M+P MBBM groep Mensen met oplossingen. Rapport. Naleving 2014 knooppunt Deil rijksweg A2 en A15

Transcriptie

1 M+P MBBM groep Mensen met oplossingen Rapport Naleving 2014 knooppunt Deil rijksweg A2 en A15 M+P.RWSWNZ augustus 2016

2 Colofon Opdrachtnemer M+P raadgevende ingenieurs BV Opdrachtgever Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid Postbus AN ROTTERDAM Opdrachtnummer - Titel Rapportnummer Naleving 2014 knooppunt Deil rijksweg A2 en A15 M+P.RWSWNZ Revisie 1 Datum 4 augustus 2016 Aantal pagina s 37 Auteur Contactpersoon Gezien M+P Drs. Jan Oudelaar Drs. Jan Oudelaar aalsmeer@mp.nl Dr. Ir. Judith Doorschot Visserstraat 50 Aalsmeer Postbus 344, 1430 AH Aalsmeer Wolfskamerweg 47 Vught Postbus 2094, 5260 CB Vught onderdeel van de Müller-BBM groep Lid NLingenieurs ISO 9001 gecertificeerd Copyright M+P raadgevende ingenieurs BV Niets van deze rapportage mag worden gebruikt voor andere doeleinden dan is overeengekomen tussen de opdrachtgever en M+P (DNR 2011 Artikel 46). 2 M+P.RWSWNZ

3 Inhoud 1 Inleiding 4 2 Wettelijk kader geluidproductieplafonds Algemeen Wettelijke basis in vogelvlucht Geluidproductieplafond Naleving Geluidsmaat Lden 8 3 Naleving Nalevingsverslag Geluidproductie Geluidsbelasting op geluidgevoelige objecten 9 4 Uitgangspunten Onderzoeksgebied Zichtjaar Brongegevens 11 5 Resultaten Geluidsbelasting op referentiepunten Geluidsbelasting op geluidgevoelige objecten Samenloop met railverkeer Gewijzigde geluidproductieplafonds 17 6 Conclusie 20 bijlage A Gevelisolatie 21 bijlage B Memo geluidloket 23 M+P.RWSWNZ augustus

4 1 Inleiding In het nalevingsverslag over 2014 is geconstateerd dat in het jaar 2014 de geluidproductieplafonds (GPP) langs de A2 tussen kilometer 89.4 en 91.0 en A15 tussen kilometer en bij knooppunt Deil genaderd worden met minder dan 0,5 db en een enkele overschreden wordt. In figuur 1 is de overschrijding van de geluidproductieplafonds in 2014 van de betreffende wegvakken weergegeven. -0,5 0,0 0,1 figuur 1 Naleving 2014, vergelijking geluidproductie 2014 met geluidproductieplafonds Aangezien de geluidproductie op vrijwel alle referentiepunten in 2014 nog iets lager ligt dan het GPP is het aannemelijk dat de toetswaarde bij de woningen (LDEN,GPP) niet wordt overschreden. Vanwege de (dreigende) overschrijding is de toekomstige situatie 2030 beschouwd conform Besluit geluid milieubeheer (Bgm art 35 lid 1d). Onderzocht is op welke referentiepunten een overschrijding 4 M+P.RWSWNZ

5 van het GPP optreedt in de situatie Op basis van deze resultaten vindt de afbakening van het onderzoeksgebied plaats en zijn de geluidgevoelige objecten achter de referentiepunten in beeld gebracht. Figuur 2 bevat de punten waarvoor een overschrijding is geconstateerd in figuur 2 Ligging referentiepunten waarvoor een overschrijding is geconstateerd in 2030, (rood=overschrijding van het GPP, groen en blauw = geluidruimte gelijk aan of groter dan 0,0 db t.o.v. GPP) Uit berekeningen blijkt dat in het kader van naleving de situatie 2030 leidt tot overschrijding van de geldende GPP s. Er is sprake van een maximale overschrijding van het GPP van 0,8 db in In dit rapport is daarom een akoestisch onderzoek op woningniveau voor de toekomstige situatie in 2030 opgenomen. Wanneer de geluidsbelasting op de woningen in de toekomst (2030) niet toeneemt ten opzichte van de geluidsbelasting op basis van de geldende registersituatie kan een procedure tot plafondwijziging doorlopen worden. Is er wel een toename dan is onderzoek naar doelmatige maatregelen noodzakelijk. Zijn er geen doelmatige maatregelen mogelijk maar is er wel een toename in de geluidsbelasting op de woningen, dan volgt er een onderzoek naar de gevelisolatie. Dit gevelonderzoek vindt pas plaats nadat de plafondwijzigingsprocedure onherroepelijk is en maakt geen deel uit van deze rapportage. M+P.RWSWNZ augustus

