Points:1 (Extra Credit) Wat is een goede reden om ervan uit te gaan dat categorisatie vaak niet plaats Question vindt op basis van definities?



Vergelijkbare documenten
(1) bottom-up, (2) top-down, (3) bottom-up, (4) top-down. (1) bottom-up, (2) top-down, (3) top-down, (4) bottom-up

Multiple Answer: In ons dagelijks leven maken we conti... Multiple Answer: In ons dagelijks leven maken we conti... Points:1 (Extra Credit)

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Proeftentamenvragen UE&UX Utrecht, 20 juni Disclaimer

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Kijk eens in het brein!

Flexibiliteit van Motorische Representaties Jasper van Heeren Erasmus University Rotterdam. Abstract

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl

Wat zijn concepten? Hoe ontwikkelen we concepten? autisme concepten? Gevolgen voor de praktijk. Autisme Centraal

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

The Neurochemical Correlate of Consciousness: Exploring Neurotransmitter Systems Underlying Conscious Vision A.M. van Loon

Nederlandse samenvatting. De invloed van illusies op visueelmotorische

ATP. NVLF congres 18 november R. Bastiaanse M.M.V.M. Van Groningen-Derksen S. Nijboer M. Taconis N. Verwegen M.Zwaga

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting (Dutch)

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress.

Can f 1 project Nieuwsbrief

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

7.4 Script en plaatjes les

Practicum 10: Taal Description Stof: Goldstein, H. 11

DE INTEGRATIE VAN VISUELE EN TACTIELE STIMULI

Welk van onderstaande uitspraken over functieleer is onjuist?

Reducing catastrophic interference

Informatie ophalen uit het Alfabet

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Voor wat betreft het multiple choice gedeelte heeft elke vraag altijd 3 mogelijke antwoorden, waarvan er slechts één het juiste is!

Nederlandse samenvatting

Kijken naar Kinderen. Ed van den Berg, STAIJ Excellentiegroep, 31/10/2011


Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Appraisal. Datum:

Samenvatting Gedragsexperimenten

A Rewarding View on the Mouse Visual Cortex. Effects of Associative Learning and Cortical State on Early Visual Processing in the Brain P.M.

Neurale Netwerken en Deep Learning. Tijmen Blankevoort

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts

Scene Statistics: Neural Representation of Real-world Structure in Rapid Visual Perception I.I.A. Groen

Bijlage bij aflevering 3 van de serie Formatief evalueren bij wiskunde

Accessing Word Meaning: Semantic Word Knowledge and Reading Comprehension in Dutch Monolingual and Bilingual Fifth-Graders M.

A. Business en Management Onderzoek

Lesvoorbereiding Onderbouw (groep 3)

Helpen ondersteunende gebaren bij woordleren?

Continuous Learning in Computer Vision S.L. Pintea

A. Business en Management Onderzoek

Samenvatting. - Samenvatting - Figuur 1. Een voorbeeld waarbij je geheugen nodig hebt: Wat voor dier is dit?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling

Visualiseren en leren met animaties. Pieter Wouters

Haal meer uit je training

X Samenvatting. Twee kanten van kennis. Hoofdstuk 1

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp

Sandra's studenten rapport

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

Nederlandse Samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Zelfbeeld. Voortgezet onderwijs

Nederlandse samenvatting

De Roeihaal; hoe vertaal ik het

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Invloed van taalvaardigheid op spraakverstaan in rumoer

Inhoud. Neuronen. Synapsen. McCulloch-Pitts neuron. Sigmoids. De bouwstenen van het zenuwstelsel: neuronen en synapsen

Communicatie en Autisme niet vanzelfsprekend

10/11/2011. De ander begrijpen: Van baby s en spiegelneuronen. De wereld door de ogen van een baby. Begrijpen wat iemand anders doet Hoe doe je dat?

CREËREN VAN CLUSTERS BINNEN BOEKENDATABASES MET BEHULP VAN EEN NEURAAL NETWERK

Bio (EEG) feedback. Reflecties vanuit de klinische praktijk. Kannercyclus Dr. EWM (Lisette) Verhoeven

Vriendschap. Voortgezet onderwijs

Kernachtig communiceren

Seven Minute Screen (7MS) Solomon, P. R. and Pendlebury, W. W. (1998) Vertaling: Seven Minute Screen (7MS) Solomon, P. R. and Pendlebury, W. W.

