Nota van bevindingen over de nalevingsverslagen geluidproductieplafonds wegen en spoorwegen in 2013



Vergelijkbare documenten
Nota van bevindingen over de nalevingsverslagen geluidproductieplafonds wegen en spoorwegen in 2014

Nota van bevindingen over de nalevingsverslagen geluidproductieplafonds wegen en spoorwegen in 2015

Nota van bevindingen over de nalevingsverslagen geluidproductieplafonds wegen en spoorwegen in Datum 20 december 2017

Toelichting nieuwe geluidwetgeving: SWUNG-1 Samenvatting informatieavond 10 november 2011 Rijkswaterstaat november 2011

Nalevingsverslag geluidproductieplafonds

Nalevingsverslag. geluidproductieplafonds rijkswegen 2013

Nalevingsverslag geluidproductieplafonds

Nalevingsverslag geluidproductieplafonds rijkswegen 2014

Nota van bevindingen over de nalevingsverslagen geluidproductieplafonds wegen en spoorwegen in Datum december 2018

-j- L. Nalevingsverslag geluidproductieplafonds. ProRaji. ProRail P definitief. Van. Kenmerk

Nalevingsverslag geluidproductieplafonds rijkswegen 2015

Akoestisch onderzoek bij verzoek wijziging geluidproductieplafond

Nalevingsverslag geluidproductieplafonds

Saneringsbesluit A15 Papendrecht-Sliedrecht

Ontwerp Saneringsbesluit A1 Deventer Azelo

Nalevingsverslag geluidproductieplafonds rijkswegen 2015

Theemswegtracé en geluid. Paul van der Stap

Nalevingsverslag geluidproductieplafonds rijkswegen 2016

Akoestisch onderzoek Purmerend

SWUNG en het DoelMatigheidsCriterium. Judith Doorschot M+P raadgevende ingenieurs

ONTWERP. Ontwerp-besluit wijziging geluidproductieplafonds op referentiepunten

MJPG spoor (Meerjarenprogramma Geluidsanering) in de gemeente Moerdijk

Akoestisch onderzoek op referentiepunten

Nalevingsverslag geluidproductieplafonds

Nalevingsverslag geluidproductieplafonds rijkswegen 2017

Saneringsplan spoordelen zonder saneringsobjecten en maatregelen

ProRail. Aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milie Mevrouw W.J. Mansveld Postbus EX Den Haag. TNT Post Port betaald Port Payé

Ontwerp-Sa neringsbesluit

PROJECTNUMMER D ONZE REFERENTIE D

Dit besluit voorziet in de wijziging van brongegevens die mede bepalend zijn voor de vaststelling van de geluidproductie vanwege een weg.

SWUNG en de grip op verkeerslawaai rijkswegen en spoorwegen. Gerard Krone

Saneringsbesluit A1 Lochem Azelo. Besluit

Sanering rijkswegen en hoofdspoorwegen

Besluit tot vaststelling van het Saneringsplan A4 Vlietland-N14

Autorijden in de lucht en vice versa

Saneringsplan A15 Papendrecht-Sliedrecht

Geluidproductieplafonds

Hoe de wet van geluidmaatregelen booming business maakt

Toelichting SWUNG-1 irt Project knooppunt Hoevelaken

Nieuwe regels voor geluid van verkeer en industrie (Swung-2)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Akoestisch onderzoek op referentiepunten

RAPPORT. Akoestisch Onderzoek. Onderbouwing ontheffingsaanvraag A15 km en km RWS Oost Nederland

Ontwerp-Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder VLK: Verbindingsweg Ladonk-Kapelweg, Boxtel Aanvraag

Akoestisch onderzoek Alphen a/d Rijn - Gouda

Ontwerp-Tracébesluit A16 Rotterdam

snelheidsverhoging naar 130 km/h in 2016: vijf trajecten

Wet van. tot wijziging van de Wet milieubeheer houdende een maximaal budget voor het meerjarenprogramma geluidsanering.

