8 Interne NIEUWSBRIEF februari 2016 Stichting voor RK en PC basisonderwijs Speerpunten strategische agenda Vier trends en ontwikkelingen vormen het kader van onze strategische agenda. Dat zijn, Passend Onderwijs, Technologische ontwikkeling en Verbinding en dialoog met de omgeving. We hebben samen per thema de volgende speerpuntenvastgesteld: Professionele ontwikkeling Platform kennisuitwisseling Gezondheidsmanagement Modernisering personeelsbeleid Met en van elkaar leren Passend onderwijs Goede samenwerking Duidelijke communicatie Onderwijskundige vernieuwing In deze nieuwsbrief: Nooit meer terug naar school voor een documentje Inspireren en besparen: techniekcoördinatoren delen kennis in leernetwerk Maak gebruik van die regelingen! Engelse les tijdens sport: it s an experience! Technologische ontwikkeling Internetwijsheid Inzet van ICT Technologische mogelijkheden benutten Verbinding en dialoog met de omgeving Samenwerking met ouders Betrekken bij identiteit Educatief partnerschap Ouderbetrokkenheid Communicatie Samenwerking met partners Brede school ontwikkeling Kinderopvang, peuterspeelzalen, jeugdzorg 1
Technologische ontwikkeling Inzet van ICT Nooit meer terug naar school voor een documentje Wie kent het niet. Je zit thuis op de bank, maar moet écht weten wat er in dat ene documentje staat. Je besluit toch even in de auto te stappen en terug naar school te rijden. Dat hoeft niet meer binnenkort. Altijd toegang tot je documenten, waar of wanneer je ze nodig hebt. Snel even nieuws delen of sparren met je netwerk binnen de school of de onderwijsgroep: dat wordt voor onze scholen de normale gang van zaken. We zijn binnen Amstelland druk bezig om op alle scholen een nieuw ICT-programma te implementeren: Office365. Dat zegt Peter Wesseling, bovenschools ICT coördinator. Technologische ontwikkelingen zijn een speerpunt in de strategische agenda. Daar horen ook programma s bij die helpen bij de administratie en interne communicatie. In de eerste instantie zijn we op Office365 overgegaan, omdat scholen niet tevreden waren met hun e-mail. Bijna iedere school had een eigen systeem en die systemen zijn vaak lastig te gebruiken. Bovendien kunnen we die individuele systemen vanuit de onderwijsgroep niet goed beheren. Zeven van de elf scholen werken al met Office365. Ook de andere scholen gaan gebruik maken van het programma. Office365 Voor de meeste mensen is Office365 nog geen bekend begrip. Kort gezegd: het is een online dienst van Microsoft, waarmee je altijd toegang hebt tot de laatste versies van bijvoorbeeld Word, Excel en PowerPoint. Overigens kunnen die programma s ook gewoon geïnstalleerd worden op je computer. Een internetverbinding is dus niet altijd nodig om een document aan te maken. Daarnaast dient Office365 als online opslag van documenten en biedt het tal van mogelijkheden voor het versterken van samenwerking. Peter: Een van de belangrijkste voordelen is dat alles via de cloud werkt. Dat wil zeggen dat alle documenten in een veilige omgeving online staan, en dus niet meer op aparte computers. Iedere leerkracht kan thuis en op school, op elk moment gegevens opzoeken. En omdat de documenten opgeslagen staan op één plek, gebruikt iedereen dezelfde versie van een bestand. Verander je iets in een formulier, dan verandert het meteen voor iedereen. Apart rondmailen en opslaan hoeft dus niet meer. Peter: Je werkt efficiënter samen en bent minder tijd kwijt aan administratie. Bijspijkeren via het digibord Peter merkt na korte tijd al de voordelen van het programma. Het leeft echt op scholen. Collega s helpen elkaar. Iemand die er meer moeite mee heeft, krijgt meteen drie collega s op bezoek en wordt met behulp van het digibord bijgespijkerd. Hij kan niet wachten totdat alle scholen de overstap hebben gemaakt. We focussen ons nu op de basis. We willen de mailomgeving goed neerzetten en ervoor zorgen dat iedereen dat deel goed onder de knie krijgt. Op langere termijn gaan we aan de slag met de volgende stappen. Denk aan het opslaan van documenten en de opties verkennen voor digitaal overleg. We staan in ieder geval al met één been in de toekomst. 2