Exameneisen NLP Practitioner

Zijn respondenten interviewerresistent?

The Multitasking Mind

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models

Vraag Ondersteuning door Virtuele Experts

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering. De kinderen: - vervullen de rol van luisteraar en spreker. - vertellen een persoonlijk verhaal.

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België

De vraag Wat is BIM levert geen eensluidend antwoord. BIM is een typisch voorbeeld van een containerbegrip.

Levenscyclus dieren vmbo-b12

Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T.

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Proteomics voor de massa

Werkbladen In NEMO. Zoeken naar leven. Naam. School. groep 7-8. Klas

Hoorcollege 1 datavisualisatie

Doesjka Nijdeken Trinitas College Heerhugowaard Woudschoten Chemie Conferentie 2011

marktplaats.nl Uitbreiding/verbeteringsplan

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

KIJK! mijn leven. Leerjaar 2. Leskatern 1. Ont wikkeld voor. praktijkonderwijs Basis - Kader

Samenwerking met techniek kan mooie houten puzzels opleveren.

Cognitieve screeningsinstrumenten. Ellen De Roeck

Tools voor itemanalyse

VORtech Computing. Experts in Technisch Rekenwerk MEMO. BvtH/M Datum 2 oktober Onderwerp Testverslag: het Villemonte-model voor overlaten

Waarneming. Hoe het werkt, wat er mis kan gaan, en wat expertise doet. Edward de Haan. University of Amsterdam

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

De Verborgen Boodschap van Buitenzintuiglijke Waarneming. Eric-Jan Wagenmakers

Transcriptie:

Practicum 6: Long Term Memory 2: Kennis en Categorisatie Description Stof: Goldstein, H9. Let op! Om dit practicum te halen dient u minstens 2/3 correct te scoren (10 van de 15 goed). U krijgt dan 3/4 punt. Er zijn in totaal 12 practica dus aan het eind kunt u een 10 halen (een punt gratis). Dit telt Instructions voor 15% mee in het eindcijfer. Zie voor verdere details 'Regels voor het practicum' onder het Practicum menu. Verplicht experiment CogLab: Prototypes Total Questions 15 Total Points 15 Alignments Actions for selected QuestionsSelect: All None Select by Type: Points Update Multiple Choice: Wat is een goede reden om ervan uit t... Multiple Choice: Wat is een goede reden om ervan uit t... - Question Type - Wat is een goede reden om ervan uit te gaan dat categorisatie vaak niet plaats Question vindt op basis van definities? Verschillende talen hebben verschillende definities. Definities zijn volkomen arbitrair. Definities veranderen na verloop van tijd, maar categorieen niet. Kinderen leren al categorieen voordat zij de categorienamen kennen. Juist! Uit onderzoek is gebleken dat jonge kinderen al in staat zijn om te categoriseren voordat zij taalvaardigheden hebben ontwikkeld. Zie Goldstein, pp. 263-264. Onjuist. Uit onderzoek is gebleken dat jonge kinderen al in staat zijn om te categoriseren voordat zij taalvaardigheden hebben ontwikkeld. Zie Goldstein, pp. 263-264. Multiple Choice: Wat is niet een methode om prototypes... Multiple Choice: Wat is niet een methode om prototypes... Question Wat is niet een methode om prototypes te achterhalen? Naming Distributed processing Sentence verification

