Jaarplanning spelling



Vergelijkbare documenten
De leerlijn spelling CED-Groep

De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so)

De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so)

Niveau 1 mkm-woorden; medeklinkers, korte en lange klanken, tweetekenklanken. Niveau 2 Medeklinkercombinaties; mkmm- eenvoudig, mmkm

Leerlijn Spelling voor leerlingen die uitstromen naar Praktijkonderwijs GROEP 3

De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so)

Visuele Leerlijn Spelling

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid

Ezel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

namen steden landen Namen steden. werelddelen 61 Namen landen hoofdletter werelddelen. namen, N Namen inwoners van inwoners van landen

1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort.

Taal actief spelling en de nieuwe Cito-toets spelling. Taal actief

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Overzicht categorieën Taal actief groep 7

Afspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team.

instapkaarten spelling

oefenen met spelling A

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Lees U laat uw kind de eerste set woorden van de week voorlezen. Deze woorden staan rechtsboven op iedere uitlegkaart.

Spelling 1F. Doelgroepen Spelling 1F. Omschrijving Spelling 1F

WOORDPAKKET 6.2 i in een tweeklank hoofdletter

naamwoord naamwoord 1F enkelvoud van zelfstandig 1F meervoud van zelfstandig 1F zelfstandig naamwoord 1F lidwoord 1F werkwoord 1F samenstelling

BLOK 2: les 1 en 2. groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) REGEL: 14: Lange klanken aan het eind van een klankgroep:

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

DE REFERENTIENIVEAUS. en Taal actief 4

haas poes beer slak wesp staart worst struik schaap geit slang Korte klank lange klank Zeg het woord hardop. Schrijf wat je hoort.

Informatie over kerndoelen en leerdoelen Alles-in-1 en Alles-Apart

Schoolgedrag. Stil zijn als de leerkracht dat vraagt. Op een stoel blijven zitten. Luisteren naar instructies en deze uitvoeren.

Verantwoording Toetstrainer Entreetoets Taal

Onthoudschrift spelling groep 8:

Leerlijn Spelling in Veilig Leren Lezen en Taalactief-3 voor de groepen 3 t/m 8 (G.vd.B. Linnaeusschool, feb. 2012)

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt dan schrijf je ij dan schrijf je ij

Leerstofaanbod groep 4

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

instapkaarten spelling

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Score 22 Percentiel 64 Niveau I-V II Niveau A-E B DLE 45 T-score 53,7 Vaardigheidsscore 8,5

Spelling 2F. Doelgroepen Spelling 2F. Omschrijving Spelling 2F

instapkaarten spelling

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty

instapkaarten spelling

mollen -> de o wordt uitgesproken als o. Dit noemen wij een woord met een woord met een gesloten lettergreep: mol len.

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt. Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Dan schrijf je ij.

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

INDIVIDUEEL RAPPORT. Leerlinggegevens. Score 20 Percentiel 50. Groep De Berkenboom Groep 7 Afnamedatum

2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over

WELKOM IN GROEP 7. Informatieboekje voor ouders SCHOOLJAAR OBS DE HAARSCHOOL

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling

ring bank touw blauw vinkje kroontje bloempje stoel kast schrift schuur Thema 2 De boom ik leer: woorden lezen die uit twee woorden bestaan, zoals

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Wat is een zelfstandig naamwoord?

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Overzicht AmbraSoft: De Taalbende, Taal en Rekenen

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Samenvatting Nederlands Spelling

WOORDPAKKET 5.1. Ik schrijf de vrije klinker a/e/o/u in een open lettergreep, verenkeling: woorden net als apen zweven over muren.

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 8 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

kettinkje Ik hoor ju. ik schrijf je. Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6

hond Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) Ik schrijf t Ik schrijf d

Thema 1: De nieuwe groep

links 67 links 69 rechts 71 rechts 73 links - rechts visuele discriminatie - grote verschillen (tekening)

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling

Uitleg Staal Spelling

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.

