De Pedagogische Opleiding in de Circuskunst Contactpersoon: Geneviève Wertz De Circusschool van Brussel Picardstraat 11, 1000 Brussel Tel: 02 640 15 71 Fax: 02 647 51 14 www.ecoledeciquedebruxelles.be
INHOUD 1. Inleiding 2. Pedagogische aanpak 3. Doelstellingen 4. Doelpubliek 5. Pedagogisch team 6. Inhoud van de opleiding 6.1. Lessen (techniek, expressie, theorie, vrije oefening) 6.2. Stages 6.3. Open lessen 6.4. Proefateliers 6.5. Eindwerk en animaties 6.6. Evaluaties 6.7. Seminaries
1. Inleiding Sinds zijn oprichting in 1981 heeft de Circusschool van Brussel bijgedragen tot de ontwikkeling van de circuskunsten door haar aanbod van kinder- en volwassencurssussen uit te breiden. Om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag en aan de kwaliteit van het onderricht, start de Circusschool in 1989 met een Pedagogische Opleiding in de Circuskunsten, een cursus van 1235 uren op één jaar. Op 15 jaar tijd hebben meer dan 150 Europese studenten deze opleiding gevolgd. 2. Pedagogische aanpak De Circusschool gebruikt de circuskunsten als middel voor de persoonlijke ontwikkeling en tracht hierbij bij te dragen tot de autonomie van de leerling. Het accent ligt op de globale aanpak en stoelt op volgende kennis: Het lichamelijk bewustzijn, de beweging. Expressie en artistiek gevoel. Zelfkennis. Het artistiek denkproces, creativiteit en improvisatie. Sociaal contact en communicatie. Het lichamelijk evenwicht, zijn plaats vinden binnen een groep, zich uitdrukken en via techniek vooruit gaan op een ludieke en creatieve wijze met gemeenschappelijk respect zijn de voornaamste opties van de aanpak van de Circusschool. 3. Doelstellingen Deze opleiding is een technische en multidisciplinaire vorming voor de animatoren. Via praktische lessen, oefensessies en werken bekomen ze de nodige competenties om zelf les te geven in meerdere disciplines, die rijk en gevarieerd zijn op een basisniveau en voor sommigen op een hoger niveau. Via theorethische lessen, seminaries en stages brengen we hun een pedagogische aanpak bij, waarbij de globale ontwikkeling van de persoon gerespecteert wordt.
Via praktische en theoretische evaluaties en een regelmatige opvolging van de student bij zijn/haar stages begeleiden we hen in hun pedagogische, methodische en didactische vorming. De nodige middelen voor zijn initiatie in de circuskunsten worden overgedragen in diverse contexten: animaties, sociale projecten, werken met mindervaliden, werken in een schoolomgeving,... Via acteursspel, drama en dans moedigen we een expressieve en creatieve theatrale aanpak van de circustechnieken aan. De opleiding groepeert 3 niveaus: het individueel werk (op een fysiek, gevoelig, mentaal en expressief niveau met de ontwikkeling van de technische en creatieve competenties) het groepswerk (groeps- en partnerwerk) de overdracht van de didactische en pedagogische kennis (via de stages) 4. Doelpubliek De opleiding richt zich tot alle personnen in het bezit van een pedagogisch diploma (opvoeders, onderwijzers, animatoren, leerkrachten lichamelijke opvoeding) of met een relevante professionele ervaring in animaties met kinderen of adolecenten. De kandidaten worden gekozen op basis van een tweedaagse auditie, met volgende criteria: De motivatie (onderhoud met het pedagogisch team). De fysieke mogelijkheden (praktische lessen). De groepshouding. Minstens 21 jaar zijn tijdens het cursusjaar. Praktische gegevens: Maximaal 14 studenten worden toegelaten tot de opleiding. De kost van de auditie: 90 Euro. Inschrijvingsgeld: 1750 Euro. 5. Pedagogisch team De lesgevers (11 in totaal) maken deel uit van de artistieke, pedagogische of medische wereld. Het merendeel onder hen heeft makkelijk 15 jaar ervaring met lesgeven. Ze werken in samenwerking met de lesgevers uit de verschillende sectoren van de Circusschool en ontwikkelen zo een pedagogisch geheel en een dynamische aanpak.
