Evaluatie plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren



Vergelijkbare documenten
Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak risicojeugd 18 tot 23 jaar in Amsterdam Nieuw-West

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

De lessen kunnen op elk gewenst tijdstip bekeken worden. Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige.

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Lokaal Educatieve Agenda Breda samenvatting

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING

Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015

1. Aanleiding Op 16 juli heeft de gemeenteraad van Oss unaniem ingestemd met de motie van het CDA:

Aanpak Marokkaanse risicogroepen Inleiding

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aanpak: Gezinsmanagement/WIG. Beschrijving

de jeugd is onze toekomst

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Afdeling Sociaal Beleid Participatie en Onderwijs. Aan de leden van de gemeenteraad. Onderwerp: Afronding project economische crisis

Centrum Jeugd & Gezin Maasland

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Aanpak: Integrale Aanpak. Beschrijving

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

COACH JE KIND. ouders worden zelfredzame opvoeders

Aanpak: Bijzondere doelgroepen. Beschrijving

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten

Kinderen/jeugdigen hebben hun plek in de openbare ruimte/de samenleving. Een sterk jeugd- en jongerenwerk gebaseerd op Welzijn Nieuwe Stijl

De jeugd heeft de toekomst. Notitie Jeugd

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Zaaknummer: OWZDB28. nazorg ex-gedetineerden

Wijkplan Centrum/ Noord-West. Internet-versie

4.3. Aanbod voor (ouders van) basisschoolkinderen

Beschrijving. Bij opvoedingsproblemen kan doorverwezen worden naar het CJG screeningsoverleg.

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

Gemeentelijke wijkgericht werken rapportage Gezondheidsbevordering Jeugd Leiden

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Hoe regelt Heerlen de toegang tot zorg?

Preventieoverzicht opvoeden

De slimste route? Vormgeven toegang

Sportief. Hoogeveen. Sport JIJ ook? Wij zeggen: Het beste sportinitiatief van Nederland !

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

Onderwerp Project Op Jezelf voor risicojongeren in Dukenburg en Lindenholt

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse

BESLUITEN. B&W-nr.: d.d Pilot Jeugdpreventieteam

Project Vadercentra: 1. Probleemstelling.

Plan van Aanpak. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Onderdeel. Maatschappelijke Stage

De Limburgse Jeugdmonitor

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN. Aantal invullen Ons kenmerk

HET Loket in TEN BOER. Van bureau naar keukentafel

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Begeleid Wonen. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld

Presentatie verdiepingssessie inkoop Jeugd-AWBZ. Vrijdag 13 juni 2014

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Almere

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

de veiligheid in de dorpen te behouden en waar mogelijk te versterken en overlast tegen te gaan.

Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige.

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d.

Evaluatie aanpak probleemjongeren Pekela

Programmabegroting

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Aanpak: Reset Thuisbegeleiding. Beschrijving

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Geachte leden van de commissie Ruimte en Vastgoed,

Vraag 1: In 2017 wordt een pilot gestart voor gezinsondersteuning vanuit het sociaal team. Graag willen wij uitleg hoe de pilot eruit ziet?

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Subsidie School's cool en Coachproject ROC.

Stimuleren dat oudere migranten de weg naar voorzieningen voor zorg en welzijn, wonen en inkomen weten te vinden. Dat beoogt Stem van de oudere

Raadsvragen van de raadsleden Topdag (DENK) en Rennenberg (OAE) over discriminatie rondom stageplaatsen allochtone MBO-studenten.

Verslag bijeenkomst Preventieprogramma Jeugdhulp Hoeksche Waard september 2015

Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2018

Stichting Wel.kom - Holding Stichting Wel.kom - Venlo/Beesel Stichting Wel.kom - Roermond

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Doelen 3 Resultaten en cijfers 3 Conclusie 7 Speerpunten

CJG Delft in transitie

Beschermen & Versterken

Protocol omgaan met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor vrijwilligersorganisaties

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Daarvoor gaat u naar Minters

Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

1. Bestuurlijke opdracht

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN

Onderzoeksplan 2017 REKENKAMERCOMMISSIE ALKMAAR

Stichting Kinderopvang Alkmaar. Pedagogisch Beleid. Peuterspeelzalen

Dialoog veehouderij Venray

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio?

Uitvoeringsplan Lokaal Gezondheidsbeleid 2013 en 2014

Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht.

Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler)

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen

Transcriptie:

A gemeente Eindhoven Evaluatie plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren Tussenevaluatie periode januari 2009 - juni 2011 en vervolgaanpak Juni 2011 cvk/qc11016904

Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Mens & Maatschappij, Jeugd Datum Juni 2011 gemeente Eindhoven

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Inleiding 4 1. Achtergrond plan van aanpak 5 2. Evaluatie 7 2.1 Opvoed- en opgroeiondersteuning 7 2.1.1 Informatie en advies en themabijeenkomsten 7 2.1.2 Ondersteuning alleenstaande moeders 9 2.1.3 Vergroting toegankelijkheid voorzieningen 10 2.1.4 Concluderend 11 2.2 Marokkaans-Nederlandse jongeren in onderwijs en arbeid 12 2.2.1 Vergroten deelname Marokkaans-Nederlandse peuters aan peuterwerk 12 2.2.2 Vergroten Marokkaanse ouderbetrokkenheid bij het onderwijs 12 2.2.3 Stageproblematiek en werkgelegenheid 13 2.2.4 Schoolverzuim 14 2.2.5 Concluderend 14 2.3 Toezicht, drang/dwang en zorg 15 2.3.1 Wijkgerichte aanpak overlastgevende jongeren 15 2.3.2 Inzet outreachend medewerkers 16 2.3.3 Inzet straatwachters 17 2.3.4 (Verplichte) gezinscoaches 17 2.3.5 Concluderend 18 2.4 Communicatie met de Marokkaanse gemeenschap 20 2.4.1 Marokkaans Platform (MPE) 20 2.4.2 Oudercomités 21 2.4.3 Concluderend 22 3. Het vervolg 23 3.1 Cultuursensitief beleid 23 3.2 Opvoedondersteuning en ouderbetrokkenheid 24 3.3 Onderwijs en Stagemogelijkheden 24 3.4 Wijkgerichte aanpak overlast 25 3.5 Marokkaanse betrokkenheid 26 3.6 Begroting 27 gemeente Eindhoven 3

