Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007. Verbond van Verzekeraars



Vergelijkbare documenten
Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2011

Kerncijfers verzekeren in Nederland. augustus 2012

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2014

KERNCIJFERS VERZEKEREN IN NEDERLAND. december 2016

Jaarcijfers maart 2013

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Overzicht van ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsmarkt November 2015

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Crisismonitor Drechtsteden

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Macro-economische Ontwikkelingen

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Macro-economische Ontwikkelingen

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2012

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Statistisch Bulletin. Jaargang

Kortetermijnontwikkeling

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche Verbond van Verzekeraars

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Crisismonitor Drechtsteden

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche Verbond van Verzekeraars

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

Macro-economische Ontwikkelingen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2013

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Netto resultaat H1 163 miljoen Actieve benadering klanten beleggingsverzekeringen in volle gang

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2016

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Statistisch Bulletin. Jaargang

Figuur 1: ontwikkeling totaal aantal zorgverzekeraars medio het jaar (bron: Vektis)

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Crisismonitor Drechtsteden

De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014

Artikelen. Cao-lonen 2005, de definitieve gegevens. Nathalie Peltzer

Crisismonitor Drechtsteden

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche Verbond van Verzekeraars

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2017

Halfjaarbericht eerste helft 1997 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 21 PROCENT

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Persbericht. Werkloosheid stijgt verder. Centraal Bureau voor de Statistiek

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Press release Statistics Netherlands

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Statistisch Bulletin. Jaargang

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Statistisch Bulletin. Jaargang

Macro-economische Ontwikkelingen

Thermometer economische crisis

Statistisch Bulletin. Jaargang

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Cao-lonen 2004, de definitieve gegevens

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf Q Q Q Q Q Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Statistisch Bulletin. Jaargang

Stabilisatie premies levensverzekeringen op eur 26 miljard

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

VERKORT JAARVERSLAG. Onderlinge Levensverzekering-Maatschappij s-gravenhage U.A.

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003

Macro-economische Ontwikkelingen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Transcriptie:

3,87 396 1,2 9 396,82 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 Verbond van Verzekeraars

Voorwoord Voor u ligt het Financieel jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche over 27. Een verslag dat niet alleen cijfers bevat, maar vooral ook achtergronden en verklaringen bij die cijfers. Dat laatste is van belang om ontwikkelingen te kunnen duiden en op die manier een beeld te schetsen van hoe het gaat in de branche. Dit jaarverslag is opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek (CVS), onder leiding van prof. dr. J.L.A van Rijckevorsel. Het CVS voert elk jaar de Voorjaarsenquêtes Leven, Schade & Zorg uit ten behoeve van de leden van het Verbond. In dit verslag zijn alle cijfers en trends uit die enquêtes weergegeven en geanalyseerd, en wel op zo n manier dat beleidsverantwoordelijken in de branche er ook wat mee kunnen. Dat laatste is belangrijk, omdat de verzekeringsbranche een uniek kenmerk heeft: ze is gebaseerd op een omgekeerde productiecyclus. Pas aan het eind van de rit weet een verzekeraar of zijn kostprijsberekening correct was. Vooraf beschikt hij alleen over (retrospectieve) statistieken. In de poging het wat van een waarom te voorzien, slaat dit jaarverslag een brug tussen de droge statistieken en de beleidsbepalers bij de leden van het Verbond. Dat is echter niet het enige doel. Het Verbond vindt het daarnaast belangrijk dat ook andere geïnteresseerden uit bijvoorbeeld kabinet, parlement, overheid, toezichthouders, pers en maatschappelijke organisaties, kennis kunnen nemen van de ontwikkelingen in de verzekeringsbedrijfstak. De verzekeringbranche heeft een belangrijke rol bij het organiseren van solidariteit en het beschermen van klanten tegen onvoorziene omstandigheden. De publieke belangstelling voor de bedrijftak is traditioneel groot. Deze belangstelling wordt versterkt door actuele discussies over arbeidsongeschiktheid, ziektekosten, verzekerbaarheid van overstromingen, pensioenen, levensloop, etc., dossiers waarin verzekeraars een belangrijke rol hebben. Een belangrijk thema in het jaar 27 was transparantie, mede naar aanleiding van discussie over beleggingverzekeringen. De verzekeringssector streeft naar vergroting van transparantie en dit financieel jaarverslag is daarvan een teken. De leden, vertegenwoordigd in de commissie CVS van het Verbond van Verzekeraars, hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het tot stand brengen van dit verslag. De commissie CVS bestaat uit de volgende leden: - dr. R. Th. Wijmenga, voorzitter (Eureko/Achmea) - mr. J. Boven (REAAL) - mr. P.J.W.G. Kok (Delta Lloyd) - drs. T. Pluijter (Fortis) - ing. W.H. Steenpoorte EMIM (REAAL) Ik hoop dat deze uitgave u in uw werk als verzekeraar of anderszins van dienst is, en dat u de tijd wilt nemen om kennis te nemen van de inhoud die zeker de moeite waard is. drs. H.J. Herbert directeur Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 1

Inhoud Voorwoord 1 Samenvatting 3 Summary Zusammenfassung 5 Resumé 6 1 Inleiding 7 1.1 Verantwoording 7 1.2 Representativiteit 7 1.3 Een nieuwe werkwijze 7 1. Leeswijzer 7 2 Economische ontwikkelingen 9 2.1 De wereldeconomie 9 2.2 De Nederlandse economie 9 2.3 Beleggingen 1 2. De verzekeringsmarkt in 27 11 3 Levensverzekeringen 12 3.1 Overzicht levenmarkt 12 3.2 Individueel 12 3.3 Nieuwe productie individueel 13 3. Collectief 15 Schadeverzekeringen 17.1 Overzicht schademarkt 17.2 Herverzekering 18.3 Motorrijtuigen 18. Brand 2.5 Transport 22.6 Aansprakelijkheid 23.7 Rechtsbijstand 2.8 Reis 2 5 Zorgverzekeringen 25 5.1 Marktomvang 25 5.2 Ziektekosten 25 5.3 Inkomen 27 Verklaring begrippen 28 2 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27