6 2 Wettelijk kader geluidproductieplafonds 2.1 Algemeen De bescherming tegen het geluid van rijkswegen is geregeld in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 11. Dit hoofdstuk is in werking sinds 1 juli 2012, en beoogt de omgeving te beschermen zonder de mobiliteit onnodig te belemmeren. Het instrument dat de wet daarvoor gebruikt is het geluidproductieplafond. Geluidproductieplafonds bieden de beheerder van de weg een gewaarborgde geluidruimte die tevens het belang van mobiliteit dient. Het verkeer kan zich ontwikkelen zolang de geluidproductie daarvan onder het geldende plafond blijft. Het geluidproductieplafond garandeert daardoor ook dat een bepaalde geluidsbelasting bij woningen en andere geluidsgevoelige objecten niet ongecontroleerd kan worden overschreden. Door het naleven van de geluidproductieplafonds zal over langere tijd bezien de geluidproductie gemiddeld genomen lager blijven dan het plafond. Daardoor zal ook de geluidsbelasting op woningen en andere geluidsgevoelige objecten gemiddeld genomen beneden de waarde blijven die op grond van het geluidproductieplafond maximaal mogelijk is. Pas in geval van wijziging van een geluidproductieplafond kan ook de maximaal te ondervinden geluidsbelasting op woningen en andere geluidsgevoelige objecten veranderen. Hiervoor is het volgen van een wettelijke procedure noodzakelijk, met mogelijkheid van inspraak en beroep. Het kan voorkomen dat een overschrijding maar van korte duur zal zijn en daarna weer vanzelf ophoudt te bestaan. De wet biedt voor dergelijke gevallen aan de wegbeheerder de mogelijkheid een tijdelijke ontheffing van de nalevingsplicht aan te vragen. Deze kan voor maximaal 5 jaar worden verleend. Het bevoegd gezag kan voorwaarden verbinden aan de ontheffing, bijvoorbeeld dat de gevelisolatie van woningen wordt verbeterd wanneer het geluidsniveau in de woning anders te hoog zou worden. In dit hoofdstuk wordt het wettelijk kader nader toegelicht. 2.2 Wettelijke basis in vogelvlucht De volgende regelingen zijn van toepassing: Wet milieubeheer, hoofdstuk 11; Besluit geluid milieubeheer (Bgm); Regeling geluid milieubeheer (Rgm); Regeling geluidplafondkaart milieubeheer; Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 (rekenregels voor het akoestisch onderzoek). Daarnaast kan sprake zijn van jurisprudentie (rechterlijke uitspraken) waarmee rekening gehouden wordt bij de uitvoering van een akoestisch onderzoek. 2.3 Geluidproductieplafond Het geluidproductieplafond is de maximaal toegestane geluidproductie van een weg. Met geluidproductie wordt de waarde van het geluidsniveau op een referentiepunt bedoeld. Referentiepunten zijn denkbeeldige punten aan weerszijden van de weg. Als vuistregel geldt dat de referentiepunten op circa 50 m van de buitenste rijstrook en op een onderlinge afstand van circa 100 m liggen. De hoogte van de referentiepunten bedraagt 4 m boven het maaiveld. De ligging van de referentiepunten is opgenomen in het openbare geluidregister waarin ook de 6 M+P.RWSWNZ