Inleiding Op 21 juli 2009 is de Raad akkoord gegaan met het plan van aanpak risico jongeren tot 23 jaar 2009-2010. In dit plan werd de problematiek rondom Marokkaans- Nederlandse jongeren beschreven. Een gedetailleerd uitvoeringsprogramma is hierin opgenomen, waar in 4 programmalijnen is beschreven welke maatregelen in Eindhoven genomen zouden worden. Deze maatregelen zijn opgezet om de maatschappelijke positie van Marokkaans-Nederlandse jongeren en gezinnen te versterken, maar worden ook ingezet voor jongeren en ouders uit andere bevolkingsgroepen. In deze nota wordt teruggegrepen op de gewenste effecten en cijfers uit de integratiemonitor 2007 om te bezien of de maatregelen effect hebben gehad. Daarnaast wordt per genomen maatregel bekeken welk resultaat behaald is. Aan de hand van deze resultaten en de effecten wordt beschreven welke van de maatregelen op welke wijze worden gecontinueerd en eventuele andere aandachtspunten benoemd. De evaluatie is tot stand gekomen door gesprekken tussen de projectleiders van de verschillende programmalijnen en een evaluatiegesprek tussen vertegenwoordigers van oudercomités, Marokkaans platform Eindhoven, betrokken instellingen, gemeentelijke afdelingen en raadsleden op 30 mei jl. Het voorstel/plan van aanpak is besproken en opgesteld in samenwerking met het Marokkaans Platform Eindhoven (=MPE). In Hoofdstuk 1 wordt kort teruggegrepen op de aanleiding en de belangrijkste onderdelen van het plan van aanpak dat in 2009 is opgesteld. Hoofdstuk 2 richt zich op de evaluatie van dit plan via de 4 programmalijnen. In Hoofdstuk 3 worden de aanbevelingen weergegeven en voorstel voor het vervolg gedaan. Voor de volgende periode wordt niet meer een apart plan van aanpak Marokkaanse risicojeugd opgesteld, maar is sprake van een breed beleid op zowel het terrein opvoeden/opgroeien, onderwijs/stage als wijkgerichte aanpak overlast. Waar nodig is binnen deze aanpak specifieke aandacht voor risicogroepen (van allochtone afkomst). Een cultuursensitief beleid in plaats van een cultuurspecifiek beleid. 4 gemeente Eindhoven

1 Achtergrond plan van aanpak 2009 In de periode 2007/2008 kwamen Marokkaans-Nederlandse jongeren regelmatig negatief in het nieuws. Ook in Eindhoven werd door de politie melding gedaan van een zorgelijke toename van criminaliteit binnen de Marokkaanse bevolkingsgroep. De aanwezigheid van veel risicofactoren is bepalend voor het ontstaan van problemen bij jongeren. Risicofactoren kunnen gelegen zijn in het kind, maar ook in het gezin en/of in de omgeving. Een deel van de Eindhovense Marokkaans- Nederlandse jongeren kent veel risicofactoren, waardoor zij relatief vaak problemen ondervinden bij het opgroeien. Deze problemen worden in de media vaak overbelicht en zijn niet exemplarisch voor de gehele groep Marokkaanse jongeren. Een NICIS rapport uit 2008 liet zien dat van de Marokkaans-Nederlandse jongeren 25% tot de sociaal-culturele bovenlaag van de samenleving behoort, 50% tot de middengroep en 25% tot de risicogroep. De maatregelen uit het plan van aanpak richtten zich op het positief beïnvloeden van de risicofactoren in een balans tussen preventie, zorg en handhaving. De genoemde gewenste effecten in het plan van aanpak waren: b dat Marokkaans-Nederlandse jongeren minder voorkomen in de politiestatistieken b er sprake is van toename van het gebruik van educatieve - en preventieve voorzieningen door Marokkaanse gezinnen/jongeren b Dat het gebruik toeneemt van peuterspeelzalen en vroeg- en voorschoolse educatievoorzieningen b dat de veiligheid en leefbaarheid in wijken is toegenomen b dat er sprake is van verhoging van het opleidingsniveau en beheersing van de Nederlandse taal Het plan van aanpak was geformuleerd langs 4 projectlijnen: 1. Opvoed- en opgroeiondersteuning 2. Marokkaans-Nederlandse jongeren in onderwijs en arbeid 3. Toezicht, drang/dwang en zorg 4. Communicatie met de Marokkaanse gemeenschap Het plan behelsde de periode 2009 en 2010. Daarna is middels een collegedossier deze periode met nog een half jaar verlengd tot 1 juli 2011. In dit dossier is een aantal maatregelen toegevoegd. Deze evaluatie richt zich op alle activiteiten uit het plan van aanpak èn op die activiteiten die in januari 2011 gestart zijn met tijdelijke financiering. gemeente Eindhoven 5

De bekostiging van de activiteiten heeft plaatsgevonden met een combinatie van middelen: gemeentelijke middelen uit het raadsprogramma 2008-2011 Actieve Jeugd, projectmiddelen en rijksmiddelen (tot 1 januari 2011). Inzetten op een ombuiging van de neerwaartse spiraal van negatief gedrag van risicokinderen via een pakket van maatregelen variërend van opvoed- en opgroeiondersteuning tot en met repressie is een traject van lange adem. Het grijpt (diep) in de persoonlijke levenssfeer van jongeren en opvoeders. Het gaat om het aanleren van nieuwe vaardigheden, gedragsveranderingen en sociale attitudevorming. Deze evaluatie moet dan ook uitdrukkelijk als een tussenbalans worden gezien; wij geven inzicht in een aantal georganiseerde activiteiten en de gepleegde inzet. De maatschappelijke effecten van de activiteiten uit het plan zullen op langere termijn merkbaar zijn. 6 gemeente Eindhoven