Samenvatting Het premievolume van de verzekeringsbranche is in 27 licht gegroeid ten opzichte van 26 en kwam zelfs iets boven de stijgende inflatie uit. De groei vond vooral plaats in de sector Zorg en Leven, al was de groeivoet in Zorg aanzienlijk kleiner dan in 26. Het resultaat is in 27 zeer licht gestegen ten opzichte van 26, maar blijft ver onder het niveau van 25. De lichte stijging is vooral het gevolg van de ontwikkeling bij Leven. Levensverzekeringen Alhoewel de nieuwe productie in deze sector afneemt, lijkt de ontwikkeling voor de sector als totaal nog redelijk positief. Het premievolume neemt toe en het resultaat stijgt. De toename van het premievolume wordt vooral veroorzaakt door de ontwikkelingen in het collectieve deel. In het individuele deel zien we de trend duidelijk omslaan met vooral dalingen bij beleggingsverzekeringen. Onder het positieve resultaat liggen dan ook ontwikkelingen die veel minder gunstig zijn en die reeds tot uiting komen in een afname van de nieuwe productie. Schadeverzekeringen Het premievolume van de schadeverzekeringen stijgt in 27 nauwelijks ten opzichte van dat van 26. De felle concurrentie op zo goed als verzadigde markten zorgt ervoor dat de premies voortdurend onder druk staan, waardoor ondanks de stijgende inflatie en andere gunstige economische ontwikkelingen het premievolume nagenoeg constant blijft. Omdat de schade wel toeneemt, is het gevolg hiervan dat het resultaat in 27 afneemt ten opzichte van de voorgaande jaren. Zowel de lage groei van het premievolume als het afnemen van het resultaat duiden op een omslag in deze sector. Zorgverzekeringen De gevolgen van de invoering van het nieuwe zorgverzekeringsstelsel zijn nog niet uitgewerkt, al zijn de effecten in 27 lang niet zo dramatisch als in 26. Het premievolume van de zorgverzekeringen neemt licht toe, maar aangezien de schade ook stijgt, leidt dit niet tot een beter resultaat. Voor ziektekosten is het resultaat net als in 26 negatief, terwijl het voor inkomensverzekeringen afneemt. Resultaat verzekeringsbranche 27 premievolume 1 netto com- resultaat 2 27 bined ratio 23 2 25 26 27 mrd. euro % groei 27 % verdiende premie t.o.v. 26 Totaal Leven 3 26,6 3 n.v.t. 9 7 11 11 15 Totaal Schade 12,7 1 95 5 8 11 11 9 - Motorrijtuigen,6 9 7 8 11 15 12 - Brand 3,5 1 7 12 13 1 1 - Transport,7 6 93 3 9 13 8 1 - Overige 3,8 87 2 1 8 7 13 Totaal Zorg 36,7 99 8 11 15 3 Totaal 76, 3 n.v.t. 8 8 12 8 9 1 Premievolume van de directe binnenlandse tekening, de indirecte binnenlandse tekening en de directe buitenlandse tekening. 2 Technisch resultaat, uitgedrukt in een percentage van de bruto verdiende premie, na rente en na herverzekering, maar voor afdracht van vennootschapsbelasting. 3 Inclusief levensloop. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 3

Summary Premium turnover in the Dutch insurance industry enjoyed a slight growth in 27, in comparison with 26 and even rose somewhat above rising inflation. The said growth took place especially in the Health Care and Life sectors, even though the actual growth rate in the Health Care sector was relatively lower than in 26. The result reveals a slight increase in 27 as opposed to 26, but remains far below the 25 level. The slight increase is particularly attributable to developments in the Life insurance sector. Life insurance Despite the fact that the new production within the sector is on the wane, the outlook for developments in the sector as a whole is rather positive. Premium turnover is on the increase and the results increase as well. The increase in premium turnover is espe cially attributable to developments in the collective share. As far as the individual share is concerned, we clearly see a reversal of the trend, with falls particularly in investment insurances. The positive results also encompass developments that are far from favourable and which are already being expressed in a drop in the new production. Non-life insurance The premium turnover for non-life insurance hardly rose in 27 as compared to 26. The cutthroat competition in markets that are as good as saturated, ensured that premiums were constantly under pressure, as a result of which premium turnover remained more or less constant, spiralling inflation and other, favourable economic factors notwithstanding. The rise in non-life insurance culminated in the results of the turnover for 27 dropping in comparison with previous years. Both the growth in the premium turnover and the drop in the results point to a reversal in the sector. Accident and Health insurance The consequences of the introduction of the new health care insurance system have not yet been assessed, even though the effects were no longer as severe in 27 as they were in 26. The premium turnover for accident and health insurance increased slightly but this did not culminate in better results owing to the fact that non-life insurance also rose. The result for health insurance was negative just like in 26, and there was a downward trend in income insurances. Results in the insurance industry in 27 Premiums 1 net com- Results 2 27 bined ratio 23 2 25 26 27 billions of % growth 27 % earned premiums euros over 26 Total Life 3 26,6 3 n.a. 9 7 11 11 15 Total Non-life 12,7 1 95 5 8 11 11 9 - Car,6 9 7 8 11 15 12 - Fire 3,5 1 7 12 13 1 1 - Transport,7 6 93 3 9 13 8 1 - Other 3,8 87 2 1 8 7 13 Total Accident & 36,7 99 8 11 15 3 Health Total 76, 3 n.a. 8 8 12 8 9 1 The premium volume of the direct domestic turnover, indirect domestic turnover and direct foreign turnover. 2 Result after interest, expressed as a percentage of the gross premium, after interest and after reinsurance, but before the deduction of corporation tax. 3 Life course savings scheme. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27

Zusammenfassung Das Prämienvolumen der Versicherungsbranche hat im Vergleich zu 26 im Jahr 27 leicht zugenommen und überstieg die zunehmende Inflation sogar ein wenig. Dieses Wachstum fand vor allem im Bereich des Gesundheitswesens und im Lebensversicherungsbereich statt, wenn auch die Zuwachsrate beträchtlich geringer war als im Jahre 26. Das Ergebnis stieg 27 im Verhältnis zu 26 besonders geringfügig, unterschreitet aber das Niveau von 25 bei weitem. Der leichte Anstieg ist vor allem eine Folge der Entwicklung im Bereich der Lebensversicherungen. Lebensversicherungen Obwohl die neue Produktion in diesem Bereich abnimmt, sieht die Entwicklung für die Branche insgesamt noch ziemlich positiv aus. Das Prämienvolumen nimmt zu und das Ergebnis nimmt auch zu. Die Zunahme vom Prämienvolumen ist hauptsächlich auf die Entwicklungen im Bereich der kollektiven Lebensversicherungen zurückzuführen. Hinsichtlich der individuellen Lebensversicherungen sehen wir hauptsächlich am Rückgang der Investitionsversicherungen eine eindeutige Trendwende. Dem positiven Ergebnis liegen nämlich weniger günstige Entwicklungen zugrunde, die sich bereits in einem Rückgang der neuen Produktion zeigen. Sachversicherungen Das Prämienvolumen der Sachversicherungen nahm 27 im Vergleich zu dem des Jahres 26 kaum zu. Die starke Konkurrenz auf nahezu gesättigten Märkten ist der Grund, weshalb die Prämien ständig unter Druck stehen. Das hält das Prämienvolumen trotz der zunehmenden Inflation und anderer günstiger wirtschaftlicher Entwicklungen so gut wie konstant. Da aber die Schäden zunehmen, nimmt das Ergebnis 27 aufgrund dessen im Vergleich zu den Vorjahren ab. Sowohl das geringe Wachstum des Prämienvolumens als auch der Rückgang des Ergebnisses sind Indizien einer Wende in diesem Bereich. Krankenversicherungen Die Folgen der Einführung des neuen Krankenversicherungssystems wurden noch nicht ausgearbeitet, wenn auch die Folgen 27 lange nicht so dramatisch sind wie sie 26 waren. Das Prämienvolumen der Krankenversicherungen weist zwar leichtes Wachstum auf, da aber die Schäden auch zunehmen, kommt es zu keinem besseren Ergebnis. Das Ergebnis der Krankenversicherung ist wie im Jahre 26 negativ, während das der Einkommensversicherungen abnimmt. Ergebnis Versicherungsbranche 27 Prämienvolumen 1 Netto Kosten/ Ergebnis 2 27 Schadensatz 23 2 25 26 27 Mrd. euro Wachstum 27 % der verdienten Prämien i.v.z. 26 Gesamt Leben 3 26,6 3 nicht 9 7 11 11 15 zutreffend Gesamt Schäden 12,7 1 95 5 8 11 11 9 - Kraftfahrzeuge,6 9 7 8 11 15 12 - Feuer 3,5 1 7 12 13 1 1 - Transport,7 6 93 3 9 13 8 1 - Übrige 3,8 87 2 1 8 7 13 Gesamt 36,7 99 8 11 15 3 Krankenvers. Summe 76, 3 nicht zutreffend 8 8 12 8 9 1 Prämienvolumen direktes Inlandsgeschäft, indirektes Inlandsgeschäft und direktes Auslandsgeschäft. 2 Technisches Ergebnis, ausgedrückt in Prozent der verdienten Bruttoprämie nach Zinsabgaben und Rückversicherung, aber vor Unternehmenssteuern. 3 Einschl. Lebenslauf. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 5

