RESTSTROKENBELEID Gemeente Culemborg December 2012 Vastgesteld door de gemeenteraad op 28 februari 2013 1
Inhoudsopgave 1. Voorwoord 2. Verzoek tot aankoop reststrook 2a. Wijze van beleid 2b. Wijze van handelen bij een verzoek tot aankoop 2c. Bruikleenovereenkomst 2d. Geen verkoop of bruikleen mogelijk bij volgende criteria 3. Illegaal gebruik van grond en/of watergangen 3a. Wijze van beleid 3b. Juridisch kader 3c. Verjaring 2
1. Voorwoord Regelmatig krijgt de gemeente het verzoek van burgers tot aankoop van een strook restgroen welke in eigendom is van de Gemeente Culemborg. De verwerking van deze verzoeken moet op een uniforme wijze worden afgerond. Daarnaast wordt binnen de gemeente Culemborg regelmatig illegaal gebruik gemaakt van gemeentegrond of watergangen. Er worden reststroken bij tuinen getrokken, braakliggend terrein in gebruik genomen of delen van watergangen voorzien van damwanden of vlonders, zonder dat daarvoor toestemming is verleend. Ook in deze gevallen zal er door de gemeente op een uniforme wijze moeten worden onderzocht en gehandeld. Om het voorgaande te bewerkstelligen is in september 2008 door de Raad het Beleid Handhaving Illegaal Gebruik Gemeente-eigendom aangenomen. Hierin wordt met name het beleid met betrekking tot illegaal gebruik behandeld. Door gewijzigde inzichten in de wijze van behandelen van reststroken in het geval van aankoop en bij illegaal gebruik, dient het Beleid Handhaving Illegaal Gebruik Gemeente-eigendom van september 2008 te worden ingetrokken. Het onderliggend Reststrokenbeleid zal het voorgaande beleid vervangen en deze op een aangepaste wijze en met enige uitbreiding voortzetten. 2. Verzoek tot aankoop reststrook 2a. Wijze van beleid De gemeente zal in deze een passief beleid hanteren, wat inhoudt dat de burger op eigen initiatief een verzoek tot aankoop kan indienen. Om de uitvoering hiervan te vergemakkelijken, zal op de website van de gemeente heldere informatie worden geplaatst m.b.t. het reststrokenbeleid. In deze informatie zal o.a. melding worden gemaakt van het feit dat alleen die reststroken in aanmerking komen voor verkoop welke geen noemenswaardige rol spelen binnen de groenstructuur van de gemeente, geen watergang betreffen en die voldoen aan een aantal vastgelegde criteria welke onder punt 2d worden genoemd. 2b. Wijze van handelen bij verzoek tot aankoop De potentiële koper dient een verzoek tot aankoop van een reststrook in bij de gemeente. Het verzoek zal worden getoetst aan een aantal criteria, die onder punt 2d in deze beleidsnota aan de orde komen. Toetsing vindt plaats door verschillende bedrijfsonderdelen binnen de gemeente op grond van bestaand beleid. Indien aan alle criteria kan worden voldaan zal de reststrook ter verkoop worden aangeboden. De gehanteerde prijs bedraagt 150,00 per m² (prijspeil 2012). De gehanteerde verkoopprijs van reststroken is in 2012 opgenomen in het grondprijzenbeleid van de gemeente Culemborg. De verkoop zal plaatsvinden, onder de restrictie dat alle kosten met betrekking tot de juridische overdracht (o.a. overdrachtsbelasting, notariële kosten en kadastrale kosten) voor rekening van de koper zijn. 2c. Bruikleenovereenkomst Indien verkoop van de grond niet tot de mogelijkheden behoort volgens de gestelde criteria van punt 2d. kan het college van burgemeester en wethouders in een gelimiteerd aantal gevallen een bruikleenovereenkomst om niet (zonder financiële tegenprestatie) voor bepaalde tijd aanbieden. Een dergelijke bruikleenovereenkomst kan worden opgemaakt indien: a. er sprake is van strategisch grondbezit. Dit is het geval wanneer de Gemeente Culemborg de betreffende grond op een later tijdstip nodig kan hebben voor het realiseren van bijvoorbeeld toekomstige ruimtelijke ontwikkeling of de uitbreiding van het wegennet, b. de verzoeker huurder is van het aangrenzende hoofdperceel of c. indien er sprake is van een vooraf bepaalde korte periode van gebruik. Vereist is dat als voorwaarde in de bruikleenovereenkomst wordt opgenomen dat het perceel niet mag worden gebruikt als bouwvlak. Het gebruik blijft beperkt tot tuin. Een tweede voorbehoud betreft het feit dat eenzijdige beëindiging overeenkomst door gemeente op ieder tijdstip mogelijk is. Als derde 3
dient de bruiklener de grond na beëindiging van de overeenkomst naar de wensen van de gemeente (leeg) op te leveren. Een belangrijk argument voor het hanteren van deze bruikleenovereenkomst is het voorkomen van illegaal grondgebruik in de toekomst en dus het voorkomen in een later stadium van een beroep op bevrijdende verjaring, waarbij de Gemeente Culemborg het eigendom van de grond kan verliezen (zie hiervoor punt 3c.). Daarnaast zal het gebruik van deze overeenkomst de onderhoudskosten m.b.t. dit perceel verminderen. De bruikleenovereenkomst zal alleen om niet worden ingesteld. Bij het toepassen van een huurprijs kan een automatische huurder/verhuurder-relatie ontstaan, waarmee de huurder een ongewenst sterke rechtspositie kan verkrijgen. 2d. Geen verkoop of bruikleen mogelijk bij volgende criteria Indien er sprake is van één van de onderstaande criteria is zal een verkoop of bruikleen van een reststrook niet tot de mogelijkheden behoren. Een verzoek hiertoe zal dan ook worden afgewezen. De criteria waaraan een verzoek tot verkoop/bruikleen zal worden getoetst aan dit beleid: Het vigerende bestemmingsplan staat het toekomstig beoogde gebruik niet toe. Het perceel maakt deel uit van de groenstructuur, zoals beschreven in het Groenstructuurplan 2006-2016 d.d. 18 januari 2007. Het perceel maakt onderdeel uit van een talud of van een bestaande watergang. het onderhoud van het omliggende gemeentelijk groen wordt belemmerd. verkopen van het perceel kan de verkeersveiligheid in gevaar brengen of toekomstige ontwikkelingen op het gebied van verkeer blokkeren. het perceel zal op korte termijn nodig zijn voor gemeentelijke of openbare doeleinden (verkeerstechnisch, civiel, ruimtelijke ontwikkeling of herinrichting). er is sprake van ernstige bodemvervuiling of een hoge archeologische verwachtingswaarde. in het perceel zijn leidingen, kabels etc. aanwezig. na aanpassing van de eigendomsgrenzen is geen logisch verloop van de percelen meer aanwezig het perceel zal gesplitst moet worden over meerdere aangrenzende eigenaren en niet alle eigenaren willen tot aankoop overgaan. het perceel grenst niet rechtstreeks aan het perceel van de eigenaar. het perceel fungeert als buffer tussen bijvoorbeeld bebouwing, wegen en paden. 3. Illegaal Grondgebruik 3a Wijze van beleid Bij controle in het veld, het realiseren van reconstructies of bij het verkopen van grond blijkt veelvuldig dat er gemeentegronden of delen van watergangen illegaal in gebruik zijn genomen. Het college van burgemeester en wethouders voert hieromtrent een handhavingsbeleid met als doel het terugdringen hiervan, dit o.a. ter voorkoming van de verjaringsproblematiek (hierop wordt later in deze beleidsnota onder punt 3c ingegaan) en het ontmoedigen van het illegaal grondgebruik. Bij constatering zal het college van burgemeester en wethouders de gebruiker verzoeken het betreffende perceel terug te brengen in de oude staat binnen een periode van zes maanden. De inrichting hiervan zal bij overdracht moeten voldoen aan de wensen van de gemeente. De kosten van de herinrichting zijn voor de gebruiker/bezitter. 4