7 geluidproductieplafonds zijn opgenomen. Dit register is te bekijken op de website Zowel de ligging van de referentiepunten als de hoogte van de geluidproductieplafonds kan alleen via een besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu worden gewijzigd. Geluidproductieplafonds zijn van toepassing op de wegen die staan aangegeven op de geluidplafondkaart. Deze wegen zijn in beheer bij het Rijk. Op de geluidplafondkaart kunnen door de Minister bovendien andere, al dan niet nog aan te leggen, wegen worden aangegeven waarop geluidproductieplafonds van toepassing zijn. De hoogte van de geluidproductieplafonds voor wegen die bij de inwerkingtreding van de wet in 2012 al aanwezig waren, is bij wet bepaald. De Minister kan nieuwe waarden van het geluidproductieplafond vaststellen voor wegen die daarna worden aangelegd of (ingrijpend) gewijzigd. Verder kan de Minister de hoogte van het geluidproductieplafond wijzigen wanneer er in het kader van de naleving (zie paragraaf2.4) bijvoorbeeld een geluidscherm wordt geplaatst, of wanneer blijkt dat er geen doelmatige maatregelen zijn te treffen om een overschrijding van het (oude) geluidproductieplafond te voorkomen. In alle gevallen is voor de wijziging van geluidproductieplafonds een officieel besluit nodig, waarover iedereen een zienswijze naar voren kan brengen, en eventueel ook tegen in beroep kan gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bij wijziging van geluidproductieplafonds wordt er naar gestreefd dat de geluidsbelasting op woningen en andere geluidsgevoelige objecten niet hoger wordt dan deze op grond van het oude geluidproductieplafond al mocht zijn. Wanneer dat, ook met de inzet van doelmatige maatregelen, niet haalbaar is, kan een verhoging van de geluidbelasting worden toegestaan. Een verhoging boven de maximale waarde van 65 db kan alleen worden toegestaan na een extra zware afweging, en daarvoor moet dan bovendien een extra besluit worden genomen. 2.4 Naleving Als beheerder van de weg heeft Rijkswaterstaat de verplichting om zorg te dragen voor de naleving van de geluidproductieplafonds. Jaarlijks brengt Rijkswaterstaat een verslag uit aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over de naleving van de geluidproductieplafonds in het voorafgaande jaar. Dit wordt het nalevings-verslag genoemd. Wanneer uit het verslag blijkt dat een of meer geluidproductieplafonds op korte termijn overschreden dreigen te worden, geeft Rijkswaterstaat tevens aan op welke wijze Rijkswaterstaat probeert om dat te voorkomen. In veel gevallen zal zo n eerste stap een onderzoek naar mogelijke doelmatige maatregelen betreffen. Soms zal het nodig zijn om (ook) een procedure te starten om het geluidproductieplafond te wijzigen. En in sommige gevallen zal Rijkswaterstaat tijdelijk ontheffing vragen van de nalevingsplicht. Ook een ontheffing is een officieel besluit, waartegen men bezwaar kan maken en beroep instellen. M+P.RWSWNZ augustus

8 2.5 Geluidsmaat Lden De geluidsbelasting wordt uitgedrukt in Lden [db]. Dit is een (Europese) dosismaat voor het gewogen gemiddelde geluidsniveau per etmaal. De dosismaat Lden [db] voor woningen wordt bepaald door het energetisch gemiddelde van de volgende waarden: het equivalente geluidsniveau LAeq over de dagperiode ( uur); het equivalente geluidsniveau LAeq over de avondperiode ( uur) vermeerderd met 5 db(a). het equivalente geluidsniveau LAeq over de nachtperiode ( uur) vermeerderd met 10 db(a).). De letter "L" in Lden staat voor "level" (niveau). De afkorting "den" betekent "day, evening, night" (dag, avond, nacht). Hiermee wordt aangegeven dat het Lden een gewogen energetisch gemiddelde is van de optredende geluidsniveaus in de dag, avond en nachtperiode, respectievelijk de perioden van 7 tot 19 uur, van 19 tot 23 uur, en van 23 tot 7 uur. De weging die in de berekening van het Lden wordt toegepast bestaat uit twee onderdelen. Allereerst wordt er rekening mee gehouden dat de drie beoordelingsperioden (dag, avond en nachtperiode) niet even lang duren. Daarom telt het geluidsniveau in de nachtperiode (8 uur) bijvoorbeeld twee keer zo zwaar mee als dat in de avondperiode (4 uur); dit wordt "energetisch middelen" genoemd. Ten tweede worden voor de avond en nachtperiode toeslagen op het optredende geluidsniveau gehanteerd, omdat geluid in de avond en nachtperioden extra hinderlijk is. Voor de avondperiode bedraagt deze toeslag 5 db, voor de nachtperiode 10 db. De waarden van de geluidproductie moeten worden afgerond op 1 cijfer achter de komma. Geluidproductieplafonds worden daarom ook altijd op één decimaal nauwkeurig in het geluidregister vastgelegd. De waarden van de geluidsbelasting op woningen en andere geluidsgevoelige objecten moeten worden afgerond op hele db s. 8 M+P.RWSWNZ