Leerdoelen groep 8. Pluspunt rekenen

mollen -> de o wordt uitgesproken als o. Dit noemen wij een woord met een woord met een gesloten lettergreep: mol len.

Overzicht AmbraSoft: Taalbende, Taal en Rekenen

Spellingchecker .?. Voor de juiste spelling. Nicole Neels. hoorwoorden. net als woorden. weetwoorden. regelwoorden

woorden met drie medeklinkers

jaargang februari 2016 nr. 11 TWEE-WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF VAN BASISSCHOOL DE BELHAMEL I.S.M. MET HAAR OUDERVERENIGING EN MEDEZEGGENSCHAPSRAAD

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Woorden waarin je /ie/, /i/ of /j/ hoort en y schrijft. Meer uitleg vind je bij woordpakket 2 op bladzijde 8 van het leerlingenboek.

Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12

Estafette Nieuw Leerlijn Technisch Lezen jaargroep 4

zelfstandig naamwoord

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort

Doelenkaart (V)SO. Domein Schriftelijk Taal, Schrijven. Schoolstandaard van de Waterlelie. Uitstroomperspectief (UPP)

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

leerling 05 Meest recente oef ening en (max. 1 week geleden) Opgemaakt op

6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm

Online leren lezen - Overzicht van de oefeningen

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 7. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 7 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Van leesplankje naar digitaal leren lezen en spellen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Leerdoelen groep 7. Pluspunt rekenen

NTC-LEERLIJN DOMEINOVERZICHT BEGRIPPEN EN TAALVERZORGING BEGRIPPEN TAALVERZORGING

Transcriptie:

Week 1 Jaarplanning spelling medeklinker(s) en klinkers die door 1 letter worden weergegeven (pen, bol) Kinderen spellen woorden die zijn samengesteld uit 2 eerder geleerde woorden (fietsbel, taalschrift, tuinslang) Aai/ooi/oei woorden (cat 11) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen) Week 2 medeklinker(s) en klinkers die door 1 letter worden weergegeven (pen, bol) Kinderen spellen woorden die zijn samengesteld uit 2 eerder geleerde woorden (fietsbel, taalschrift, tuinslang) Aai/ooi/oei woorden (cat 11) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen) Week 3 medeklinker(s) en klinkers die door 1 letter worden weergegeven (pen, bol) Kinderen spellen woorden met (f)v of (s)z inclusief samenstellingen (vliegtuig, zwart) Woorden die eindigen op een d (cat 18) ww-spelling tegenwoordige tijd ww- spelling verleden tijd Kinderen vervoegen en spellen voltooid deelwoorden van werkwoorden op ven,fen of zen,sen (beloofd, gereisd)

Week 4 medeklinker(s) en klinkers die door 2 dezelfde letters worden weergegeven (boom, aap) Kinderen spellen woorden met (f)v of (s)z inclusief samenstellingen (vliegtuig, zwart) Woorden die eindigen op een d (cat 18) ww- spelling tegenwoordige tijd Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden op den in de onvoltooid tegenwoordige tijd (wij vinden, ik vind, hij vindt) Kinderen vervoegen en spellen voltooid deelwoorden van werkwoorden op ven,fen of zen,sen (beloofd, gereisd) Week 5 medeklinker(s) en klinkers die door 2 dezelfde letters worden weergegeven (boom, aap) Kinderen spellen woorden met aai,ooi, oei inclusief samenstellingen (nooit, gloeilamp) Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen met de klanken a, e, i, o, u aan het eind van de eerste klankgroep. (appel, letter, zitten, koffer, jullie) Week 6 Kinderen kennen de voor werkwoordspelling noodzakelijke begrippen (onderwerp, werkwoord, persoonsvorm e.d.) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden op den in de onvoltooid tegenwoordige tijd (wij vinden, ik vind, hij vindt) Kinderen vervoegen en spellen voltooid deelwoorden van werkwoorden op ten of den met dubbelvormen (hij bestelt, hij heeft besteld) medeklinker(s) en klinkers die door 2 dezelfde letters worden weergegeven (boom, aap) Kinderen spellen woorden met aai, ooi, oei inclusief samenstellingen (nooit, gloeilamp) Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen met de klanken a, e, i, o, u aan het eind van de eerste klankgroep. (appel, letter, zitten, koffer, jullie) Kinderen kennen de voor werkwoordspelling noodzakelijke begrippen (onderwerp, werkwoord, persoonsvorm e.d.) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden met klankverandering in de onvoltooid verleden tijd (wij liepen, wij kochten, hij ging) Kinderen vervoegen en spellen voltooid deelwoorden van werkwoorden op ten of den met dubbelvormen (hij bestelt, hij heeft besteld)