Bondewel Gab Licentiaat in lichamelijke opvoeding, volgde de pedagogische opleiding van de Circusschool van Brussel. Jongleur en directeur van de Circusschool WOESH in Brugge. Crespin Ariane Afgestudeerd aan het Instituut Jaques Dalcroze van België De Gottal Françoise Speciale prijs aan het conservatorium van Brussel, volgde de pedagogische opleiding aan de Circusschool van Brussel, actrice. Leroy Frédéric Licentiaat in lichamelijke opvoeding, trainer van de mannelijke gymnasten eerste divisie. Martinez Bety Formatirice in de circuskunsten, volgde de pedagogische opleiding aan de circusschool van Brussel en is de verantwoordelijke van de circusschool AM ART. Pierard Tom Regent in lichamelijke opleiding, diabolist. Seeuws Axel Regent in lichamelijke Opvoeding, tra iner in trampoline en leerkracht aan de Hogeschool voor Circuskunsten van Brussel (ESAC). Van Den Bossche Mira Kinesitherapeute, actrice en danser en leerkracht in de techniek Matthias Alexander. Van Maele Isabelle Licentiaat in lichamelijke opvoeding, volgde de pedagogische opleiding en de pedagogische opleiding van de Circusschool, begeleidster bij Circus in Beweging. Wawrzyniak Sandrine Licentiaat lichamelijke opvoeding, volgde de pedagogische opleiding van de Circusschool van Brussel, artiste en verantwoordelijke voor het project Carabistouille. Wertz Geneviève Licentiaat lichamelijke opvoeding, afgestudeerd aan het Instituut Jaques Dalcroze, volgde de pedagogische opleiding van de Circusschool van Brussel.
6. Inhoud van de opleiding Een voltijdse opleiding van september tot eind augustus. 35 weken les, 19 uur per week. 400 uren seminaries, vrije oefensessies en werkvoorbereidingen. 4 weken stage (130 uren) + 40 wekelijkse stage uren. 4 schoolanimaties. De creatie van een één uur durende voorstelling rond een thema dat zich richt naar een jong publiek. 6.1. De lessen. De lessen worden opgedeeld in 3 delen: - het technische proces - het creatieve denkproces - de methodologie. 1. Circustechnieken. Acrobatie (grond-, dynamsich, acro-porté ) 4u/week Trapeze 2u/week Evenwicht (monocycle, koortdansen, bal, rola-bola, stelten) 3 u/week Jongleren (bal, kegel, diabolo, bord, sjaal) 2u45/week 2. Expressie. Acteurspel (beweging, masker, personnage) 2u/week Dans/beweging (contactdans, creatieve dans, relaxatie) 2u/week 3. Theoretische lessen. Bewegingsanatomie (kinesie, lichaamsbesef) 34 uren Methodologie 34 uren 4. Vrije oefensessies en voorbereiding 400 uren. 5. Drama. Het jaar begint met een dramaweek. Deze periode is gewijd aan de groepsdynamiek 30 uren. 6. Communicatie. Rollenspelen (15 uur in januari) staan de student toe om zijn rol als animator, zijn pedagogische aanpak, zijn groepsattitude en zijn communicatiewijze te verbeteren. 6.2. Stages Gedurende het hele jaar geven de studenten multidisciplinaire kinderstages. Via deze stages willen we het volgende bereiken: - de mogelijkheid bieden om de pedagogische aanpak van de circustechnieken zo snel mogelijk in praktijk te brengen
- het verschil tussen de wekelijkse stages en de vakantiestages in de verf zetten - het verrijken van hun ervaring met groepen van verschillende leeftijden - via supervisie consequent evalueren om zodoende elke student de kans te bieden om progressief verder te evolueren. 1. Wekelijkse stages Elke week volgt de student eenzelfde groep kinderen vanaf het begin tot het einde van het jaar. Progressief zal de student deelnemen aan de stage (observatie, bijstand en medewerking). 2. Specifieke stage Deze stage is facultatief en geeft de student de mogelijkheid om zich te verdiepen in een project (handicirque, cirquétude,...) die aanleunt bij zijn opleiding, motivatie en objectieven. 