereen die vanuit de Wmo met deze groep burgers te maken krijgt/heeft. Veel van hen hebben een dubbele diagnose; zoals een verstandelijke beperking met psychische problemen. Het meldpunt Overlast heeft vaak meldingen van mensen die psychische problemen hebben, een deel daarvan heeft een lvb. Het is belangrijk dat bij de politie en hulpverleners een duidelijk beeld is van de mensen met een lvb zodat zij adequaat kunnen reageren als er sprake is van een probleem. (uitspraak van een deelnemer) Daarnaast is er aandacht nodig voor wat cultureel bepaald en handicap specifiek is. Er zijn culturele verschillen tussen de mensen met een lvb die bepalend zijn voor hun hulpvraag. Bij het negeren daarvan kan de hulpverlening falen. 3
Ondersteuning in de buurt Een deel van de mensen met een lvb zal zorg mijden, omdat ze niet gestigmatiseerd willen worden. De naam van het wijkzorgteam moet in verband hiermee veel laagdrempeliger klinken, zoals bijvoorbeeld wijkwelzijnsteam of het sociale wijkteam. In de 0 e lijn is een locatie in de buurt nodig waar mensen zonder afspraak naar binnen kunnen voor activiteiten en vragen. Het is belangrijk dat daar beroepskrachten aanwezig zijn met ervaring met deze doelgroep. Bij het welzijnswerk komen de buurtbewoners voor activiteiten die niet gerelateerd zijn aan zorg en beperkingen. Daar zullen de mensen met lvb eerder naar toe komen. Na het krijgen van een vertrouwensrelatie (voorwaarde) kunnen de mensen met een hulpvraag worden ondersteund of worden begeleid naar de juiste hulpverlener Een ander deel van de mensen met een lvb komt niet naar het welzijnswerk of buurthuis zonder hulp van een ander. De mensen die na 2014 geen indicatie meer krijgen zullen Daardoor niet meteen de juiste hulp krijgen. Er moet gericht worden gewerkt om hen te traceren..het is belangrijk dat zij ondersteuning krijgen vóórdat er problemen ontstaan. Naast kennis en kunde vraagt het een aangepaste werkwijze in het welzijnswerk en bij de hulpverleners. Ze zullen meer outreachend moeten gaan werken. Zorg voor inbreng van de mensen uit de doelgroep bij het maken van plannen. Betrek de mantelzorgers als die in hun netwerk actief zijn. (opmerking van een deelnemer) Preventie 1 e lijn hulpverleners Hulpverleners in de 1 e lijn, zoals huisartsen en fysiotherapeuten, moeten deskundig zijn om goed te kunnen beoordelen wat mensen met een lvb, zodat zij hun gezondheid op peil kunnen houden en bevorderen. Vaak komen mensen met een lvb pas in beeld als er als er sprake is van een meervoudige problematiek, bijvoorbeeld bij de politie of het meldpunt Overlast. Met hun financiën en verslaving, of problemen met opvoeding van de kinderen en verregaande psychische en gezondheidsproblemen als gevolg hiervan. De organisaties in de 0 e lijn hebben hier een belangrijke taak, ook bij het tijdig doorverwijzen naar de 1 e lijn. 4
Aandacht voor de kinderen (met het oog op de toekomst) Vroeg signaleren is belangrijk; Ouder en Kind Centra, Consultatiebureau en Ouder en Kind teams kunnen daarin een belangrijke rol spelen. Een grotere bewustwording nodig bij de bovenstaande instanties om ouders tijdig richting te geven en training te bieden als blijkt dat het kind op jonge leeftijd een ontwikkelingsachterstand heeft. Het komt voor dat ouders niet serieus worden genomen als zij bij het consultatiebureau aangeven dat iets niet in orde lijkt met hun kind. Er zal door deze instanties geanticipeerd moeten worden op de diversiteit van ouders, zodat kinderen zo vroeg mogelijk ondersteuning krijgen bij hun ontwikkeling. Scholen Medewerkers in het veld van de lvb ervaren scholen als gesloten. Daar heerst een trend dat de medewerkers op school de kinderen willen behoeden voor stigmatisering en pakken het op hun manier op. Pas als er problemen zijn, zoekt de de school hulp en ondersteuning. Daarbij lopen kinderen deskundige ondersteuning mis die een negatieve invloed kan hebben op hun verdere ontwikkeling. De school moet een signaleringsfunctie hebben als kinderen met een ontwikkelingsachterstand binnen komen. Hoe eerder kinderen (gezinnen) op een deskundige manier worden ondersteund hoe beter het kind vaardigheden leert waar het zijn hele leven baat bij heeft. Vooral de kinderen met een lvb zijn zeer gevoelig voor omgevingsfactoren en zullen eerder psychische problemen ontwikkelen als zij niet goed worden ondersteund in hun gezin (omgeving). Scholen moeten zich vanzelfsprekend zien als een samenwerkingspartner met welzijns- en jongerenorganisaties. In Deventer komen de jongerenwerkers in de scholen; dat kan voor de leerplichtambtenaren ook belangrijk zijn.