Priming Juist! Met de sentence verification methode kan men prototypes achterhalen doordat de prototypes sneller geverifeerd worden dan andere objecten. Priming kan gebruikt worden omdat prototypes beter geprimed worden dan andere objecten wanneer een categorienaam als prime gebruikt wordt. Verder worden prototypes ook als eerste genoemd tijdens een naming taak. Distributed processing is geen methode, maar refereert naar de manier waarom concepten in onze hersenen verwerkt worden. Zie collegesheets en Goldstein, pp. 243-249. Onjuist. Met de sentence verification methode kan men prototypes achterhalen doordat de prototypes sneller geverifeerd worden dan andere objecten. Priming kan gebruikt worden omdat prototypes beter geprimed worden dan andere objecten wanneer een categorienaam als prime gebruikt wordt. Verder worden prototypes ook als eerste genoemd tijdens een naming taak. Distributed processing is geen methode, maar refereert naar de manier waarom concepten in onze hersenen verwerkt worden. Zie collegesheets en Goldstein, pp. 243-249. Multiple Choice: Onderzoek heeft laten zien dat expert... Multiple Choice: Onderzoek heeft laten zien dat expert... Onderzoek heeft laten zien dat experts en niet-experts meestal op een andere Question niveau categoriseren. Welke uitspraak is juist? Experts categoriseren op een basic niveau, terwijl niet-experts op een global niveau categorisen. Experts categoriseren op een specific niveau, terwijl niet-experts op een basic niveau categorisen. Experts categoriseren op een specific niveau, terwijl niet-experts op een global niveau categorisen. Experts categoriseren op een global niveau, terwijl niet-experts op een basic niveau categorisen. Juist! Het niveau waarop wij normal gesproken categoriseren hangt af van onze ervaringen met categorieen. Iemand met veel verstand van honden heeft het eerder over bepaalde hondenrassen (specific), terwijl anderen eerder geneigd zijn om te spreken over "een hond" (basic). Wij zullen het niet vaak over een "zoogdier" of een "dier" (global) hebben als we een hond bedoelen. Onjuist. Het niveau waarop wij normal gesproken categoriseren hangt af van onze ervaringen met categorieen. Iemand met veel verstand van honden heeft het eerder over bepaalde hondenrassen (specific), terwijl anderen eerder geneigd zijn om te spreken over "een hond" (basic). Wij zullen het niet vaak over een "zoogdier" of een "dier" (global) hebben als we een hond bedoelen. Multiple Choice: Ondanks de grote verschillen tussen d... Multiple Choice: Ondanks de grote verschillen tussen d...

Ondanks de grote verschillen tussen de honden in dit plaatje zullen de meeste mensen beide toch als hond categoriseren. Over het algemeen zal een typische hond als een retriever of een labrador sneller als hond gecategoriseerd worden. Stel je nu eens voor dat onze wereld voor 45 % bestaat uit kleine honden, voor 45 % uit grote honden en voor 10 % uit gemiddelde honden. We doen nu een experiment om uit te zoeken welke honden het snelst als hond gecategoriseerd worden. Wat zijn de voorspellingen van de prototype theorie en de exemplar theorie? Questio n Beide theorieën voorspellen dat kleine en grote honden sneller als hond gecategoriseerd worden dan gemiddelde honden. Beide theorieën voorspellen dat gemiddelde honden sneller als hond gecategoriseerd worden dan kleine en grote honden. De prototype theorie voorspelt dat kleine en grote honden sneller gecategoriseerd worden dan gemiddelde honden, maar de exemplar theorie voorspelt juist dat gemiddelde honden sneller gecategoriseerd worden. De exemplar theorie voorspelt dat kleine en grote honden sneller gecategoriseerd

Feedba ck Incorre ct Feedba ck worden dan gemiddelde honden, maar de prototype theorie voorspelt juist dat gemiddelde honden sneller gecategoriseerd worden. Juist! Volgens de prototype theorie plaatsen mensen een object in een categorie als het lijkt op het gemiddelde van de objecten in de categorie. Volgens de exemplar theorie plaatsen mensen een object in een categorie als het lijkt op veel van de objecten uit die categorie. Daarom voorspelt de prototype theorie dat gemiddelde honden het snelst gecategoriseerd worden, maaar de exemplar theorie dat kleine en grote honden het snelst gecategoriseerd worden. Zie verder Goldstein pp. 243-247. Onjuist! Volgens de prototype theorie plaatsen mensen een object in een categorie als het lijkt op het gemiddelde van de objecten in de categorie. Volgens de exemplar theorie plaatsen mensen een object in een categorie als het lijkt op veel van de objecten uit die categorie. Daarom voorspelt prototype theorie dat gemiddelde honden het snelst gecategoriseerd worden, maaar exemplar theorie dat kleine en grote honden het snelst gecategoriseerd worden. Zie verder Goldstein pp. 243-247. Multiple Choice: Stel we doen een priming experiment,... Multiple Choice: Stel we doen een priming experiment,... Stel we doen een priming experiment, waarbij proefpersonen eerst een categorienaam zien zoals "vogel", gevolgd door twee plaatjes. Proefpersonen krijgen de taak om te bepalen of de twee foto's hetzelfde zijn of niet. We hebben drie condities. Op 40 % van de trials zien proefpersonen plaatjes die nogal typisch zijn voor de categorie (conditie "typisch"). Op 40 % van de trials zien ze plaatjes die wel bij de categorie Questio horen, maar niet zo typisch zijn (conditie "atypisch"). Verder zien ze op 20 % van de n trials plaatjes die niet bij de categorie horen (conditie "ander categorie"). In onderstaand plaatje is bijvoorbeeld de mus "typisch" voor de categorie "vogels" en "pinguin" atypisch voor deze categorie. Hoe zullen de reactietijden in deze condities verschillen?