9 3 Naleving 3.1 Nalevingsverslag In het nalevingsverslag over 2014 is geconstateerd dat in het jaar 2014 langs de A2 tussen kilometer 89.4 en 91.0 en A15 tussen kilometer en bij knooppunt Deil de geluidproductieplafonds op minder dan 0,5 db worden genaderd en een enkele overschrijding optreedt. In geval van een (dreigende) overschrijding van het GPP moet onderzoek worden gedaan naar maatregelen om het geluid te reduceren. Vanwege de (dreigende) overschrijding in 2014 is de toekomstige situatie 2030 beschouwd conform Besluit geluid milieubeheer (Bgm art 35 lid 1d). Onderzocht is op welke referentiepunten een overschrijding van het GPP optreedt in de situatie Op basis van deze resultaten vindt de afbakening van het onderzoeksgebied plaats en zijn de geluidgevoelige bestemming achter de referentiepunten in beeld gebracht. Vervolgens is een akoestisch onderzoek op woningniveau uitgevoerd met als doel: Toetsing van de geluidbelasting van geluidgevoelige objecten aan de toetswaarde. De toetswaarde is de geluidsbelasting op de woning in de situatie van het vigerende GPP. Wanneer er sprake is van een overschrijding van de toetswaarde op woningniveau, dan is het verplicht om doelmatige maatregelen te onderzoeken. Mocht de toetswaarde op woningniveau niet overschreden worden dan kan een GPP wijziging aangevraagd worden. 3.2 Geluidproductie Het onderzoek naar de geluidproductie is door Rijkswaterstaat uitgevoerd met het landelijke geluidsmodel Silence 3, versie 3.9, op basis van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012, Bijlage V. De brongegevens die zijn opgenomen in het model zijn: ligging rijlijnen; toekomstige verkeersintensiteiten en snelheden; wegdekverharding; afmetingen en locaties van geluidswallen en -schermen. In bijlage B van deze rapportage zijn de belangrijkste brongegevens opgenomen. De geluidproductie in de referentiepunten, die als gevolg van de nieuwe brongegevens zou komen te heersen in het zichtjaar 2030 is berekend en vergeleken met de geldende geluidproductieplafonds. Op grond van deze resultaten is bepaald: voor welke referentiepunten de plafondwijziging moet worden aangevraagd; welke overschrijding van het geluidproductieplafond optreedt in elk referentiepunt in het doorgerekende zichtjaar Geluidsbelasting op geluidgevoelige objecten Om de toename van de geluidsbelasting op woningen en andere geluidsgevoelige objecten te kunnen beoordelen die kan optreden door het wijzigingen van de geluidproductieplafonds, is een berekening gemaakt voor woningen aan de Ruitersweg in Deil, Hoevenseweg in Enspijk en M+P.RWSWNZ augustus

10 Nieuwstraat te Geldermalsen. De woningen liggen direct achter een referentiepunt met een overschrijding in Deze woningen liggen op ruim 200 tot 500 meter uit de as van de rijksweg. Aan de zuidzijde van knooppunt Deil liggen geluidgevoelige bestemming op grotere afstand dan 500 m en of buiten de grenzen van het onderzoeksgebied. De berekening is uitgevoerd door M+P met het softwarepakket Geomilieu versie M+P.RWSWNZ

