Toets grammatica hoofdstuk 1, 2+3 vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is. Zou Zidane de beste voetballer van de wereld zijn? Bij iedere wedstrijd wil hij de snelste zijn. De leerling bleek afgemeld te zijn. De directie wil tegenover alle leerlingen eerlijk blijven. De laatste tijd is hij opvallend bescheiden geworden.
vraag 2 Geef aan welke zinnen een werkwoordelijk gezegde en welke zinnen een naamwoordelijk gezegde hebben. Neem de cijfers over en zet daarachter een NG (=naamwoordelijk gezegde) of een WG (=werkwoordelijk gezegde) 1 De opera Tosca is het aangrijpendste werk van de componist Puccini. 2 Helaas bleken de teksten onder de schilderijen onbegrijpelijk. 3 Met haar eeuwige achterdocht bleek zij een bom onder hun relatie te leggen. 4 Ik zou nog vaak moeten zorgen voor hun konijnen. 5 Haar pogingen zouden nog vele jaren vergeefs blijven. 6 Misschien is hij de hele dag afwezig geweest. 7 Moeder let altijd op de kleintjes tijdens uitstapjes. 8 Het partijbestuur scheen de leden al de gunstige uitslag te hebben medegedeeld. 9 Na de uitslag van het examen werd zijn gedrag steeds baldadiger. 10 De mooiste verhalen werden mij s avonds door de matrozen verteld. 11 Voorlopig blijft Brad Pitt nog in Amsterdam. 12 Soms wordt zijn nachtrust verstoord door het geronk van motoren.
vraag 3 In welke zinnen is het onderstreepte zinsdeel naamwoordelijk deel van het gezegde? 1 Met zijn lastige vragen bleek hij de plannen van de regering te dwarsbomen. 2 Gisteren bleken de tegenstellingen tussen de partijen onoplosbaar. 3 Uiteindelijk zijn de duurste schoenen vaak de beste. 4 De roman Eline Vere is het eerste boek van de schrijver Louis Couperus. 5 De ware toedracht wordt hem niet door zijn familie verteld. 6 In de loop van de avond werd mijn opa steeds stiller. 7 De minister bleek zijn ambtenaren al de nodige informatie te hebben gegeven. 8 Helaas ben ik de hele week ziek geweest. 9 Zijn opmerkingen zouden de hele middag onverstaanbaar blijven.
vraag 4 Ontleed de volgende zinnen. Benoem (indien aanwezig) persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling(en). Tot hun verbijstering bleek hij vorige week al gearresteerd te zijn in Madrid. Na jarenlange inspanning is ons team eindelijk het beste team van de regio gebleken. Met heel veel moeite wist hij mij gisteren de moeilijke grammaticastof uit te leggen. De kleur van de tafel kan bij daglicht heel anders lijken. Voetbalwedstrijden worden soms verziekt door het geschreeuw van supporters. Helaas bleken de teksten onder de schilderijen onbegrijpelijk.
vraag 5 Neem het volgende schema netjes over en vul per zin de voornaamwoorden in het schema in. 1 Wat hebben die oude kaarten ons nog te vertellen. 2 Tegenwoordig zouden we dat plagiaat noemen. 3 Dit heeft jouw oom mij vorige week gegeven. 4 Als je ziet wat voor perfectie is bereikt, geloof je bijna niet dat zulke prenten dateren uit de prehistorie. zin persoonlijk voornaamwoord bezittelijk voornaamwoord 1 ons die 2 we dat 3 mij jouw dit aanwijzend voornaamwoord 4 je,je zulke
vraag 6 Geef in de onderstaande zinnen aan of schuingedrukte woorden persoonlijk voornaamwoord of bezittelijk voornaamwoord zijn. Vul op je antwoordblad achter de cijfers 1 t/m 11 een p (= persoonlijk voornaamwoord) of een b (bezittelijk voornaamwoord). 1 Je (1) zult je (2) moppen aan ons (3) niet kwijtkunnen 2 Ik (4) voorspel je (5) dat haar hond binnen een maand in een asiel zit. 3 Hun (6) budget lijkt ons (7) een stuk ruimer dan dat van jullie(8). 4 Wat heb je (9) liever, ons (10) huis of dat van hem (11).
vraag 7 Neem de woorden het over en zet de juiste woordsoort erachter: lidwoord (L), persoonlijk voornaamwoord (P) of onbepaald voornaamwoord (O) 1 Het is wel onrechtvaardig dat deze bewindsman geen waardering krijgt. 2 Steeds weer werd het talent van deze componist miskend. 3 Vergeet je werkstuk niet. Ligt het nog op je bureau? 4 Nee, zonder hem had ik nooit geweten dat het daar zo hard waaide