Resumé Le volume des primes dans la branche de l assurance a quelque peu augmenté en 27 par rapport à 26, à un taux légèrement supérieur à celui de l inflation. Cette hausse a concerné principalement les secteurs Frais médicaux et Vie, bien que le taux de croissance du secteur Frais médicaux ait été nettement inférieur à celui de 26. Le résultat 27 est en très légère hausse par rapport à 26, mais demeure bien inférieur au niveau de 25. Cette légère hausse est surtout due au développement du secteur Vie. Assurances vie Bien que la nouvelle production diminue dans ce secteur, l évolution sur le plan global y semble assez positive. Le volume des primes est en hausse et le résultat aussi. L augmentation du volume des primes est essentiellement engendrée par l évolution de la part collective. On constate une nette inversion de la tendance dans la part individuelle, avec tout particulièrement des baisses concernant les assurances vie avec fonds d investissement. Le résultat positif dissimule aussi des évolutions moins favorables qui se traduisent déjà par une baisse de la nouvelle production. Assurances dommages Le volume des primes des assurances dommages augmente à peine en 27 par rapport à celui de 26. La concurrence acharnée sur des marchés quasiment saturés fait que les primes subissent une pression i ncessante, avec pour conséquence un volume des primes qui demeure pratiquement constant malgré une inflation en hausse et d autres développements économiques favorables. Comme en revanche le volume des dommages augmente, il s ensuit que le résultat en 27 décroît par rapport aux années précédentes. La faible croissance du volume des primes ainsi que la baisse du résultat indiquent un basculement dans ce secteur. Assurances maladie Les conséquences de l introduction du nouveau système d assurances maladie se font encore sentir, même si les effets sont nettement moins spectaculaires en 27 qu en 26. Le volume des primes d assurances maladie augmente légèrement, mais étant donné que les remboursements augmentent eux-aussi, cela ne conduit pas à un meilleur résultat. Pour les frais médicaux, le résultat est négatif, tout comme en 26, tandis que celui des assurances contre les pertes de revenus décroît. Résultat du secteur des assurances 27 volume des primes 1 ratio Résultat 2 27 combiné net 23 2 25 26 27 millards % croissance 27 % prime acquise d euros par rapport à 26 Total Vie 3 26,6 3 sans objet 9 7 11 11 15 Total Dommages 12,7 1 95 5 8 11 11 9 - Véhicules,6 9 7 8 11 15 12 automobiles - Incendie 3,5 1 7 12 13 1 1 - Transport,7 6 93 3 9 13 8 1 - Autres 3,8 87 2 1 8 7 13 Total Maladie 36,7 99 8 11 15 3 Total 76, 3 sans objet 8 8 12 8 9 1 Volume des primes des souscriptions nationales directes, des souscriptions nationales indirectes et des souscriptions étrangères directes. 2 Résultat technique, exprimé en pourcentage de la prime acquise brute, après intérêt et après réassurance, mais avant paiement de l impôt sur les sociétés. 3 Y compris assurance de planification des carrières. 6 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27

1 Inleiding 1.1 Verantwoording Dit verslag bevat een terugblik op de financiële ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsbranche over het jaar 27. Het jaarverslag is opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek (CVS), het statistisch onderzoeksbureau van het Verbond van Verzekeraars. Alle hier gepresenteerde gegevens over de verzekeringsbranche zijn ontleend aan comptabele enquêtes, die het CVS in het voorjaar van 28 heeft gehouden onder verzekeraars. Aan deze enquêtes doen verzekeraars mee die werkzaam zijn op de Nederlandse markt en die een vergunning hebben van De Nederlandsche Bank (DNB). Voorheen beperkte het CVS zich hierbij tot de directe binnenlandse tekening. Vanaf dit jaar zoeken wij meer aansluiting bij DNB, die de cijfers inclusief indirecte tekening (dit is vooral herverzekering aangenomen van andere verzekeraars) en directe buitenlandse tekening weergeeft. De extra tekening is ongeveer 5% van het totaal en verhoogt de cijfers van het CVS in vergelijking met de uitkomsten van vorige jaren. De resultaten worden uitgedrukt in een percentage van de verdiende premie. De hier gepresenteerde resultaten zijn de zogenaamde technische resultaten inclusief herverzekering, maar voor afdracht vennootschapsbelasting. Deze resultaten zijn opgehoogd naar de omvang van de gehele Nederlandse verzekeringsbranche. De genoemde bedragen en aantallen in dit jaarverslag over voorgaande jaren kunnen op bepaalde punten licht afwijken van de bedragen en aantallen zoals vermeld in eerdere jaarverslagen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn bijstellingen op oude jaren, veranderingen in panelsamenstelling en de gewijzigde verslagleggingsregels. Alle resultaten en groeipercentages zijn afgerond op hele procentpunten. De in de kaders gepresenteerde resultaten zijn afkomstig van het CVS, tenzij anders vermeld. 1.2 Representativiteit De financiële gegevens over levensverzekeraars zijn gebaseerd op ruim 9% van de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume. De resultaten zijn afkomstig van de Voorjaarsenquête Leven, die het CVS jaarlijks houdt onder levensverzekeraars die in Nederland werkzaam zijn. De enquête vraagt de verlies- en winstrekening, de technische en niettechnische rekening en de balans uit. De financiële gegevens van schadeverzekeraars zijn gebaseerd op bijna 75% van de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume. De resultaten zijn afkomstig van de Voorjaarsenquête Schade & Zorg, die het CVS jaarlijks houdt onder schadeverzekeraars die in Nederland werkzaam zijn. De in het hoofdstuk schadeverzekeringen gepresenteerde resultaten hebben betrekking op alle schadeverzekeringen exclusief Zorg, namelijk verzekeringen voor motorrijtuigen, brand, transport, aansprakelijkheid, rechtsbijstand en reis. De financiële gegevens van ziektekostenverzekeraars zijn gebaseerd op kwartaalcijfers van DNB over de gehele markt van Nederlandse ziektekostenverzekeraars. De sector Zorg bestaat uit ziektekosten- en inkomensverzekeringen, die weer zijn opgebouwd uit productgroepen. Hierbij wordt rekening gehouden met producten uit het nieuwe zorgstelsel (de basisverzekering) en de uitloop uit het oude zorgstelsel, alsmede de WIA en de uitloop van producten gerelateerd aan het oude sociale zekerheidsstelsel (Pemba, WAO-gat). 1.3 Een nieuwe werkwijze Om de kwaliteit van de publicatie te verbeteren, wordt vanaf dit jaar gewerkt met een nieuwe verwerkingsmethode. In plaats van paneltotalen op basis waarvan de afgelopen vijf jaar worden teruggerekend, sluit het CVS nu zoveel mogelijk aan bij de officiële marktcijfers van De Nederlandsche Bank en worden groeivoeten uit de aangeleverde data gebruikt om cijfers over het laatste jaar te verkrijgen. De cijfers van de jaren 23 tot en met 26 kloppen dus met de cijfers van DNB, al zijn de cijfers waarover wij beschikken meer gedetailleerd. Voor 27 hebben wij een raming gemaakt op basis van de marktcijfers van 26 en groeivoeten uit data van verzekeraars. Dit betekent vooral dat de gepubliceerde data meer consistent worden. Cijfers uit het verleden worden niet meer aangepast als voor een ander panel wordt gekozen en de onderlinge optelbaarheid van productgroepen sluit beter aan. Wel is het mogelijk dat de gepubliceerde cijfers daarom afwijken van eerdere cijfers. In sommige gevallen kan het verschil zelfs aanzienlijk zijn. De nieuwe methode levert echter een betere kwaliteit van de ramingen en een meer betrouwbaar, consistent en stabiel beeld. De verbetering van de uitkomsten weegt daarmee ruimschoots op tegen een breuk in de gepubliceerde cijfers over de tijd. 1. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt kort ingegaan op algemene economische ontwikkelingen die van invloed zijn op de resultaten van de verzekeringssector. In hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan van de financiële ontwikke- Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 7