RTs zijn even lang in de typische en atypische condities, maar korter in de andere categorie conditie. RTs zijn even lang in de typische en atypische condities, maar langer in de andere categorie conditie. Feedba ck Incorre ct Feedba ck RTs zijn korter in de typische conditie dan in de atypische conditie en korter in de atypische conditie dan in de andere categorie conditie. RTs zijn langer in de typische conditie dan in de atypische conditie en langer in de atypische conditie dan in de andere categorie conditie. Juist! Wanneer het woord "vogel" verschijnt denkt men eerder aan typische vogels zoals mussen of koolmeesjes dan aan pinguins. Representaties van typische vogels zijn daardoor sterker geactiveerd dan representaties van atypische vogels en dit heeft tot gevolg dat plaatjes van typische vogels sneller verwerkt worden. De RTs in de typische conditie zullen dan ook lager zijn dan in de andere condities. Aangezien representaties van atypische vogels op hun buurt sterker geactiveerd zullen zijn dan representaties van andere categorieen zullen de RTs lager zijn in de atypische conditie dan in de andere categorie conditie. Onjuist. Wanneer het woord "vogel" verschijnt denkt men eerder aan typische vogels zoals mussen of koolmeesjes dan aan pinguins. Representaties van typische vogels zijn daardoor sterker geactiveerd dan representaties van atypische vogels en dit heeft tot gevolg dat plaatjes van typische vogels sneller verwerkt worden. De RTs in de typische conditie zullen dan ook lager zijn dan in de andere condities. Aangezien representaties van atypische vogels op hun buurt sterker geactiveerd zullen zijn dan representaties van andere categorieen zullen de RTs lager zijn in de atypische conditie dan in de andere categorie conditie.

Multiple Choice: Voordat je verder gaat met de volgend... Multiple Choice: Voordat je verder gaat met de volgend... Voordat je verder gaat met de volgende vragen moet je het Prototypes experiment van CogLab uitvoeren. Dit experiment is verplicht om dit practicumonderdeel te halen! Bekijk je resultaten en lees de feedback aan het eind van het experiment. Beantwoord daarna de volgende vragen. Question Een proefpersoon doet het Prototypes experiment van CogLab en heeft voor de prototypes een gemiddelde reactietijd van 560 ms en voor variants een gemiddelde reactietijd van 597 ms. Komt dit overeen met de verwachtingen? Waarom? Ja, het komt overeen met de verwachtingen. Tijdens de trainingsfase had de proefpersonen de prototypes al gezien en daarom zijn de reactietijden lager voor prototypes dan voor variants. Ja, het komt overeen met de verwachtingen. Tijdens de trainingsfase ontwikkelt de proefpersoon prototypes op basis van de patronen, waardoor het makkelijker is om vervolgens de prototypes te herkennen dan de variants. Nee, het komt niet overeen met de verwachtingen. De proefpersoon is getraind om variants van prototypes te categoriseren waardoor het ook makkelijker wordt om vervolgens nieuwe variants te categoriseren dan de prototypes zelf. Nee, het komt niet overeen met de verwachtingen. Variants lijken meer op de patronen van de training waardoor die makkelijker te categoriseren zijn. Juist! Protoypes zijn makkelijker te categoriseren dan variants omdat tijdens de trainingsfase de proefpersoon al op basis van de verschillende patronen prototypes heeft ontwikkeld. Zie voor verdere informatie de feedback van het experiment en Goldstein pp. 243-246. Onjuist. Protoypes zijn makkelijker te categoriseren dan variants omdat tijdens de trainingsfase de proefpersoon al op basis van de verschillende patronen prototypes heeft ontwikkeld. Zie voor verdere informatie de feedback van het experiment en Goldstein pp. 243-246. Multiple Choice: Sematische netwerk modellen stellen d... Multiple Choice: Sematische netwerk modellen stellen d... Questi on Sematische netwerk modellen stellen dat concepten in ons langetermijngeheugen georganiseerd zijn in de vorm van een netwerk. Hieronder zie je een illustratie van het model van Collins en Quillian (1969). Een belangrijk aspect van het model van Collins en Quillian is cognitive economy. Wat houdt dit in?