M+P MBBM groep Mensen met oplossingen. Rapport. Naleving 2014 knooppunt Deil rijksweg A2 en A15

- Akoestisch onderzoek railverkeerslawaai - Bestemmingsplan Van den Woudestraat 1A Warmond, gemeente Teylingen

4 sprinters Utrecht Centraal - Harderwijk

Akoestisch onderzoek op referentiepunten. Akoestisch onderzoek op referentiepunten snelheidsverhoging naar 130 km/h in 2016

Maatregelonderzoek spoorlijn Leeuwarden-Mantgum

Herziening geluidwetgeving 2012 en het effect voor wegverhardingen

De Omgevingswet en ons geluidbeleid

Swung-2. Voortgang en ontwikkelingen. Toon Giele Ton Bos

Akoestisch onderzoek. Geluidbelasting vanwege weg- en spoorweglawaai op de nieuw te bouwen woningen aan de Merwedestraat te Beverwijk

(Ontwerp) besluit hogere waarden geluid: bestemmingsplan Zorghart (BP00013)

Geluidsbelasting woningen door weg- en railverkeer,

Colofon. 2 Saneringsplan A27 Eemnes - Randmeren

Figuur 1 Schematisch weergave tijdelijke hulpbrug nabij A1 Muiderberg.

Programma Thema uur geluid

Mededeling. Voortgang uitvoering geluidbeleid provinciale wegen ,

kenmerk IENM/BSK-2014/47134

Akoestisch onderzoek OTB

Besluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder. voor bestemmingsplan Sportpark Melkweg

5 nieuwe referentiepunten worden toegevoegd: 62547, 62548, 62549, 62550,

Rapportage. Zaaknummer: Aan: Van: Team:

Tracébesluit A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Geluidonderzoek Project knooppunt Hoevelaken

bijlage A12/A15 Ressen Oudbroeken (ViA15) Ontwerptracébesluit

V&V. Akoestisch onderzoek ten behoeve van nieuwbouwwoning Dorstseweg 36 te Bavel. Gemeente Breda. Bijlage 15 bij besluit 2016/1282-V1.

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Bouwplan Nieuwedijk maart 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ProRail. OTB Programma Hoogfrequent Spoorvervoer viersporigheid Rijswijk-Delft Zuid. deelonderzoek Geluid

AKOESTISCH ONDERZOEK A59 TIJDELIJKE BRUG DRONGELENS KANAAL

(Ontwerp) besluit hogere waarden geluid voor 18 woningen in het bestemmingsplan Stadscentrum Oost / Cadenza.

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Validatiemetingen GPP

ProR&il. Aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus EX Den Haag

Geluid aan banden. Informatie over geluidproductieplafonds en het geluidregister

Geluid aan banden. Informatie over geluidproductieplafonds en het geluidregister. Rijkswaterstaat. Dit is een uitgave van

1 Inleiding Wettelijk kader Onderzoekszones wegverkeer Normstelling...5

Nota zienswijzen vaststelling hogere waarden, Wet Geluidhinder, Oud Gastel Noord

Gemeente Wijdemeren. Akoestisch onderzoek herontwikkeling Kindertrefpunt Oud-Loosdrecht

Ontwerp hogere grenswaarde besluit omgevingsvergunning Ouddiemerlaan d.d. 19 mei Wet geluidhinder

Reken- en meetvoorschrift geluid 2012

Notitie. : M. Bekker. Kopie aan : Datum : 29 november 2018 : Akoestische situatie en geluidonderzoek traject Hoek van Holland Haven-Strand

Akoestisch onderzoek OTB/MER N35 Nijverdal-Wierden

RAPPORT. Snelheidsverhoging A2 Holendrecht - Vinkeveen naar 130 km/uur in de avond- en nachtperiode. Akoestisch onderzoek op referentiepunten

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Addendum. Inleiding Toetsingskader plansituatie

AKOESTISCH ONDERZOEK WEGVERKEERSLAWAAI KRUISWEG O.N. MAASBRACHT RAPPORTNUMMER

beheersverordening: verordening als bedoeld in artikel 3.38, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening;

Swung-1 hoe werkt het?