lingen op de markt voor levensverzekeringen, met aandacht voor de ontwikkeling van het premievolume, de nieuwe productie en het resultaat. In hoofdstuk wordt het resultaat van de diverse schadeverzekeringen toegelicht. Ook wordt stil gestaan bij de impact van herverzekering. In hoofdstuk 5 wordt de markt van zorgverzekeringen toegelicht. Het verslag sluit met een verklarende lijst van begrippen. 8 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27

2 Economische ontwikkelingen 2.1 De wereldeconomie Ondanks turbulentie op de financiële markten in de tweede helft van het jaar, groeide de wereldeconomie in 27 met bijna 5%. Hiermee lag de groei een fractie onder de ontwikkeling in de voorgaande jaren, wat vooral werd veroorzaakt door de lagere groei in de Verenigde Staten. De verwachting is dat de afzwakking van de groei aanhoudt en voor 28 blijft steken op een niveau rond de %. De inflatie was tot nu toe redelijk gematigd. Dit maakt een bestendige economische groei waarschijnlijk, maar in 27 is de inflatie weer toegenomen. Vooral de sterk gestegen olieprijzen dragen hieraan bij. Deze ontwikkeling versterkt de verwachting van een lagere economische groei dan in de voorgaande jaren. Verder blijven de bekende bedreigingen bestaan, zoals de hoge grondstoffenprijzen en het tekort op de betalingsbalans van de Verenigde Staten. Ook de stijging van de olieprijs en de kredietcrisis zijn factoren die nog steeds spelen en de druk op de inflatie en de economische groei verhogen. Gelukkig zijn er vooral in de opkomende economieën en in de Europese Unie nog enkele factoren om die ontwikkelingen deels te compenseren, waardoor de groei nog op een redelijk niveau kan blijven. De compenserende factoren zijn onder andere te vinden in de succesvolle economische integratie, wat een rol speelt bij de gunstige economische ontwikkeling in China en de nieuwe EU-lidstaten. Verder wordt het negatieve effect van een hoge olieprijs gecompenseerd door lage kapitaalkosten, effectief monetair beleid en een stijging van de arbeidsproductiviteit. De ontwikkelingen op de financiële markten zijn het welhaast onvermijdelijke resultaat van de onevenwichtigheden die zijn ontstaan door de hoge groei en de lage inflatie van de afgelopen jaren. Dit levert een grote hoeveelheid kapitaal op waarvoor beleggers op zoek gaan naar een hoog rendement. Dit is vanwege de lage rente alleen te krijgen bij een hoog risico. Een hoge volatiliteit door onverwachte ontwikkelingen met grote gevolgen is dan het logische resultaat. 2.2 De Nederlandse economie In 27 hield de Nederlandse hoogconjunctuur aan. Inmiddels wordt de economische groei breed getrokken, door zowel de consumptie, de investeringen als de export. Hiervan is de export, zoals meestal, de belangrijkste factor. Al met al kwam de groei uit op 3,5%, de hoogste groei sinds het begin van het millennium en hoger dan de oorspronkelijk verwachte 2,8%. Het contrast tussen de ontwikkelingen op de financiële markten en de Nederlandse economische ontwikkelingen is erg groot. De verwachting is dan ook dat de doorwerking in 28 alsnog volgt. De onrust op de financiële markten is begonnen in de Verenigde Staten. De ongunstige effecten hiervan op de economie en de daling van de koers van de dollar leiden tot afnemende exporten naar dit land. Verder ondervinden Nederlandse bedrijven met een filiaal in de Verenigde Staten nadelige gevolgen en kunnen financiële instellingen de kredietverlening aan consumenten verminderen. Naar verwachting zal de economische groei in 28 en 29 dan ook alsnog dalen. Figuur 1 Mutaties BBP ten opzichte van het vorige jaar (%) en de gemiddelde werkloze beroepsbevolking tussen 1999 en 27 (bron: CBS). Voor 28 en 29 betreft het prognoses op basis van cijfers van het CPB volumemutaties BBP t.o.v. vorig jaar (%) werkloze beroepsbevolking (x 1.) 5,7 5 79 83 3 2 3,9 1,9 2 1,5 3 3,5 2,3 1,8 3 2 31 27 252 32 399 13 3 31 32 1 1,1,3 1999 21 23 25 27 29 1999 21 23 25 27 29 De tekst in dit hoofdstuk is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan 28 van het CPB, het jaarverslag 27 van DNB en publicaties van de OECD en de Wereldbank. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 9

Figuur 2 Beurskoersen AEX en MSCI in 27 AEX MSCI 6 56 52 17 165 16 155 15 8 15 1 135 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec 13 De economische groei gaat gepaard met stijgende inflatie en een aantrekkende arbeidsmarkt. Het aantal banen blijft stijgen en het aantal openstaande vacatures laat nog steeds een groei zien. Niettemin zal ook dit veranderen. Door de afnemende economische groei worden zowel het arbeidsaanbod als de werkgelegenheidsgroei kleiner. In 28 zal hierdoor de werkloosheid naar verwachting nog iets verder afnemen, maar in 29 loopt deze weer op. Daarnaast komt aan de periode met lage inflatie een einde. Door stijgingen van de loonkosten, de lonen, voedselprijzen, de prijs van olie en de daarmee samenhangende prijs van energie, zal de inflatie de komende jaren weer toenemen. Ook dit remt de gunstige economische ontwikkelingen. 2.3 Beleggingen De beurzen kenden vooral in de tweede helft van 27 tumultueuze ontwikkelingen. De MSCI World Index, die een beeld geeft van de wereldwijde ontwikkelingen in de aandelenkoersen, schommelde tussen de -2% en +13% en eindigde uiteindelijk op een stijging ten opzichte van 1 januari 27 van ruim 7%. De belangrijkste Nederlandse index, de AEX, liet soortgelijke schommelingen zien en steeg uiteindelijk met iets minder dan 3%. Verzekeraars beleggen een relatief klein deel van hun eigen vermogen in aandelen, onder andere om het risico op grote verliezen te verminderen en daarmee de integriteit van de beleidsvoering te verho- Figuur 3 Beleggingsmix schade- en levensverzekeraars (exclusief risico polishouders) 1% 1% 11% 1% 12% 13% 8% 8% 7% 15% 1% 7% 13% 6% 16% 6% 18% 6% % 13% 1% 15% 15% 3% 39% 8% 6% 12% 11% 51% 5% 5% 1% 8% overig vastgoed aandelen andere leningen hypothecaire leningen obligaties 2% % 22 23 2 25 26 1 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27