Week 7 Week 8 medeklinker(s) en klinkers die door 2 verschillende letters worden weergegeven (pijn, huis) Kinderen spellen woorden met eer,oor,eur inclusief samenstellingen (meer, kleurboek) Kinderen spellen woorden aan het begin van een zin en namen van personen met een hoofdletter (Petra, John Demirbas). Kinderen zetten een punt, een vraagteken of een uitroepteken aan het eind van de zin. Kinderen vervoegen en spellen gewone werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (wij lopen, ik loop, hij loopt) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden met klankverandering in de onvoltooid verleden tijd (wij liepen, wij kochten, hij ging) Leerlingen vervoegen en spellen bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden (een getypt verslag) medeklinker(s) en klinkers die door 2 verschillende letters worden weergegeven (pijn, huis) Kinderen spellen woorden met eer,oor,eur inclusief samenstellingen (meer, kleurboek) Kinderen spellen woorden aan het begin van een zin en namen van personen met een hoofdletter (Petra, John Demirbas). Kinderen zetten een punt, een vraagteken of een uitroepteken aan het eind van de zin. Kinderen vervoegen en spellen gewone werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (wij lopen, ik loop, hij loopt) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden zonder klankverandering, maar zonder dubbelvormen, in de onvoltooid verleden tijd (ik maakte, zij hoorden) Leerlingen vervoegen en spellen bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden (een getypt verslag)

Week 9 medeklinker(s) en klinkers die door 2 verschillende letters worden weergegeven (pijn, huis) Kinderen spellen woorden met (ij)ei inclusief samenstellingen (klein, schoolplein) Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen waarvan de tweede onbeklemtoond is en met ig of lijk worden geschreven (aardig, moeilijk) Kinderen vervoegen en spellen bijzondere werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (hij heeft, jij bent) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden zonder klankverandering, maar zonder dubbelvormen, in de onvoltooid verleden tijd (ik maakte, zij hoorden) Kinderen spellen woorden waarin /t/ geschreven wordt als th (theater, apotheek) Week 10 Kinderen spellen klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan of achteraan (bloem, kast) Kinderen spellen woorden met (ij)ei inclusief samenstellingen (klein, schoolplein) Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen waarvan de tweede onbeklemtoond is en met ig of lijk worden geschreven (aardig, moeilijk) Kinderen vervoegen en spellen bijzondere werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (hij heeft, jij bent) Kinderen vervoegen en spellen voltooid deelwoorden (gegeten, gepakt, gebeld) Kinderen spellen woorden waarin /t/ geschreven wordt als th (theater, apotheek) Week 11 Kinderen spellen klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan of achteraan (bloem, kast) Kinderen spellen woorden met d of t achteraan inclusief samenstellingen (hond, kleinkind) Kinderen spellen woorden van meer dan 2 klankgroepen (tekenen, kinderen, hoofdletter, gemakkelijk) Kinderen spellen woorden waarin de /s/ geschreven wordt als c (citroen, centrum) Kinderen vervoegen en spellen voltooid deelwoorden (gegeten, gepakt, gebeld) Kinderen spellen woorden met isch(e) (kritisch, logische)

