VOORWOORD. FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 2 van 26

Vergelijkbare documenten
2017 was voor FPC Dr. S. van Mesdag een pittig jaar. De verwachting was dat het aantal bij ons geplaatste patiënten zou afnemen.

VOORWOORD. Vanaf deze plek spreken wij onze waardering uit naar alle medewerkers en samenwerkingspartners die daar aan hebben bijgedragen!

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD

VOORWOORD. FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2016 pagina 2 van 34

VOORWOORD INHOUDSOPGAVE

Cijfers & bijzonderheden 2018

Klaar om te wenden. Jaarbericht 2013

Beleidsplan Stichting Transfore Juni 2019

De heer K. Dijkhoff Staatssecretaris van Veiligheid & Justitie. Nijmegen 28 december Geachte heer Dijkhoff,

Jaarverslag Stichting Victas Fonds

Doorkiesnummer Ons kenmerk /2019

Het jaar 2017 beschreven

Jaarverslag 2016 FPC Dr. S. van Mesdag Patiënten verder brengen in hun behandeling!

FINANCIEEL VERSLAG 2014 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Incidentonderzoek FPC de Oostvaarderskliniek. Plan van aanpak

FINANCIEEL VERSLAG 2016 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Presentatie halfjaarcijfers 2012

UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGGEVING

VOORWOORD. FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2017 pagina 2 van 31

Stichting Benedictus Labre

Actuele ontwikkelingen. Bijeenkomst Forensische zorg 10 september 2018

Inkoop Forensische Zorg Informatiebijeenkomst

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

FINANCIEEL VERSLAG 2015 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Uitvoeringsregels Forensische Zorg DBBC s 2013

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk

Het jaar 2016 beschreven

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak

Externe brochure : toelichting

VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT COSIS NOVO & PROMENS CARE

Wie zijn onze patiënten?

Stichting Benedictus Labre

Incidentonderzoek FPC de Kijvelanden. Plan van aanpak incidentonderzoek

FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Jaarrekening per 31 december de Kijvelanden forensisch psychiatrisch centrum

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

Amarant Amar De W oens else oens else Poort Juni Jun

PATIËNTEN STROMEN DOOR TRANSFORE. Tinie Hendriks Sanne Geul Yvonne Bouman

Zorginkoop september 2015

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie verslagjaar 2013

VERSLAG INZAKE ANBI 2016 STICHTING CHRISTELIJKE SCHOLENGROEP DE WAARD OUD-BEIJERLAND

Jaarrekening en balans 2017

Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland

Steunstichting SBWU. Boekjaar Steunstichting SBWU Utrecht. 23 mei 2018

a. Hebben de professionals die rondom een cliënt samenwerken hetzelfde doel voor (eigen werkgebied overstijgend)?

HealthRatio Integrated Planning

STICHTING TITUREL. Fiscaal nummer: Putte. Publicatiebalans 31 december Pagina 1 van 5

Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht

Jaarverslag CvT Oostvaarderskliniek Commïssie van Toezicht bij FPC de Oostvaardersklïniek. Jaarverslag 2016

Zorgpaden: een oplossing voor het verbeteren van cliëntendoorstroom in de GGZ

Financiele gegevens Stichting Hospice Hoeksche Waard

Jaarstukken 2011 van Permar Energiek BV. Jaarstukken Jaarrekening - Overige gegevens

UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGGEVING

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

Basisschool De Werf: vrije persoonlijkheidsvorming, sterk inhoudelijk onderwijs en een goede zorgstructuur

Jaarrekening Stichting Welzijn Kapelle

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

Stichting Orkater Amsterdam jaarrapport 2017

Nieuwsbrief forensische zorg

Informatieprotocol Raad van Bestuur Raad van Toezicht

Informatie Piet Roordakliniek. Tactus

Ten behoeve van het opstellen van het Jaarplan 2017 Sociale Zaken IJsselgemeenten brengen wij het volgende onder uw aandacht.

Financiele gegevens Stichting Hospice Hoeksche Waard

Politie en Veiligheidsregio Twente

JAARVERSLAG 2014 AM WERK REÏNTEGRATIE BV

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Jaarverslag 2013 AM werk Reïntegratie BV

Forensisch Psychiatrisch Toezicht; Evaluatie van de testfase van een vernieuwde vorm van toezicht op tbs-gestelden

Profiel Directeur Algemene Zaken

Jaarplan 2011 ketenproject. Samenwerking VG en GGZ in Groningen en Friesland

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

Steunstichting SBWU. Boekjaar Steunstichting SBWU Utrecht. 19 januari 2016

Steunstichting SBWU. Boekjaar Steunstichting SBWU Utrecht. 2 april 2015

NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK

Domein 7 Management en organisatie

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS

Keurmerkrapportage. rapportage Keurmerk Basis GGZ 2016 o.b.v. de zelfevaluatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie. Eindrapportage

EFQM model theoretisch kader

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd

3. Dit directiereglement kan - na overleg met de directeur - worden aangevuld en gewijzigd bij besluit van de raad van toezicht.

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Stichting MeeleefGezin. Jaarverslag 2012

nhouds pgave 1. Inleiding

Domein 7 Management en organisatie

Toelichting begrotingswijziging bescherming en opvang

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

Strategisch beleidsplan Herman Broerenschool

Beleid Informatiebeveiliging InfinitCare

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

Plan 2018 Regio Rijnmond

Beoordelingskader Dashboardmodule Betalingsachterstanden hypotheken

Financieel economisch verslag

Transcriptie:

VOORWOORD Afgelopen jaar zijn de medewerkers van de Mesdag met mooie dingen bezig geweest. Verschillende ontwikkelingen zijn doorgezet en nieuwe initiatieven zijn gestart. Niet alleen om ons werk efficiënter of leuker te maken, maar vooral omdat de patiënten die aan onze zorg zijn toevertrouwd profiteren van verbeterde behandeling. Onze betrokkenheid bij de patiënt in zijn traject, bij de collega s en samenwerkingspartners met wie we de klus moeten zien te klaren en bij de veiligheid in de samenleving is in 2015 eens en temeer bevestigd in alle onderlinge gesprekken, kantinebijeenkomsten en overleg met ketenpartners waarbij de zin en onzin van ons werk en ons gezamenlijke streven naar voortdurende verbetering ter tafel kwam. Dat maakt ook dat we vertrouwen hebben in de toekomst van de tbs en de plek die de Mesdag inneemt in de forensische zorg. Daarmee zeggen we niet dat ons geen grootse of kleinere veranderingen meer te wachten staan. Qua bedrijfsvoering zien we dat de capaciteit onder druk staat. Evenals de tarieven en we ervaren grote registratie- en verantwoordingsdruk. Nieuwe doelgroepen zoals tbs-gestelden met een vreemdelingenstatus komen bij ons in zorg. Dat gaat van ons andere werkwijzen vragen. Dat is van buitenaf aanschouwd. Wellicht zijn wij het juist wel zélf die de grootste interne verandering willen entameren. Zo is het goed te zien dat we het afgelopen jaar kozen voor herijking van de zorg en het behandelklimaat middels het kliniekbreed invoeren van de Community Reinforcement Approach. Dat we ons lieten bijscholen om deze stappen te maken. Dat we zelf de ondersteunende zorglogistieke bedrijfsvoering onderliggend naar een hoger plan wilden en willen brengen. Dat we steeds weer reflecteerden op onze te maken beslissingen in de zorguitvoer door het houden van een Moreel Beraad. Dat we een organisatiestructuur zochten en zoeken die ons faciliteert. En dat we reeds een steeds betere ICT-infrastructuur aan het bouwen zijn die ons het werken aangenamer maakt. Dat we ons goed bleven verstaan met onze partners in de keten, dat we gezamenlijk onze patiënten verder brachten in hun behandeling en dat we continu bijdroegen aan een meer veilige samenleving. Kortom: we wilden verder, we wilden vooruit. In 2015 gingen we ook vooruit. We hebben resultaten geboekt ten aanzien van bovenstaande ontwikkelingen en nog veel meer. Niet altijd ging het even hard, veranderingen zijn soms ook taai. Ons specialistische werkveld met FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 2 van 26