2 Evaluatie De evaluatie van het plan van aanpak is op verschillende manieren tot stand gekomen: 1. Aan de hand van een beperkt aantal beschikbare cijfers (van ondermeer de integratiemonitor van de gemeente Eindhoven) is bekeken of er verschuivingen zijn opgetreden 2. De projectleiders van de verschillende programmalijnen hebben de verschillende onderdelen per programmalijn samen met de uitvoerende instellingen geëvalueerd 3. Op 30 mei 2011 is in een evaluatiebijeenkomst met deelnemers (oudercomités, Marokkaans platform Eindhoven, betrokken instellingen en gemeentelijke afdelingen) en raadsleden de aanpak van de afgelopen jaren kritisch onder de loep genomen In dit hoofdstuk worden deze uitkomsten per programmalijn en daarin per onderdeel weergegeven. 2.1 Opvoed- en opgroeiondersteuning Een toename van het gebruik van educatieve - en preventieve (opvoeden en opgroeien en welzijn-) voorzieningen door Marokkaans gezinnen en jongeren was de belangrijkste doelstelling. Ondermeer door preventief opvoedondersteuning aan te bieden aan Marokkaanse gezinnen, maar ook door het bereik van andere hulp (zoals inkomensondersteunende voorzieningen) onder Marokkaanse gezinnen te vergroten. 2.1.1 Informatie en advies en themabijeenkomsten Naast de reguliere opvoedondersteuning, die plaatsvindt vanuit de SPILcentra, consultatiebureaus en een aantal scholen in het voortgezet onderwijs, is er flink geïnvesteerd in preventieve voorzieningen. Dit is vanuit het plan van aanpak op verschillende manieren gebeurd: 1. Een pedagogisch medewerker (1 fte) is over de periode november 2009 tot en met juni 2011 aangetrokken bij het Centrum Jeugd en Gezin. Deze medewerker ontwikkelde activiteiten gericht op vergroten deelname peuterwerk, vergroten ouderbetrokkenheid, en allerlei activiteiten op het terrein van opvoeden en opgroeien 2. Deze medewerker heeft groep/themabijeenkomsten georganiseerd op ondermeer scholen en met vader- en moedercomités. Thema's die daarin besproken zijn zijn bijvoorbeeld echtscheiding en migranten en kinderen en sexualiteit. Meer dan 100 ouders hebben deelgenomen aan deze bijeenkomsten. gemeente Eindhoven 7

3. Daarnaast werden huisbezoeken afgelegd bij Marokkaanse risicogezinnen met vragen op terrein van opvoeden, opgroeien, onderwijs en welzijnsvoorzieningen. Er vonden 50 huisbezoeken plaats, waarmee 23 gezinnen werden bereikt. Twintig cliënten zijn op een andere wijze geholpen. 4. Op basisscholen Atalanta en Rapenland zijn activiteiten ontwikkeld, is informatie en advies gegeven aan ouders en zijn themabijeenkomsten georganiseerd op het terrein van opvoeden en opgroeien. 5. In samenwerking met medewerkers van het CJG zijn groepscursussen positief opvoeden georganiseerd. Deze zogenoemde Triple P programma (positief pedagogisch programma) vond plaats op de basisscholen Cornelis Jetses (4 cursussen), basisschool Louis Buelens (1 cursus), Tarieq Ibnoe Ziyad (2 cursussen). In het totaal werden met deze 7 cursussen 49 ouders bereikt. 6. Eind 2009 is het project Pedagogische Civil Society gestart in de wijk Vlokhoven (een wijk met veel Marokkaanse gezinnen). Eindhoven is hierin een van de 10 pilotgemeenten. Doel van dit project is het versterken van de informele sociale steun rondom gezinnen, via het Centrum Jeugd en Gezin. Het gaat om het verbeteren van het pedagogisch klimaat in de buurt, waarbij ouders met elkaar praten over opvoeding en elkaar adviseren en raad vragen als dit nodig of wenselijk is. Uit onderzoek van de universiteit van Utrecht blijkt dat er in Eindhoven bij ouders draagvlak bestaat voor het gezamenlijk bijwonen van themabijeenkomsten over opvoeden. Door deze behoefte aan zowel formele als informele opvoedsteun is er potentie om hier ouders en oudercomités een belangrijke rol in te laten vervullen. Met wijkbewoners vonden opvoeddebatten plaats, waaraan werd deelgenomen door circa 40 ouders, veelal van Marokkaanse afkomst. Reacties evaluatiebijeenkomst Door de betrokkenen is op de evaluatiebijeenkomst zeer positief gereageerd op de verschillende initiatieven die er geweest zijn om opvoeden van kinderen meer en gemakkelijk bespreekbaar te maken en ouders op verschillende manieren te ondersteunen bij deze taak. Aangegeven werd dat: b ouders in de thuissituatie profijt ondervinden van de persoons- en gezinsgerichte aanpak in de wijk, en dat hierdoor ook het contact tussen zowel Marokkaanse ouders als tussen Nederlandse en Marokkaanse ouders op gang is gekomen. b Opvoeding van kinderen en het dilemma tussen je kind opvoeden naar zelfstandigheid, maar tegelijkertijd grenzen stellen, is iets waar elke ouder, ongeacht etnische afkomst en culturele verschillen, mee te maken heeft. Gesprekken hierover zijn juist verbindend. b Het van groot belang is om activiteiten op het terrein van opvoedondersteuning te continueren en dat ouders zeker een grote rol kunnen spelen in het geven van opvoedadvies en ondersteuning aan elkaar. 8 gemeente Eindhoven