Week 12 Kinderen spellen klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan en achteraan (krant, sport) Kinderen spellen woorden met d of t achteraan inclusief samenstellingen (hond, kleinkind) Kinderen spellen woorden van meer dan 2 klankgroepen (tekenen, kinderen, hoofdletter, gemakkelijk) Kinderen spellen woorden waarin de /s/ geschreven wordt als c (citroen, centrum) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden op ven,fen of zen,sen in de onvoltooid tegenwoordige en verleden tijd (hij geeft, de juf verbaasde zich) Week 13 Kinderen spellen klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan en achteraan (krant, sport) Kinderen spellen verkleinwoorden die bestaan uit een grondwoord en de onbeklemtoonde lettergreep je,tje (kusje, treintje) Kinderen spellen woorden van meer dan twee klankgroepen waarin moeilijke letters als ei, ou/au g/ch etc. herhaald worden Kinderen spellen woorden waarin de /k/ geschreven wordt als c (camera, risico) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden op ven,fen of zen,sen in de onvoltooid tegenwoordige en verleden tijd (hij geeft, de juf verbaasde zich) Kinderen spellen woorden met isch(e) (kritisch, logische)

Week 14 Kinderen spellen woorden met 2 medeklinkers achteraan, die met een tussenklank worden uitgesproken (melk, warm) Kinderen spellen verkleinwoorden die bestaan uit een grondwoord en de onbeklemtoonde lettergreep je,tje (kusje, treintje) Kinderen spellen woorden van meer dan twee klankgroepen waarin moeilijke letters als ei, ou/au g/ch etc. herhaald worden Kinderen spellen woorden waarin de /k/ geschreven wordt als c (camera, risico) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden met klankverandering op ten of den in de onvoltooid verleden tijd (hij vond, zij vergat) Kinderen spellen typisch Engelse leenwoorden, inclusief werkwoorden (computer, hij keepte) Week 15 Kinderen spellen woorden met 2 medeklinkers achteraan, die met een tussenklank worden uitgesproken (melk, warm) Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen waarvan de eerste onbeklemtoond is (gezin, verhaal) Kinderen spellen verkleinwoorden op je, -etje, pje (vriendje, rolletje, bloempje) Kinderen spellen woorden waarin de /ie/ geschreven wordt als i (piloot, uniform) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden met klankverandering op ten of den in de onvoltooid verleden tijd (hij vond, zij vergat) Kinderen spellen typisch Engelse leenwoorden, inclusief werkwoorden (computer, hij keepte)

Week 16 Kinderen spellen woorden met meer dan 2 medeklinkers achter elkaar (markt, straat) Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen waarvan de eerste onbeklemtoond is (gezin, verhaal) Kinderen spellen verkleinwoorden op je, -etje, pje (vriendje, rolletje, bloempje) Kinderen spellen woorden waarin de /ie/ geschreven wordt als i (piloot, uniform) Kinderen spellen verkleinwoorden met de uitgangen etje,aatje,ootje,uutje of waarbij het grondwoord verandert. (vriendinnetje, autootje, kettinkje, paadje) Kinderen spellen typisch Franse leenwoorden, inclusief accenten (café, bureau, militair) Week 17 Kinderen spellen woorden met meer dan 2 medeklinkers achter Week 18 elkaar (markt, straat) Kinderen spellen woorden met (g)ch(t) inclusief samenstellingen (lach, zonlicht) Kinderen spellen woorden waar bij verlenging de f in een v of de s in een z verandert. (brief-->brieven, boos-->boze) Kinderen spellen woorden met de uitgang tie (actie, politie) Kinderen spellen verkleinwoorden met de uitgangen etje,aatje,ootje,uutje of waarbij het grondwoord verandert. (vriendinnetje, autootje, kettinkje, paadje) Kinderen spellen typisch Franse leenwoorden, inclusief accenten (café, bureau, militair) Kinderen spellen woorden met sch(r) (school, schrift) Kinderen spellen woorden met (g)ch(t) inclusief samenstellingen (lach, zonlicht) Kinderen spellen woorden waar bij verlenging de f in een v of de s in een z verandert. (brief-->brieven, boos-->boze) Kinderen spellen woorden met de uitgang tie (actie, politie) Kinderen gebruiken dubbele punt en aanhalingstekens op de juiste wijze. Kinderen spellen woorden met iaal, ieel, ueel of eaal (ideaal, financieel)