11 4 Uitgangspunten 4.1 Onderzoeksgebied Het onderzoek richt zich op de A2 en de A15 ter plaatse van knooppunt Deil. Langs deze weggedeelten liggen verspreid liggende woningen. In figuur 3 is de ligging van het onderzoeksgebied aangegeven. figuur 3 Onderzoeksgebied 4.2 Zichtjaar Voor 2030 is berekend hoe hoog de geluidproductie is wanneer voor die tijd geen geluidmaatregelen worden getroffen is het jaar in de nabije toekomst waarin de geluidproductie het hoogst zal zijn en waarvoor een plafond wijziging wordt aangevraagd. 4.3 Brongegevens De brongegevens die de basis vormen voor de berekening zijn ontleend aan het op 15 juni 2016 geldende geluidregister. Met uitzondering van de toekomstige verkeersgegevens, die zijn ontleend aan het NRM M+P.RWSWNZ augustus

12 5 Resultaten 5.1 Geluidsbelasting op referentiepunten Van de referentiepunten waarvoor een plafondwijziging wordt aangevraagd, zijn in tabel I de rekenresultaten weergegeven. Daarin is de geluidproductie in het zichtjaar 2030 weergegeven en vergeleken met de geldende geluidproductieplafonds. De overschrijdingen zijn in rood weergegeven. In figuur 4 is de ligging van de referentiepunten en de berekende verschilwaarden tussen de verwachte geluidproductie en de geluidproductieplafonds op kaart weergegeven. tabel I Rekenresultaten zichtjaar [2030] Referentiepunt Coördinaten Geluid-productie projectsituatie (GP project) Geluid-productieplafond (GPP) Verschil GP project - GPP X Y [db] [db] [db] , ,64 68,8 68,8 0, , ,71 68,9 68,8 0, , ,78 69,0 68,8 0, , ,77 68,7 68,1 0, , ,38 68,4 67,8 0, , ,89 68,2 67,5 0, , ,98 68,3 68,1 0, , ,91 68,2 68,0 0, , ,93 68,1 68,0 0, , ,68 68,1 68,0 0, , ,38 68,0 68,0 0, , ,07 68,2 67,6 0, , ,02 68,6 68,0 0, , ,53 68,0 67,9 0, , ,61 68,1 68,1 0, , ,25 68,3 68,3 0, , ,51 67,9 67,9 0, , ,41 68,4 68,3 0, , ,84 68,2 68,2 0, , ,25 67,9 67,8 0, , ,37 68,6 68,1 0, , ,89 68,5 68,1 0, , ,65 67,1 67,1 0, , ,50 67,0 66,9 0, , ,19 66,7 66,6 0, , ,59 66,4 66,3 0, , ,99 66,5 66,3 0, , ,40 66,5 66,2 0, , ,58 65,4 65,0 0, , ,96 64,6 64,1 0, , ,52 64,2 63,5 0, , ,21 63,4 62,9 0, , ,37 63,1 62,9 0, , ,83 63,1 63,1 0, , ,13 64,5 64,5 0, , ,04 65,7 65,7 0, , ,96 66,2 66,2 0,0 12 M+P.RWSWNZ

13 Referentiepunt Coördinaten Geluid-productie projectsituatie (GP project) Geluid-productieplafond (GPP) Verschil GP project - GPP X Y [db] [db] [db] , ,64 66,7 66,5 0, , ,33 67,3 66,9 0, , ,01 67,7 67,3 0, , ,49 66,7 67,1-0, , ,59 66,2 66,7-0, , ,55 65,5 65,9-0, , ,87 65,0 65,4-0, , ,74 64,8 64,9-0, , ,78 64,3 64,0 0, , ,03 64,5 63,8 0, , ,53 65,6 64,5 1, , ,43 65,2 64,3 0, , ,92 65,8 65,3 0, , ,35 65,9 65,6 0, , ,09 66,2 66,2 0, , ,92 66,0 65,9 0, , ,75 65,7 65,7 0, , ,82 65,3 65,3 0, , ,71 65,5 65,5 0, , ,60 65,7 65,7 0, , ,48 66,0 65,9 0, , ,37 66,5 66,3 0, , ,23 66,1 65,8 0, , ,80 65,9 65,3 0, , ,21 66,1 65,6 0, , ,85 65,5 65,4 0, , ,28 66,5 66,6-0, , ,53 66,6 66,7-0, , ,78 67,5 67,5 0, , ,73 67,8 67,7 0, , ,68 68,3 68,2 0, , ,63 68,4 68,2 0, , ,57 68,7 67,9 0, , ,63 68,7 68,0 0, , ,06 67,8 67,2 0, , ,49 67,0 66,7 0, , ,92 66,4 66,2 0, , ,35 65,7 65,5 0, , ,48 64,3 64,1 0, , ,99 64,0 63,6 0, , ,43 63,0 62,6 0, , ,08 63,9 63,4 0, , ,35 64,8 64,2 0, , ,07 65,2 64,8 0, , ,69 66,2 65,8 0, , ,95 66,6 66,3 0, , ,55 66,1 66,1 0, , ,51 66,1 66,0 0, , ,47 66,2 66,2 0, , ,43 66,3 66,3 0, , ,12 67,1 67,4-0,3 M+P.RWSWNZ augustus