b b b Het gewenst is om ondersteuning te richten op het uitpraten van conflicten; zowel richting ouders als naar kinderen: hoe doe je dit en waar houd je rekening mee? er een duidelijke behoefte is aan opvoedcursussen, omgaan met 12+ jeugd. De activiteiten op het terrein van opvoedondersteuning in de verschillende wijken kunnen voor een bredere doelgroep, dan alleen Marokkaanse gezinnen, toegankelijk gemaakt worden. Ook andere kwetsbare groepen kunnen profijt ondervinden van deelname aan deze activiteiten. Effecten opvoedondersteuning tot nu Resultaat van opvoed- en opgroeiondersteuning zal pas op de langere termijn duidelijk worden. Nu, op de kortere termijn, is ondermeer gebleken, dat: b ouders gemakkelijker informatie en hulp vragen bij opvoedondersteuners b er een toename is van vrijwilligers, zowel bij oudercomités, als het vrijwilligerskader op scholen. Ook de ouderbetrokkenheid bij de school en haar activiteiten is vergroot b de scholen, waar groepsgerichte opvoedondersteuning is gegeven, geven aan dat het gedrag van de kinderen is verbeterd en dat dit in positieve zin merkbaar is in de schoolresultaten en de sfeer. b Er zijn meer contacten tussen ouders en de school. Hierdoor is de ouderbetrokkenheid vergroot (zie ook 2.2.2.) b de ouders die de Triple P trainingen gevolgd hebben, geven aan dat het contact en de relatie met hun kind(eren) verbeterd is. 2.1.2 Ondersteuning alleenstaande moeders Moeders die alleen voor de taak staan hun kinderen op te voeden, met daarnaast de verantwoordelijkheid voor het huishouden en het inkomen, hebben meer dan gemiddeld behoefte aan ondersteuning hierbij. Een van de meest duidelijke risicofactoren waarbij kinderen meer kans lopen op ontwikkelingsachterstand en problemen, is een scheiding van de ouders. In een aantal culturen, waaronder de Marokkaanse, speelt hierbij dat moeders soms verstoten worden uit hun gemeenschap als er sprake is geweest van scheiding. Dit ongeacht de redenen hiervoor zoals bijvoorbeeld huiselijk geweld. Deze moeder kan dan onvoldoende terugvallen op een sociaal netwerk of familieverband. In het plan van aanpak is ervoor gekozen om binnen de bestaande werksoorten specifiek aandacht te geven aan de ondersteuning van alleenstaande moeders.. Er is dus geen nieuw project opgezet voor de Marokkaanse doelgroep. Binnen zowel de dienstverlening van het Algemeen Maatschappelijk Werk, het sociaal raadsliedenwerk, opvoedondersteuning (zie ook hierboven), maar ook de intensievere hulp van de gezinscoach, gespecialiseerde Thuisbegeleiding of Homestart/Doorstart (ondersteuning door vrijwilligers) vormen alleenstaande moeders een gemeente Eindhoven 9

belangrijk deel van de klantengroep. Veel alleenstaande ouders blijken deel te nemen aan de groepsgerichte opvoedingstrainingen. In Eindhoven is een tweetal projecten, dat zich richt op de begeleiding en ondersteuning van Jonge Moeders: JEM en Kids met een ondersteunings- en ontmoetingsfunctie en MAJ met opvang en begeleiding. Ook Marokaanse jonge moeders vinden hier ondersteuning en begeleiding. Het blijkt dat de problematiek van de Marokkaanse alleenstaande moeders hierin niet afwijkt van andere alleenstaande moeders en dat het bestaande reguliere aanbod hiervoor volstaat. 2.1.3 Vergroting toegankelijkheid voorzieningen Geconstateerd is dat reguliere hulp soms onvoldoende de Marokkaanse jongeren en gezinnen bereikt. Dit is vooral het geval bij zorg aan de jongeren zelf (zoals schoolmaatschappelijk werk en geïndiceerde jeugdzorg) en inkomensondersteunende zorg aan Marokkaanse gezinnen (aangezien veel Marokkaanse ouders aangeven zich zorgen te maken over hun financiële situatie). Dit geldt niet voor preventieve hulp aan volwassenen, zoals het Algemeen Maatschappelijk werk en opvoedondersteuning. Een percentage van 8,8% Marokkaanse gezinnen binnen de klantenkring van opvoedondersteuning was in 2008 zelfs hoog te noemen. Een aantal initiatieven heeft plaatsgevonden om het bereik en de toegankelijkheid van de voorzieningen te vergroten: b er heeft een bijeenkomst plaatsgevonden over het vergroten van kennis en inzicht bij professionals werkzaam bij verschillende instellingen, die te maken hebben met Marokkaanse cliënten. Hieraan hebben 35 professionals deelgenomen b er heeft een bijeenkomst plaatsgevonden voor Marokkaanse professionals, waaraan 30 mensen hebben deelgenomen met als doel elkaar te leren kennen en de onderlinge samenwerking te vergroten. Als het gaat om preventieve hulp en zorg aan jongeren zien we in 2010 een lichte stijging in het bereik van Marokkaanse jongeren met het schoolmaatschappelijk werk. Mogelijk hebben de inspanningen van de Lumensgroep en bovengenoemde bijeenkomst hieraan bijgedragen. Uit de inwonersenquête, die BIO (bestuursinformatie en onderzoek) jaarlijks afneemt, blijkt hoeveel procent van de Eindhovenaren zich zorgen maakt over geld en over lening en schulden. Het percentage Marokkaanse Eindhovenaren dat zich zorgen maakt over geld is gedaald van 58,8% van 2007 naar 44,1% in 2009. Het percentage Marokkaanse Eindhovenaren dat zich zorgen maakt over een lening of schulden is nagenoeg hetzelfde gebleven (59,7% in 2009 en 60% in 2007). Het bereik van 10 gemeente Eindhoven

schuldhulpverlening en sociaal raadslieden werk onder de Marokkaanse doelgroep is in 2010 echter zowel absoluut als procentueel gedaald ten opzichte van 2008. 2.1.4 Concluderend Er is veel waardering in de stad voor de genomen initiatieven op het terrein van opvoedondersteuning. Marokkaanse ouders, oudercomités en de scholen spelen hierin een belangrijke rol en hebben ervoor gezorgd dat thema's bespreekbaar zijn gemaakt. De communicatie tussen zowel Marokkaanse ouders onderling als tussen Marokkaanse en Nederlandse ouders is op gang gekomen. De persoons- en gezinsgerichte aanpak met wijkgerichte activiteiten op het terrein van opvoeden en opgroeien wordt door bewoners enouders zeer gewaardeerd. Er is draagvlak voor de continuering van deze initiatieven en voor een grote rol van Marokkaanse ouders, ook naar elkaar, om opvoeding van kinderen blijvend te bespreken en ervaringen te delen. Het is goed deze initiatieven breder te trekken en in te zetten voor andere kwetsbare groepen in de wijken. Positief is dat het bereik van Marokkaanse jongeren met schoolmaatschappelijk werk licht gestegen is. Opvallend is dat het bereik van inkomensondersteunende hulp aan Marokkaanse gezinnen, ondanks de vermeende behoefte, is gedaald. gemeente Eindhoven 11