ADVIES. Geluid, verkeerslawaai

: Notitie cumulatie Koningin Wilhelminaweg 329, Groenekan

Ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder Bestemmingsplan Nieuw Terbregge

Geluidsmetingen A4 te Heijningen. Resultaten geluidsmetingen Versie 005 M R002 Datum 8 maart 2017

Transcriptie:

Nota van bevindingen over de nalevingsverslagen geluidproductieplafonds wegen en Versie 1.0 Datum 2 december 2014 Status Definitief Pagina 1 van 12

1 Naleving geluidproductieplafonds wegen 3 1.1 Uitkomst 3 1.2 Overschrijdingen en oplossingen 4 1.3 Validatie berekeningen 6 2 Naleving geluidproductieplafonds spoorwegen 7 2.1 Uitkomst 7 2.2 Overschrijdingen en oplossingen 8 2.3 Dreigende overschrijdingen 9 2.4 Validatie berekeningen 9 2.5 Aandachtspunten 10 Bijlage A Nalevingsverslag geluidproductieplafonds rijkswegen 2013, Rijkswaterstaat, 2013 11 Bijlage B Nalevingsverslag geluidproductieplafonds 2013, ProRail, 29 september 2014, kenmerk P909215 12 Pagina 2 van 12

1 Naleving geluidproductieplafonds wegen Op 1 juli 2012 is de nieuwe geluidwetgeving SWUNG (hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer) in werking getreden. Met deze wet zijn geluidproductieplafonds ingevoerd op referentiepunten langs rijkswegen. De wegbeheerder heeft de plicht zorg te dragen voor de naleving van deze geluidproductieplafonds. Om aan deze plicht te voldoen, moet de wegbeheerder jaarlijks in een verslag hierover rapporteren. Vanaf 2014 bestaat de plicht een nalevingsverslag op te stellen. Met het nalevingsverslag wordt niet alleen teruggekeken, maar ook vooruit. De bedoeling hiervan is dat op den duur tijdig (dreigende) overschrijdingen worden gesignaleerd en maatregelen worden getroffen. Tezamen met de systematiek van SWUNG moet dit de geluidproductie beheersbaar maken en houden. Dit nalevingsverslag betreft de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. 1.1 Uitkomst De kernboodschap is dat de systematiek van de nieuwe wet werkt, om de volgende redenen: Rijkswaterstaat gaat buiten infrastructuurprojecten locaties aanpakken waar het geluid is toegenomen, terwijl die onder de oude wet vrijwel onbeheerst hadden kunnen doorgroeien. Het nalevingsverslag maakt inzichtelijk dat het aantal locaties, waar een overschrijding van de geluidproductieplafonds voorkomt, beperkt is, Alle locaties van overschrijdingen en dreigende overschrijdingen zijn transparant in kaart gebracht. Er is beschreven welke stappen worden gezet om overschrijdingen ongedaan te maken en te voorkomen dat op wegvakken met dreigende overschrijdingen daadwerkelijk overschrijdingen ontstaan. Rijkswaterstaat geeft met dit verslag en de daaraan gerelateerde acties op correcte wijze invulling aan de in de wet gedefinieerde zorgplicht tot naleving van geluidproductieplafonds. In 2013 waren er 59.809 referentiepunten langs het rijkswegennet. Voor 95% van het netwerk is in 2013 voldoende geluidruimte beschikbaar. Voor ruim 4% was de geluidruimte onder het plafond slechts 0,5 db of minder, en is sprake van een dreigende overschrijding. Voor slechts circa 1% is het plafond overschreden. Dit betreft 29 wegvakken (locaties). Een wegvak kan meerdere referentiepunten bevatten. Pagina 3 van 12

Naleving geluidproductieplafonds 2013 Het aantal werkelijke overschrijdingen in 2013, na correctie van onjuiste data, betreft 18 wegvakken (is 0,6% van het totale aantal referentiepunten). Een lokale sterke verkeersgroei is de belangrijkste oorzaak van de overschrijding. Op 5 van de 18 wegvakken zal de overschrijding naar verwachting binnen 5 jaar zijn opgelost door voorziene ontwikkelingen, waaronder de realisatie van infrastructuurprojecten. Op de resterende 13 van de 18 wegvakken zal de overschrijding niet worden opgelost door voorziene ontwikkelingen en moeten, conform de wet, extra maatregelen worden afgewogen en uitgevoerd, indien deze doelmatig zijn. In bijlage B van het nalevingsverslag is per referentiepunt de (dreigende) overschrijding terug te vinden met de maatregel om de overschrijding op te lossen. De verhoging van de snelheid heeft tot een, overigens beperkte, toename geleid van de geluidproductie. Op minder dan 0,1% van de wegvakken waar 130 km/uur wordt gereden, is sprake van een daadwerkelijke overschrijding. Voor deze trajecten wordt dezelfde systematiek gehanteerd als voor de overige trajecten. Er worden maatregelen afgewogen en uitgevoerd indien deze doelmatig zijn. Daar waar dreigende overschrijdingen zijn geconstateerd, vindt onderzoek plaats. Hierover wordt gerapporteerd in het volgende verslag. 1.2 Overschrijdingen en oplossingen Voor naleving van de geluidproductieplafonds kan het nemen van geluidbeperkende maatregelen nodig zijn. Rijkswaterstaat onderzoekt bij overschrijdingen eerst of het mogelijk is om de overschrijding van het geluidproductieplafond op te heffen door het treffen van een bronmaatregel, dat wil zeggen het aanbrengen van stil asfalt. Indien een stiller wegdek technisch niet mogelijk is, onderzoekt Rijkswaterstaat of aanvullende geluidbeperkende maatregelen (bijvoorbeeld een geluidscherm) toepasbaar zijn. Wanneer een stil wegdek niet doelmatig blijkt, omdat weinig of geen woningen in de buurt van de weg staan, zal - conform de wet - worden overgaan tot een procedure Pagina 4 van 12