Week 19 Week 20 Week 21 Kinderen spellen woorden met sch(r) (school, schrift) Kinderen spellen woorden met uw,eeuw,ieuw inclusief samenstellingen (nieuw, sneeuwbui) Kinderen spellen woorden aan het begin van een zin en namen van personen met een hoofdletter (Petra, John Demirbas). Kinderen zetten een punt, een vraagteken of een uitroepteken aan het eind van de zin. Kinderen spellen woorden met de uitgang teit (kwaliteit, universiteit) Kinderen gebruiken dubbele punt en aanhalingstekens op de juiste wijze. Kinderen spellen woorden met iaal, ieel, ueel of eaal (ideaal, financieel) Kinderen spellen woorden met (nk)ng ( bang, kring, streng) Kinderen spellen woorden met uw,eeuw,ieuw inclusief samenstellingen (nieuw, sneeuwbui) Kinderen spellen woorden aan het begin van een zin en namen van personen met een hoofdletter (Petra, John Demirbas). Kinderen zetten een punt, een vraagteken of een uitroepteken aan het eind van de zin. Kinderen spellen woorden met de uitgang teit (kwaliteit, universiteit) Kinderen spellen woorden waarin de /sj/ geschreven wordt als ch (chocola, chef) Kinderen spellen moeilijke Nederlandse woorden, inclusief moeilijke meervouden en woorden met een b aan het eind of in het midden (lichaam, museum, perziken, ambtenaar) Kinderen spellen woorden met (nk)ng ( bang, kring, streng) Kinderen spellen woorden met (ou) au, inclusief de samenstellingen (gauw, lichtblauw) Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen waarvan de tweede onbeklemtoond is en met ig of lijk worden geschreven (aardig, moeilijk) Kinderen spellen woorden met de uitgang heid (gezondheid, verkoudheid) Kinderen spellen woorden waarin de /sj/ geschreven wordt als ch (chocola, chef) Kinderen spellen moeilijke Nederlandse woorden, inclusief moeilijke meervouden en woorden met een b aan het eind of in het midden (lichaam, museum, perziken, ambtenaar)

Week 22 Kinderen spellen klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan of achteraan (bloem, kast) Kinderen spellen woorden met (ou) au, inclusief de samenstellingen (gauw, lichtblauw) Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen waarvan de tweede onbeklemtoond is en met ig of lijk worden geschreven (aardig, moeilijk) Kinderen spellen woorden met de uitgang heid (gezondheid, verkoudheid) Kinderen spellen woorden met moeilijke letter q (aquarium) Kinderen spellen woorden met een koppelteken in een samenstelling (auto-ongeluk, televisie-uitzending) Week 23 Kinderen spellen klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan of achteraan (bloem, kast) Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen waarvan de tweede onbeklemtoond is en met een e- worden geschreven (goede, buiten) Kinderen spellen woorden van meer dan 2 klankgroepen (tekenen, kinderen, hoofdletter, gemakkelijk) Kinderen leren een komma in een opsomming zetten (Ik eet brood, fruit en wat salade.) en tussen bijvoeglijk naamwoorden ( Ik heb een mooie, rode fiets.) Kinderen spellen woorden met moeilijke letter q (aquarium) Kinderen spellen woorden met een koppelteken in een samenstelling (auto-ongeluk, televisie-uitzending) Week 24 Kinderen spellen klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan en achteraan (krant, sport) Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen waarvan de tweede onbeklemtoond is en met een e- worden geschreven (goede, buiten) Kinderen spellen woorden van meer dan 2 klankgroepen (tekenen, kinderen, hoofdletter, gemakkelijk) Kinderen leren een komma in een opsomming zetten (Ik eet brood, fruit en wat salade.) en tussen bijvoeglijk naamwoorden ( Ik heb een mooie, rode fiets.) Kinderen spellen woorden met moeilijke letter x (taxi, examen) Kinderen spellen woorden met een trema (reünie, knieën)