2.2 Marokkaans-Nederlands jongeren in onderwijs en arbeid In deze programmalijn zijn de belangrijkste onderdelen: - Vergroting van de deelname van Marokkaanse peuters aan het peuterwerk, - Vergroten van de ouderbetrokkenheid bij het basis- en voortgezet onderwijs, - De aanpak van stageproblematiek, - De extra inspanningen om werkloze jongeren van Marokkaanse afkomst met een hoog risicoprofiel versneld aan het werk te helpen. 2.2.1 Vergroten deelname Marokkaans-Nederlandse peuters aan peuterwerk In samenwerking met Peuterplaza zijn activiteiten opgezet, gericht op het vergroten van de deelname van Marokkaans-Nederlandse kinderen aan het peuterspeelzaalwerk. Dit is in gang gezet middels contacten met het peuterwerk, toeleiding vanuit het consultatiebureau naar het peuterwerk, een tweetalige folder die medio april 2010 verspreid is en persoonlijke benadering van ouders. Uit het onderzoek van de afdeling Bestuursinformatie en Onderzoek (oktober 2010) blijkt dat het beleid dat gevoerd is om meer Marokkaanse kinderen te bereiken met peuterspeelzaalwerk geslaagd is in de opzet. Het aandeel kinderen uit deze groep dat naar een peuterspeelzaal gaat is substantieel toegenomen: van 40% in 2004 naar 57% in 2010. Ook het bezoek aan kinderopvang is vanuit deze groep toegenomen van 8% naar 17%. 2.2.2 Vergroten Marokkaanse ouderbetrokkenheid bij het onderwijs Vanuit het plan van aanpak zijn verschillende activiteiten ondernomen: b er hebben verschillende bijeenkomsten plaatsgevonden, vooral in Woensel met als doel de kennis (Cito-toetsen en schoolkeuze) over en betrokkenheid van ouders bij het onderwijs van hun kinderen te vergroten. Deze bijeenkomsten hebben plaatsgevonden op verschillende scholen: basisschool Rapenland, basisschool Atalanta, Islamitische basisschool en een aantal bijeenkomsten op basisschool Cornelis Jetses. In het totaal hebben 104 ouders deelgenomen aan deze bijeenkomsten. b In samenwerking met de Islamitische basisschool is een ouderkamer opgericht bij het speciaal basisonderwijs Jan van Nieuwenhuizen. Deze ouderkamer heeft ten doel de ouderbetrokkenheid te vergroten en het ondersteunen van ouders met informatie en advies. Tevens ontmoeten ouders elkaar via de ouderkamer. b 30 ouders van kinderen in groep 7 en groep 8 zijn geïnformeerd over keuzes ten aanzien van het vervolgonderwijs. 12 gemeente Eindhoven

Reacties evaluatiebijeenkomst Uit de evaluatiebijeenkomst is gebleken dat ouders en oudercomités enthousiast waren over deze bijeenkomsten en dat hun kennis over het onderwijs en zaken die hiermee samenhangen vergroot is. Deze activiteiten waren in de praktijk soms gekoppeld aan thema-avonden over opvoeding. De overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs en hoe ouders hun kind hierbij kunnen begeleiden is nog een thema dat ouders graag met elkaar willen bespreken. Ook de ondersteuning van kinderen bij het maken van huiswerk en het plannen is iets dat ouders belangrijk vinden en waarin ondersteuning wordt gezocht bij andere ouders en professionals. Ook bij deze bijeenkomsten geldt dat deze voor een bredere groep worden ingezet dan alleen Marokkaanse gezinnen. 2.2.3 Stageproblematiek en werkgelegenheid Uit de evaluatiebijeenkomst is gebleken dat het vinden van een passende stage voor veel (Marokkaanse) jongeren nog steeds lastig is. Er zijn signalen dat Marokkaanse jongens uitvallen binnen het onderwijs, omdat ze geen (geschikte) stageplek hebben. Er zijn diverse ideeën besproken op de evaluatiebijeenkomst om met deze problematiek aan de slag te gaan. Vanuit het jongerenwerk worden er stageplekken aangeboden aan jongeren (waaronder Marokkaanse jongeren). Denk bijvoorbeeld aan het recent initiatief de Eetbar, een stage in de horeca in het jongerencentrum Dynamo. Het is goed om blijvend aandacht voor stageproblematiek te hebben. Hierin zal ook de samenwerking met het MBO onderwijs (ROC) worden gezocht. Marokkaanse jongeren stromen gemiddeld lager in in het voortgezet onderwijs, waarmee perspectief op arbeid verschilt van de gemiddelde Eindhovense jongere. Dit vormt een aandachtspunt voor komende jaren. De afgelopen jaren is er vanuit verschillende partijen extra inzet gepleegd om de stijgende werkloosheid onder jongeren aan te pakken. Bijvoorbeeld vanuit de Taskforce Jeugdwerkloosheid, het jongerenloket (als onderdeel van het Werkplein Mercado) en verschillende projecten in het kader van de Wet Investeren in Jongeren (Wet WIJ). Bij deze projecten wordt niet geregistreerd op basis van etniciteit, dus valt niet te achterhalen in welke mate Marokkaans-Nederlandse risicojongeren hiermee bereikt zijn. In het kader van de wijkgerichte aanpak overlast jongeren (zie paragraaf 2.3) zijn afspraken gemaakt over de begeleiding van jongeren richting werk. In samenwerking met de sector werk worden jongeren toegeleid naar werk, en krijgen zowel de jongere als de werkgever hierin een stuk begeleiding. De toeleiding gebeurt door de outreachend medewerker (zie ook paragraaf 2.3). Werkgevers zijn bijvoorbeeld Ballast Nedam/Bouwborg. gemeente Eindhoven 13