een inherente balans tussen behandelen en beveiligen vraagt ook dat we zorgvuldig en bedachtzaam tewerk moeten gaan. Maar ook vraagt het dat we soms over onze eigen schaduw heen moeten stappen, dat we afscheid dienen te nemen van eigen routine. We hebben laten zien dit niet te schuwen. Over het jaar 2015 kunnen we dan ook zeggen dat we goede resultaten hebben gehaald met onze zorgverlening en alles wat daar omheen hangt. Vanaf deze plek spreken wij onze waardering uit naar alle medewerkers en samenwerkingspartners die daar aan hebben bijgedragen. Jullie maken dat we door kunnen. Harry Beintema Gerard Koorman directie Corstiaan Bruinsma Martin Sitalsing raad van bestuur FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 3 van 26

INHOUDSOPGAVE Voorwoord directie en Raad van Bestuur 2 2. Werken voor patiënten 9 Uitgangspunten van de verslaggeving 4 3. Werken met medewerkers 12 A3 resultaten 2015 5 4. Werken aan (keten)samenwerking 15 1. Organisatieontwikkeling in 2015 & toekomstperspectief 6 5. Kengetallen, financiën en bestuur & toezicht 18 FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 4 van 26

TERUGKERENDE UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGLEGGING Middels dit jaarverslag verantwoordt de Mesdag zich zo beknopt mogelijk over zijn verrichtingen in het jaar 2015. Dat doen we vooral vanuit de overtuiging dat we het afgelopen jaar wederom van (maatschappelijke) betekenis zijn geweest: voor onze patiënten, onze medewerkers en alle partijen met wie wij samenwerken. Onze gezamenlijke behandelinspanningen hebben een meerwaarde voor de veiligheid in de samenleving. De zorg die de Mesdag biedt, wordt betaald uit publieke middelen. Dat geeft ons de verplichting om zo efficiënt en doelmatig mogelijk met deze middelen om te gaan. Dus ook zo min mogelijk administratieve belasting. We kiezen voor een one paper+ strategy. Dat betekent iets meer verantwoording in woorden dan op één velletje papier; wel onze resultaten in een oogopslag, maar ook een bondige toelichting. Naast dit jaarverslag leveren we overige verplichte gegevens aan, zoals onze resultaten op de prestatie-indicatoren Forensische Zorg en de financiële jaarcijfers. De Jaarrekening 2015 inclusief accountantsverklaring en de kwantitatieve gegevens zijn dan ook aangeleverd via de webenquête DigiMV. Belangrijker nog dan al deze gegevens is het toelichtende gesprek hierover met de Directie Forensische Zorg van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, onze financier en externe toezichthouder, aan wie wij bovenal onze maatschappelijke verantwoording afleggen. Een meer gedetailleerde uiteenzetting van de organisatie van de Mesdag etc. staat als vanzelfsprekend beschreven op onze website www.vanmesdag.nl. Meer specifiek is het geheel aan verantwoordingsgegevens te raadplegen via www.jaarverslagenzorg.nl Evenals voorgaande jaren, heeft de Mesdag voor 2015 in zijn jaarplan de doelstellingen volgens de A3-systematiek uitgewerkt, met het INK-model als ordeningsprincipe. Daarmee volgen we voor ons denken, handelen en reflecteren de lijnen van een kwaliteitsmodel. Die ordening en de bondig geformuleerde doelen en resultaten bevorderen de dialoog in de organisatie waarmee het kan bijdragen aan het succesvol veranderen van het leiderschap dat nodig is om de organisatie de gewenste verandering te laten doormaken. Met verschillende kleurstelling geven we op de volgende pagina aan in hoeverre de doelstellingen het afgelopen jaar zijn gerealiseerd: Groen: gerealiseerd; Geel: gedeeltelijk gerealiseerd, nog lopende zaken; Rood: onvoldoende vordering, doelstelling niet behaald. FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 5 van 26