14 figuur 4 ligging van de referentiepunten en verschilwaarden tussen de verwachte geluidproductie in 2030 en de geluidproductieplafonds 14 M+P.RWSWNZ

15 5.2 Geluidsbelasting op geluidgevoelige objecten Op de geluidgevoelige objecten nabij de verbindingsbogen knooppunt Deil is de geluidbelasting beoordeeld. Bij de berekening is rekening gehouden met de (geprojecteerde) geluidgevoelige objecten. Deze zijn opgenomen in de Basisregistraties Adressen en Gebouwen uit In tabel II zijn de rekenresultaten van de berekening van de geluidsbelasting op de onderzochte woningen en andere geluidsgevoelige objecten weergegeven. De geluidbelasting is vergeleken met de waarden die mogen heersen wanneer de geldende geluidproductieplafonds niet zouden worden overschreden. In figuur 5 is de ligging van de onderzochte woningen en andere geluidsgevoelige objecten op kaart aangegeven. tabel II Geluidbelasting op de woningen L DEN in [db] Woning Hoogte LDEN,GPP LDEN,2030 LDEN,SAK Reductiepunten Ruitersweg 1 4, Ruitersweg 1a 4, Ruitersweg 2 4, Ruitersweg 2a 4, Hoevenseweg 4 7, Hoevenseweg 4b 7, Hoevenseweg 5 7, Hoevenseweg 6 7, Hoevenseweg 7 7, Nieuwstraat 8 7, Uit tabel II blijkt dat de geluidsbelasting in 2030 lager of gelijk is dan in de situatie van de geldende GPP s (LDEN,GPP), met uitzondering van de Hoevenseweg 6 en Ruitersweg 2. In 2030 is er geen sprake van een overschrijding van de LDEN,GPP op de overige onderzochte woningen. Opgemerkt wordt dat de geluidsbelasting op de Hoevenseweg 6 toeneemt met 1 db vanwege afronding naar het gehele getal. Verder is de rijksweg A2 is reeds voorzien van een stille wegdektype (tweelaagszoab fijn) en op de verbindingsbogen is ZOAB aanwezig. Gezien de locatie van de Hoevenseweg 6 en Ruitersweg 2 ten opzichte van de weg is het niet mogelijk doelmatige maatregelen te treffen conform het doelmatigheidscriterium. Het doelmatigheidscriterium schrijft namelijk voor dat eerst de bestaande maatregelen bekostigd worden vanuit het reductiepunten budget, alvorens aanvullende maatregelen verrekend worden. Voor tweelaags ZOAB fijn zijn er geen maatregelpunten beschikbaar in de Regeling geluid miilieubeheer. Voor de verrekening van deze bestaande maatregel zullen we hier daarom uitgaan van de maatregelpunten voor tweelaags ZOAB. Om na te gaan of doelmatige maatregelen nodig zijn, beschouwen we de twee knelpunten samen als één cluster, waarvoor we nagaan of bronmaatregelen mogelijk zijn. Dit broncluster omvat alle woningen uit tabel II. M+P.RWSWNZ augustus