2.2.4 Schoolverzuim In het plan van aanpak is geconstateerd dat er, anders dan de beeldvorming doet vermoeden, geen sprake is van grote schooluitval en schoolverzuim onder Marokkaanse jongeren. De huidige inzet van leerplicht wordt als voldoende ervaren. Op dit moment ligt het percentage Marokkaanse jongeren (en ook Turkse jongeren) dat zowel schooluitval als schoolverzuim laat zien, wel iets boven het Eindhovense gemiddelde. De individuele aanpak die vanuit de afdeling Leerlingenzorg wordt uitgezet, zal voldoende maatwerk moeten leveren. Vanaf 1 juli 2011 start de afdeling leerlingenzorg met het project VSV in beeld (= voortijdig schoolverlaters in beeld), waarbij maandelijks alle uitvallers in beeld worden gebracht en op maat acties per jongere worden uitgezet. De Marokkaanse schooluitvallers komen dan ook individueel aan bod. 2.2.5 Concluderend Binnen deze programmalijn zijn een aantal positieve resultaten behaald. Duidelijk is dat de deelname van Marokkaanse peuters aan peuterwerk aanzienlijk is gestegen. Daarnaast is de kennis van ouders over het onderwijs toegenomen en daarmee is ook de betrokkenheid van ouders vergroot. Dit blijkt uit deelname aan activiteiten binnen het onderwijs. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de aanpak van jeugdwerkloosheid. Het is niet duidelijk of Marokkaanse jongeren hier profijt van hebben gehad. Binnen de wijkgerichte aanpak zijn positieve resultaten geboekt met de begeleiding van jongeren richting stage en werk. De komende jaren worden de activiteiten, gericht op het vergroten van de ouderbetrokkenheid, gecontinueerd en gekoppeld aan activiteiten op het terrein van opvoedondersteuning. Daarnaast is er extra aandacht nodig voor de positie van Marokkaanse jongeren binnen het onderwijs en het verkrijgen van stageplekken. 14 gemeente Eindhoven

2.3 Toezicht, drang/dwang en zorg In het plan van aanpak is geconstateerd dat onder de Marokkaanse jongeren van 12 tot en met 17 jaar het delictgedrag hoger is dan gemiddeld. Ook maken Marokkaanse jongeren vaker deel uit van straatgroepen, die in een aantal gevallen overlast veroorzaken of crimineel gedrag vertonen. Belangrijkste doelstellingen binnen deze programmalijn zijn het delictgedrag terugdringen, de overlast verminderen en de jongere begeleiden richting dagbesteding en/of hulpverlening. Dit wordt gedaan door een combinatie van contact leggen met jongere en gezin, grenzen stellen en corrigeren, maar zeker ook perspectief bieden. Hierbij wordt, wanneer dit nodig is, gebruik gemaakt van een drang- en dwangkader. 2.3.1 Wijkgerichte aanpak overlastgevende jongeren Deze doelgroep kent een aantal kenmerken. Jongeren zijn soms moeilijk benaderbaar en mijden hulp. In de groepen voeren jongeren boven de 18 jaar vaak de boventoon en hebben gezag binnen de groep, waardoor het ook lastig is de jongere jeugd te benaderen. Bovendien is het vaak lastig om de jongeren te vervolgen, omdat bewijsvoering ontbreekt en lastig is rond te krijgen. Er is gestart met een wijkgerichte aanpak in een aantal geselecteerde gebieden met de meest overlastgevende jeugdgroepen, te weten Woensel-Zuid, Woensel-Noord, de Bennekel en Genderdal. Sinds november 2010 is deze werkwijze verder geïntensiveerd en vindt het ook daadwerkelijk in de wijk plaats met een combinatie van een individueel-/gezinsgericht traject, een groepsaanpak en een bewoners- en wijkgerichte aanpak. De jongeren worden besproken in een structureel casusoverleg, ondersteund door het Veiligheidshuis regio Eindhoven. Hierin participeren de sector gebiedsontwikkeling (voorzitter), de afdeling Veiligheid, het Centrum jeugd en Gezin, de politie, Bureau Jeugdzorg, Welzijn Eindhoven en enkele woningcorporaties. Gebleken is dat de invloed van de harde kern groot is en daarom is de samenwerking met het Openbaar ministerie en politie verstevigd en is er vanaf november, meer dan voorheen, ingezet op de meest criminele jongeren in de groep. Inmiddels zijn een aantal harde kernjongeren gedetineerd. Hierdoor ontstaat meer ruimte om met de andere groepsleden en gezinnen hulpverlening- en activeringstrajecten op te zetten. Binnen de wijkgerichte aanpak van de overlast is de beschikking over een tijdelijke casusregisseur en juridische inzet. Deze juridische ondersteuning zoekt gericht bij de individuele en gezinsgerichte benadering naar de mogelijkheden om dwang in te zetten. Voor het welslagen van de aanpak is deze juridische ondersteuning en het voortzetten van de functie van casusregisseur van groot belang. Uit de procesevaluatie van de intensieve aanpak sinds november 2010 is gebleken dat de overlast door jongeren in de wijken Vaartbroek/Eckart, t Hool en Genderdal gemeente Eindhoven 15