Niet elk individueel exemplaar is gerepresenteerd, maar alleen de soortnamen. Alleen belangrijke eigenschappen die een concept onderscheidt van andere concepten Answe zijn gerepresenteerd. r Slechts een klein gedeelte van het netwerk is op hetzelfde moment actief. Correc t Feedb ack Eigenschappen die gedeeld worden met andere semantisch gerelateerde concepten worden op een zo hoog mogelijke niveau in het netwerk geplaatst. Juist! Eigenschappen die gedeeld worden met andere semantisch gerelateerde concepten worden op een zo hoog mogelijke niveau in het netwerk geplaatst. Zoals in het figuurtje gezien kan worden Heeft een Shark niet het eigenschap can swim. Deze eigenschap vinden we terug op een hoger niveau, bij Fish. Dit is cognitive economy omdat zodoende alle vissen de eigenschap can swim krijgen door hun verbinding met

Incorr ect Feedb ack Fish en het dus niet nodig is om aan alle vissen direct deze eigenschap toe te schrijven. Op een vergelijkbare manier hebben allle dieren de eigenschap has skin vanwege hun indirecte verbinding met animal (twee niveaus hoger in het netwerk). Zie verder Goldstein, pp. 250-251. Onjuist. Eigenschappen die gedeeld worden met andere semantisch gerelateerde concepten worden op een zo hoog mogelijke niveau in het netwerk geplaatst. Zoals in het figuurtje gezien kan worden Heeft een Shark niet het eigenschap can swim. Deze eigenschap vinden we terug op een hoger niveau, bij Fish. Dit is cognitive economy omdat zodoende alle vissen de eigenschap can swim krijgen door hun verbinding met Fish en het dus niet nodig is om aan alle vissen direct deze eigenschap toe te schrijven. Op een vergelijkbare manier hebben allle dieren de eigenschap has skin vanwege hun indirecte verbinding met animal (twee niveaus hoger in het netwerk). Zie verder Goldstein, pp. 250-251. Multiple Choice: Wat bepaalt in het model van Collins... Multiple Choice: Wat bepaalt in het model van Collins... Wat bepaalt in het model van Collins en Quillian (1969) hoe snel een bepaalde Question bewering kan worden geverifieerd? afstand aantal verbindingen sterkte van verbinding diepte Juist! Volgens het model kunnen we beweringen sneller verifieren naarmate er minder afstand tussen de relevante concepten is. Daarbij is de reactietijd korter voor "een vogel is een dier" dan voor "een duif is een dier". Zie Goldstein, pp. 250-252. Onjuist. Volgens het model kunnen we beweringen sneller verifieren naarmate er minder afstand tussen de relevante concepten is. Daarbij is de reactietijd korter voor "een vogel is een dier" dan voor "een duif is een dier". Zie Goldstein, pp. 250-252. Multiple Choice: Het model van Collins en Quillian (19... Multiple Choice: Het model van Collins en Quillian (19... Het model van Collins en Quillian (1969) heeft veel kritiek gekregen. Wat was Question niet een punt van kritiek op het model? Sommige resultaten van de sentence verification experimenten waren niet goed voorspeld. Het model kon het typicality effect niet verklaren. Semantisch gerelateerde concepten bleken niet met elkaar geassocieerd te worden.

