Kennis Vraag 1 De Wet Hervorming Kindregelingen heeft ervoor gezorgd dat vanaf 1 januari 2015 een aantal regelingen zijn verdwenen. Welke van onderstaande regelingen bestaan nog wel? (vier antwoorden zijn juist) A. Kinderbijslag B. Ouderschapsverlofkorting C. Aftrek levensonderhoud voor kinderen D. Kindgebonden budget E. Combinatiekorting F. (Aanvullende) alleenstaande ouderkorting G. Kinderopvangtoeslag H. Tegemoetkoming ouders met thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG) Vraag 2 Een werkgever neemt in de periode 1 januari 2014 tot 1 januari 2016 drie nieuwe werknemers in dienst. Voor welke nieuwe werknemer komt de werkgever in aanmerking voor premiekorting jongere werknemer? A. Een vrouw van 22 jaar die een WW uitkering ontving. B. Een man van 27 jaar die een Bijstand uitkering ontving. C. Een vrouw van 19 jaar die een Wajong uitkering ontving. Vraag 3 Op 1 januari 2015 heeft de wetgever de Terugkeerpremie Ziektewet ingevoerd. Wat is, wanneer werkgevers na 20 maart 2014 een verzoek hebben gedaan het eigenrisicodragerschap te beëindigen per 1 juli 2014 of later, een gevolg van deze regeling? A. Als gevolg van deze regeling betalen de naar het publieke stelsel terugkerende kleine, middelgrote en grote werkgevers maximaal de helft van de voor de werkgever geldende sectorale premie ZW. B. Als gevolg van deze regeling betalen de naar het publieke stelsel terugkerende middelgrote en grote werkgevers minimaal de helft van de voor de werkgever geldende sectorale premie ZW. C. Als gevolg van deze regeling betalen de naar het publieke stelsel terugkerende kleine, middelgrote en grote werkgevers minimaal de voor de werkgever geldende sectorale premie ZW.
Casus Aanleiding gesprek Simon heeft van een collega vernomen dat er goedkopere mogelijkheden zijn om het risico van arbeidsongeschiktheid te verzekeren. Hij wil graag kijken welke mogelijkheden er voor hem zijn. Daarnaast wil Simon weten hoe hoog een eventuele uitkering is die hij krijgt bij arbeidsongeschiktheid. Financiële Situatie Simon (geboren 1968) is werkzaam als Creatief Manager bij Blinq BV. Hij is daar direct na het afronden van zijn universitaire studie in dienst getreden. Dat is nu al 19 jaar geleden. Blinq BV is een ontwerpbureau dat zich voornamelijk bezig houdt met het ontwikkelen van online diensten. Onder Simon vallen 9 getalenteerde ontwikkelaars. Simon heeft een werkweek van 40 uur, maar hij maakt vaak overuren. Deze overuren horen bij zijn functie en daar krijgt hij niet voor betaald. Wel heeft hij recht op een winstafhankelijke eindejaarsuitkering. Deze bedraagt maximaal 10% van zijn jaarsalaris en wordt door de directeur vastgesteld. De afgelopen twee jaar heeft hij 10% ontvangen. Zijn jaarsalaris inclusief vakantiegeld bedraagt momenteel 84.500,00 per jaar. Algemene gegevens Maximum dagloon per jaar: 54.000,00. Simon heeft in 2010 een individuele WIA Excedentverzekering afgesloten. Deze verzekering vult het inkomen aan boven het maximum dagloon. Bij volledige arbeidsongeschiktheid bedraagt deze aanvulling 70%. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt deze uitkering gecorrigeerd met de mate van arbeidsongeschiktheid. De premie bedraagt 125,00 per maand. Risicobereidheid Simon beseft dat hij een prima loon heeft, maar daar leeft hij dan ook naar. Enige inkomensdaling kan hij echter best opvangen. Hij vindt de premie die hij betaalt, best aan de hoge kant. Doelstellingen Simon wil premie besparen en hij wil weten of zijn verzekering hem dat oplevert wat hij hoopt.