gedaald is en dat voor alle jongeren in de groepen in deze wijken een individueel of gezinsgericht traject is uitgezet. Tevens zijn er maatregelen genomen richting de groep en de wijk. Het is nog te vroeg om stevige conclusies te trekken, aangezien het zomerseizoen met eventuele overlast nog niet afgelopen is en effect van gezinsgerichte en individuele begeleiding op de iets langere termijn zichtbaar wordt. Daarom wordt na de zomer opnieuw een evaluatie gehouden. Wel is uit politiecijfers gebleken, dat het percentage Marokkaanse jongeren tot en met 17 jaar dat delictgedrag vertoont, in 2009 gedaald is. Waar in 2007 5,7% van de Marokkaanse jongeren in deze leeftijdsgroep als verdachte was aangemerkt voor een misdrijf, was dit in 2009 nog een percentage van 4%. Het is echter de vraag of dit toe te schrijven is aan inspanningen die gepleegd zijn binnen deze programmalijn, aangezien de politie aangeeft in 2009 overgestapt te zijn op een andere wijze van registreren, waardoor in heel Nederland percentages gedaald zijn. 2.3.2 Inzet outreachend medewerkers Binnen deze wijkgerichte aanpak wordt gebruik gemaakt van 1 parttime outreachend medewerker, die met jongeren uit de sterk overlastgevende groepen aan de slag gaat. Deze medewerker is (sinds kort) aangehaakt bij het Centrum Jeugd en Gezin, zoekt de jongere en het gezin thuis op en begeleidt de jongere en het gezin richting werk/scholing, ondersteuning bij financiën en benodigde hulp. Deze medewerker gaat met alle jongeren uit de groep aan de slag, zowel de jongere die de harde kern vormen van de groep, maar ook de jongere jongens en meisjes die nog niet deze zware problematiek kennen, maar gevoelig zijn voor de groepsdruk en veel risico lopen op uitval en problemen. Daarnaast is er vanuit dit plan van aanpak, begin januari 2011, gestart met een tijdelijke outreachend medewerker binnen het Centrum Jeugd en Gezin. Deze werker is gekoppeld aan de wijkgerichte overleggen jeugdgroepen in beeld (JIB). Deze overleggen richten zich op jeugdgroepen in de stad, die (nog) niet zorgen voor sterke overlast. De outreachend medewerker zoekt actief contact met jongeren, die opvallen binnen de jeugdgroepen en die een groter risico lopen op uitval. Met deze jongere samen wordt bekeken welke vragen en problemen er zijn op het leefgebied dagbesteding (opleiding/werk), maar ook op het terrein van zorg. Ter ondersteuning worden preventieve en curatieve trajecten met de jongere uitgezet. De periode van januari tot juni is nog kort om conclusies te trekken. Gebleken is wel dat via huisbezoeken het goed mogelijk is jongeren te bereiken en dat bij nagenoeg alle bereikte jongeren er vragen en problemen leven op het terrein van onderwijs (huidige school of niet weten welke vervolgopleiding) en in sommige gevallen op het terrein van financiën. Ook is gebleken dat de wijkgerichte aanpak niet kan slagen zonder de inzet van outreachende medewerkers die jongeren en gezinnen actief opzoeken en motiveren en verleiden tot een traject. Het wordt altijd zo veel mogelijk bij de jongere zelf gelegd. 16 gemeente Eindhoven

Het motto erop af is heel kenmerkend voor de werkwijze van de outreachend medewerkers. Afhankelijk van de behoefte en problematiek van de jongere en zijn gezinsleden worden huisbezoeken afgelegd en contact gelegd met de benodige instantie, hulpverleningsinstelling, school of werkgever. Het is wenselijk te beschikken over een team outreachend medewerkers, die vanuit verschillende instellingen werkzaam zijn, zodat bijvoorbeeld het kader van jeugdreclassering kan worden ingezet om jongeren te dwingen tot activering. Naast de outreachtend medewerker van het CJG, zou er een medewerker vanuit bijvoorbeeld jeugdreclassering en een medewerker vanuit de welzijnsinstelling ingezet moeten worden. 2.3.3 Inzet straatwachters In 2009 is gestart met de inzet van straatwachters. Deze straatwachters hadden als belangrijkste taken: het houden van toezicht op jongeren, het contact leggen met jongeren uit de overlastgevende groepen, corrigeren op gedrag en grenzen stellen en perspectief bieden door het doorverwijzen naar benodigde hulp en ondersteuning. Gekozen is voor mensen met een flexibele inzet, van diverse etnische achtergrond en met een basis in de sportwereld. De straatwachters zijn bij aanvang gestart in 8 wijken en waren werkzaam van 15 uur tot 23 uur. Het blijkt lastig deze nieuwe functie goed vorm te geven. Jongeren hebben duidelijk behoefte aan begeleiding bij specifieke hulpvragen, maar de combinatie van enerzijds helpen en aan de andere kant corrigeren bleek in de praktijk erg lastig. De straatwachters zijn gedurende het traject teruggegaan naar de kerntaken gericht op het corrigeren van gedrag en houden van toezicht. De begeleiding werd beperkt tot het kundig doorverwijzen. Hiermee nam echter het vertrouwen van de jongeren in de straatwachters af. Daarnaast riep het uniform weerstand op en bleek ook het corrigeren zonder extra bevoegdheden onvoldoende mogelijk. Ook in andere steden blijkt de invulling van straatwachters wisselend te verlopen en is het lastig corrigerend op te treden in combinatie met een vertrouwenspositie en perspectief bieden. In de stuurgroep veiligheid is daarom besloten om het project met straatwachters in de huidige vorm in 2011 niet te continueren. Er zal in overleg met andere steden bekeken worden op welke wijze straatwachters worden ingezet en afhankelijk van deze ervaringen wordt mogelijk in het actieplan Jeugd en Veiligheid een vervolg gegeven aan het project. Dit dan vanuit de sector Vergunningen, Toezicht en Handhaving. Buurtbewoners, beheerders van wijkcentra en ondernemers geven aan de inzet van straatwachters positief te waarderen. Zij ervaren het als een meerwaarde dat er duidelijke aanspreekpunten waren in de wijk bij jeugdoverlast. Bij problemen met jongeren werden de straatwachters aangesproken waarna de straatwachters contact legden met de betreffende jongeren en hielden zij een oogje in het zeil. Het Marokkaans Platform geeft aan het erg belangrijk te vinden dat er mensen zijn die gemeente Eindhoven 17