3. Vakantiestage Deze progressieve stage laat de student toe om zich de dynamiek van een stage waarbij hij de kinderen zelf opvangt eigen te maken. De groepsleeftijd verandert bij elke stage. Nieuwjaar: een observatieweek, bijstand en begeleiding van bepaalde facetten van de stage. Pasen: een begeleidingsstage van een week voor een groep kinderen door 2 studenten. Zomer: 2 weken van individuele begeleidingsstage. 6.2. Open lessen Elke student geeft tijdens het eerste trimester een les in aanwezigheid van het pedagogisch team en de directie. De objectieven zijn: De evolutie aantonen vanaf het begin van het jaar Het technisch niveau van de studenten te tonen Een uitwisseling tussen de opleiders mogelijk te maken met het oog op de coherentie en de inhoud van de opleiding. 6.3. Proefateliers Het tweede trimester stellen de studenten alle circustechnieken voor aan het pedagogisch team en de directie. Aan de basisinstructies (technische kennis, creatief denkproces, individueel en groepswerk, begin en einde van een presentatie, presentatie op scene) worden per techniek specifieke instruktie toegevoegd. De studenten krijgen 15 dagen voorbereiding. Elk atelier maakt deel uit van een geschreven evaluatie.
6.4. Eindwerk en animaties Dit wordt in de vorm van een voorstelling gepresenteerd. De objectieven: De complete organisatie van een voorstelling beheren. Zich op scene begeven, met de bijkomende bedoeling dit aan kinderen te kunnen overbrengen. Zich uit te drukken door middel van circustechnieken. Individuele en groepspresentatie van de diverse technieken. Een rode draad of een thema zoeken, die kinderen aanspreekt, op visueel en inhoudelijk vlak. Het beheer van de praktische organisatie (praktische regie, klank & licht, kostumes, decor, ontvangst, uurregeling, repetities,...). De voorbereidig duurt 3 weken. Een begeleider beheert de coördinatie en de regie. De lesgevers begeleiden per techniek een onderdeel van de voorstelling. De voorstelling wordt 3 keer gespeeld in de Circusschool. Vervolgens wordt een animatie in circustechnieken en een presentatie van de voorstelling aangeboden door de studenten aan scholen en instituten voor mindervaliden. De studenten passen de voorstelling en de animatie aan, naargelang het niveau van de doelgroep. 6.5. Evaluaties De regelmatige evaluaties maken een aanpassing in de evolutie en de vooruitgang van de student mogelijk. De criteria zijn de volgende: Technische kennis Het creatief denkproces De groepsattitude en de technische aanpak. 1. De cursussen Evaluaties elke 6 weken. Elke student maakt een zelf-evaluatie op basis van zelfde criteria. 2. De stages Regelmatige evaluaties tijdens het jaar en na elke vakantiestage. De specifieke criteria zijn: De geschreven voorbereiding De inhoudelijke kennis De houding De communicatie
Het beheer... 3. De oefenateliers De evaluatie gebeurt op basis van voorgeschreven instructies in de oefenateliers. De ateliers worden opgenomen op video, die een diepgaande studie van de presentatie mogelijk maakt. 4. De voorstelling De evaluatie is gebasseerd op: De voorbereiding, de organisatie en het induvidueel beheer De presentatie (technische kennis, artistiek denkproces, aanwezigheid, thema,...) Het geheel van de evaluaties maakt deel uit van de deliberatie op het einde van het jaar. De geslaagde studenten bekomen een certificaat van de school. 6.6. Seminaries Regelmatige contacten in de circuswereld openen mogelijkheden op het vlak van onderzoek, verrijking en vervollediging van de opleiding (bvb. Cooperatieve spelen, de bewegingmethode van Veronica Sherborne, beheer van een project, financiering van een school, circusgeschiedenis,...) Elke student stelt een boek voor met als onderwerp: circustechnieken, beweging, theater, een pedagogische methode, een ervaring,...