1. LEIDERSCHAP Vanuit vastgestelde visie, MT stuurt op basis afgestemd plan van aanpak met afvaardiging organisatie, op veranderingen in zorginhoud en bedrijfsvoering en de integratie hiervan Implementatie van de hernieuwde communicatie- en besluitvormings structuur inclusief verbeterde borging van besluitvorming en opvolging van acties MT-leden fungeren als portefeuillehouders en bewaken binnen de kaders van het portefeuille de samenhang tussen de (aanpalende) processen Sturen op realisatie van een forensische keten in Noord-Oost Nederland Sturing op flexibiliteit in personeelsplanning (flexibele schil; gedifferentieerd kijken naar primaire proces en ondersteunende diensten) en formatie is gerelateerd aan productie 3. MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS Vaststellen en uitvoering geven aan Meerjaren Opleidingsbeleid m.n. geprioriteerd binnen de (kwaliteits)kaders van de zorgprogramma s, het programma Lerend Ontwikkelen en de uitgangspunten van Movisie voor specifiek de sociotherapie en met bijzondere aandacht voor het versterken van BC en UC Sturen op verzuimbeperking (verzuim 3,8%, frequentie 1,0) Organiseren van flexibiliteit (vermogen om op andere werkplekken te werken) en mobiliteit (in- en externe job-rotation) en daarmee anticiperen op veranderende arbeidsmarkt, vraagstelling doelgroepen en/of productieomvang 2. STRATEGIE & BELEID Handhaven verlofkader bij overname patiënten sluitende instellingen (incl. transmuraal in de regio Noord-Oost Nederland) en daarmee minimaliseren behandelstagnatie Verbeteren van het interne klimaat t.a.v. beveiligde zorg inclusief adequaat toegesneden beheers- en controlemaatregelen Starten en voortgang geven aan fase III EPD, verdere operationalisatie work flow primaire proces: - Concrete vertaling van zorgpaden en modules (middelen incl. individueel/groepsgrootte, doorlooptijden en logistiek) - Centrale planning voor behandelaren Bouwen aan een forensische keten / circuit in Noord-Oost Nederland, met verbinding tussen Mesdag, VNN Reclassering + poli, Forint Lentis en overige ketenpartners Opstellen meerjaren beleidsplan 2015-2018 inclusief daarmee samenhangende korte termijn veranderplannen Versterken van procesmanagement Actualiseren Informatie(beveiligings)beleid Continueren strategisch HRM-beleid, gericht op mobiliteit, flexibiliteit en het verhogen van het kennisniveau Vergroten van de flexibiliteit binnen de patiëntenlogistiek, gericht op behandelduurverkorting 4. MANAGEMENT VAN MIDDELEN 100% juiste en volledige DBBC facturen Verbeteren verhouding directe indirecte tijd Realiseren gezonde liquiditeits- en vermogenspositie Doorontwikkelen Huisvestingsbeleid o.b.v. NHC Investering plegen o.b.v. uitrol Informatie(beveiligings)beleid 5. MANAGEMENT VAN PROCESSEN 75% verweerschriften zijn afgewerkt binnen 2 weken na binnenkomst beklag- en beroep Inbedding van patiënten uit sluitende instellingen in primaire proces Mesdag, incl. transmuraal Doorontwikkeling van het specifieke gedeelte (zorgpaden) per programma incl. LVB, uitstroomfase SGG en verslaving, met expliciet aandacht voor actualiseren en operationaliseren van het leef- en werkmilieu In samenhang uitvoeren verbeterplannen o.b.v. incidentanalyses en bevindingen audit ISO en IV&J Implementatie risicotaxatie-instrument SSA Implementatie fase II EPD; werken volgens de vastgestelde samenhangende hoofdprocessen en onderliggende beschreven deelprocessen en gebruikmaking correspondentiemodule User Toename sturingsmogelijkheden leidinggevenden door verdere ontsluiting middels de BI-tool / User en daarmee het verfijnen van de managementrapportages inclusief rapportage over prestatie-indicatoren FZ en onderstaande behandelinhoudelijke parameters: - Geplande en gerealiseerde modules voor patiënten - Doorlooptijden van genormeerde verlofaanvragen - 100% actueel behandelplan na instroomfase - 90% signaleringsplannen - 85% gerealiseerde IFBE-ROM - 50% gerealiseerde FSNA - 100% terugvalpreventieplan voor geïndiceerde patiënten Implementatie geplande maatregelen meerjaren Informatiebeleidsplan: vervanging kantoorautomatisering, uitrol mobile devices, evaluatie Informatiebeleidsplan Informatiebeveiliging conform NEN 7510 Behouden ISO-certificaat Digitaliseren vragenlijsten HKT-R, IFBE en PHAMOUS incl. HoNOS I.s.m. Lentis uitvoeren ehealth-pilot met aanvullende verlofcontrole middels smartphonegebruik Continueren verslavingsonderzoek middels neurofeedback Uitvoering geven call KFZ m.b.t. ontwikkelen richtlijn prognosestelling t.b.v. behandelduurverkorting Implementatie van Moreel Beraad binnen de sociotherapeutische teams als hulpmiddel bij gestructureerde intervisie 8. WAARDERING MEDEWERKERS Positieve resultaten pilot Broset-schaal op Instroomunits Medewerkers zijn betrokken bij de geëntameerde veranderingen in zorginhoud en bedrijfsvoering Medewerkers ervaren toenemend gebruikersgemak applicaties (O365, mobile devices, gedigitaliseerde vragenlijsten HKT-R/IFBE/HoNOS) Aantal gegronde klachten medewerkers 1 6. WAARDERING PATIËNTEN 85% van de patiënten geeft eind 2014 aan inzicht te hebben in de logistieke planning en voortgang van zijn behandeling Aantal gegronde klachten < 15 Opgenomen patiënten uit sluitende instellingen behouden verlof Betrokkenheid Patiëntenraad bij implementatie kliniekbrede verandertrajecten 7. WAARDERING (KETEN)SAMENWERKINGSPARTNERS Samenwerkingsbesluit Mesdag VNN Forint Lentis Versterking van de positie binnen de gebruikersvereniging en het netwerk rondom User Trainingen HKT-R (incl. IFBE/ROM), FSNA en Moreel Beraad tegen kostprijs beschikbaar Doelen pilot Ketensamenwerking AFPN Mesdag VNN zijn behaald Noordelijke samenwerking initiëren vanuit de inhoud, startend bij gezamenlijk onderzoek onder RGOc 9. WAARDERING MAATSCHAPPIJ Pi s voor kwaliteit van zorg tijdig aangeleverd Jaarverantwoording 2014 tijdig via DigiMV Duurzaam en sociaal ondernemen: - Stabilisatie energiekosten t.o.v. 2014 conform Energie Efficiency Plan - Uitvoering geven aan beleid werkervaringsplaatsen Uitvoering geven calls KFZ m.b.t. verbeterd betrekken netwerk en slachtofferonderzoek in de behandeling FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 6 van 26

1. ORGANISATIEONTWIKKELING IN 2015 & TOEKOMSTPERSPECTIEF De afgelopen jaren heeft de focus van de organisatie veel gelegen op de bedrijfsmatige aspecten van onze dienstverlening. Dat is goed te verklaren vanuit o.a. de omslag in financieringssystematiek met bijbehorende registratie- en verantwoordingsdruk alsmede de daling van tarieven. Efficiënt en effectief werken waren sleutelwoorden, nog steeds vinden we dit belangrijk. De Mesdag wil zich opnieuw inrichten om ook in de nabije toekomst tijdig en goed in te kunnen blijven spelen op de ontwikkelingen om ons heen. In 2015 is onder andere het Management Team (MT) hierover in gesprek geweest met patiënten, medewerkers en samenwerkingspartners. Gezamenlijk is onderkend dat de organisatie qua structuur en cultuur zich moet doorontwikkelen willen we de goede volgende stappen kunnen maken in de veranderende context. Centraal staat de belevenis en ervaring van onze patiënten. Zij maken mee dat ze relatief vaak van de ene afdeling naar de andere afdeling worden overgeplaatst. Ook maken zij veel wisselingen in de sociotherapeutische teams mee en kennen ze veel verschillende behandelcoördinatoren. Tevens is de onderliggende multidisciplinair samenwerken voor verbetering vatbaar. In deze dynamiek ervaart de organisatie veel druk. Een deel van die druk wordt veroorzaakt door de patiënt zelf, maar een ander deel - dat doet de Mesdag vooral zelf. Een belangrijk gekozen uitgangspunt voor de organisatorische doorontwikkeling is gelegen in continuïteit in vooral het primaire zorgproces. Het continu herijken van behandeldoelen gebeurt met het perspectief van de vervolgstap: wat moeten we nu multidisciplinair doen om de patiënt in zijn traject verder te brengen. De benodigde modules moeten tijdig beschikbaar zijn evenals dat therapeuten dat zijn. Dat vraagt niet alleen om meer standaardisatie en eenduidigheid in methodiekhantering (zoals invoer van de Community Reinforcement Approach); ook gaan we toe naar centraal plannen, dat de agenda s van medewerkers worden afgestemd op de agenda van de patiënt. Het onderliggende administratieve proces wordt strakker ingeregeld. Iedere medewerker levert tijdig de voortgang op de behandeldoelen aan zodat tijdig de juiste vervolgkeuzes kunnen worden gemaakt. Minder herstelwerkzaamheden zijn dan aan de orde, de gewonnen tijd kan aangewend worden voor de behandeling sec. Verlof kan dan zonder vertraging worden aangevraagd en de behandelduur zal afnemen. Ook betekent dit een afname in het aantal patiëntverplaatsingen: minder breuken in informatielijnen en dus minder risico op informatieverlies. We denken dat op deze wijze het proces van hechting ook beter kan plaatsvinden. FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 7 van 26