Figuur Ultimo maandelijks u-rendement 27 (%) ultimo maandelijks u-rendement 27 (%) 5,,5, 3,5 3, januari december gen. Zodoende bestaat het grootste deel van beleggingen van verzekeraars uit vastrentende waarden, zoals staats- en bedrijfsobligaties, vorderingen uit (hypothecaire) leningen en vastgoed. De rendementen van deze vastrentende waarden hangen sterk af van de kapitaalmarktrente. De kapitaalmarktrente is voor veel verzekeraars dan ook een belangrijke determinant van de beleggingsopbrengsten. Een stijging van de kapitaalmarktrente heeft immers een negatief effect op de obligatiekoersen, maar vergroot (op de langere termijn) wel weer de beleggingsopbrengsten. Daardoor laten de beleggingsrendementen van verzekeraars weliswaar schommelingen zien, maar deze zijn vergeleken met de beursontwikkelingen veel meer gedempt. Ook hieruit blijkt dat uiteindelijk over geheel 27 een positief beleggingsrendement is behaald, al is er wel sprake van een neerwaartse tendens in de laatste maanden. Dit beeld is te zien aan de ontwikkeling van de zogenaamde u-rendementen 5 over 27. Het u-rendement werd in 1995 geïntroduceerd als maatstaf om de rendementen op beleggingen te bepalen. 2. De verzekeringsmarkt in 27 De gevolgen van de kredietcrisis in 27 vielen voor Nederland mee. Enerzijds komt dit omdat de beurskoersen in 28 pas echt lager werden, anderzijds doordat de Nationale Banken adequaat reageerden en doordat in het huidige financiële stelsel reeds de nodige zekerheden en stabilisatoren zijn ingebouwd. Bij verzekeraars zijn weinig spectaculaire gevolgen van de kredietcrisis waar te nemen. Dat de rente door de kredietcrisis weer toeneemt, kan zelfs als een positief effect voor verzekeraars worden gezien. Van alle economische ontwikkelingen zijn voor verzekeraars vooral de stand van de rente en nieuw overheidsbeleid, zoals fiscale wetgeving en veranderingen in de zorgwet, van belang. Deze bepalen grotendeels hoe de conjuncturele ontwikkeling van de verzekeringsmarkt verloopt. Hierdoor heeft de verzekeringssector een eigen conjunctuur, die niet gecorreleerd is met de macro-economische conjunctuur. Op alle verzekeringsgebieden is sprake van felle concurrentie. De nieuwe Zorgverzekeringswet heeft geleid tot een nieuwe markt, die stormachtig werd veroverd en in 27 verder werd ontwikkeld. In deze branche vinden dan ook de meeste veranderingen plaats op het gebied van premievolume en behaald resultaat. Voor levensverzekeraars is de kapitaalmarktrente van groot belang. De ontwikkelingen in 27 zorgen voor de nodige onzekerheden, die de komende tijd zullen aanhouden. Dit kan voor de nodige veranderingen zorgen. De markt voor schadeverzekeringen wordt hier minder door beïnvloed, maar daar is de grote invloed van incidenten goed merkbaar. Ook hier kan een situatie dus ineens omslaan. Al met al reden genoeg om in de komende hoofdstukken bij elke branche gedetailleerder stil te staan. 5 Het u-rendement is een rendementsmaatstaf welke maandelijks wordt gepubliceerd door het CVS. De hoogte van het u-rendement is gebaseerd op het effectief rendement van alle staatsleningen (guldens- en euro-obligatieleningen) die voldoen aan een aantal specifieke criteria. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 11

3 Levensverzekeringen - Totaal premievolume neemt toe door collectieve verzekeringen - Nieuwe productie individueel neemt af - Aandeel beleggingsverzekeringen neemt af bij individueel - Kwaliteit nieuwe productie individueel neemt af - Resultaat Leven blijft goed 3.1 Overzicht levenmarkt Voor de levensverzekeringsbranche is 27 een bewogen jaar geweest. Levensverzekeraars werkten hard aan het verhogen van de transparantie om het vertrouwen bij de consument te vergroten. Aan de voorbereiding van de implementatie van de modellen De Ruiter werd dan ook veel aandacht besteed en het eerste uniforme pensioenoverzicht (UPO) werd uitgereikt. De ontwikkeling van de beurskoersen, die een belangrijke graadmeter voor de beleggingsresultaten vormen, was zowel positief als negatief. De AEX kende in 27 een redelijk grillig verloop, maar sloot met een kleine stijging zelfs weer boven de 5-puntengrens aan het einde van het jaar, wat sinds 21 niet meer was voorgekomen. Het grillige verloop is een negatief effect, omdat het de onzekerheid vergroot, maar de uiteindelijke eindstand laat dus een redelijk positieve stijging over geheel 27 zien. Het bruto premievolume van levensverzekeringen is in 27 met ruim 3% gestegen en heeft voor het eerst de 26 miljard euro overschreden 6. Ook het technisch resultaat steeg en wel van 11,1% naar 15,5% van de bruto verdiende premie. Om zoveel mogelijk aansluiting te houden bij de cijfers van toezichthouder DNB zijn in deze cijfers (evenals in eerdere jaren) premie-inkomsten uit overnamekoopsommen opgenomen zoals deze zijn gerapporteerd aan DNB. Het gedeelte van het premievolume van de levensverzekeringen dat op beleggingsbasis is gesloten, is met 7% gestegen. Het aandeel is hiermee licht toegenomen tot %, wat volledig op het conto van de collectieve markt kan worden geschreven, want binnen de individuele markt zien we een tegengesteld effect. Zowel het premievolume van premie- als koopsompolissen steeg dit jaar met een paar procent. De verhouding tussen deze twee groepen is ongewijzigd gebleven, 52% wordt via periodieke premie betaald. Het technisch resultaat stijgt in 27 naar 15,5% van de bruto verdiende premie. Het resultaat wordt positief beïnvloed door een forse daling van de technische voorzieningen voor levensverzekering o.a. door afkoop en herverzekering in combinatie met een halvering van de post winstdeling en kortingen. Daartegenover staan stijgende uitkeringen en een stijging van overige technische lasten en beleggingslasten. 3.2 Individueel Individuele levensverzekeringen kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën, zoals hypothecaire levensverzekeringen, uitgestelde en direct ingaande lijfrenten, uitgestelde pensioenen, risicoverzekeringen en spaarverzekeringen. De nieuwe levensloopverzekering behoort overigens tot de Figuur 5 Premievolume individueel en collectief, in miljarden euro s periodieke premie individueel koopsom periodieke premie collectief koopsom 2 2 16 7,3 7,6 7,8 7,8 7,9 16 12 12 8 9,1 9,3 9,7 9,7 9,8 8,3,2 3,6,5,9,2 3,9 3,8 3,7, 23 2 25 26 27 23 2 25 26 27 6 Dit is inclusief verschuivingen van collectiviteiten. Onder IFRS moeten ingekomen voorzieningen van overgenomen collectieve contracten als premie worden geboekt, wat de stijging van de premie positief beïnvloedt zonder dat er feitelijke premie-inkomsten tegenover staan. 12 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27