(uitspraak van een deelnemer) Veel jongeren met een lvb hebben in het onderwijs deelcertificaten nodig voor vakken die ze kunnen halen. De meer abstracte vakken zijn voor hen niet haalbaar, maar voor praktijkvakken kunnen ze eventueel doorstromen naar het MBO en meer kans maken op werk. Het onderwijs moet zich aanpassen aan de nieuwe stroom jongeren die een plek moeten krijgen in onze maatschappij en kansen bieden op een werkzaam leven. 5
Samen Werken Om mensen met een lvb in het gehele traject goede ondersteuning te kunnen bieden, moet de gemeentelijke overheid de betrokken organisaties stimulren om samen te werken.. De gemeente moet deze transitie gebruiken om de samenwerking op alle levensgebieden te bevorderen. Bijvoorbeeld per buurt of stadsdeel te kijken welke organisaties daar aanwezig zijn en hun krachten te bundelen. Er is bijvoorbeeld een wijkbejaardenoverleg in Westerpark. Gebruik een dergelijk model ook voor de mensen met lvb. (uitspraak van een deelnemer) Het bevorderen van de deskundigheid van medewerkers van organisaties die te maken hebben met mensen met een lvb, zodat zij op alle levensgebieden een goede bejegening en ondersteuning krijgen. De overheid zal sturend moeten zijn in dit proces. Bij het DWI komt het voor dat mensen met een lvb niet op hun afspraak zijn verschenen. De medewerkers van DWI worden boos en beginnen over sancties. (uitspraak van een deelnemer) Er is veel meer geduld en een andere manier van werken nodig om deze mensen goed te ondersteunen. Samenwerking en flexibiliteit en regelruimte zijn belangrijk voor lokale initiatieven Om te kunnen slagen. De huidige beroepskrachten van zorg- en welzijnsorganisaties hebben ruimte nodig om bij elkaar over de vloer te komen en van elkaar te leren. Administratieve handelingen moeten zoveel mogelijk worden terug gedrongen bij de mensen in het veld zodat de medewerkers zoveel mogelijk tijd aan de klant kunnen besteden. Toegankelijke informatie De samenleving moet voor een aanzienlijk deel van haar burgers eigenlijk een tandje lager. Voor mensen met een lager IQ is het steeds moeilijker het tempo bij te benen.. De groep zal na de transitie naar de Wmo groter worden, omdat de begeleiding zal afnemen en veel mensen afhankelijk zijn van hun omgeving en het collectief welzijnsaanbod. De gemeentelijke overheid moet zorg dragen voor informatie en ondersteuning die begrijpelijk is voor mensen met een lager IQ (c.q. laag geletterd zijn), zodat zij zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving. Zij moet de openbare instanties verplichten om zich daarin te bekwamen en richtlijnen vaststellen waaraan de communicatie moet voldoen. 6
Onderzoek Onderzoek verrichten om een kosten baten analyse te maken waarbij helder wordt wat duurder is: preventief beleid of achteraf problemen oplossen. Lessen uit het verleden Er is onderzoek nodig om preventie goed te kunnen inzetten. Het is belangrijk om te kijken wat wij kunnen leren van het verleden. Hoe gaat het nu met volwassenen met een lvb en wat ging voorheen niet goed? Wat zeggen hun ouders hierover? Wat weten wij van de jonge mantelzorgers die nu volwassen zijn? Welke lessen kunnen wij daar uit trekken? Er zijn verschillende methoden voor het uitbreiden van het sociale netwerk uitgeprobeerd voor mensen met LVB. Welke methoden blijken goed te werken? De top 600 blijkt voor een groot deel uit jongeren/jong volwassenen met lvb te bestaan. Wat kunnen wij ervan leren om dit te voorkomen op dergelijke schaal? 7
8
9