om het geluidproductieplafond te wijzigen, nadat ook is gebleken dat aanvullende maatregelen niet doelmatig zijn. Het wijzigen van het geluidproductieplafond geldt verder als maatregelen technisch niet in te passen zijn of als na het aanbrengen van stil asfalt de overschrijding niet helemaal ongedaan is gemaakt. Van 3 van de 13 wegvakken waarvoor maatregelen zullen worden afgewogen, is op basis van globaal onderzoek de verwachting dat op een deel van deze wegvakken de aanleg van een stiller wegdek doelmatig is. Op de overige 10 wegvakken zal de procedure om maatregelen af te wegen naar verwachting leiden tot een procedure tot het verhogen van een (groot) deel van de geluidproductieplafonds. Het betreft de volgende locaties: A2/A50 knooppunt Ekkersweijer - knooppunt Batadorp A2 Leidsche Rijn N7 Sneek-West A9 Knooppunt Rottepolderplein N15 Maasvlakte N36 Witte Paal Mariënberg A37 Ter hoogte van N853 N57 Walcheren A50 Ekkersrijt A76 Kerensheide Op 9 van de genoemde locaties zijn weinig woningen, omdat deze liggen in agrarisch gebied, natuurgebied of industrieterreinen. In het geval van de A2 Leidsche Rijn onderzoekt Rijkswaterstaat of aanvullende geluidbeperkende maatregelen, zoals overdrachtsmaatregelen (bijvoorbeeld een geluidscherm) of andere maatregelen (bijvoorbeeld een nieuw soort stiller wegdek) inpasbaar zijn. In het nalevingsverslag is een indicatie opgenomen van de te nemen stappen. In het vervolg op het nalevingsverslag zullen zorgvuldige procedures worden doorlopen, waarbij vast komt te staan welke plafonds verhoogd kunnen worden. Voor elk traject zal een afzonderlijk, onderbouwd besluit genomen worden. Door een verhoging van een geluidproductieplafond is het mogelijk dat de hieraan gekoppelde geluidbelasting op de gevels toeneemt. Voor het besluit tot verhoging van het plafond wordt daarom getoetst op de normen die gelden op woningniveau. Indien de binnenwaarde wordt overschreden, zullen geluidwerende maatregelen aan de gevel worden getroffen (gevelisolatie). Zo blijft een geluidgevoelige bestemming beschermd. Uiteindelijk gelden de geluidsnormen op woningniveau en zullen altijd maatregelen genomen worden om de normwaarden te blijven halen. De uitvoering van geluidsmaatregelen wordt zoveel mogelijk gecombineerd met andere werkzaamheden, zoals groot onderhoud en infrastructuurprojecten. Door bijvoorbeeld zo veel mogelijk aan te sluiten bij de planning van het reguliere beheer en onderhoud wordt extra verkeershinder en versnelde afschrijving door vroegtijdige vervanging van het wegdek geminimaliseerd. Het treffen van de maatregelen vergt daarnaast enige voorbereidingstijd en proceduretijd. Omdat het pas over enige jaren mogelijk is voldoende te anticiperen en tijdig maatregelen te realiseren, zal in voorkomende gevallen het nodig zijn een tijdelijke ontheffing aan te vragen. Pagina 5 van 12