Week 25 Kinderen spellen klankzuivere woorden met combinaties van 2 medeklinkers vooraan en achteraan (krant, sport) Kinderen spellen woorden met de klanken aa, ee, oo, uu achteraan (ja, nee, zo, nu) Kinderen spellen woorden van meer dan twee klankgroepen waarin moeilijke letters als ei, ou/au g/ch etc. herhaald worden Kinderen spellen woorden waarin de /zj/ geschreven wordt als g (giraf, horloge) Kinderen spellen woorden met moeilijke letter x (taxi, examen) Kinderen spellen woorden met een trema (reünie, knieën) Week 26 Kinderen spellen woorden met 2 medeklinkers achteraan, die met een tussenklank worden uitgesproken (melk, warm) Kinderen spellen woorden met de klanken aa, ee, oo, uu achteraan (ja, nee, zo, nu) Kinderen spellen woorden van meer dan twee klankgroepen waarin moeilijke letters als ei, ou/au g/ch etc. herhaald worden Kinderen spellen woorden waarin de /zj/ geschreven wordt als g (giraf, horloge) Kinderen spellen woorden met moeilijke letter y (hobby, gymnastiek) Kinderen spellen afkortingen (tv, havo, blz.) Week 27 Kinderen spellen woorden met 2 medeklinkers achteraan, die met een tussenklank worden uitgesproken (melk, warm) Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen met de klanken aa, ee, oo, uu aan het eind van de eerste klankgroep(water, beker, molen, buren ) Kinderen spellen verkleinwoorden op je, -etje, pje (vriendje, rolletje, bloempje) Kinderen spellen woorden die beginnen met s ( s morgen, s avonds) Kinderen spellen woorden met moeilijke letter y (hobby, gymnastiek) Kinderen spellen afkortingen (tv, havo, blz.)

Week 28 Kinderen spellen woorden met meer dan 2 medeklinkers achter elkaar (markt, straat) Kinderen leren mmkm en mkmm woorden Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen met de klanken aa, ee, oo, uu aan het eind van de eerste klankgroep(water, beker, molen, buren ) Kinderen spellen verkleinwoorden op je, -etje, pje (vriendje, rolletje, bloempje) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden op den in de onvoltooid tegenwoordige tijd (wij vinden, ik vind, hij vindt) Kinderen spellen aardrijkskundige, historische en godsdienstige namen en namen van instellingen met een hoofdletter. (Zuid- Hollandse, Tweede Kamer) Week 29 Kinderen spellen woorden met meer dan 2 medeklinkers achter elkaar (markt, straat) Kinderen leren mmkm en mkmm woorden Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen met de klanken aa, ee, oo, uu aan het eind van de eerste klankgroep(water, beker, molen, buren ) Kinderen spellen woorden waar bij verlenging de f in een v of de s in een z verandert. (brief-->brieven, boos-->boze) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen)

Week 30 Kinderen spellen woorden met sch(r) (school, schrift) Kinderen leren mmkm en mkmm woorden Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen met de klanken a, e, i, o, u aan het eind van de eerste klankgroep. (appel, letter, zitten, koffer, jullie) Kinderen spellen woorden waar bij verlenging de f in een v of de s in een z verandert. (brief-->brieven, boos-->boze) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden met klankverandering in de onvoltooid verleden tijd (wij liepen, wij kochten, hij ging) Open en gesloten lettergrepen (lopen, kippen) Week 31 Kinderen spellen woorden met sch(r) (school, schrift) Kinderen leren mmkm en mkmm woorden Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen met de klanken a, e, i, o, u aan het eind van de eerste klankgroep. (appel, letter, zitten, koffer, jullie) Samengestelde woorden (cat 13) Ei/ij en au/ou woorden Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden met klankverandering in de onvoltooid verleden tijd (wij liepen, wij kochten, hij ging) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden zonder klankverandering, inclusief dubbelvormen, in de onvoltooid verleden tijd (wij antwoordden)

