Spreekschetsen voor Ocker van Munster, directeur Kunsten bij de overhandiging van Critical Friends, 10 december 2008 (alleen het gesproken woord geldt)
Welkom allemaal; welkom hier in de Hoftoren. Fijn dat u er allemaal bent. We zijn hier vanmiddag bijeen voor een feestelijke bijeenkomst, namelijk de afsluiting van Critical friends. Dat dit niet echt een afsluiting is, daar kom ik later nog op terug. Cultuur en School heeft de afgelopen jaren veel kwantitatieve successen geboekt. Nagenoeg alle basisscholen nemen deel aan de regeling cultuureducatie primair onderwijs en ontvangen 10,90 per leerling voor cultuureducatie. Ook krijgen álle leerlingen in het voortgezet onderwijs een cultuurkaart met daarop een tegoed van 15,-- Genoeg kwantitatief succes dus. En het is natuurlijk prachtig dat we nu zo n groot deel van de Nederlandse jeugd bereiken. Maar hoe zit het nu met de kwaliteit van cultuureducatie? Kwaliteit staat hoog op de agenda van het onderwijs. Zo is er een kwaliteitsagenda taal en rekenen. Maar een ander voorbeeld is de canon. De canon maakt duidelijk wat kinderen moeten kennen, maar laat scholen tegelijkertijd vrij om zelf invulling te geven aan de canonvensters. Die vrijheid maakt de canon voor mij tot een goed voorbeeld van hoe je kwaliteit kunt vastleggen.
Kwaliteit is dus belangrijk, dat zal niemand ontkennen. Maar het roept natuurlijk wel direct de vraag op: Wat is kwaliteit? Hierover weten we eigenlijk niet zo veel, moet ik u bekennen. Critical friends is eigenlijk het eerste project dat een antwoord probeert te vinden op de vraag Wat is kwaliteit? Om deze vraag te beantwoorden zijn er in het project Critical friends tien cultuureducatieve activiteiten gevolgd. De culturele activiteit vond plaats in of om de school en enkele weken later voerden docenten en cultuurproducenten samen een gesprek over de activiteit. Uit deze gesprekken kwamen verschillende bouwstenen voor goede cultuureducatie naar voren. Een mooi voorbeeld van een activiteit waarbij de experts een bijzondere observatie deden was een activiteit in Tilburg. Basisschool Panta Rhei in Tilburg organiseerde een culturele middag rondom het thema Nicaragua, omdat de school daar vriendschapsbanden mee onderhoudt. Het werd de zogenaamde Nicamiddag. Voor deze middag werd Hjalmar van den Akker, een BIK ker, uitgenodigd om een workshop te geven.
Bij deze activiteit ging eigenlijk alles goed: docenten waren betrokken, er was voldoende draagvlak en de partijen werkten goed met elkaar samen. En last, but not least, de kinderen waren enthousiast. Toch viel het de experts op dat het vertrouwen tussen de docent en de kunstenaar eigenlijk was overgegaan in blind vertrouwen. Er was weinig ruimte voor reflectie, noch op elkaar, noch op de activiteit. Onderwijs en cultuur bleven daardoor gescheiden werelden. Dat cultuureducatie nog vaak wordt gezien als iets dat los staat van het cognitieve leerproces van kinderen, bleek uit meer activiteiten. Kunst en cultuur worden vaak gezien als leuk ; als afwisseling voor de lessen taal en rekenen. Ongewild komt hiermee cultuureducatie los te staan van de rest van het curriculum. Een stevige verankering van cultuur in het onderwijs wordt hierdoor belemmerd. Terwijl juist een verbinding tussen cultuureducatie en de andere vakken een meerwaarde kan opleveren. Een ander mooi voorbeeld vond ik het bezoek van leerlingen uit groep 7 van De Rank-basisschool in Schoonhoven aan Gemaal De Hooge Boezem. Daar leerden zij over de werking van het gemaal. Het viel mij op dat deze activiteit als een van de weinige een
duidelijke leerervaring voor de kinderen bevatte. Tegelijkertijd werd de activiteit minder op zijn culturele aspecten beoordeeld. De twee voorbeelden die ik hier heb aangehaald zijn totaal verschillend van aard. Ze hebben ieder hun eigen kwaliteiten en beperkingen. De gesprekken over deze kwaliteiten hebben bouwstenen voor kwaliteit opgeleverd, maar ze bieden geen pasklaar antwoord op de vraag wat is kwaliteit? Het is daarom belangrijk dat we de discussie over kwaliteit voortzetten. Wat verstaan we onder kwaliteit? Hoe meten we kwaliteit? Aan welke kwaliteitscriteria moet een activiteit voldoen? Bij deze roep ik u op om over dit soort vragen te blijven nadenken. Vermoedelijk doet u dat al, anders was u hier nu niet aanwezig, maar ik richt me ook tot uw collega s. Ik zou willen zeg het voort. Kwaliteit is belangrijk, maar weten wát kwaliteit is, is zo mogelijk nog belangrijker. OCW hecht ook sterk aan kwaliteit en dat we blijven doen. We zullen geen nieuwe regels maken of een toetsingkader voor cultuureducatie vaststellen. We kiezen voor de weg waarbij we kwaliteit van onderop
stimuleren. We zullen stimuleren dat de uitkomsten van Critical Friends op zo veel mogelijk plaatsen worden besproken. De werkwijze van Critical friends is bijzonder waardevol gebleken. De gesprekken tussen leraren en cultuurproducenten bieden een goed startpunt om over kwaliteit na te denken. We willen deze daarom zeker voortzetten, bijvoorbeeld via de ICC-cursus en op de pabo s. Naast het thema kwaliteit zijn we ook bezig met de blik op de toekomst van Cultuur en School. Hoe staat Cultuur en School zelf ervoor. Wat gaat goed, en wat minder goed? Het werken met een expertgroep zoals binnen Critical Friends is ons goed bevallen en dat willen we daarom graag voortzetten en uitbreiden. De leden van de expertgroep van Critical Friends ontvangen daarom binnenkort een uitnodiging van ons voor een bijeenkomst begin 2009. Tijdens de bijeenkomsten van de expertgroep, die twee tot drie keer per jaar zullen plaatsvinden, willen we met hen nadenken over welke kansen en uitdagingen er nog liggen op het brede terrein van Cultuur en School.
Zoals u begrijpt zijn we voorlopig nog niet klaar met kwaliteit. We gaan er daarom mee door, maar vandaag staan we ook even stil bij het werk dat al is gedaan. Ik wil u heel hartelijk bedanken voor al het werk, de inzet en de geleverde inspanningen. Zonder u hadden we dit niet kunnen doen. Daarom nogmaals, hartelijk dank!