NvN. Kaarten in kaart gebracht



Vergelijkbare documenten
Kaarten in soorten en maten

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 3. Nicoline van der Sijs (red.) De Kaartenbank. Over taal en cultuur

Januari. - Indeling van de Nederlandse dialecten in 28 dialectgroepen door Jo Daan uit 1969.

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

De analyse van uitspraakverschillen in Nederlandse en Friese taalvariëteiten

Tellen met Taal. Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten. Marco René Spruit

5,2. Spreekbeurt door een scholier 1862 woorden 26 februari keer beoordeeld. Nederlands

ontwikkeling van taal- en cultuurkaarten:

In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991.


Divena. Digitalisering van veldnamen. Doreen Gerritzen, Marc van Oostendorp. GIS Expertmeeting DIVA, Meertens Instituut/KNAW, Amsterdam

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek

Nederland in ideeën. 101 denkers over inzichten en innovaties die ons land verander(d)en. Onder redactie van Mark Geels en Tim van OpUnen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Taalvariatie in Nederland: Fonologische Atlassen

Over de taal van Blokzijl

Jij moet naar de logopedist! Leonie Cornips. Cornips.indd :17:45

aard zijn. De techniek kan ook gebruikt worden bij het onderzoeken van de taalkundige variatie tussen sociale klassen, sexe, en andere dimensies.

Talen, dialecten, nijlpaarden en fruitvliegjes

De analyse van taalvariatie in het Nederlandse dialectgebied: methoden en resultaten op basis van lexicon en uitspraak

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Het 'handschrift Vermeulen'

Enquête crowdsourcing knaw voor onderzoekers en collectiebeheerders

Lesbrief nummer 23 december 2015

Oudnederlands. < Jan W. de Vries, Roland Willemyns & Peter Burger. Negen eeuwen Nederlands. Amsterdam (1995), p

VLAAMSE RAAD VOORSTEL VAN DECREET. houdende wijziging van de spelling en de schrijfwijze van geslachtsnamen TOELICHTING ARCHIEF VLAAMSE RAAD

Spojená východoindická společnost. Comenius Státní překlad Bible

Huidige collecties in de HCL beeldbank:

Over de taal van Nieuwleusen

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Taalvariatie in het Nederlandse dialectgebied: een analyse op basis van lexicon en uitspraak. Wilbert Heeringa en John Nerbonne.

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 27

Archeologie op school. Handleiding voor de leerkracht

DOWNLOAD OR READ : WOORDENBOEK VAN DE LIMBURGSE DIALECTEN D PDF EBOOK EPUB MOBI

De analyse van taalvariatie in het Nederlandse dialectgebied: methoden en resultaten op basis van lexicon en uitspraak

voor de Geschiedenis van de Kartografie. De ontwikkeling van taal- en cultuurkaarten. Holland en Utrecht in het Toonneel der Steden

Gunther De Vogelaer De Nederlandse en Friese subjectsmarkeerders: geografie, typologie en diachronie

Toeristen in Nederland

Naar indicatoren voor regionale samenhang. De bijdrage van landschaps- en cultuurgeschiedenis. Prof. dr. Arnoud-Jan Bijsterveld

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw


Over de trefwoorden bij cartografie: hulp voor de gebruiker

Quantitative perspectives on syntactic variation in Dutch dialects Spruit, M.R.

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Een andere indeling van de Limburgse dialecten

Samenvatting in het Nederlands

Het Sallands en het Twents: een perceptuele benadering Laurie Mulder,

Geschiedenis van de Nederlandse dialectstudie

Over de taal van Wierden

Atlas. Mens en Maatschappij GG. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Dialectgebieden in Brabant. Geografische clustering op basis van de ruwe lexicale gegevens van het Woordenboek van de Brabantse Dialecten

HEURISTIEK TOERISME VLAANDEREN. cursus. module voorbereidingsproces (40 u.) component Informatieverwerving en verwerking (12 u.

Cijferblad: evolutie van de omvang van het buitengewoon lager onderwijs voor en na de invoering van het M-decreet

HET GEOGRAFISCH VERKLAREN VAN DIALECTAFSTANDEN MET EEN GIS

Tradities en gebruiken in de Groningse cultuur

Archiefwegwijzer Bevolkingsregisters

Subsidie herbestemming - regionale spreiding

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Taal is geen logica. Dr. Sjef Barbiers over Nederlandse dialecten. Akademie Nieuws december door Liesbeth Koenen

Een kritische terugblik op honderd jaar taalzorg en taaladvisering in Vlaanderen. En wat brengt de toekomst?

ERKENNING STREEKTALEN IN HET NEDERLANDS TAALGEBIED CHARLOTTE REIJNGOUDT-GIESBERS

Geschiedenis van het Nederlands. Oudnederlands

De analyse van uitspraakverschillen in Nederlandse en Friese taalvariëteiten

Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen.