1.3 Validatie berekeningen Bij de Kamerbehandeling in juni 2011 van het wetsvoorstel voor de nieuwe geluidwetgeving SWUNG is het amendement van het lid Paulus Jansen aangenomen 1. Het amendement voorziet in het valideren van de berekende waarden door metingen. De validatiemetingen, nader omschreven in het Reken- en Meet Voorschrift, dienen uitgevoerd te worden door een onafhankelijke partij. Het RIVM heeft hiervoor een validatieprogramma opgesteld. Dit programma omvat: 1. De uitvoering van steekproefsgewijze metingen en de vertaling naar jaargemiddelde meetwaarden met een onzekerheidsmarge op de referentiepunten voor een kalenderjaar. 2. De analyse van verschillen tussen rekenen en meten voor dat kalenderjaar. De eerste validatierapportage van het RIVM 2, die in augustus is gepubliceerd, heeft voor het kalenderjaar 2013 betrekking op het eerste onderdeel. Op de meeste locaties is geen wezenlijke verandering in de geluidbelasting gemeten ten opzichte van voorgaande jaren. Voor de invulling van het tweede onderdeel zijn de gerealiseerde geluidproducties uit de nalevingsrapportage over 2013 en de daarvoor gehanteerde onderliggende verkeersgegevens nodig. De analyse van verschillen tussen berekeningen en metingen zal dan ook gebeuren op basis van het nalevingsverslag over 2013. De resultaten daarvan zullen worden gepubliceerd in de tweede validatierapportage, die het RIVM in de zomer van 2015 zal publiceren. In het nalevingsverslag over 2014 zal hiervan een samenvatting worden opgenomen. Vervolgonderzoek naar oorzaken van deze verschillen vindt plaats op basis van de berekende waarden in het nalevingsverslag over 2013. Conclusies kunnen daarom op dit moment nog niet worden getrokken. 1 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van geluidproductieplafonds en de overheveling van hoofdstuk IX van de Wet geluidhinder naar de Wet milieubeheer (modernisering instrumentarium geluidbeleid, geluidproductieplafonds), Kamerstuk 32 252, Nr. 36, Vergaderjaar 2010-2011. 2 Geluidmonitor 2013, meetwaarden op referentiepunten uit SWUNG-1, 27 augustus 2014. Pagina 6 van 12

2 Naleving geluidproductieplafonds spoorwegen Het "Nalevingsverslag geluidproductieplafonds 2013 ten aanzien van de spoorwegen, is opgesteld door ProRail 3 en informeert onder andere over de geconstateerde overschrijdingen en dreigende overschrijdingen van geluidproductieplafonds (verder: GPP s). Met het Nalevingsverslag wordt niet alleen teruggekeken, maar ook vooruit gekeken. De bedoeling hiervan is dat op den duur tijdig (dreigende) overschrijdingen worden gesignaleerd en maatregelen worden getroffen. Tezamen met de systematiek van SWUNG 4 moet dit de geluidproductie beheersbaar maken en houden. Dit Nalevingsverslag betreft de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. 2.1 Uitkomst Over de door ProRail gerapporteerde resultaten kom ik tot de hiernavolgende bevindingen. ProRail geeft met dit verslag en de daaraan gerelateerde acties op correcte wijze invulling aan de in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 11 gedefinieerde zorgplicht tot naleving van geluidproductieplafonds. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de systematiek van SWUNG werkt, om de volgende redenen: ProRail gaat buiten infrastructuurprojecten locaties aanpakken waar het geluid is toegenomen, terwijl die onder de oude wet vrijwel onbeheerst hadden kunnen doorgroeien. Het Nalevingverslag maakt inzichtelijk dat het aantal locaties waar een GPPoverschrijding voorkomt, beperkt is. Alle locaties waar overschrijdingen plaatsvinden zijn transparant in kaart gebracht, alsmede de redenen van overschrijding. Ook is beschreven welke acties worden ondernomen om de knelpunten op te lossen. Het beeld over de naleving is positief. Niettemin zijn er op enkele plaatsen (dreigende) overschrijdingen zichtbaar. Vanwege de Tweede Kamer-motie 29 984, nr. 509, later gewijzigd als 29984 nr. 521 van de leden De Rouwe en Dik-Faber is, specifiek voor de situatie in Oost Nederland, te melden dat het goederenvervoer daar binnen de normen is afgewikkeld. ProRail onderkent in Oost Nederland wel een aantal situaties waarin mogelijk in de toekomst overschrijdingen op kunnen treden. Hiervoor zijn door ProRail gepaste maatregelen voorzien. Desondanks verdient dit aandacht richting de omgeving, mede met het oog op de mogelijke effecten van het 3e spoor in Duitsland, zie Kamerbrief op stuk 22589, nr. 320. In deze brief heb ik 3 ProRail heeft als beheerder van het hoofdspoorwegennet op grond van artikel 11.20 van de Wet milieubeheer (Wm) de plicht de geluidproductieplafonds (gpp s) na te leven. Als verantwoording voor deze zorgplicht ProRail dient zij op grond van artikel 11.22 van de Wet milieubeheer jaarlijks een verslag uit te brengen met betrekking tot de naleving van de geluidproductieplafonds in het voorafgaande kalenderjaar. Dit nalevingsverslag, het eerste dat is opgesteld sinds de systematiek op 1 juli 2012 in werking is getreden, beschrijft de naleving van de geluidproductieplafonds in het kalenderjaar 2013. 4 Samen Werken aan de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid, Hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer, van kracht geworden op 1 juli 2012 Pagina 7 van 12