Vraag 4 De collega van Simon blijkt een woonlastenverzekering te hebben met een dekking bij arbeidsongeschiktheid voor een bedrag van 1.250,00 per maand met een premie van ongeveer 40,00 per maand. Simon heeft een stukje uit de vooraarden gekopieerd: Artikel 6 Verzekerde woonlasten 6.1 De verzekerde woonlasten per jaar mogen niet meer bedragen dan de jaarlijkse woonlasten. De maatschappij is te allen tijde gerechtigd om een schriftelijk bewijs van de hoogte van de woonlasten te verlangen op het moment van vaststelling van de schade. 6.2 Verhoging van de verzekerde woonlasten bij periodieke premiebetaling De verzekeringnemer heeft het recht zonder medische waarborgen de verzekerde woonlasten te verhogen na afloop van een rentevaste periode of met de wettelijk maximaal toegestane huurverhoging. Wanneer sprake is van een verhuizing of een nieuw afgesloten hypothecaire lening, kunnen medische waarborgen worden gesteld door de maatschappij. De wijziging vindt plaats op de hoofdpremievervaldag tegen de dan geldende premietarieven en voorwaarden. Voor verhogingen gelden verder de volgende voorwaarden: De verzekerde is op dat moment, en gedurende twee maanden voorafgaand aan de datum waarop de verhoging in zal gaan, volledig arbeidsgeschikt en niet werkloos; De verzekerde is op de ingangsdatum van de verzochte wijziging niet ouder dan 55 jaar; De maximaal verzekerde bedragen mogen niet worden overschreden; De verzekerde woonlasten mogen maximaal eenmaal per jaar verhoogd worden. De maatschappij kan de bedoelde verhogingen geheel of gedeeltelijk weigeren indien niet aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan en/of bij niet tijdige premiebetaling. Is er een verschil tussen een woonlastenverzekering en een WIA Excedentverzekering? A. Nee, er is geen verschil. De dekking is identiek. B. Ja, de maximale uitkering van de woonlastenverzekering is gekoppeld aan de daadwerkelijke bruto woonlasten. C. Ja, de woonlastenverzekering keert alleen uit indien de verzekerde 50% of meer arbeidsongeschikt is. Vraag 5 Simon weet dat hij ook een uitkering krijgt van het UWV. Hij vraagt zich af wat hij krijgt als hij niet aanvullend verzekerd zou zijn. Stel dat het UWV Simon voor 100% en duurzaam arbeidsongeschikt verklaart en dat hij per 1-1-2015 de IVA in zou stromen. Hoeveel bedraagt de uitkering die Simon dan jaarlijks ontvangt?..,
Vraag 6 Simon schrikt van deze lage uitkering. Zo n grote terugval kan hij niet opvangen. Gelukkig krijgt hij een uitkering vanuit zijn WIA Excedentverzekering. Hoe groot is de inkomensterugval van Simon als je rekening houdt met deze uitkering? A. 25.350,00 B. 22.650,00 C. 25.185,00 Vraag 7 Indien Simon tussen de 35% en 80% arbeidsongeschikt zou zijn, zou Simon in aanmerking komen voor een WGA loongerelateerde uitkering. Hoeveel maanden heeft Simon maximaal recht op een loongerelateerde uitkering uitgaande van instroom in de WIA per 01-01-2015? Professioneel gedrag Vraag 8 Mike werkt, als adviseur Inkomen, bij een assurantietussenpersoon. Mike beschikt ook over de beroepskwalificatie voor Adviseur Schadeverzekering particulieren. Integriteit staat hoog in het vaandel bij dit kantoor. Eén van zijn klanten is Jan. Jan (50 jaar) is eigenaar van transportbedrijf Supersafe. In drukke periodes helpt hij mee, wat wil zeggen dat hij als vrachtwagenchauffeur gaat rijden. Jan is zelfstandig ondernemer en sloot drie jaar geleden een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) af via Mike. Jan ontvangt nu een periodieke uitkering uit deze verzekering, omdat hij rugklachten heeft en hierdoor niet meer volledig kan werken. Jan heeft Mike verteld dat hij vooral last heeft van zijn onderrug en dat hij hieraan is geopereerd. Mike heeft vandaag een afspraak met Jan. Nu vertelt Jan dat hij een oldtimer motor heeft gekocht, waarop hij lange ritten wil gaan rijden. Hij wil hiervoor een verzekering afsluiten. Mike vindt het vreemd dat Jan op een oldtimer motor gaat rijden met een rug waardoor hij minder werkt. Een vrachtauto besturen lukt voorlopig helemaal niet. Hoe gaat Mike nu het meest ethisch om met dit dilemma? A. Mike zal de wensen van Jan verder inventariseren rondom de verzekering voor de oldtimer motor en laat de AOV buiten beschouwing in dit gesprek. B. Mike wijst Jan erop, dat Jan bij het besturen van een oldtimer motor regelmatig moet stoppen vanwege zijn rugklachten. C. Mike bespreekt met Jan waarom het rijden op een oldtimer wel mogelijk is en het besturen van een vrachtauto niet.