Indeling in 2 dominante logistieke stromen Daar hoort een organisatorische indeling bij die ingericht is op twee dominante logistieke stromen met een bijpassend behandelmilieu. Het multidisciplinair werken willen we dan ook vormgeven rondom die zelfde twee clusters. Dat maakt afstanden kleiner, zodat we beter faciliteren dat er sterkere verbinding ontstaat, dat er een steviger mate van contact is. Dat de samenwerking tussen professionals in kwantiteit maar zeker ook in kwaliteit toeneemt. Daarmee worden de deelbehandelaren uit het huidige Behandelhuis ook organisatorisch aangehaakt bij het primaire proces. De gedachte is dat ze direct onderdeel worden van multidisciplinaire team dat een groep patiënten behandelt binnen het cluster. Daar waar op het niveau van de Behandel Coördinator (BC er) ook échte vervanging wordt georganiseerd, welke substantieel verder gaat dan waarneming. Waar de sociotherapie in de rol van mentor een stevige rol krijgt in de driehoek tussen patiënt, BC er en sociotherapie, waar hij of zij informatie haalt en brengt tussen de overige leden van het multidisciplinaire team. Elk cluster zal worden aangestuurd door een duale leiding. Voortgang in 2016 In 2016 wordt de richting verder geëxpliciteerd. Afdelingen zoals Diagnostiek en de Medische Dienst zullen organisatorisch een plek moeten krijgen in het primaire proces. Verdere uitwerking behoeft de gedachte om dagbestedingsactiviteiten te scheiden van meer werkgerichte activiteiten vanuit het idee van kwaliteitsbewaking. Bij de werkgerichte activiteiten zou het accent erg komen te liggen op de kwaliteit van het werk dat de patiënt verricht en uiteraard is er begeleiding aan de orde, maar niet in therapeutisch engere zijn. Is er voor de patiënt geen of weinig perspectief op arbeid, dan denken we de focus vooral te moeten leggen op zinvolle dagbesteding. Ook de communicatiestructuur gaat mee veranderen. Helder moet worden waar de operationele beslissingsbevoegdheid begint en eindigt. Direct leidinggevenden kunnen dan verbeterd sturen waarbij ze in staat gesteld worden om bijvoorbeeld op het niveau van het cluster de nodige kleur aan te brengen. Het kan best zijn dat per cluster enig verschil in uitvoering aangebracht dient te worden als dat inhoudelijk beter zou zijn. Dan sluit beleid beter aan bij de wensen, mogelijkheden en ook onmogelijkheden van de praktijk. Cultuur in relatie tot structuur De wijzigingen in de organisatiestructuur dienen vooral een impuls te geven aan veranderingen in de cultuur. Onderlinge betrokkenheid kan groeien wanneer we meer en ook beter in contact zijn. Dan helpt het dat we ons organiseren in een cluster, dichter op de patiënt, waarbij medewerkers meer gedwongen worden om in verbinding te staan met patiënt en collega. Tevens beoogt de verbinding de eigen verantwoordelijkheid te vergroten. Dat betekent ook loslaten, door met name leidinggevenden. Maar misschien wel meer coachen en faciliteren. En dat binnen kaders, dat schept duidelijkheid FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 8 van 26

over dat deel waarover jezelf beslist. Dan worden doelen wel gesteld, stimuleren we vakmanschap en laten we de uitvoering meer aan de medewerkers zelf over. Krijgt een medewerker de verantwoordelijkheid, dan heeft hij het ook te nemen. Afspraak is afspraak. We komen op tijd. We communiceren op tijd. We registreren op tijd. Mesdagmedewerkers hebben uitgesproken dat ze zo willen werken. Dat begint bij de persoon in kwestie. Natuurlijk moeten we ook handhaven, wellicht wel meer dan dat we nu doen. Maar alleen daarmee komen we er niet, iedere medewerker zou dit bijna moeten voelen. We moeten dit ook echt zelf willen vanuit de overtuiging dat dit goed is, dat dit bijdraagt aan de bedoeling. Dit is de agenda voor de komende jaren. FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 9 van 26

2. WERKEN VOOR PATIENTEN Het jaar 2015 heeft voor een groot deel in het teken gestaan van het borgen van het gevoel van veiligheid in de kliniek. Eind 2014 en begin 2015 hebben zich helaas enige ernstige geweldsincidenten voorgedaan. Naast de directe (na)zorg voor de betrokkenen, heeft de Mesdag al dan niet met externe leden een aantal commissies ingesteld om de toedracht naar de incidenten te onderzoeken. Op basis van de bevindingen zijn onder meer onderdelen van het afdelingsbeleid aangescherpt en verduidelijkt zodat ook onder de druk van behandelduurverkorting de medewerkers verbeterd in staat worden gesteld uitvoering te geven aan hun op resocialisatie gerichte handelen in tijden van wijzigende doelgroepen. Dit blijft een continu punt van aandacht. Anderzijds zijn er meer beheersende (controle)maatregelen getroffen om beter grip te krijgen en te houden op de veilige omgeving waarin het therapeutische klimaat gedijt. Dat we daar in zijn geslaagd, is min of meer bevestigd door de Inspectie voor Veiligheid en Justitie in haar landelijke audit 2015 op contrabande in de FPC s. De Mesdag heeft aantoonbaar zijn beveiliging goed op orde en daar waar de inspecteurs aanbevelingen hadden zijn deze doorgevoerd. Wel is een aanmerkelijk risico gesignaleerd ten aanzien van het ontbreken van toegangscontrole van medewerkers en gasten van medewerkers middels metaaldetectiepoortjes en bagagedoorlichtingsapparatuur (behoudens steekproefsgewijze standaard toegangscontroles bij groepen gasten). Daar zit een visie achter dat de werkgever zijn werknemers vertrouwt. De Mesdag zegt daarbij niet dat er geen risico bestaat ten aanzien van (al dan niet onder dwang) meebrengen van contrabande in de kliniek. Aan de andere kant hebben wij de afgelopen jaren nooit hard kunnen maken dat dit is gebeurd. Gasten vallen onder de verantwoordelijkheid van het personeel en hebben enkel onder begeleiding toegang tot de kliniek. Op geleide van de landelijke discussie hieromtrent afgestemd met de Inspectie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie, gaat de Mesdag in 2016 dagelijkse steekproefsgewijze toegangscontrole uitvoeren op medewerkers en gasten. Ook is onderkend dat het treffen van nóg meer controle- en beheersingsmaatregelen de patiënten en de organisatie uiteindelijk niet veel verder helpt. Dat betekent dat vervolgmaatregelen van een andere orde dienen te zijn en dat veranderingen vanuit een visie vormgegeven worden in plaats van vanuit ad hoc ingrijpen naar aanleiding van de incidenten. Daarom is in 2015 besloten om het behandelklimaat in de kliniek te herzien en te schoeien op basis van Community Reinforcement Approach (CRA). Het verslavingsbeleid is daarmee geheel geïntegreerd in het behandelbeleid en als zodanig in lijn gebracht met enkele van de strategische uitgangspunten welke eind 2015 door directie en MT zijn bekrachtigd: de zorg is georganiseerd vanuit het Risk- Need-Responsivity-principe, gericht op terugvalpreventie, en mogelijk FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 10 van 26