Er was evidentie dat het concept van cognitive economy niet altijd opging. Juist! Het model voorspelde dat reactietijden toe zouden nemen als functie van afstand in het netwerk. Echer een zin als "een varken is een zoogdier" duurde langer om te verifieren dan een zin als "een varken is een dier", terwijl dit volgens het model andersom zou moeten zijn. Ook bleek het concept van cognitive economy soms niet op te gaan en leek het erop dat sommige eigenschappen op lagere niveaus gerepresenteerd werden dan voorspeld. Ook was het niet mogelijk om in het model te verklaren waarom typische objecten van een categorie sneller konden worden geverifieerd dan minder typische objecten (typicality effect). Semantisch gerelateerde concepten zijn daarentegen weldegelijk met elkaar geassocieerd, zoals ook voorspeld door het model. Zie Goldstein, p. 250-254. Onjuist. Het model voorspelde dat reactietijden toe zouden nemen als functie van afstand in het netwerk. Echer een zin als "een varken is een zoogdier" duurde langer om te verifieren dan een zin als "een varken is een dier", terwijl dit volgens het model andersom zou moeten zijn. Ook bleek het concept van cognitive economy soms niet op te gaan en leek het erop dat sommige eigenschappen op lagere niveaus gerepresenteerd werden dan voorspeld. Ook was het niet mogelijk om in het model te verklaren waarom typische objecten van een categorie sneller konden worden geverifieerd dan minder typische objecten (typicality effect). Semantisch gerelateerde concepten zijn daarentegen weldegelijk met elkaar geassocieerd, zoals ook voorspeld door het model. Zie Goldstein, p. 250-254. Multiple Choice: In 1975 kwamen Collins en Loftus met... Multiple Choice: In 1975 kwamen Collins en Loftus met... In 1975 kwamen Collins en Loftus met een nieuwe versie van dit model (zie onderstaand figuur), Que omdat gebleken was dat het oorspronkelijke model sommige data niet goed kon stion verklaren. Welk kritiek kreeg deze nieuwe versie van het model?

Ans wer Corr ect Feed back Het model van Collins en Loftus (1975) kon het typicality effect niet verklaren. Er was geen sprake van cognitive economy in het model van Collins en Loftus (1975). Het model van Collins en Loftus (1975) was zo flexibel dat het nauwelijks te falisifieren was. Het model van Collins en Loftus (1975) was niet geschikt om verschillen tussen proefpersonen te verklaren. Juist! Het oorspronkelijke model van Collins en Quillian (1969) kreeg kritiek omdat het sommige data niet kon verklaren. In het model van Collins en Loftus hadden de verbindingen verschillende lengtes, afhankelijk van eerdere ervaringen van een individu. Ook was er geen hierarchische structuur meer. Deze veranderingen maken het model echter zo flexibel dat het vrijwel elk resultaat kan verklaren. Men kan tenslotte de lengtes van alle verbindingen aanpassen aan de hand van de resultaten. Dit lijkt op het eerste gezicht heel mooi, maar een goed model moet falsifieerbaar zijn. Het moet dus mogelijk te zijn om resultaten te vinden in een experiment die het model zou kunnen