Figuur 6 Technisch resultaat Leven in procenten van de verdiende premie 16 12 8 9 7 11 11 23 2 25 26 27 categorie spaarverzekeringen. De aanwezigheid van een overlijdensrisicodekking maakt het levensloopproduct tot een levensloopverzekering. Indien geen overlijdensrisicoverzekering aanwezig is, is het een bancaire levenslooprekening. Al gedurende meerdere jaren neemt het premievolume van individuele levensverzekeringen toe, maar het groeipercentage neemt elk jaar af. Groeide het premievolume in 2 nog met 3,6%, in 27 is dit nog maar,6%, waarmee de inflatie niet wordt bijgehouden. Het premievolume van de traditionele levensverzekeringen (in geld in plaats van beleggingen) is met 3% gestegen, terwijl het premievolume van de verzekeringen in beleggingseenheden dit jaar voor het eerst sinds jaren is gedaald, met % naar het volume van 23. De verhouding tussen verzekeringen in geld en beleggingsverzekeringen in de individuele markt heeft zich een aantal jaren nauwelijks gewijzigd. In 27 is het aandeel van geldverzekeringen echter weer met enkele procentpunten gestegen naar bijna 63%. De onderverdeling van het premievolume naar termijn van betaling is al jaren stabiel bij de individuele verzekeringen. Circa 55% van het premievolume wordt voldaan door middel van periodieke premie, de overige 5% via eenmalige stortingen (koopsom). 3.3 Nieuwe productie individueel De productiepremie van nieuwe individuele levensverzekeringen is in 27 met 1% gedaald van 8 miljard euro in 26 tot 7,3 miljard euro. De daling van de productiepremie wordt veroorzaakt door drie productgroepen: direct ingaande lijfrenten, uitgestelde lijfrenten en spaarverzekeringen. Elk van deze productgroepen heeft een daling in de productiepremie gekend van 2 miljoen euro. De daling van de productiepremie van nieuwe individuele levensverzekeringen vindt voornamelijk plaats 15 bij verzekeringen die tegen periodieke premiebetaling worden afgesloten. De productiepremie van deze verzekeringen is met 2% gedaald, maar ook de nieuwe koopsomverzekeringen hebben een daling in de premie gekend, namelijk 7%. De daling in de productiepremie bij spaarverzekeringen vindt in zijn geheel plaats bij de verzekeringen die tegen een periodieke premiebetaling worden afgesloten. De spaarverzekeringen zijn hierdoor verantwoordelijk voor het grootste deel van de daling van de periodieke productiepremie (-2 miljoen euro). Hoewel de meeste productgroepen een daling hebben gekend in de periodieke productiepremie in 27, hebben de producten levenslang bij overlijden en risicoverzekeringen een stijging doorgemaakt. De productiepremie, die periodiek wordt betaald op verzekeringen die een levenslange uitkering bij voortijdig overlijden garanderen, is in 27 met 31% (16 miljoen euro) gestegen naar bijna 7 miljoen euro. De risicoverzekeringen tegen periodieke premie zijn ook gestegen, namelijk 1% (5 miljoen euro) naar 6 miljoen euro. Bij de verzekeringen die zijn afgesloten middels een koopsom, kenden direct ingaande en uitgestelde lijfrenten de grootste dalingen (-2 miljoen en -155 miljoen euro). Slechts bij één productgroep (risicoverzekeringen) is de productiepremie gestegen. De premie voor deze verzekeringen is in 27 zelfs meer dan verdubbeld ten opzichte van 26 naar 57 miljoen euro. De premie van nieuwe periodiek premiebetalende overlijdensrisicoverzekeringen is, als gevolg van concurrentie in de markt, gedaald. Waar de consument nog gemiddeld 51 euro per polis kwijt was in 26, heeft de consument in 27 95 euro betaald. Het verzekerd kapitaal per polis bleef in de periode 26-27 gelijk, zo n 11. euro. Dit betekent dat de consument dus hetzelfde bedrag kan verzekeren tegen een lagere premie. De sterke daling van de productiepremie van nieuwe individuele verzekeringen tegen periodieke premie en de nieuwe verzekeringen tegen koopsommen hebben invloed op de APE (Annualised Premium Equivalent, oftewel de gestandaardiseerde productie). De APE wordt gebruikt om de kwaliteit van de productie weer te geven. Waar in 26 de APE 2,5 miljard euro bedroeg, was deze in 27 gedaald tot 2 miljard euro, wat betekent dat de kwaliteit van de nieuwe individuele productie is afgenomen. De meerderheid van de nieuwe polissen tegen periodieke premiebetaling zijn beleggingsverzekeringen. De verzekeringen waarbij bij aanschaf de premie wordt voldaan in de vorm van een koopsom zijn hoofdzakelijk traditioneel van aard. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 13

Figuur 7 Nieuwe productiepremie in periodieke premie en koopsommen en de APE periodieke premie koopsom APE 8 6 5, 5,9 6,1 5,7,8 2 1,6 1,5 1,6 1,8 1,5 2,1 2,1 2,2 2,5 2,1 23 2 25 26 27 23 2 25 26 27 23 2 25 26 27 De productiepremie van zowel de nieuwe beleggingsverzekeringen als de nieuwe verzekeringen in geld zijn in 27 ten opzichte van 26 met respectievelijk 3 en 2 procent gedaald. Door de daling van de verkoop van beleggingsverzekeringen is het aandeel beleggingsverzekeringen in de totale nieuwe pro- Figuur 8 Aandeel beleggingsverzekeringen/verzekeringen in geld in productiepremie tegen periodieke premie of koopsompremie in 27 periodieke premie geld 7% beleggingen 53% koopsom geld 91% beleggingen 9% ductie van individuele levensverzekeringen gedaald van 25% in 26 tot 18% in 27, waarmee het terug is op het niveau van 1995. De verkoop van beleggingsverzekeringen hangt sterk samen met de beurskoers. De verkoop van beleggingsverzekeringen kende, als gevolg van het gunstige beursklimaat, in 1999 en 2 een piek. In de periode daarna (2-25) is het aandeel beleggingsverzekeringen in de nieuwe productie fors gedaald. De AEX kende in deze periode dan ook de laagste slotkoersen aan het eind van het jaar. Waar de beurs ultimo 1999 nog sloot op 671 punten, sloot deze in 21 door de gebeurtenissen in de VS op 11 september 21 op 57 punten. Eind 22 sloot de AEX op een dieptepunt van 323 punten. In de jaren die volgden heeft de AEX zich moeizaam hersteld. In 26 en 27 ging het beter met de beurs. In deze jaren sloot de AEX op de laatste dag van het jaar op respectievelijk 95 en 516 punten. Figuur 9 Aandeel beleggingsverzekeringen in totaal aantal nieuwe verzekeringen, in premie en aantal en de AEX-index premie aantal AEX (slotkoers jaar) 6% 5% % 3% 2% 1% % 8 7 6 5 3 2 1 1997 1998 1999 2 21 22 23 2 25 26 27 1 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27