versterkt door elementen van het Good Lives model. De CRA-methodiek bevindt zich op dat snijvlak en biedt kaders en handvatten voor een behandelklimaat waarin multidisciplinair werken gestimuleerd wordt waarbij medewerkers en patiënten gezamenlijk werken aan het verwezenlijken van prosociale behandeldoelen. Dat vormt een fundamentele basis voor de behandeling en daarmee het verminderen van recidive een basis die aansluit bij de behoefte van onze patiënten en binnen de kaders van het veiligheidsmanagement. Niet voor niets denken de FPC s in het gezamenlijke plan van aanpak Contrabande aan invoer van de CRA om het interne behandelbeleid te optimaliseren ten aanzien van het reduceren van middelengebruik. De Mesdag geeft daar inmiddels handen en voeten aan en heeft de CRA-methodiek toegepast op een drietal pilot-afdelingen. Op basis van de bevindingen vindt verdere doorontwikkeling voor de forensische behandelsetting plaats en volgt implementatie in de rest van de kliniek in 2016. Patiënttevredenheid De landelijke inspectie naar (invoer van) contrabande in de FPC s en de daaruit voortgevloeide beheersmaatregelen zijn mogelijkerwijs van invloed op de patiënttevredenheid. Dit is dan ook het thema dat de FPC s gekozen hebben om de patiënttevredenheid op te meten. De voorbereiding voor de onderzoeksopzet zijn in 2015 getroffen, het onderzoek wordt in het voorjaar van 2016 uitgevoerd. Klachten Patiënten mogen rechtstreeks klagen bij de Beklagcommissie van de Commissie van Toezicht (CvT). De Mesdag poogt te allen tijde in het contact met de patiënt de ervaren frustratie bespreekbaar te maken en tot een oplossing te komen alvorens in de klachtenprocedure terecht te komen. Desondanks zijn er in 2015 door 77 patiënten in totaal 363 klachten ingediend daarmee wordt de trend van een stijgend aantal klachten gecontinueerd (ruim 20% meer klachten t.o.v. 2014). In 2015 zijn er 22 klachten gegrond verklaard. Een aanmerkelijk deel van de gegrond verklaarde klachten betroffen een doorgevoerde wijziging in het beloningsbeleid voor patiënten, welke de kliniek op geleid van de RSJ-uitspraak inmiddels heeft aangepast. Opnames en doorstroom De Mesdag spant zich tot het uiterste in om de doorlooptijd tussen aanmeldtijd en opname zo kort mogelijk te houden teneinde de patiënt zo snel mogelijk van passende zorg te voorzien. In 2015 zijn de nieuwe opnames allen binnen de gestelde doorlooptijden gerealiseerd. Wel heeft de overname van enkele patiënten uit sluitende instellingen soms langer geduurd dan noodzakelijk. Medio 2015 is de onderlinge samenwerking in deze verbeterd en liepen de overnameprocessen goed. In 2015 heeft de Mesdag 53 opnames verricht, inclusief 12 crisisplaatsingen met extreme beheersproblematiek uit de reguliere ggz. FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 11 van 26

In 2015 werd duidelijk dat de Mesdag over het verslagjaar 2014 de gestelde doorlooptijden (binnen 2 jaren na opname begeleid verlof) niet heeft behaald. Onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) naar recidive heeft uitgewezen dat de Mesdagpopulatie bovengemiddeld zwaar is. Dat we dan ook beneden gemiddeld scoren qua gewenste doorlooptijd is vanuit risicomanagement dan ook goed te verklaren: verlofverlening dient te allen tijde veilig te geschieden. Op moment van schrijven, zonder dat de uitslagen bekend zijn, schatten we in dat de Mesdag ook over verslagjaar 2015 niet voldoet aan de prestatie-indicatoren verlof. Om echter ook onze eigen processen en zienswijzen te optimaliseren, wordt onder meer de gehele zorglogistieke bedrijfsvoering herzien. Dat project is het onderhavige verslagjaar voorbereid en gaat in 2016 van start. Positief is voorts de oprichting van BW Forint, een forensische beschermde woonvorm in de Noord-Nederlandse keten gesitueerd in de stad Groningen. Dat vergroot de uitstroommogelijkheden voor enkele van onze patiënten in de transmurale verlof fase. Overige noemenswaardigheden In 2015 is het Contact Café gestart. In het Contact Café komen vrijwilligers van buiten de kliniek samen met medewerkers koffie drinken met patiënten en komen alledaagse zaken ter tafel. Het genormaliseerde contact met de gewone man en vrouw uit de samenleving wordt door de patiënten als plezierig en nuttig ervaren. Een masterstudent filosofie is samen met een onderzoeker/ethicus en behandelaar van de Mesdag gestart met het houden van Moreel Beraad op een patiëntenafdeling. Op een gestructureerde manier worden dilemma s en thema s besproken tussen patiënten en personeel. Leidend hierin is het menstot-mens-gesprek, zonder de patiënt-therapeuthiërarchie. Essentieel is dat moeilijke onderwerpen niet uit de weg worden gegaan en de onderwerpen volgens een aangepast Moreel Beraad methodisch worden besproken. Zo draagt het moreel beraad met patiënten bij aan een beter leefklimaat en een verbeterde therapeutische relatie. In 2015 is in samenwerking met FPC Van der Hoevenkliniek gestart met het uitvoering geven aan het onderzoek van Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) om slachtoffers te betrekken bij de behandeling. Recent regeringsbeleid is er op gericht om de positie van slachtoffers van strafbare feiten te verbeteren. Binnen de forensische zorg lag de focus voorheen voornamelijk op de behandeling van daders. Het betrekken van slachtoffers kan zowel voor de dader als voor het slachtoffer positief uitpakken. In 2016 wordt het onderzoek afgerond, leidend tot richtlijnen/ handvatten voor het beoordelen of en op welke wijze het betrekken van slachtoffers bij de behandeling van tbspatiënten effectief kan zijn. FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 12 van 26

3. WERKEN MET MEDEWERKERS Als dan niet samen met de patiënt en samenwerkingspartners in de keten, onze medewerkers maken de behandeling. Investeren in (behoud van) vakvolwassenheid is dan ook een absolute voorwaarde. In 2015 is een geïntegreerd meerjarenopleidingsplan gerealiseerd dat verbeterd zicht geeft op - en middelen vrijmaakt voor - het op peil houden van de professionaliteit van de medewerkers middels scholingsprogramma s, supervisie, intervisie en overige vormen van deskundigheidsbevordering. Het afgebakende Opleidingsplan 2015 is grotendeels uitgevoerd. Daarnaast kon iedere medewerker in 2015 online generieke trainingen volgen bij GoodHabitz, ter ondersteuning van zijn of haar dagelijkse werkzaamheden dan wel aansluitend op leerbehoeften op het niet-specifieke forensische domein. Omslag in het behandelklimaat; invoer CRA De (zorg)inhoudelijke keuze om de methodiek van Community Reinforcement Approach te hanteren als basis van de behandeling betekent veel voor onze medewerkers. Het vraagt op onderdelen een andere mindset en wijze van handelen dan voorheen werd gepraktiseerd. Om de CRA-methodiek goed te kunnen toepassen is in 2015 gestart met het gecertificeerd opleiden van alle multidisciplinaire medewerkers die betrokken zijn bij de pilot-afdelingen. Op basis van ervaringen van de pilot-deelnemers en inhoudelijke bevindingen op de pilot-afdelingen, wordt de opleiding gerichter toegesneden op de forensische Mesdag-context en worden alle medewerkers uit het primaire proces (zo ook medewerkers Dagbesteding, Dienst Geïntegreerde Beveiliging en het leidinggevende kader) als zodanig CRA-opgeleid. Moreel Beraad Aan het begin van onderhavige verslagjaar heeft de eerste groep gespreksleiders Moreel Beraad de opleiding van het VUmc Amsterdam afgerond. De patiëntenafdelingen werden vervolgens ondersteund in het op gestructureerde wijze intervisie bedrijven zodat medewerkers zorgvuldig weloverwogen beslissingen kunnen nemen. Een tweede lichting gespreksleiders is eind 2015 gestart met de opleiding tezamen met o.a. medewerkers van de FPA Zuidlaren. Zo krijgen niet alleen in 2016 de Mesdagmedewerkers bij de Dienst Geïntegreerde Beveiliging, Dagbesteding en de behandelaren in engere zin ondersteuning middels Moreel Beraad, deze werkwijze wordt ook uitgerold bij een belangrijke ketensamenwerkingspartner in de regio. Lichte verhoging verzuimcijfer Plezier hebben in uitdagend werk onder goede condities draagt bij aan een goede mate van inzetbaarheid. Daar waar de draagkracht onder druk staat of kan staan, is mede middels direct en frequent contact in de driehoek tussen FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 13 van 26

