vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is.



Vergelijkbare documenten
Z I N S O N T L E D I N G

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

2 hv. 1

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

Online cursus spelling en grammatica

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

Informatie en proefles

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden

1

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Loopt vader met moeder in het park?

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

TAALVERZORGING KGT 2 SPORTIEF PERRON 1

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Grammatica Zinsontleding - Uitgebreid. Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Antwoorden Nederlands Ontleding

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

Inhoudsopgave. Dit boekje bestaat uit drie delen:

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Eigen vaardigheid Taal

3 vwo. 1

Zoals beloofd eerst nog een herhaling van de theorie van de lijdende en de bedrijvende vorm:

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

Pdf versie uitleg Grammatica

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

(werkwoordelijk gezegde)

Meewerkend voorwerp hv12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Extra opdrachten met het zinsbouwpakket. Bijlage bij het Basisboek syntaxis

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2

Een voorbeeldopgave: Ik geef de hond te eten. Wat is de? Een werkwoord, een lidwoord, een zelfstandig

Grammatica - woordsoorten v3

Dagdeel 2 Werkwoordspelling: t ex-kofschip, vervoegen, werkwoordtijden

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Opleiding Leraar Nederlands (B), Toetsvorm Tentamen Titel Toetseenheid Algemene basisgrammatica 1 Datum

instapkaarten taal verkennen

Grammatica - Meewerkend voorwerp HV12

LESSTOF. Ontleden en Benoemen

Aantekening Nederlands Grammatica: bedrijvende en de lijdende vorm

Grammatica. Op niveau onderbouw - Naslag

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Grammatica in H3. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Studiewijzer TaalCompetent

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Denken over taal: ontleden #2.0

WEEK 47 (21 nov-25 nov)

NEDERLANDS INSTRUCTIE. Doelen. Instructie van de les

Toets: Lees vaardig Blok 1+2 en Nieuwsbegrip

Samenvatting Nederlands Over lezen

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur.

Werkwoordelijk gezegde Dit zijn alle werkwoorden in een zin met alles wat bij deze werkwoorden hoort. 1. Francien stond maar te kijken.

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER

20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN

instapkaarten taal verkennen

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Test je kennis Nederlands

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 7 en 8

PV ( ) OW ( ) WW REST { } NIET-WW REST [ ] GEMENGDE REST [ } NAAMW. DEEL MW ======= BIJW. BEPALING

Bijwoordelijke bepaling HV 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Transcriptie:

Toets grammatica hoofdstuk 1, 2+3 vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is. Zou Zidane de beste voetballer van de wereld zijn? Bij iedere wedstrijd wil hij de snelste zijn. De leerling bleek afgemeld te zijn. De directie wil tegenover alle leerlingen eerlijk blijven. De laatste tijd is hij opvallend bescheiden geworden.

vraag 2 Geef aan welke zinnen een werkwoordelijk gezegde en welke zinnen een naamwoordelijk gezegde hebben. Neem de cijfers over en zet daarachter een NG (=naamwoordelijk gezegde) of een WG (=werkwoordelijk gezegde) 1 De opera Tosca is het aangrijpendste werk van de componist Puccini. 2 Helaas bleken de teksten onder de schilderijen onbegrijpelijk. 3 Met haar eeuwige achterdocht bleek zij een bom onder hun relatie te leggen. 4 Ik zou nog vaak moeten zorgen voor hun konijnen. 5 Haar pogingen zouden nog vele jaren vergeefs blijven. 6 Misschien is hij de hele dag afwezig geweest. 7 Moeder let altijd op de kleintjes tijdens uitstapjes. 8 Het partijbestuur scheen de leden al de gunstige uitslag te hebben medegedeeld. 9 Na de uitslag van het examen werd zijn gedrag steeds baldadiger. 10 De mooiste verhalen werden mij s avonds door de matrozen verteld. 11 Voorlopig blijft Brad Pitt nog in Amsterdam. 12 Soms wordt zijn nachtrust verstoord door het geronk van motoren.

vraag 3 In welke zinnen is het onderstreepte zinsdeel naamwoordelijk deel van het gezegde? 1 Met zijn lastige vragen bleek hij de plannen van de regering te dwarsbomen. 2 Gisteren bleken de tegenstellingen tussen de partijen onoplosbaar. 3 Uiteindelijk zijn de duurste schoenen vaak de beste. 4 De roman Eline Vere is het eerste boek van de schrijver Louis Couperus. 5 De ware toedracht wordt hem niet door zijn familie verteld. 6 In de loop van de avond werd mijn opa steeds stiller. 7 De minister bleek zijn ambtenaren al de nodige informatie te hebben gegeven. 8 Helaas ben ik de hele week ziek geweest. 9 Zijn opmerkingen zouden de hele middag onverstaanbaar blijven.

vraag 4 Ontleed de volgende zinnen. Benoem (indien aanwezig) persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling(en). Tot hun verbijstering bleek hij vorige week al gearresteerd te zijn in Madrid. Na jarenlange inspanning is ons team eindelijk het beste team van de regio gebleken. Met heel veel moeite wist hij mij gisteren de moeilijke grammaticastof uit te leggen. De kleur van de tafel kan bij daglicht heel anders lijken. Voetbalwedstrijden worden soms verziekt door het geschreeuw van supporters. Helaas bleken de teksten onder de schilderijen onbegrijpelijk.

vraag 5 Neem het volgende schema netjes over en vul per zin de voornaamwoorden in het schema in. 1 Wat hebben die oude kaarten ons nog te vertellen. 2 Tegenwoordig zouden we dat plagiaat noemen. 3 Dit heeft jouw oom mij vorige week gegeven. 4 Als je ziet wat voor perfectie is bereikt, geloof je bijna niet dat zulke prenten dateren uit de prehistorie. zin persoonlijk voornaamwoord bezittelijk voornaamwoord 1 ons die 2 we dat 3 mij jouw dit aanwijzend voornaamwoord 4 je,je zulke

vraag 6 Geef in de onderstaande zinnen aan of schuingedrukte woorden persoonlijk voornaamwoord of bezittelijk voornaamwoord zijn. Vul op je antwoordblad achter de cijfers 1 t/m 11 een p (= persoonlijk voornaamwoord) of een b (bezittelijk voornaamwoord). 1 Je (1) zult je (2) moppen aan ons (3) niet kwijtkunnen 2 Ik (4) voorspel je (5) dat haar hond binnen een maand in een asiel zit. 3 Hun (6) budget lijkt ons (7) een stuk ruimer dan dat van jullie(8). 4 Wat heb je (9) liever, ons (10) huis of dat van hem (11).

vraag 7 Neem de woorden het over en zet de juiste woordsoort erachter: lidwoord (L), persoonlijk voornaamwoord (P) of onbepaald voornaamwoord (O) 1 Het is wel onrechtvaardig dat deze bewindsman geen waardering krijgt. 2 Steeds weer werd het talent van deze componist miskend. 3 Vergeet je werkstuk niet. Ligt het nog op je bureau? 4 Nee, zonder hem had ik nooit geweten dat het daar zo hard waaide