Antwoorden PE Plus Inkomen oefenexamen Kennis Antwoord vraag 1 Het juiste antwoord is: A, D, E en G. Ouders hebben vanaf 2015 minder recht op financiële tegemoetkomingen. Versobering van de kindregelingen leidt ertoe dat zes van de tien regelingen in 2015 zijn verdwenen of zijn opgenomen in één van de andere regelingen. Op deze manier wil de minister het stelsel vereenvoudigen, werken lonend maken en inkomensondersteuning bieden daar waar het nodig is. De vier regelingen die gelden per 1 januari 2015 zijn: 1. Kinderbijslag 2. Kindgebonden budget 3. Inkomensafhankelijke combinatiekorting 4. Kinderopvangtoeslag Regelingen die zijn verdwenen zijn: Ouderschapsverlofkorting Aftrek levensonderhoud voor kinderen (Aanvullende) alleenstaande ouderenkorting Tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) Tegemoetkoming ouders met thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG) Toetsterm 1b.3 Antwoord vraag 2 Het juiste antwoord is: A. De premiekorting voor jongere werknemer wordt op basis van de volgende voorwaarden verstrekt: De werknemer komt op of na 1 januari 2014 en voor 1 januari 2016 in dienst. De werknemer is tussen de 18 en 26 jaar oud (op datum in dienst). De werkgever krijgt de premiekorting zolang het arbeidscontract van de werknemer duurt, maar maximaal twee jaar. De werknemer komt voor minimaal 32 uur per week in dienst. Vanaf 1 juli 2015 wordt dit minimaal 24 uur per week. Het arbeidscontract heeft een duur van minimaal 6 maanden. De werknemer heeft een doelgroepverklaring van het UWV of van de gemeente waarin staat dat hij een WW of bijstand uitkering had op de dag voorafgaand aan het dienstverband. Toetsterm 1b.6
Antwoorden PE Plus Inkomen oefenexamen Kennis Antwoord vraag 3 Het juiste antwoord is: B. De nieuwe terugkeerpremie maakt de drempel voor een terugkeer hoger, zodat strategisch wisselen tussen het publieke stelsel en eigenrisicodragerschap ontmoedigd wordt. De maatregel is op 20 maart 2014 door minister Asscher aangekondigd; de terugkeerpremie geldt per 1 januari 2015. Werkgevers die teruggekeerd zijn of dit voornemen hebben, vallen uiteen in de volgende drie categorieën: 1. Kleine werkgevers. Voor hen is de terugkeerpremie niet van toepassing. Zij betalen de sectorale premie ZW. 2. Middelgrote en grote werkgevers die op of vóór 20 maart 2014 een verzoek hebben gedaan het eigenrisicodragerschap te beëindigen per 1 juli 2014 of later. Voor deze werkgevers geldt geen terugkeerpremie, voor hen blijft de voorheen gangbare premieberekening van kracht. 3. Middelgrote en grote werkgevers die na 20 maart 2014 een verzoek hebben gedaan het eigenrisicodragerschap te beëindigen per 1 juli 2014 of later. Voor deze werkgevers geldt de terugkeerpremie in het jaar van terugkeer en het daaropvolgende jaar. De terugkeerpremie treedt echter pas in werking per 1 januari 2015. Wanneer het eigenrisicodragerschap beëindigd is in 2014 betalen zij uitsluitend in 2015 de terugkeerpremie. De terugkeerpremie bedraagt minimaal de helft van de voor de werkgever geldende sectorale premie ZW. Toetsterm 1i.14 Antwoord vraag 4 Het juiste antwoord is: B Door een woonlastenverzekering blijven de vaste lasten, denk hierbij aan rente en aflossing voor de woning, krediet, huur etc., betaalbaar. Wanneer je arbeidsongeschikt en/of werkloos raakt, wordt (een deel van) de woonlasten uitgekeerd gedurende een vooraf vastgesteld aantal jaren. Bij arbeidsongeschiktheid is de uitkering meestal afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Het verzekerd bedrag is veelal gekoppeld aan de woonlasten en niet direct aan het inkomen. Daardoor is de dekking niet altijd toereikend om inkomensverlies goed op te vangen. De premie wordt ineens of per maand/jaar betaald. Toetsterm 2d.2 Antwoord vraag 5 Het juiste antwoord is: 75% van 54.000,00 = 40.500,00. De IVA uitkering is gekoppeld aan het maximum dagloon en dit bedraagt 54.000,00. Simon ontvangt derhalve 75% van het maximum dagloon en niet van zijn daadwerkelijke loon. Toetsterm 2d.5
Antwoorden PE Plus Inkomen oefenexamen Antwoord vraag 6 Het juiste antwoord is: C. Totale jaarinkomen: 84.500,00 + 10% = 92.950,00 Totale IVA uitkering: 40.500,00 Totale uitkering excedent: 70% x (92.950,00 -/- 54.000) = 27.265,00 Totaal : 67.765,00 Inkomens terugval: 92.950,00 -/- 67.765,00 = 25.185,00 per jaar Toetsterm 2d.5 Antwoord vraag 7 Het juiste antwoord is: 29 maanden Vaststellen arbeidsverleden: Simon is geboren in 1968, in 1986 is hij 18 geworden: 1998 -/- 1986 = 12 jaar Nu is het 2015 -/- 1998 = 17 jaar. Dat maakt samen 29 jaar. Hij heeft dus 29 maanden recht op de WGA loongerelateerde uitkering. Toetsterm 2d.5 Professioneel gedrag Antwoord vraag 8 Het juiste antwoord is: C Mike gaat het meest ethisch om met dit dilemma door het te bespreken met zijn klant Jan. Het is vreemd dat Jan geen vrachtauto meer kan besturen, maar wel lange ritten kan gaan maken op een oldtimer motor. Toetsterm 4b.1. Heeft u na het maken van dit oefenexamen nog extra ondersteuning nodig? Wij hebben voor u de volgende opleidingen om u optimaal voor te bereiden op het examen: Zelf leren met het digitaal zelfstudiepakket Examentraining (1 dag) Zelf leren + examentraining (1 dag) Wilt u direct uw examen boeken, ga dan naar www.eifd.nl