Figuur 1 Aantal nieuwe individuele levensverzekeringen en het gemiddelde verzekerd kapitaal per polis aantal nieuwe polissen (miljoenen) verzekerd kapitaal per polis (x1. euro) 2, 6 1,6 5 1,2 3,8 2, 1, 1995 1998 21 2 27 1995 1998 21 2 27 In 27 is duidelijk te zien dat de beurskoersen zich redelijk herstellen, terwijl de consument in 27 minder vaak heeft gekozen voor een beleggingsverzekering. De oorzaak ligt zowel in het grillige verloop van de beurs in 27 als in de ophef die is ontstaan over beleggingsverzekeringen. Naast de daling van de productiepremie is ook het aantal verkochte polissen gedaald. Het jaar 27 was het derde achtereenvolgende jaar waarin de productie van het aantal nieuwe polissen afnam. Sinds het hoogtepunt in 1999 (1,8 miljoen verkochte polissen) is het aantal polissen sterk teruggelopen tot 1,1 miljoen in 23. Na een korte opleving van de productie in 2, is vanaf 25 het aantal nieuw verkochte individuele levensverzekeringen gedaald van 1,3 miljoen tot 1,1 miljoen polissen in 27. Het aantal nieuw verkochte uitgestelde lijfrenten is fors gedaald (-21%). Door wijzigingen in het belastingstelsel is er minder fiscale stimulans om producten aan te schaffen. In het jaar 2 was er een piek (ruim. polissen) in de verkoop van uitgestelde lijfrente, maar na wijziging van het belastingstelsel in 21 liep de verkoop terug tot 95. polissen in 27. Door de daling van het aantal polissen en de productiepremie is ook het verzekerd kapitaal van de nieuwe individuele polissen over het jaar 27 gedaald. In 26 werd 58, miljard euro verzekerd en in 27 ruim 56,8 miljard euro. Het gemiddelde verzekerd kapitaal per nieuwe polis is echter wel gestegen. Voor het eerst is het verzekerd kapitaal per polis boven de 5. euro uitgekomen, namelijk 52. euro. 3. Collectief Het premie-inkomen is in 27 met zo n 8% gestegen. Evenals in 26 is sprake van een substantieel bedrag aan overnamekoopsommen, maar ook het gedeelte dat middels periodieke premie wordt betaald, is met 7% gestegen in tegenstelling tot de daling in voorgaande jaren. Een verklaring hiervoor is de consolidatie van kleine pensioenfondsen in grotere verzekeraars. De kosten zijn door regelgeving en toezichthouders dusdanig gestegen, dat deze voor kleine fondsen te hoog worden. Door consolidatie worden de kosten als gevolg van schaalvoordelen weer lager. Verder neemt het premievolume toe vanwege een stijging van het aantal werknemers en de gemiddelde hogere inkomens. Ten opzichte van eind 25 is het aantal werknemers, waarvan meer dan 9% een vast contract heeft, toegenomen met bijna 5%. Het premievolume van verzekeringen in geld daalde met zo n 8%, terwijl het gedeelte beleggingen met meer dan 2% steeg. Het aandeel van beleggingsverzekeringen in de collectieve markt steeg hierdoor ook naar 56%. De premiestijging vond plaats in zowel premiebetalende als koopsompolissen. De verhouding hiervan bleef dan ook ongewijzigd op 5-55. Individuele pensioenen (derde pijler) worden bijna in zijn geheel verzekerd bij verzekeraars. Van de collectieve pensioenen wordt veelal gedacht dat deze hoofdzakelijk zijn ondergebracht bij de bedrijfstak-, beroeps- en ondernemingspensioenfondsen. Uit een meerjarige analyse blijkt echter dat verzekeraars in de periode 23 t/m 25 zo n 21% van de tweede pijler pensioenmarkt bedienen. De verzekeraars bedienen een substantieel deel in de tweede pijler pensioenmarkt. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 15

Hypothecaire verzekeringen en de verkoop van woningen De productie van hypothecaire verzekeringen is in 27 zowel in aantallen, verzekerd kapitaal als in premieomzet gedaald. De daling van het aantal hypothecaire verzekeringen ging gepaard met een daling van het aantal verkochte woningen. Waar 25 en 26 nog een stijging kende in de verkoop van het aantal woningen (respectievelijk 7,6% en 1,5%), daalde het aantal verkochte woningen in 27 met 3,5% tot 22.1 woningen. Ook zijn er minder hypothecaire verzekeringen afgesloten in 27 dan in 26. In 26 werden namelijk 178.28 verzekeringen afgesloten, in 27 was dit gedaald tot 15.59 polissen; dit betekent een daling van 13,6%. Gedurende 27 had de verkoop van woningen een grillig verloop. Het jaar kende een aantal sterke pieken en dalen. Het aantal nieuw afgesloten hypothecaire verzekeringen volgt in grote mate de ontwikkeling van de huizenverkoop. Zo zijn in september zowel een kwart minder woningen als een kwart minder verzekeringen die gelieerd zijn aan een hypotheek, verkocht ten opzichte van de maand ervoor. In oktober zijn beide verkopen weer met 17% gestegen. Figuur 11 Aantal nieuwe hypothecaire verzekeringen en aantal verkochte woningen in 27 per maand hypothecaire verzekeringen aantal verkopen 25. 2. 15. 1. 5. J F M A M J J A S O N D 16 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27