Week 32 Kinderen spellen woorden met (nk)ng ( bang, kring, streng) Kinderen leren mmkm en mkmm woorden -eer, -oor, -eur regel (cat 14) Open en gesloten lettergreep (water, kippen) 6/7 Ei/ij woorden Au/ou woorden 6/7 Ei/ij en au/ou woorden Week 33 Kinderen spellen woorden met (nk)ng ( bang, kring, streng) Kinderen leren mmkm en mkmm woorden Kinderen spellen woorden van 2 klankgroepen met de klanken a, e, i, o, u aan het eind van de eerste klankgroep. (appel, letter, zitten, 5/6 5/6 Week 34 6/7 6/7 koffer, jullie) Open lettergreep (water, molen) Gesloten lettergrepen (mollen, kippen) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden zonder klankverandering, maar zonder dubbelvormen, in de onvoltooid verleden tijd (ik maakte, zij hoorden) Kinderen leren komma s plaatsen in samengestelde zinnen en tussen werkwoorden Kinderen leren mmkm en mkmm woorden Woorden met b instructie (web-rib-slab) Eerder geleerde spellingsregels door elkaar/herhaling spellingsregels die onvoldoende beheerst worden Woorden +heid en +teit instructie. c/k woorden c/s woorden c/k en c/s woorden

Week 35 Week 36 5/6 Week 37 f/v regel Eerder geleerde spellingsregels door elkaar/herhaling Instructie meervoud 's (menu's) Kinderen spellen woorden die beginnen met s ( s morgen, s avonds) Kinderen vervoegen en spellen voltooid deelwoorden (gegeten, gepakt, gebeld) Kinderen spellen woorden met een tussenletter n (boekenkast, paddenstoel) f/v regel instructie Eerder geleerde spellingsregels door elkaar/herhaling Instructie +ische (telefonisch/ kritisch) Kinderen spellen woorden die eindigen op s (auto s, diploma s) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden op ven,fen of zen,sen in de onvoltooid tegenwoordige en verleden tijd (hij geeft, de juf verbaasde zich) Kinderen spellen woorden met een tussenletter s- (dorpsweg, stadspark) s/z regel instructie Eerder geleerde spellingsregels door elkaar/herhaling Verkleinwoorden, instructie +ootje/ +uutje/ +aatje en +nkje. Kinderen vervoegen en spellen gewone werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (wij lopen, ik loop, hij loopt) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden op ven,fen of zen,sen in de onvoltooid tegenwoordige en verleden tijd (hij geeft, de juf verbaasde zich) Kinderen spellen woorden met een tussenletter s- (dorpsweg, stadspark)

Week 38 4/5 5/6 s/z regel instructie Instructie f/v woorden. Instructie th woorden (kathedraal) Kinderen vervoegen en spellen gewone werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (wij lopen, ik loop, hij loopt) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden met klankverandering op ten of den in de onvoltooid verleden tijd (hij vond, zij vergat) Kinderen spellen stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden (wollen, zilveren) Week 39 Eerder geleerde spellingsregels door elkaar/herhaling 5/6 Eerder geleerde spellingsregels door elkaar/herhaling Instructie i-ie woorden Kinderen vervoegen en spellen bijzondere werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (hij heeft, jij bent) Kinderen vervoegen en spellen werkwoorden met klankverandering op ten of den in de onvoltooid verleden tijd (hij vond, zij vergat) Kinderen spellen stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden (wollen, zilveren) Week 40 Eerder geleerde spellingsregels door elkaar/herhaling Eerder geleerde spellingsregels door elkaar/herhaling Eerder geleerde spellingsregels door elkaar/herhaling Kinderen vervoegen en spellen bijzondere werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (hij heeft, jij bent) Kinderen vervoegen en spellen voltooid deelwoorden (gegeten, gepakt, gebeld) Eerder geleerde spellingsregels door elkaar/herhaling