aangegeven de overlast voor omwonenden zoveel mogelijk te willen beperken. Zo zullen de goederenvervoerders het aandeel van stiller materieel verhogen. Daarnaast onderzoek ik de mogelijkheden om binnen het Meerjaren Programma Geluidsanering (MJPG) prioriteit te geven aan dié spoorlocaties die extra overlast zullen kunnen ondervinden door de tijdelijke herroutering van het goederenvervoer. 2.2 Overschrijdingen en oplossingen In 2013 lagen in totaal 57.050 virtuele referentiepunten om de 100 meter aan weerszijden langs de hoofdspoorwegen, op 50 meter van het spoor. Op 1.160 referentiepunten (2,0% van het totaal) was in 2013 sprake van een GPPoverschrijding. De GPP overschrijdingen zijn onderverdeeld in drie categorieën: voor 538 referentiepunten (0,9%) is de overschrijding op 24 juni 2014 opgelost door een nieuwe wijziging van het GPP vanwege de beslissing op bezwaar van het foutherstel; voor 312 referentiepunten (0,5%) is de overschrijding terug te voeren op verschillen tussen de onderliggende rekenmodellen voor de bepaling van het GPP en voor de bepaling van de nalevingswaarde, maar hebben niet te maken met een wijziging op het spoor die tot meer geluidproductie heeft geleid. ProRail zal voor de betreffende referentiepunten een GPP-wijzigingsprocedure starten; voor de overige 310 referentiepunten (0,5%) is de overschrijding terug te voeren op een wijziging op het spoor die tot meer geluidproductie heeft geleid ten opzichte van de situatie die ten grondslag ligt aan de geluidproductieplafonds. In de navolgende figuur zijn voornoemde resultaten weergegeven, waarbij ook is opgenomen voor welk aantal referentiepunten een ontheffing, dan wel vrijstelling geldt. Pagina 8 van 12

Figuur: resultaten nalevingsverslag 2013 Voor de overschrijdingen zijn de volgende maatregelen en opmerkingen beschreven in het Nalevingsverslag (deze maatregelen worden getroffen maar zijn nog niet gereed): ProRail start een GPP-wijzigingsprocedure voor de overschrijdingen op het traject Leeuwarden- Mantgum; Een deel van de overschrijdingen in 2014 komt niet meer voor vanwege de inzet van stiller materieel (bij Almelo-Mariënberg en Venlo-Nijmegen), dan wel door herstel van het oorspronkelijke (minder lawaaiïg) materieel (nabij Soest- Zuid); Het gehele baanvak Groningen Leeuwarden zal van een voor de geluidproductie geoptimaliseerde railruwheid worden voorzien, waardoor daar de overschrijding niet meer zal voorkomen; ProRail zal beoordelen of een uitbreiding van ontheffing naleving nodig is tussen Zutphen- Winterswijk en deze indien nodig aanvragen. In het Nalevingsverslag zijn deze overschrijdingen en hun locatie meer specifiek uitgewerkt. Het gehele Nalevingsverslag inclusief de weergave van berekende geluidwaarden per referentiepunt wordt vanwege de omvang alleen digitaal verzonden. 2.3 Dreigende overschrijdingen Naast de overschrijdingen heeft ProRail conform de wetgeving, en indachtig de systematiek van SWUNG, ook in kaart gebracht waar de berekende geluidproductie 0,5 db of minder onder het geldende geluidproductieplafond ligt. Op 839 referentiepunten (1,5%) is dat het geval. Dit geldt met name voor de baanvakken Nijmegen Venlo, Zevenaar Winterswijk, Arnhem Zutphen, Deventer Zwolle, Zwolle Almelo, Groningen Zuidbroek, Den Helder Alkmaar en Alkmaar Hoorn. Maatregelen om een dreigende overschrijding van het GPP op deze punten tegen te gaan zijn nog niet beschreven. Dat zal ProRail wel doen in het volgende Nalevingsverslag over 2014. Dan bestaat ook een beter beeld van de trend inzake de geluidproductie, en kan beter zichtbaar worden of de GPP s hier op termijn inderdaad overschreden worden en (welke) maatregelen noodzakelijk zijn. 2.4 Validatie berekeningen Het RIVM heeft het wettelijke monitoringprogramma in het kader van artikel 11.22 Pagina 9 van 12