Inco rrect Feed back omverwerpen. Bij het model van Collins en Loftus is dit heel moeilijk vanwege de flexibiliteit. Onjuist. Het oorspronkelijke model van Collins en Quillian (1969) kreeg kritiek omdat het sommige data niet kon verklaren. In het model van Collins en Loftus hadden de verbindingen verschillende lengtes, afhankelijk van eerdere ervaringen van een individu. Ook was er geen hierarchische structuur meer. Deze veranderingen maken het model echter zo flexibel dat het vrijwel elk resultaat kan verklaren. Men kan tenslotte de lengtes van alle verbindingen aanpassen aan de hand van de resultaten. Dit lijkt op het eerste gezicht heel mooi, maar een goed model moet falsifieerbaar zijn. Het moet dus mogelijk te zijn om resultaten te vinden in een experiment die het model zou kunnen omverwerpen. Bij het model van Collins en Loftus is dit heel moeilijk vanwege de flexibiliteit. Multiple Choice: Een taak die ons iets kan vertellen o... Multiple Choice: Een taak die ons iets kan vertellen o... Een taak die ons iets kan vertellen over hoe concepten georganiseerd zijn in ons geheugen is de zogenaamde lexical decision task. In deze taak krijgen proefpersonen de opdracht om te bepalen of een stimulus een woord is of een nonwoord. Doe de Lexical Decision Task van CogLab. Dit experiment is niet verplicht om dit practicumonderdeel te halen. Lees de "background information" en doe in ieder geval een aantal trials. Op sommige trials krijg je twee semantisch gerelateerde woorden achter elkaar (de associated words conditie). Op andere trials worden twee semantisch ongerelateerde woorden achter elkaar aangeboden (unassociated words conditie). Dit zijn de kritieke trials in dit experiment. Trials waarop een nonwoord wordt gepresenteerd zijn niet zo interessant, want men kan hier geen semantische relaties mee manipuleren. Deze nonwoorden zijn alleen maar toegevoegd om Question proefpersonen de taak te geven te bepalen of iets een woord of een nonwoord is. In totaal zijn er al zo'n 35.000 studenten geweest die dit experiment in CogLab gedaan hebben. als we naar de gemiddelde resultaten kijken van al deze studenten dan zien we dat de gemiddelde RT voor de associated words trials 607 ms is, terwijl de gemiddelde RT voor de unassociated words trials 618 ms is (deze RTs kunnen enigszins gaan afwijken naarmate meer studenten dit experiment doen, maar veel zal het niet veranderen gegeven de grote hoeveelheid studenten die al meegedaan hebben). Hoewel het verschil slechts 11 ms is kunnen we er vanuit gaan dat dit een significant verschil is (dankzij het grote aantal deelnemers): associated words: 607 ms unassociated words: 618 ms Als we denken aan het model van Collins en Quillian welk begrip kan gebruikt worden om te verklaren dat de RTs voor de associated words korter zijn dan de RTs voor de unassociated words? spreading activation levels of processing elaborative processing

cognitive economy Juist! Als twee semantisch gerelateerde woorden achter elkaar worden gepresenteerd zal de activatie van het eerste woord ervoor zorgen dat het tweede semantisch gerelateerde woord ook geactiveerd wordt omdat de activiteit zich spreidt door het netwerk. Deze pre-activatie van het tweede woord voordat het gepresenteerd is maakt het makkelijker om het tweede woord te verwerken. Zie verder Goldstein, pp. 251-252. Onjuist. Als twee semantisch gerelateerde woorden achter elkaar worden gepresenteerd zal de activatie van het eerste woord ervoor zorgen dat het tweede semantisch gerelateerde woord ook geactiveerd wordt omdat de activiteit zich spreidt door het netwerk. Deze pre-activatie van het tweede woord voordat het gepresenteerd is maakt het makkelijker om het tweede woord te verwerken. Zie verder Goldstein, pp. 251-252. Multiple Choice: Hieronder zie je een lijstje woorden... Multiple Choice: Hieronder zie je een lijstje woorden... Hieronder zie je een lijstje woorden. Bepaal voor ieder woord zo snel mogelijk of het een dier is of niet, zeg bijvoorbeeld voor ieder woord zo snel mogelijk JA of NEE. Question koe staart stoel leeuw auto sprinkhaan giraffe potlood kreeft De meeste mensen doen langer over de vraag of een sprinkhaan (of een kreeft) een dier is dan over de vraag of een leeuw een dier is. Dit is een voorbeeld van het effect van: Phonological similarity Priming Typicality Semanticity Juist! Het feit dat de meeste mensen er langer over doen om te zeggen dat een sprinkhaan (of een kreeft) een dier is dan een leeuw is een typisch voorbeeld van het effect van typicality. Hierbij kun je de eigenschappen van exemplaren uit een categorie die lijken op het prototype van die categorie sneller verwerken dan die van exemplaren die erg afwijken van dat prototype. En hoewel er veel meer insecten zijn dan andere dieren, is een insect toch voor ons mensen niet het