Met en van elkaar leren Inspireren en besparen: techniekcoördinatoren delen kennis in leernetwerk Twee bijeenkomsten zijn er tot nu toe geweest. Maar wie Tineke Bolier spreekt, zou niet zeggen dat het leernetwerk techniekcoördinatoren nog zo jong is. In enkele maanden is er al een schat aan kennis uitgewisseld. Tineke is vanaf het begin betrokken, als leerkracht en techniekcoördinator van de Roelof Venemaschool. Doel van het netwerk is: elkaar versterken en op weg helpen. Vijf techniekcoördinatoren maken op dit moment deel uit van het leernetwerk. Nieuwe deelnemers zijn welkom. Het moet groeien. Het zou mooi zijn, als er vanuit elke school iemand in het netwerk zit. De eerste bijeenkomst was vooral een (nadere) kennismaking en oriëntatie. Wat gaan we doen, wat gebeurt er al aan techniekonderwijs op de verschillende scholen? Dit blijkt sterk te variëren., vertelt Tineke. De deelnemers checken deze maanden wat er qua techniekonderwijs mogelijk is op de scholen zelf. Sommigen gebouwen hebben een technieklokaal, anderen niet; ook de werkwijze verschilt. Er zijn scholen die thematisch werken, daar komt techniek een paar keer per jaar aan bod. Op andere scholen hangt het sterk van de leerkracht af. De uitdaging is: hoe kun je met weinig budget toch een leuke leerlijn uitzetten? Weinig budget, toch een leerlijn In het leernetwerk wisselen de techniekcoördinatoren veel ideeën uit. En dan blijkt: ook met weinig geld is er een doorlopende leerlijn mogelijk. Kijk bijvoorbeeld maar op de site van Ontdekplek.nl, http://www.ontdekplek.nl/leerlijn/. Met een heel klein budget kun je die leerlijn uitvoeren. Per leerjaar gaat het om acht lessen en je kunt er direct mee starten. Ook het combineren van techniek- en natuuronderwijs is al besproken in het netwerk. Sommige collega s zoeken nu naar een nieuwe natuurmethode. Vaak wordt in nieuwe methoden natuur en techniek gecombineerd. Zo n nieuwe methode is een grote uitgave. Dan is het fijn om de plussen en minnen te horen, uit de mond van collega s die al met een bepaalde methode werken. Binnen het leernetwerk voor techniekcoördinatoren komen twee belangrijke ontwikkelingen samen: professionalisering en technologie. Dat laatste klinkt sommigen wat abstract in de oren. En wat als je niets hebt met techniek? Mijn tip is: start met simpele dingen. Met wat wieltjes en een kartonnetje kun je al een zeilwagen maken. Ventilator erop en: hij rijdt door de gang. Prachtig! Techniekles haalt talent boven In technieklessen worden verschillende soorten talenten aangeboord. De kinderen die niet zo snel leren, blijken dan vaak heel handig. Daar bloeien ze van op. Kinderen die dieper op een onderwerp willen ingaan, kunnen de diepte in. Die ruimte biedt techniek. Saai zal het niet snel worden, verwacht Tineke. Je ziet heel blije gezichten. Ik heb nog nooit meegemaakt dat kinderen een techniekles niet leuk vonden. 3
Gezondheidsmanagement Maak gebruik van die regelingen! Leren van elkaar door collegiale consultatie. Studieverlof. Intervisie, of toch een aantal gesprekken met een coach: veel is mogelijk met het budget voor duurzame inzetbaarheid. Wat heb ik nodig om dit jaar gezond en met plezier mijn werk te doen? Die vraag moet je jezelf stellen, zegt HRM-medewerker Kobi de Vries. Gezondheidsmanagement en duurzame inzetbaarheid zijn belangrijk voor Onderwijsgroep Amstelland. Ook in de CAO zijn er afspraken over vastgelegd. Zo is geregeld dat elke medewerker per jaar 40 uur mag besteden aan het duurzaam inzetbaar blijven (bij parttimers wordt het aantal uren naar rato berekend). Voor startende leerkrachten en oudere docenten is het aantal uren nog hoger. Starters mogen de eerste drie jaar in totaal 80 uur inzetten. Die uren kunnen gebruikt worden om bijvoorbeeld ruimte te maken voor lesvoorbereiding. Of voor coaching, om het vak nog meer in de vingers te krijgen. Docenten vanaf 57 jaar krijgen in totaal 170 uur per jaar. Gesprekscyclus Hét moment om met je leidinggevende te praten over duurzame inzetbaarheid, is het jaarlijkse doelstellingengesprek tussen medewerker en directeur. Kortom: het eerste deel van de gesprekscyclus. Binnen Onderwijsgroep Amstelland is onlangs afscheid genomen van de oude, driejarige cyclus. Te lang, was de klacht van medewerkers en directeuren. De nieuwe cyclus beslaat twee jaar. Je hebt in ieder geval elk jaar een gesprek. Het doelstellingengesprek vindt plaats voor de zomervakantie; daarin kun je goed afspraken maken over het nieuwe schooljaar. Dat gesprek gaat over doelen, maar ook over inzetbaarheid. Dan is de stap naar duurzame inzetbaarheid snel gemaakt. Het is de verantwoordelijkheid van de medewerker om aan te geven hoe hij of zij die uren wil inzetten. Dat kan in dit eerste gesprek. Een jaar later verantwoord je de uren. Je bespreekt hoe het