van de Wet milieubeheer- uitgevoerd en gepubliceerd 5. Vanaf volgend jaar vindt ook een vergelijking plaats tussen gemeten en berekende waarden. Dit kan aanleiding zijn het reken- en meetvoorschrift geluid (RMG) bij te stellen. Voor dit eerste verslag bleek een volledige validatie door hen nog niet mogelijk. Daarom zijn nog geen conclusies mogelijk over eventuele verschillen tussen rekenen en meten. 2.5 Aandachtspunten Uit het Nalevingsverslag komen enkele aandachtspunten naar voren: Voor GPP s waarbij rekening is gehouden met recente projecten, die vermeld staan in het Besluit geluid milieubeheer (het Bgm), geldt een vrijstelling. In het Nalevingsverslag zijn op elf trajecten met een recent (sanerings-)project vrijstellingen opgenomen terwijl deze saneringsprojecten niet vermeld staan in het Bgm. Bij de inwerkingtreding van SWUNG is er echter voor gekozen om wel rekening te houden met de sanering, waardoor de GPP s lager zijn uitgevallen. Het is pas redelijkerwijs mogelijk om aan deze verlaagde GPP s te voldoen als de maatregelen die samenhangen met de sanering daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Imiddels is bekend dat een deel van deze saneringen gereed is, en aan de andere saneringen al wordt gewerkt, deze zijn binnen afzienbare tijd gerealiseerd. Bij de aanstaande gereedmelding zal de vrijstelling komen te vervallen en wordt dat in die zin aangepast in het Geluidregister. Op 250 referentiepunten was de situatie voor de naleving ongedefinieerd, omdat een vrijstelling in de loop van het jaar verviel. Zoals in het Nalevingsverslag is aangegeven, is hierover inmiddels vanuit het Ministerie van IenM duidelijkheid gegeven. Voor de betreffende referentiepunten wordt de vrijstelling geacht het gehele kalenderjaar te hebben gegolden. Er is een wetswijziging in voorbereiding, om deze onduidelijkheid in de toekomst weg te nemen. Op 151 van de 1.046 referentiepunten met een ontheffing ingevolge art. 11.24 is de overschrijding van de GPP s groter dan toegestaan volgens de ontheffing. ProRail zal voor deze situaties, daar waar de ontheffing ook in 2014 van toepassing is, beoordelen of een uitbreiding van de ontheffing van naleving nodig is. Indien dit het geval is zal ProRail deze aangepaste ontheffingswaarde voor 2014 (en eventuele andere jaren) aanvragen. Het Ministerie van IenM ziet er op toe dat ProRail dit beoordeelt en zo nodig een ontheffing aanvraagt. 5 Geluidmonitor 2013, RIVM Briefrapport 2014-0021, J. Jabben et. al. Pagina 10 van 12

Bijlage A Nalevingsverslag geluidproductieplafonds rijkswegen 2013, Rijkswaterstaat, 2013 Zie separate bijlage. Pagina 11 van 12

Bijlage B Nalevingsverslag geluidproductieplafonds 2013, ProRail, 29 september 2014, kenmerk P909215 Zie separate bijlage. Pagina 12 van 12