Schadeverzekeringen - Resultaat schade neemt af - Nauwelijks groei premievolume schade als gevolg van felle concurrentie - Incidenten beïnvloeden het resultaat sterk.1 Overzicht schademarkt Bij het totaal van de schadeverzekeringen, dus exclusief Zorg (ziektekosten en inkomen), valt op dat het premievolume in 27 nauwelijks stijgt ten opzichte van 26. De felle concurrentie op nagenoeg verzadigde markten zorgt ervoor dat de premies voortdurend onder druk staan, waardoor ondanks een toenemend aantal polissen en stijgende inflatie het premievolume maar zeer licht kan groeien. Omdat de schadelast toeneemt, neemt het resultaat in 27 af ten opzichte van de voorgaande jaren. acceptatiebeleid slagen verzekeraars erin de betaalde schade binnen de perken te houden. In 27 lijkt deze ontwikkeling niet langer meer houdbaar als strategie om het resultaat op peil te houden. Door enkele incidenten, door toenemende schade en door dalende premies staat het resultaat zodanig onder druk dat het voor het eerst in jaren afneemt. De netto combined ratio 7 van het totaal van de schadeverzekeringen ligt in 27 rond de 95. Dit is een aanzienlijke verhoging in vergelijking met 26 (92), Tabel 1 Premievolume en premieontwikkeling schadebranches branche 26 27 mutatie miljard euro % Motorrijtuigen,6,6 Brand 3,5 3,5 Transport,7,7 6 Overige * 3,7 3,8 w.o. Aansprakelijkheid 1,2 1,2 7 w.o. Rechtsbijstand,5,6 7 w.o. Reis,5,5 1 Totaal 12,6 12,7 1 * Tot de Overige verzekeringen behoren ook Krediet & borgtocht en Diverse geldelijke verliezen. Dat het resultaat tot en met 26 kon groeien, was vooral het gevolg van een afname van het aantal schaden. Door meer aandacht te schenken aan risicoidentificatie, preventie en een aanscherping van het maar het betekent dat de inkomsten nog steeds voldoende hoog zijn om de uitgaven te kunnen dekken, zonder dat daarbij sprake is van compenserende beleggingsopbrengsten. Figuur 12 Resultaat na rente in procenten van de verdiende premie en de netto combined ratio Schade voor herverzekering na herverzekering netto combined ratio schade 2 1 16 15 15 17 15 1 1 97 12 8 11 8 11 11 9 96 92 93 92 95 5 88 23 2 25 26 27 8 23 2 25 26 27 7 De netto combined ratio gebruikt de bedragen gecorrigeerd voor herverzekering. Dit kan alleen op brancheniveau. Voor de onderliggende productgroepen is het aandeel herverzekering niet bekend en moet derhalve de bruto combined ratio worden berekend. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 17

Kyrill Op 18 januari 27 vond de zwaarste storm in vijf jaar plaats. De schade van deze storm bedraagt meer dan 33 miljoen euro. Dit is ongeveer 2% van de totale schade op het gebied van brandverzekeringen over een heel jaar. Tabel 2 Stormschade 18 januari 27 per branche soort verzekering schade (in miljoenen) Bedrijven (opstal en inboedel) 18 Opstal particulieren 1 Motorrijtuigen 2 Inboedel particulieren 15 Transport 8 Constructie en aanbouw 7 Totaal 33 Van de totale schade kwam 295 miljoen euro voor rekening van de brandverzekeringen die opstal en inboedel dekten, waarvan het leeuwendeel uiteraard bestond uit schade aan opstal. De schade aan bedrijfsgebouwen (opstal en inboedel) was de grootste schadepost, bijna twee keer zo hoog als de schade aan particuliere opstal. De hoogte van de bedrijfsschade wordt mede veroorzaakt doordat de agrarische schade hieronder valt. De storm heeft veel kassen beschadigd, waarna de regen, de glasscherven en de daarna invallende vorst de oogst zodanig beschadigden dat de totale schade flink opliep..2 Herverzekering De ontwikkeling bij herverzekeringen beïnvloedt het behaalde resultaat van verzekeraars in 27 negatief. De premie betaald aan herverzekeraars neemt al enkele jaren toe, een trend die in 27 tot een halt komt. De door herverzekeraars uitgekeerde schade is gedaald, waardoor de herverzekeringsmarge, die gezien kan worden als het netto bedrag dat verzekeraars aan herverzekeraars betalen om hun risico te verkleinen, dit jaar groter is dan in de voorliggende jaren. Dit wordt enigszins gecompenseerd door toegenomen ontvangen provisie van herverzekeraars. De ontwikkeling van de herverzekeringen is een gevolg van wereldwijd gestegen herverzekeringspremies, mede als gevolg van terroristische dreigingen en een toegenomen kans op rampen als gevolg van klimaatveranderingen. Om de gestegen herverzekeringspremies te compenseren, nemen verzekeraars meer in eigen behoud. Dit is voor het aan herverzekeraars betaalde premievolume min of meer neutraal. Omdat in 27 de uitgekeerde schadelast afnam, is het verschil tussen de premie en de schade in 27 groter dan in voorgaande jaren..3 Motorrijtuigen Het premievolume van de branche Motorrijtuigen is in 27 ongeveer gelijk gebleven aan dat van 26. Het effect hiervan is des te sterker, omdat de inflatie toeneemt en het wagenpark in 27 verder is uitgebreid. De oorzaak van het gelijk blijvende premievolume ligt vooral in de dalende premies als gevolg van Figuur 13 Herverzekeringsmarge, premie betaald aan en schade ontvangen van herverzekeraars, als percentage van de verdiende premie herverzekeringsmarge premie schade 9 2 7 2 18 19 19 2 2 6 6 6 16 5 12 3 8 9 8 11 1 1 23 2 25 26 27 23 2 25 26 27 18 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27

Figuur 1 Gemiddelde verzekeringspremie van nieuw afgesloten personenautopolissen per kwartaal 52 8 77 77 36 23 13 8 daald. Dit komt doordat de individuele premies lager zijn geworden en omdat aan de dalingen van de schaden in 27 een einde is gekomen. Uit cijfers van de Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) is ook te zien is dat het aantal doden in het verkeer het afgelopen jaar weliswaar weer is gedaald, maar dat het aantal verkeersgewonden juist is toegenomen, van 9.51 in 26 naar 9.683 in 27. Dit betekent een hogere schadelast als gevolg van verkeersongevallen, in plaats van de daling die tot vorig jaar zichtbaar was. Dit kan niet worden gecompenseerd door het gunstige effect van een snellere afhandeling van letselschaden (zie pagina 21). 36 26-3 26-27-1 27-2 27-3 27- de sterke concurrentie in deze sector. Gecombineerd met een afnemende schadelast in het verleden heeft dit geleid tot substantiële premieverlagingen. Slechts dankzij een volume-effect blijft het totale premievolume nog op peil. De diefstal van voertuigen loopt al enkele jaren terug. Alhoewel deze trend doorzet voor personenauto s, bedrijfsvoertuigen en aanhangers, zien we bij motoren en bromfietsen juist een toename van het aantal gestolen voertuigen. Vooral bij bromfietsen is de stijging enorm. Ook dit drukt de schadelast van motorvoertuigen in 27 dus niet in dezelfde mate als voorgaande jaren. Het resultaat na rente en na herverzekering van de branche Motorrijtuigen is vergeleken met 26 ge- Het resultaat van motor is niet bij alle onderdelen afgenomen. Zo neemt het resultaat vooral bij de casco- Tabel 3 Diefstallen van voertuigen (bron: RDW-BOVAG) categorie 23 aantal 2 25 26 27 mutatie 6/ 7 % Personenauto s 18.968 16.527 13.8 12.821 11.891-7% Bedrijfsvoertuigen 3.78 3.672 3.38 2.763 2.7-11% Aanhangers 1.5 92 1.32 1.3 987 -% Motorrijwielen 1.886 1.768 1.765 1.57 1.676 8% Bromfietsen* nb nb nb.2 9.77 121% Totaal 25.67 22.99 19.679 18.161 17.1-6% % van vorig jaar -17-11 -1-8 -6 2 % teruggevonden 65 66 61 55 56 1 * Cijfers zijn bekend vanaf 26 en daarom niet meegenomen in het totaal. Figuur 15 Resultaat na rente in procenten van de verdiende premie en netto combined ratio Motor na herverzekering voor herverzekering netto combined ratio schade 2 11 15 12 15 1 13 15 1 5 7 6 9 8 11 12 1 95 1 98 95 93 91 23 2 25 26 27 9 23 2 25 26 27 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 19