medewerker, leidinggevende en bedrijfsarts door alle partijen goed gestuurd op (dreigend) verzuim: preventie, ziekteverzuimbegeleiding, frequent verzuim, inzetbaarheid (re-integratie/mobiliteit) en de kosten van verzuim. Deze geprotocolleerde aandacht wordt actief onderhouden (o.a. verzuimtrainingen management, evaluaties in Sociaal Medisch Team). Dat heeft de afgelopen jaren geleid tot een dalende trend in het verzuim, waardoor de norm voor 2015 is vastgesteld op < 3,8%. Mede door een lang aanhoudende griepgolf en enkele individuele gevallen, is de doelstelling helaas niet gehaald: 5,2% verzuim met een gerealiseerde verzuimfrequentie van gemiddeld 1,4. Daling van het verzuim is een expliciet aandachtpunt voor 2016. Digitale Vragenlijst Het afnemen van verscheidene vragenlijsten wordt voor de medewerkers per 2016 eenvoudiger. Op de Mesdag intranet-omgeving kunnen dan de vragenlijsten van het PHAMOUS-protocol worden afgenomen (inclusief de HoNOS) alsmede de HKT-R en de IFBE (de HKT-ROM). In 2015 zijn de lijsten gedigitaliseerd, leidend tot geautomatiseerde rapportage. Ook vergemakkelijkt dit de verantwoording over de prestatie-indicatoren Forensische Zorg, dan wel toekomstige aanlevering bij de Stichting Benchmark Ggz (SBG). het oude EPD vervangen kon worden. De focus van onderhavige verslagjaar richtte zich op het dossiergedeelte, zodat het gehele behandelplan en alle planonderdelen alleen nog maar te vinden is in het EPD dat onderdeel is van USER. Dit betekent dat het programma sturend is geworden voor de verslaglegging en dat rapportages en verslagen direct toegankelijk zijn voor de daarvoor geautoriseerde collega s. Zodoende rapporteert iedereen op dezelfde wijze en beschikt iedereen over dezelfde informatie. Niet alleen ondersteunt dit de medewerkers in hun dagelijkse werk, de effecten van efficiënter en doelmatiger werken helpen mee om de behandeling van de patiënten zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Verbetering kantoorautomatisering ter ondersteuning werkzaamheden De conversie van de kantooromgeving (overgang van Office 2003 en OS Windows XP naar MS Office365 en Microsoft RDS) is in 2015 afgerond. Omdat Office 365 in de Cloud staat wordt het bijvoorbeeld gemakkelijker om veilig vanaf verschillende locaties te werken. In de praktijk betekent dit overigens niet dat iedereen in de Cloud toegang krijgt tot alle bestanden en programma s die hij/zij gebruikt binnen de Mesdag. Beveiliging van informatie is binnen de Mesdag erg belangrijk. Daarom gaan we hier heel zorgvuldig mee om en stellen we niet alle informatie beschikbaar via internet. In 2016 wordt het serverpark gemoderniseerd waardoor de performance zal toenemen. EPD; correspondentiemodule in USER In 2015 is het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) in USER gerealiseerd, zodat FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 14 van 26

4. WERKEN AAN (KETEN)SAMENWERKING Het klassieke paradigma in de reguliere ggz gaat uit van veiligheid als randvoorwaarde voor behandeling; het paradigma in de forensische zorg is er één van behandeling is een middel om de veiligheid te garanderen. Beleidsregels vanuit het Ministere van Veiligheid en Justitie (MV&J) mede gebaseerd op opvattingen die voortkomen vanuit belangenorganisaties van patiëntengroepen zijn in toenemende mate onderscheidend van de reguliere ggz. De focus is erg verschoven naar verantwoording en financiering gekoppeld aan de strafrechtelijke titel sec; eisen aan registratie, effectiviteit van de aantoonbare forensische kwaliteit etc. worden steeds stringenter. Onderscheidend van de reguliere zorgsector, zal de politiek ingrijpen als de samenleving verhoogd risico loopt op het gevaar van een individuele patiënt. Mede daartoe, met de Wet Forensische Zorg en de Wet Verplichte Ggz in aantocht, zijn reeds in toenemende mate wettelijke en functionele condities gewijzigd waardoor er een eenduidiger context voor forensische zorg is ontstaan. Enerzijds is daarmee een scheiding ontstaan tussen forensische zorg en de overige werkvelden binnen de ggz terwijl er toch aansluiting moet zijn, anderzijds geeft dit ruimte om te onderzoeken of forensische organisatieonderdelen van verschillende zorgaanbieders verbeterd effectief en efficiënt in een kenmerkend forensische keten kunnen samenwerken. Onderzoek samenvoeging Het afgelopen jaar hebben de raad van bestuur van Lentis en de raad van bestuur van de Mesdag groen licht gegeven voor een haalbaarheidsonderzoek naar organisatorische samenvoeging van de forensische onderdelen van Forint/Lentis (de AFPN Groningen, BW Forint en de FPA Zuidlaren) en de Mesdag onder één rechtspersoon. De gedachte is dat een geïntegreerde forensische organisatie waarin alle forensische beveiligingsniveaus samenkomen efficiënter en effectiever ketenzorgverlening kan verrichten gericht op recidivevermindering. Dit onderzoek zal begin 2016 starten. Forensisch Netwerk Noord-Nederland In 2015 hebben de gezamenlijke besturen van Verslavingszorg Noord Nederland (VNN), GGZ Drenthe, GGZ Friesland, Lentis en de Mesdag de opdracht gegeven om te onderzoeken óf en vervolgens hóe de gezamenlijke integrale kwaliteit van dienstverlening kan worden vergroot door gezamenlijk te innoveren en efficiënter te werken in de strafrechtelijke keten. Het onderzoek naar het mogelijk vormgeven van een forensisch circuit in Noord- Nederland zal in 2016 plaatsvinden. Van puzzel naar schakel In het project Forensische Ketenzorg werkt het Transmurale Team van de FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 15 van 26