3b. Juridisch kader Op de gemeente rust de taak ervoor zorg te dragen dat eigendom van publiek domein niet door verjaring verloren gaat. Handhaving zal plaatsvinden op grond van een juridisch privaatrechtelijk kader. Juridisch Privaatrechtelijk kader. De gemeente treedt in deze op als eigenaar van en rechthebbende op het perceel. De gemeente handelt in dit geval als een rechtspersoon/private partij. De gemeente is als eigenaar/rechthebbende bevoegd tot het opeisen van het perceel welke door een derde zonder recht wordt gebruikt (art. 5:2 BW). Dit is slechts anders indien de bezitter/gebruiker een geslaagd beroep kan doen op bevrijdende verjaring. Het stuiten van een lopende verjaring, waardoor de verjaring ophoudt te lopen, is mogelijk door een schriftelijke aanmaning of door erkenning. Indien een schriftelijke aanmaning niet leidt tot terugverkrijging van het eigendom doordat de bezitter vrijwillig diens bezit opgeeft, dan heeft deze alleen stuitende werking indien deze binnen zes maanden wordt gevolgd door een vordering in recht of een handeling tot verkrijging van een bindend advies. 3c. Verjaring Wanneer reeds vele jaren gebruik is gemaakt van gemeentegrond of -water kan het zijn dat het recht van de gemeente tot terugvordering van dit eigendom is verjaard. De consequentie hiervan is dat de gebruiker/bezitter het eigendom heeft verkregen waardoor de gemeente hierop geen aanspraak meer kan maken. Het Nieuw Burgerlijk Wetboek voorziet in verkrijgende en bevrijdende verjaring. Verkrijgende verjaring Van verkrijgende verjaring is sprake indien men te goeder trouw het bezit uitoefent over een zaak gedurende een periode van 10 jaar. Te goeder trouw is diegene die niet wist of had behoren te weten dat een andere partij eigenaar is. Er rust een onderzoeksplicht op diegene die aanspraak zou willen maken op verkrijgende verjaring. Het beroep van een verkrijger op goeder trouw wordt niet toegekend, wanneer dit is gebaseerd op onbekendheid met feiten in de kadastrale registers. Aangezien de kadastrale registers openbaar en voor iedereen toegankelijk zijn, zal een beroep op verkrijgende verjaring niet worden aanvaard (art. 3:99 t/m art. 3:104 BW). Bevrijdende verjaring Van bevrijdende verjaring kan sprake zijn wanneer een verkrijger een goed in zijn bezit heeft zonder toestemming van de eigenaar gedurende een periode van 20 jaar of langer. Hierbij is niet van toepassing of men wel of niet te goeder trouw is geweest gedurende deze periode. Indien, in het geval van een reststrook, een gebruiker aanspraak wil maken op bevrijdende verjaring, zal deze hiertoe zelf een verzoek moeten indienen en het gebruik/bezit van de grond gedurende een periode langer 20 jaar op overtuigende wijze moeten kunnen aantonen. In beginsel zal een beroep op verjaring niet door de gemeente worden gehonoreerd. Indien er sprake is van een bewezen geval van bevrijdende verjaring zal de gemeente medewerking verlenen aan de aanpassing van de eigendomstitel in het kadaster (art 3:105, 3:306 BW). De verkrijger zal binnen een periode van 3 maanden zorgdragen voor de juridische overdracht via de notaris. Alle kosten m.b.t. de juridische overdracht (o.a. notariële kosten en kadastrale kosten) zijn voor rekening van de verkrijger. 5