16 Het budget voor alle geluidgevoelige objecten binnen dit broncluster bedraagt reductiepunten. De clusterlengte wordt bepaald vanuit het knelpunt (Ruitersweg 2) ten opzichte van het samenstel van rijkswegen A2 en A15. De afstand tot het midden van de rijksweg A2 vanuit het knelpunt is 850 m. De rijksweg A2 bestaat hier uit minimaal 2x3 rijstroken. De maatregelkosten 1 van voor tweelaagszoab voor dit gedeelte van de totale maatregellengte zijn daarmee al hoger dan het totaal aantal beschikbare reductiepunten. Er is daaom onvoldoende budget om de bestaande bronmaatregelen te bekostigen. Er zijn dus geen doelmatige maatregelen mogelijk. Een onderzoek naar de gevelisolatie van de Hoevensweg 6 en Ruitersweg 2 dient nog te worden uitgevoerd. Daarin zal worden nagegaan of voor de geluidgevoelige objecten bij de (nieuwe) LDEN,GPP wordt voldaan aan de binnenwaarde (zie bijlage A). Ruitersweg 1 Hoevenseweg 4 figuur 5 overzicht onderzochte geluidgevoelige objecten 5.3 Samenloop met railverkeer Voor sommige saneringsobjecten in het onderzoeksgebied is er behalve wegverkeersgeluid ook railverkeersgeluid van het spoor. Volgens het nalevingsverslag geluidproductieplafonds spoorwegen 2014 is er geen overschrijding van het GPP vanwege het spoor en is het ook geen saneringslocatie. Gezien het feit dat de overschrijding voor wegverkeer slechts gering is en het 1 Maatregelkosten: wegbreedte 2x3 rijstroken (22 m) * 2LZOAB (22 punten per 10 m2) * 2d afstand + afstand tot knooppunt in m) (850* ) = 22 * 2,2 * 2000 = M+P.RWSWNZ

17 gegeven dat het geen knelpuntlocatie is voor railverkeer, is er geen noodzaak om maatregelen af te stemmen op de cumulatieve geluidsbelasting. De maatregelen voor de rijksweg worden daarom apart bepaald. 5.4 Gewijzigde geluidproductieplafonds In tabel III zijn de referentiepunten aangegeven waarop het geluidproductieplafond moet worden gewijzigd als gevolg van de uitvoering van de maatregelen uit het akoestisch onderzoek op woningniveau. figuur 6 is de ligging van deze referentiepunten weergegeven inclusief berekende waarde. tabel III Te wijzigen geluidproductieplafonds Referentiepunt Coördinaten Huidig Geluidproductieplafond (GPP) Te wijzigen Geluidproductieplafond (GPP) X Y [db] [db] , ,71 68,8 68, , ,78 68,8 69, , ,77 68,1 68, , ,38 67,8 68, , ,89 67,5 68, , ,98 68,1 68, , , , , , , , , , , ,07 67,6 68, , , , , ,53 67,9 68, , ,25 67,8 67, , ,37 68,1 68, , ,89 68,1 68, , ,50 66,9 67, , ,19 66,6 66, , ,59 66,3 66, , ,99 66,3 66, , ,40 66,2 66, , , , , ,96 64,1 64, , ,52 63,5 64, , ,21 62,9 63, , ,37 62,9 63, , ,64 66,5 66, , ,33 66,9 67, , ,01 67,3 67, , , , , ,03 63,8 64, , ,53 64,5 65, , ,43 64,3 65, , ,92 65,3 65, , ,35 65,6 65,9 M+P.RWSWNZ augustus

18 Referentiepunt Coördinaten Huidig Geluidproductieplafond (GPP) Te wijzigen Geluidproductieplafond (GPP) X Y [db] [db] , ,48 65,9 66, , ,37 66,3 66, , ,23 65,8 66, , ,80 65,3 65, , ,21 65,6 66, , ,85 65,4 65, , ,73 67,7 67, , ,68 68,2 68, , ,63 68,2 68, , ,57 67,9 68, , , , , ,06 67,2 67, , ,49 66,7 67, , ,92 66,2 66, , ,35 65,5 65, , ,48 64,1 64, , ,99 63,6 64, , ,43 62,6 63, , ,08 63,4 63, , ,35 64,2 64, , ,07 64,8 65, , ,69 65,8 66, , ,95 66,3 66, , , ,1 18 M+P.RWSWNZ