outreachend contact kunnen leggen met jongeren en ook daadwerkelijk jongeren kunnen begeleiden. De vraag is echter of deze behoefte niet beter kan worden ingevuld door outreachend medewerkers, die gekoppeld zijn aan een beperkt aantal gebieden in Eindhoven (via interventieteams en jeugdgroepen in beeld) en ook voor wijkorganisaties zichtbaar aanwezig zijn in de wijk. 2.3.4 (Verplichte) gezinscoaches In de jaren 2009 en 2010 is gestart met intensieve gezinsondersteuning in multiproblem huishoudens. Inzet vindt plaats via het Centrum Jeugd en Gezin als er flinke zorgen bestaan over het opgroeien en de ontwikkeling van kinderen en er binnen het gezin problemen bestaan op (vele) verschillende leefgebieden (financiën, werk/scholing, opvoeding, psychiatrie en/of licht verstandelijke beperking, wonen etc.). Dit kan zijn vrijwillige Gezinscoaching (Gezinscoaching Lumens of Praktische Gespecialiseerde Thuisbegeleiding door Zuidzorg) bij gezinnen die openstaan voor hulpverlening. Ook verplichte Gezinscoaching (VIG coaching door RADAR) is ingezet voor gezinnen die vaak al een (teleurstellende) geschiedenis hebben gehad met hulpverlening en daardoor niet openstaan voor ondersteuning/begeleiding. Verplichte inzet is een optie wanneer er grote zorgen bestaan over de ontwikkeling en toekomst van de kinderen in het gezin. In het totaal heeft er in 2009 en 2010 in 27 Marokkaanse gezinnen intensieve Gezinscoaching plaatsgevonden, waarvan in 5 Marokkaanse gezinnen met een dwangmaatregel binnengekomen is om hulp te kunnen verlenen. Alle trajecten zijn met goed resultaat afgesloten en in de meeste gevallen is een vervolgtraject in het gezin ingezet met reguliere en veel lichtere hulpverlening of hulp door bijvoorbeeld een vrijwilliger. Uit gesprekken met Bureau Jeugdzorg, afdeling Jeugdbescherming is gebleken dat ten gevolge van de inzet van Gezinscoaching in Eindhoven het aantal gedwongen uithuisplaatsingen door de kinderrechter flink is afgenomen. Een voortzetting van de inzet van Gezinscoaching wordt door alle betrokkenen als zeer wenselijk ervaren. Daarbij is de uitdrukkelijke kanttekening geplaatst dat inzet altijd vrijwillig plaatsvindt waar dit kan en dwangmaatregelen slechts worden ingezet als de zorgen over de kinderen groot zijn en het gezin niet wil meewerken. 2.3.5 Concluderend De wijkgerichte aanpak ter beperking van de overlast begint duidelijk vruchten af te werpen. Een continuering van deze aanpak met daarin een combinatie van individuele en gezinsgerichte trajecten, een groepsaanpak en maatregelen in de buurt, is zeer wenselijk. Hiertoe is een continuering van de functie van ketenregisseur en de inzetbaarheid van outreachend medewerkers, die jongeren en gezinnen begeleiden naar arbeid of scholing, hulpverlening en ondersteuning bij financiën essentieel. 18 gemeente Eindhoven

De functie straatwachters wordt in 2011 niet op dezelfde wijze verlengd. Het blijkt te lastig deze functie goed vorm te geven in de balans tussen hulp, vertrouwen en corrigeren. In de tweede helft van 2011 wordt, afhankelijk van de ervaringen in andere steden, hier mogelijk nog een vervolg aan gegeven vanuit het Actieplan Jeugd en Veiligheid. De inzet van (verplichte) gezinscoaches in Eindhoven grijpt in bij complexe problematiek en voorkomt uithuisplaatsingen van kinderen. gemeente Eindhoven 19

2.4 Communicatie met de Marokkaanse gemeenschap Voor het welslagen van het project is het belang van betrokkenheid van de Marokkaanse gemeenschap om twee redenen expliciet benoemd: om de problematiek te verhelderen en te adviseren over passende oplossingen/aanpak om de aanpak onder de aandacht te brengen bij de doelgroep en achterban en het aanbod op die manier bereikbaar en toegankelijk te maken. Bij de opzet van een organisatiestructuur is in samenspraak gekozen voor een overkoepelend Stedelijk Platform, met daarnaast op wijkniveau comités, die de samenwerking zoeken met andere partijen in de wijk. Voor zowel de organisatie van het platform als de oudercomités was gedurende de projectperiode professionele ondersteuning beschikbaar, met als doel de ontwikkeling van een visie, kadervorming en deskundigheidsbevordering. Het organiseren van de Marokkaanse betrokkenheid is, zowel op stedelijk als wijkniveau, geen eenvoudige opgave gebleken. Belangrijkste oorzaken zijn de onervarenheid van de vrijwilligers om structuur aan te brengen en (het overbruggen van) de verschillen in inzicht en aanpak. Dit bemoeilijkte de onderlinge samenwerking en leidde tot gebrek aan vertrouwen. Hierdoor ontstond het gevoel dat men steeds opnieuw moet beginnen en dat er veel verwacht wordt qua verantwoording en papierwerk. Op activiteitenniveau is er echter veel georganiseerd, zowel voor de jongeren in de wijken als voor de betrokken ouders. 2.4.1 Marokkaans platform (MPE) Halverwege de projectperiode heeft het Platform een doorstart gemaakt. Met een nieuw dagelijks bestuur is het doel en de taak van het MPE opnieuw vastgesteld. Er wordt gestreefd naar een zo breed mogelijke vertegenwoordiging van Eindhovense Marokkaanse zelforganisaties. Het MPE bestaat uit maximaal 15 leden. Deelnemers zitten er niet op persoonlijke titel, maar vertegenwoordigen oudercomités, moskeebesturen of andere stichtingen. Het reglement is aangescherpt en er is een duidelijke organisatiestructuur vormgegeven met een Algemeen bestuur (komt 1 maal per maand bijeen), een Dagelijks Bestuur (minimaal 1 maal per maand bij elkaar) en drie werkgroepen rond de thema s Opvoeding, Onderwijs en Leefbaarheid. Elke werkgroep organiseert jaarlijks een bijeenkomst voor de achterban. Het MPE heeft een adviserende rol bij de uitvoering van het plan van aanpak Risicojeugd. Elk kwartaal wordt in de bestuursvergadering een uur ingeruimd om de voortgang te bespreken en bijzonderheden en ervaringen uit te wisselen met de gemeente en andere partners. Om de achterban te informeren en betrokken te houden heeft het MPE een website gemaakt. In juni is een werkbezoek naar Utrecht gepland om ervaringen uit te wisselen. 20 gemeente Eindhoven