gegaan is, waar je de uren voor gebruikt hebt, legt Kobi uit. Heb je een goed plan? Dan kan er veel. Binnenkort is op de nieuwe formulieren voor duurzame inzetbaarheid te lezen, hoe de spelregels luiden. De uren inzetten voor gewoon verlof is niet mogelijk, wanneer je nog geen 57 jaar bent. Maar in overleg met de leidinggevende kan er veel. Je mag de uren ook drie jaar opsparen, voor een doel dat je vooraf afspreekt. Bijvoorbeeld: je wilt de uren koppelen aan je uren voor professionalisering. Voor een bepaald project of cursus heb je dan drie weken nodig. Als je een goed plan hebt, is er veel mogelijk. Nu de gesprekscyclus binnenkort weer van start gaat, drukt Kobi dan ook iedereen op het hart: Maak gebruik van deze regelingen! Vraag je af hoe ze jou kunnen helpen in je werk en neem de regie. 4
Goede samenwerking Passend onderwijs Engelse les tijdens sport: it s an experience! Okay everyone, please pick up the dodgeballs from the pile in the corner and make your way to the field. Het is even wennen. Maar zo klinkt de vijfde Engelse gymles van de kinderen uit groep 8 van Brede School Roelof Venema. En: de leerlingen kennen de termen. Het project Engels en Sport vond eind vorig jaar plaats als pilot van Onderwijsgroep Amstelland. De doelen: versoepelen van de overgang PO/ VO, het bevorderen van de Engelse taalvaardigheid, het aanboren van talenten en het ontwikkelen van het zelfvertrouwen van alle kinderen. Gymleerkracht Niels de Jong en leerkracht groep 8 Saskia Kuiper bereidden samen de lessen voor. Zij werden daarbij ondersteund door de teamleider tweetalig vmbo-t van het Herman Wesselink College (HWC). Niels: Bijna alle kinderen zijn hartstikke enthousiast en willen het graag nog een keer doen. Binnen de kortste keren benoemden ze alles wat te maken had met een sport in goed Engels. Je ziet het zelfvertrouwen groeien Na 43 jaar in het onderwijs had projectleider en oud-directeur van de Willem Alexanderschool Jannie Liefaard verschillende speerpunten die ze nog graag wilde uitwerken. Van het College van Bestuur kreeg ze de kans om met haar ideeën en ervaring verschillende projecten op te zetten, gericht op talentontwikkeling en de overgang PO/VO. Na een succesvol wiskundeproject voor kinderen die beter kunnen rekenen, ging Jannie op zoek naar een project waarmee ze alle kinderen kon bereiken. Ze wil inspireren, enthousiasmeren. Onderwijs is niet het vullen van een emmer, maar het ontsteken van een vlam. Deze uitspraak van de Griekse filosoof Plutarchus is mijn leidmotief. Bijna 2000 jaar later is het nog steeds relevant. Haar ervaring als directeur leerde haar dat talentontwikkeling niet alleen van belang is voor kinderen die cognitief sterk zijn. Jaren geleden gaf het HWC een gastles bij ons op school, waarin de lessen s ochtends in het Engels gegeven werden. Toen viel het me op dat er kinderen uit groep 8, met een vmbo-advies, heel goed Engels spraken. Dat was zo n succes, dat je hun zelfvertrouwen bijna zag groeien. Engels aantrekkelijk maken Engels speelt in het onderwijs een steeds grotere rol. De koppeling met sport maakte Jannie, omdat bij dat vak de niveauverdeling van de kinderen vaak anders ligt dan in het klaslokaal. Jannie: Met sporten kunnen kinderen zich op een andere manier ontwikkelen. Bovendien vinden kinderen in de bovenbouw de Engelse les vaak saai, maar vinden ze sporten erg leuk. Door Engels te combineren met sport, worden beide vakken aantrekkelijk. Het enthousiasme wordt ook opgemerkt door leerkracht groep 8, Saskia Kuiper. Voorafgaand aan de eerste les heb ik de kennis geactiveerd. Ik vertelde hen welke instructies ze konden verwachten en hoe je bijvoorbeeld in het Engels vraagt, of je naar het toilet mag. De overige lessen heeft ze herhaald wat er in de gymles is geleerd, om zo de koppeling te maken. Je merkt dat de woorden goed blijven hangen en dat kinderen echt iets leren van deze actieve werkvorm. Kinderen zien opbloeien De pilot was een succes. Jannie, Niels en Saskia zien het enthousiasme bij de kinderen, en ook bij collega s. Gymleerkracht Niels: Ik was bang dat ik de Engelse taal niet goed genoeg beheerste, maar je pakt het zelf ook snel op en de begeleiding door het HWC is goed. Jannie: Het is mooi wanneer je kinderen ziet opbloeien, wanneer je hen vol zelfvertrouwen hoort zeggen dat ze voor het vmbo-t tweetalig kiezen. De kinderen durven Engels te spreken en zijn nieuwsgierig naar wat ze nog meer kunnen. Onze doelen? Die zijn bereikt! 5