Mesdag samen met de Forensische Poli en het reclasseringsteam Groningen van Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) en de Ambulante Forensische Psychiatrie Noord Nederland Groningen (AFPN) in een netwerkorganisatie rondom onze patiënten in de ambulante fase. Daarbij wordt niet-vrijblijvende, grensoverschrijdende samenwerking gerealiseerd waardoor er inhoudelijk een meerwaarde ontstaat voor de forensische zorg. In 2015 waren er 40 patiënten ingebed in het project, dat betekent dat zij bij tenminste 2 van de deelnemende organisaties tegelijkertijd in zorg waren. Voorts is het afgelopen in kaart gebracht hoe de facilitaire ondersteuning bij de organisaties tot elkaars beschikking staan. Meer specifiek is in 2015 een onderzoek gestart naar gezamenlijke huisvesting van de AFPN en de forensische poli + reclassering van VNN. Samenwerking reclassering Niet alleen wordt er intensief samengewerkt met de reclassering van VNN, ook met Reclassering Nederland en het Leger des Heils. In 2015 is actief bijgedragen aan het verbeteren van de samenwerking rondom Forensisch Psychiatrisch Toezicht, de fase van proefverlof of voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging onder verantwoordelijkheid van de reclassering waarin het FPC nog crisisopvang uitvoert en anderszins kan interveniëren op vraag van de reclassering. Dat heeft geleid tot een hernieuwde landelijke 3- partijenovereenkomst. Ook onderzoekt de Mesdag de verbeterde mogelijkheden van toepassing van het FPT (KFZ-call). Samenwerking met DJI De Mesdag en DForZo weten elkaar goed en waar nodig snel te treffen. Met behoud van ieders verantwoordelijkheid verloopt de samenwerking prettig en vindt tijdige afstemming plaats, bijvoorbeeld omtrent de afwikkeling van incidenten, juiste registratie of het toeleiden van patiënten. Delen van kennis Met diverse instellingen voor forensische zorg is in 2015 ervaring gedeeld ten aanzien van het werken met signaleringsplannen, de HKT-R, de IFBE (de forensische ROM o.b.v. de HKT) en de verkorte versie van de FSNA (forensisch sociale netwerk analyse). Partners in onderzoek van de tweede lijn zijn forensische collega-instellingen, de vakgroepen psychiatrie, psychologie, sociologie en verplegings-wetenschappen van de universiteiten van Groningen, Utrecht, Tilburg, Leuven (België), Molde en Oslo (beide Noorwegen), het Rob Giel Onderzoekscentrum te Groningen en Lentis, alsook gespecialiseerde centra zoals het dr. Leo Kannerhuis voor autismebehandeling. Met het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP) is het afgelopen jaar meegewerkt aan de doorontwikkeling van de landelijke forensische zorgprogramma s, de forensische prestatie-indicatoren en de landelijke databank risicotaxatie. De lopende onderzoekslijnen en de voortgang hierop in 2015, alsmede de wetenschappelijke publicaties van onderhavige verslagjaar, zijn terug te vinden op onze website http://www.vanmesdag.nl/onderzoek/ FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 16 van 26

In 2015 is op het gebied van opleiding en scholing de samenwerking gecontinueerd met Stenden University (lectoraat Social Work & Arts Therapies), universiteiten van Groningen en Tilburg en het VUmC Amsterdam evenals de Hanzehogeschool Groningen. Week van de Zorg en Welzijn Voor de Week van de Zorg en Welzijn opende de Mesdag begin 2015 de oude toegangspoort aan de Hereweg in Groningen voor onder meer wijkagenten, leden van sociale teams, ketenpartners, vertegenwoordigers van de gemeente en vrijwilligersorganisaties. De bijeenkomst draaide om de vraag hoe de zorg rondom tbs-patiënten werkt die terugkeren naar de gemeente. Samen met de AFPN Groningen, de forensische polikliniek van VNN en 3RO (Reclassering Nederland, Verslavingsreclassering VNN en Leger des Heils Reclassering) werd ingegaan op de samenwerking en hoe elkaar goed en snel te treffen in de keten. FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 17 van 26

5. KENGETALLEN, FINANCIEN EN BESTUUR & TOEZICHT Productie, personeel en opbrengsten Kerngegeven Aantal/bedrag 2015 Patiënten Aantal patiënten in zorg DForZo op 31 december 248 Aantal overige patiënten in zorg op 31 december 6 Capaciteit Aantal beschikbare tbs-bedden op 31 december 246 Productie Gemiddelde bedbezetting geheel verslagjaar 250,4 Gemiddelde productiepercentage tbs 101,8% Aantal verzorgingsdagen tbs 91.397 Kerngegevens Personeel Aantal personeelsleden in loondienst op 31 december Aantal FTE personeelsleden in loondienst op 31 dec. Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Waarvan subsidies Waarvan overige bedrijfsopbrengsten Aantal/bedrag 2015 483 475,83 44.537.956,- 150.332,- 44.387.623,- Aantal in verslagjaar geopende DBBC s Aantal in verslagjaar gesloten DBBC s 382 372 FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 18 van 26

Producten en eindresultaten Productieafspraken (ondergrens, naar producttype) Regulier vastgestelde capaciteit, inclusief overcapaciteit - Aantal plaatsen doorstroom - Aantal plaatsen verblijf Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit (op jaarbasis) Cap. III b Doel 2015 226 124 102 Resultaat 2015 229,02 125,96 103,06 Resultaat 2014 181 112 69 0 0 55 De zorgverlening / productie van enkele patiënten is niet via de DBBCmethode afgehandeld met DForZo. Dit verantwoorden we apart van dit jaarverslag op patiëntniveau naar DForZo. Juist gezien het casusniveau, is het overzicht niet in dit openbare document opgenomen om iedere vorm van herleidbaarheid naar personen te vermijden. Plaatsingsafspraken eerste opnamen Doel 2015 Resultaat 2015 Resultaat 2014 Eerste opname 6 15 13 Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit (op jaarbasis) Cap. IV 12 12 9,87 Man 100% 100% 100% Aantal plaatsen zorgzwaartepakket (zzp) 8 9,38 n.v.t. Vrouw - - - Totaal capaciteit (op jaarbasis) 246 250,40 245,87 Totaal capaciteit op basis verzorgingsdagen 89.790 91.397 89.741 Risico Interventie Patiënten 12 12 12 Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis (MNPs) Patiënten met psychotische kwetsbaarheid (MNPy) pm 47% 38% pm 58% 54% Aantal Forensisch Psychiatrisch Toezicht (gemiddeld) 56 64,86 47,69 IQ<80 pm 25% 8% FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 19 van 26

Prestatie-indicatoren DJI No. Naamstelling prestatie-indicatoren Doelst. Resultaat 1 Bezettingsgraad patiënten DBBC & ZZP 100% 101,8% a) aantal patiënten op basis verzorgingsdagen 246 250,4 2 Instroom, voldoen aan eerste opnames 6 15 3 Doorstroom vervolgvoorziening 22 20 a) Aantal patiënten in transmuraal traject (eigen beheer) - 7 b) Plaatsing in een GGz-voorziening (FPA, RIBW) - 13 c) Overige bestemming (kort casus+bestemming) 0 0 4 Uitstroom per vertrekcategorie (e+f+g+j) 18 47 a) Beëindiging TBS conform verlengingsadvies kliniek - 27 b) Beëindiging TBS contrair verlengingsadvies kliniek - - c) Voorwaardelijke beëindiging TBS - 32 d) Proefverloven die leidden tot (voorwaardelijk) einde TBS - 20 e) Saldo a, b en c minus d - 39 f) Overplaatsing naar andere TBS-kliniek - 20 g) Overplaatsing naar andere Justitie-voorziening 0 0 h) Aantal proefverloven gestart tijdens verslagperiode - 15 i) Aantal proefverloven ingetrokken tijdens verslagperiode 0 0 j) Saldo h minus i - 15 5 Aantal ontvluchtingen Tbs-gestelden 0 0 6 Aantal overige onttrekkingen Tbs-gestelden <5 12 a) vanaf terrein/tmv huis/woning - 9 b) tijdens verlofsituatie - 3 7 Bijzonder voorval <8 13 a) Natuurlijke dood - 1 b) Suïcide - 0 c) Overig onnatuurlijke dood - 0 d) Alle overige geweldsincidenten niet zijnde 'geweldpleging' - 8 e) Ander incident van ernstige, politiek/publiciteitsgevoelige aard - 4 8 Aantal geweldplegingen tussen patiënten <4 8 a) Fysiek geweld - 4 b) Bedreiging fysiek geweld - 4 9 Geweldpleging tegen personeel <8 6 a) Fysiek geweld - 2 b) Bedreiging fysiek geweld - 4 10 Aantal recidive tijdens TBS 0 1 12 Financieel jaarresultaat inrichting +25 +279 13 Aantal gegronde klachten <15 22 FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 20 van 26

Balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming) 31-dec-15 31-dec-14 ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa 35.823 71.663 Materiële vaste activa 41.837.102 43.595.584 Financiële vaste activa 5.207 5.290 Totaal vaste activa 41.878.131 43.672.536 Vlottende activa Onderhanden werk DBBC s 0 1.108.417 Vorderingen 2.083.592 6.022.700 Liquide middelen 14.074.989 5.688.649 Totaal vlottende activa 16.158.581 12.819.766 Totaal activa 58.036.712 56.492.302 31-dec-15 31-dec-14 PASSIVA Eigen vermogen 5.204.427 4.925.231 Voorzieningen 5.122.474 5.454.744 Langlopende schulden 34.119.991 35.673.326 Kortlopende schulden 13.589.820 10.439.002 Totaal passiva 58.036.712 56.492.302 Resultatenrekening over 2015 BEDRIJFSOPBRENGSTEN: 2015 2014 Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 30.246.288 39.593.811 DBBC omzet 12.099.350 2.454.989 Subsidies 150.332 151.168 Overige bedrijfsopbrengsten 2.041.985 2.404.074 Som der bedrijfsopbrengsten 44.537.956 44.604.042 BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten 29.439.182 30.302.566 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 2.768.584 2.814.184 Overige bedrijfskosten 10.183.022 9.514.685 Som der bedrijfslasten 42.390.788 42.631.435 BEDRIJFSRESULTAAT 2.147.167 1.972.607 Financiële baten en lasten -1.867.972-1.916.581 RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING 279.196 56.027 Buitengewone baten en lasten 0 0 RESULTAAT BOEKJAAR 279.196 56.027 RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: 2015 2014 Toevoeging: Eigen vermogen 279.196 56.027 FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 21 van 26

De Mesdag is zich bewust van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid om op een juiste wijze met haar middelen om te gaan. Evenals voorgaande jaar maken de externe (financiële) ontwikkelingen dat we in 2015 scherp zijn blijven kijken naar waar we meer kunnen doen met hetzelfde dan wel hetzelfde kunnen blijven doen met minder, zonder de inhoudelijke kwaliteitsen veiligheidsdoelstellingen uit het oog te verliezen. Liquiditeit De liquiditeitspositie is in 2015 sterk verbeterd. Vooral het door DForZo verstrekte voorschot ter financiering van het onderhanden werk heeft hieraan bijgedragen. Daarnaast zijn een aantal geplande investeringen voor 2015 doorgeschoven naar 2016 en verloopt het facturatie- en betaalproces voorspoedig. Tevens is de afrekening 2013 en een gedeelte van de afrekening 2014 uitbetaald. DBBC transitieregeling De overgang naar integrale bekostiging op basis van de DBBC s is nog onderhanden. In 2015 is een deel van de bekostiging gebaseerd op basis van de DBBC s en een deel op basis van oude parameters. In 2015 gelden percentages van 70% voor de oude parameters en 30% voor de DBBC s. In 2014 waren deze nog 95% respectievelijk 5%. Vanaf 2016 zal het aandeel DBBC bekostiging worden verhoogd naar 100%. Voorziening SBF In het Sociaal Plan van de verzelfstandiging in 2008 is vastgelegd dat het zittende personeel aanspraak kan maken op de regeling Substantieel Bezwarende Functies (SBF, voorheen: Functioneel Leeftijdsontslag - FLO) zolang deze regeling blijft opgenomen in de CAO Rijksambtenaren. Om in de (toekomstige) kosten tegemoet te komen heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie in 2008 een eenmalig bedrag beschikbaar gesteld in de verwachting dat de regeling zou ophouden te bestaan. Nu van dat laatste vooralsnog geen sprake lijkt te zijn, wordt de Mesdag in toenemende mate geconfronteerd met een grote kostenpost. Om de risico s zo goed mogelijk in te dammen, vindt er jaarlijks dotatie plaats in voorziening SBF. Daarnaast heeft onderzoek uitgewezen dat de SBF regeling valt onder het fiscale regime van Regeling Vervroegde Uittreding (RVU). Dit betekent dat voor de sinds 2008 ingegane FLO/SBF regeling over de uitgekeerde bedragen een fiscale eindheffing moet worden toegepast. De lasten hiervan tot en met 2015 zijn verwerkt in de exploitatie 2015. De gevolgen voor toekomstige uitkeringen zijn verdisconteerd in de voorziening SBF. De Mesdag is nog in gesprek met de Belastingdienst over de eindheffing RVU. Daarnaast is de kliniek in 2016 nogmaals in overleg getreden met het Rijk inzake een tegemoetkoming voor de financiële gevolgen van de SBF-regeling voor de komende jaren. Begin 2016 is besloten een eenmalige bijzondere subsidie toe te kennen ter bijdrage aan de toekomstige uitgaven in het kader van deze regeling. De bijdrage wordt afzonderlijk verantwoord in de jaarrekening 2016. FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 22 van 26

Directie en Raad van Bestuur Gegeven de praktische noodzaak, maar ook de besturingsfilosofie, wordt het instrument van mandaat benut om de verantwoordelijkheid voor de operationele besluitvorming en de directievoering inclusief het zorgbeleid en risicomanagement van de Mesdag bij de directie te kunnen leggen. Daarmee worden belangrijke beheersbevoegdheden door de Raad van Bestuur overgedragen aan de directie, vastgelegd in het directiereglement. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor en belast met het besturen van de stichting, hetgeen onder meer inhoudt dat hij verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de stichting, de strategie, het beleid en de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkeling. De voorzitter van de Raad van Bestuur bekleedt de functie van hoofd van de inrichting in de zin van de Beginselenwet Verpleging Terbeschikking gestelden en het Wetboek van Strafvordering. Informatie over bezoldiging is terug te vinden in de jaarrekening dan wel de webapplicatie DigiMV. Naam Directiefunctie G.E. Koorman MBA MHCM Algemene Zaken Drs. H.J. Beintema Behandelzaken Naam Bestuursfunctie Aandachtsgebieden (Neven)functies Drs. H.J. van der Hoek Drs. C.L. Bruinsma Voorzitter Lid Raad van Toezicht Financiën Personeel ICT Marketing Strategie Patiëntenzorg Verkoop Kwaliteit en Veiligheid Opleidingen - Voorzitter Raad van Bestuur Lentis (tot 1 oktober) - Lid Raad van Commissarissen Centramed (tot 1 juli) - Lid Raad van Toezicht Stichting Ambulancezorg Groningen (tot 8 december) - Lid Raad van Commissarissen Woonborg - Lid Bestuur NVZD (tot 4 juni) - Lid Bestuur PFZW (tot 1 augustus) - Lid Raad van Bestuur Lentis - Vice-voorzitter Bestuur GGZ Nederland - Vice-voorzitter bestuur Stichting Benchmark GGZ - Voorzitter algemene vergadering Opleidingsconsortium Psychiatrie NO De Mesdag hanteert de Zorgbrede Governance Code en het beginsel van pas toe of leg uit. Verder zijn de statuten, de verzelfstandiging-overeenkomst en het hierop gebaseerde reglement richtsnoer voor het handelen van de Raad van Toezicht. In het reglement zijn de taken en verantwoordelijkheden van (de leden van) de Raad van Toezicht beschreven. Ook zijn hierin bepalingen FPC Dr. S. van Mesdag jaarverslag 2015 pagina 23 van 26