19 figuur 6 Te wijzigen geluidproductieplafonds M+P.RWSWNZ augustus

20 6 Conclusie In het Nalevingsverslag over 2014 is geconstateerd dat in het jaar 2014 de geluidproductieplafonds langs de rijksweg A2 en rijksweg A15 bij knooppunt Deil met minder dan 0,5 db worden genaderd en een enkele overschreden wordt. Vanwege de (dreigende) overschrijding van de geluidproductieplafonds in 2014 is de geluidproductie in zichtjaar 2030 aan de heersende geluidproductieplafonds getoetst en is nagegaan wat de maximale overschrijding van de geluidproductieplafonds is per referentiepunt. Verwacht wordt dat in het zichtjaar 2030 een overschrijding van de op dit moment geldende geluidproductieplafonds kan optreden van maximaal 1,1 db. Op basis van deze resultaten zijn de geluidgevoelige bestemming achter de referentiepunten in beeld gebracht. De geluidsbelasting die op grond van het geldende geluidproductieplafond op de woningen en andere geluidsgevoelige objecten mag heersen wordt in 2030 niet overschreden, met uitzondering van de Hoevenseweg 6 en Ruitersweg 2. De geluidsbelasting op de Hoevenseweg 6 en Ruitersweg 2 neemt in 2030 met 1 db toe. Gezien de locatie van de woningen ten opzichte van de rijkswegen is het niet mogelijk doelmatige maatregelen te treffen over de optimale maatregellengte voor beide clusters. Verder is de rijksweg A2 reeds voorzien van een stille wegdektype (tweelaags ZOAB fijn) en op de verbindingsbogen is ZOAB aanwezig. Na verrekening van deze bestaande bronmaatregelen op de rijksweg A2 is er onvoldoende budget voor aanvullende maatregelen. Een onderzoek naar de gevelisolatie van de Hoevensweg 6 en Ruitersweg 2 dient te worden uitgevoerd waarin wordt nagegaan of voor de geluidgevoelige objecten bij de (nieuwe) LDEN,GPP wordt voldaan aan de binnenwaarde. Rijkswaterstaat vraagt een wijziging van de het geluidproductieplafond aan voor de referentiepunten die gelegen zijn naast de verbindingsbogen knooppunt Deil tussen kilometer 89.5 en 91.0 langs de A2 en tussen kilometer en langs de A M+P.RWSWNZ

21 Bijlage A Gevelisolatie M+P.RWSWNZ augustus

22 Gevelisolatie, bouwjaar en binnenwaarde Indien de geluidsbelasting binnen de geluidgevoelige ruimten van het betreffende saneringsobject de wettelijke binnenwaarde overschrijdt, worden gevelmaatregelen getroffen zodat de geluidsbelasting in de woning wordt teruggebracht tot een waarde die ten minste 3 db is gelegen onder de wettelijke binnenwaarde. Deze wettelijke binnenwaarde bedraagt 41 db voor objecten van voor 1 januari 1982 die langs een weg liggen die eveneens voor deze datum in gebruik is genomen. Voor de overige objecten is de binnenwaarde 36 db (Wet milieubeheer, art. 11.2). Woning Hoogte Bouwjaar LDEN,2030 Binnenwaarde Ruitersweg 2 4, Hoevenseweg 6 7, M+P.RWSWNZ

23 Bijlage B Memo geluidloket M+P.RWSWNZ augustus

24 24 M+P.RWSWNZ

25 M+P.RWSWNZ augustus

26 26 M+P.RWSWNZ

27 M+P.RWSWNZ augustus

28 28 M+P.RWSWNZ

29 M+P.RWSWNZ augustus

30 30 M+P.RWSWNZ

31 M+P.RWSWNZ augustus

32 32 M+P.RWSWNZ

33 M+P.RWSWNZ augustus

34 34 M+P.RWSWNZ

35 M+P.RWSWNZ augustus

36 36 M+P.RWSWNZ

37 M+P.RWSWNZ augustus