prototype dier. Dat is toch voor de meesten één of andere abstracte representatie van een zoogdier. Zie verder Goldstein p. 244. Onjuist. Het feit dat de meeste mensen er langer over doen om te zeggen dat een sprinkhaan (of een kreeft) een dier is dan een leeuw is een typisch voorbeeld van het effect van typicality. Hierbij kun je de eigenschappen van exemplaren uit een categorie die lijken op het prototype van die categorie sneller verwerken dan die van exemplaren die erg afwijken van dat prototype. En hoewel er veel meer insecten zijn dan andere dieren, is een insect toch voor ons mensen niet het prototype dier. Dat is toch voor de meesten één of andere abstracte representatie van een zoogdier. Zie verder Goldstein p. 244. Multiple Choice: Connectionistische modellen zijn mode... Multiple Choice: Connectionistische modellen zijn mode... Connectionistische modellen zijn modellen met verschillende lagen met wederzijdse verbindingen. Deze verbindingen hebben bepaalde gewichten. Question Tijdens het leerproces zijn deze modellen te leren door het veranderen van de gewichten. Wat leidt ertoe dat de gewichten veranderen tijdens het leerproces? Spreading activation Error fitting Trial and error Error back propagation Juist! De output van het netwerk wordt vergeleken met het juiste patroon en op basis hiervan wordt een error signaal teruggestuurd door het netwerk. Dit zorgt voor een verandering van de gewichten. Dit proces heet error back propagation. Zie Goldstein, pp. 255-260. Onjuist. De output van het netwerk wordt vergeleken met het juiste patroon en op basis hiervan wordt een error signaal teruggestuurd door het netwerk. Dit zorgt voor een verandering van de gewichten. Dit proces heet error back propagation. Zie Goldstein, pp. 255-260. Multiple Choice: Welke bewering over connectionistisch... Multiple Choice: Welke bewering over connectionistisch... Question Welke bewering over connectionistische netwerken is onwaar? Connectionistische netwerken bestaan uit evenveel eenheden als concepten die door het netwerk gerepresenteerd worden. Tussen de input en output units bestaan connectionistische netwerken uit hidden units. Beschadigingen aan connectionistische netwerken zorgen niet voor volledige uitschakeling van het netwerk.

In connectionistische netwerken is er sprake van distributed processing. Juist! Er is geen een op een relatie tussen de eenheden in het netwerken en de concepten die door het netwerk gerepresenteerd worden. Er is wel sprake van distributed processing en tussen de input en output units liggen hidden units. Deze distributed processing heeft als gevolg dat een beschadiging van een deel van het netwerk niet het hele functioneren van het netwerk lam legt. Dit komt overeen met de werking van onze hersenen. Zie Goldstein, pp. 255-260. Onjuist. Er is geen een op een relatie tussen de eenheden in het netwerken en de concepten die door het netwerk gerepresenteerd worden. Er is wel sprake van distributed processing en tussen de input en output units liggen hidden units. Deze distributed processing heeft als gevolg dat een beschadiging van een deel van het netwerk niet het hele functioneren van het netwerk lam legt. Dit komt overeen met de werking van onze hersenen. Zie Goldstein, pp. 255-260. Multiple Choice: Kijk naar dit filmpje van een patient... Multiple Choice: Kijk naar dit filmpje van een patient... Kijk naar dit filmpje van een patient met associative agnosie. Er lijken geen problemen te zijn met waarneming en ook geen problemen met het geheugen, Question maar de koppeling tussen waarneming en het geheugen is verstoord. Hoe kan deze patient in sommige gevallen zijn moeilijkheden met het identificeren oplossen? /> Hij kan met zijn handen ontdekken wat hij met het object doet. Door eerst de vorm van de objecten te bepalen kan hij ze identificeren. Hij kan de objecten identificeren door ze vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Hij kan het object identificeren door de afzonderlijke eigenschappen van het object te beoordelen. Juist! Bij associative agnosie is er meestal hersenletsel in de occipitale en/of de temporale kwab. Deze hersengebieden zijn betrokken bij het bepalen van "wat" een object is, maar niet "hoe" je een object gebruikt. Dit wordt door de parietale kwabben bepaald. Aangezien de parietale kwabben nog intact zijn, is deze patient nog wel in staat om te bepalen wat je met het object doet. Op basis van deze informatie is hij vervolgens in staat om het object te identificeren. Zie collegesheets. Onjuist. Bij associative agnosie is er meestal hersenletsel in de occipitale en/of de temporale kwab. Deze hersengebieden zijn betrokken bij het bepalen van "wat" een object is, maar niet "hoe" je een object gebruikt. Dit wordt door de parietale kwabben bepaald. Aangezien de parietale kwabben nog intact zijn, is deze patient nog wel in staat om te bepalen wat je met het object doet. Op basis van deze informatie is hij vervolgens in staat om het object te identificeren. Zie collegesheets.