Programma Publiekssymposium 15 juni 2013

VOORBEREIDING OP BEZOEK AAN DE MUSICAL SOLDAAT VAN ORANJE. Een project over Soldaat van Oranje kan uit verschillende onderdelen bestaan :

Vlamingen en Walen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Maastricht

K(C)am(m)erman(n)(s) Etymologie van de K/Cvarianten. de eeuwen heen!

9. De taal van onze grootouders

VOORBEELD CASUS STAKEHOLDERS EN PARTICIPATIE. Achtergrond. Peiling

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Genealogie voor Beginners. Ik wil mijn familiegeschiedenis onderzoeken. Hoe doe ik dat?

IN MEMORIAM ANTONIUS ANGELUS WEIJNEN ( ) (1)

Dries Wijckmans. Taak leefomgeving. Aardrijkskunde

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014

Geschiedenis van het Nederlands Hoofdstuk: Duistere eeuwen

Eemnes jaagt op jagers

Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons:

De termen kunnen de documenten terugvindbaar maken, maar de termen zijn niet geschikt om de documenten op onderwerp op te bergen.

JAARGANG 8 / NUMMER 10 JUNI Mede mogelijk dankzij:

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon Les 5 Over Duitse ridders en Alden Biesen

JAARGANG 8 / NUMMER 7 MAART Mede mogelijk dankzij:

Etnische variëteiten in het Nederlands

Schrijfster zijn in de negentiende eeuw

B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Digitale kaarten vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater April 2015

IN MEMORIAM JO DAAN JAAP DE ROOIJ

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

SOCIAL INFORMATION SYSTEM

Haags Gemeentearchief CURSUSSEN, LEZINGEN EN WORKSHOPS

Het begin van de speurtocht en het ontstaan van de stamboom van de Familie Peihak. Helaas geen groepsfoto gemaakt

Het begin van de speurtocht en het ontstaan van de stamboom van de Familie Peihak.

Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing

Dialectsyntaxis in bloei *

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Transcriptie:

NvN Kaarten in kaart gebracht TAALKAARTEN Nicoline van der Sijs In februari 2014 heeft het Amsterdamse Meertens Instituut de Kaartenbank gelanceerd (www.meertenskaartenbank.nl): een website met een index van ongeveer 30.000 taal- en cultuurkaarten van de Lage Landen, waarvan bij ongeveer de helft doorgeklikt kan worden naar een digitale afbeelding; op termijn zal een dergelijke link ook bij de overige kaarttitels worden toegevoegd. Ter gelegenheid van de lancering is het boekje De Kaartenbank: over taal en cultuur verschenen, waarin verschillende medewerkers van het Meertens Instituut een kaart uit de Kaartenbank bespreken. De Kaartenbank vormt het eerste actuele overzicht van taalen cultuurkaarten van de Lage Landen. Alle grote dialectreeksen zijn opgenomen alleen van de Reeks Nederlandse Dialectatlassen (1925-1982) ontbreekt nog een scan. Daarnaast zijn ook dialectkaarten de meerderheid opgenomen die zijn getekend buiten de grote atlassen, in dissertaties, monografieën en tijdschriften. Juist die gegevens waren tot nu toe moeilijk te vinden, maar ze zijn allemaal bijeengebracht in de Kaartenbank. Illustratie 1 - Overzichtskaart van Jac. van Ginneken (1913) met een indeling in vijf hoofdgroepen Dankzij de index krijgen we voor het eerst een overzicht van aantal, soort en type kaarten dat in de loop van de tijd van het Nederlandse taalgebied of delen daarvan is getekend. Uit de Kaartenbank blijkt dat er vanaf 1900 ieder decennium meer dialectkaarten zijn getekend dan in het voorgaande decennium, behalve in de periode van de Tweede Wereldoorlog en direct daarna. Een enorme bloei in de cartografie vinden we eind twintigste en begin eenentwintigste eeuw. Dat ligt ongetwijfeld aan het feit dat het technisch steeds gemakkelijker is geworden kaarten te tekenen: de computer heeft het oude, tijdrovende handwerk verdrongen. In het kader vindt u een schematisch overzicht van de kaartsoorten en -typen die in de Kaartenbank voorkomen. Als we kijken naar de soort kaarten, blijken de woordkaarten en klankkaarten verreweg in de meerderheid. De Kaartenbank maakt het voor het eerst mogelijk op relatief eenvoudige manier oude en nieuwe kaarten met elkaar te vergelijken op termijn willen we daarvoor ook graag een applicatie bouwen, zodat gebruikers kaarten over elkaar heen of naast elkaar kunnen leggen. Ongepubliceerde kaarten Bijzonder is dat in de Kaartenbank voor het eerst een kleine vierduizend kaarten zijn opgenomen die nooit eerder zijn gepubliceerd. Deze kaarten waren decennialang alleen in de bibliotheek van het Meertens Instituut te raadplegen. Voor de Kaartenbank zijn deze geïnventariseerd en gescand. Vijfhonderd ervan zijn getekend door de Leidse taalkundige G.G. Kloeke, die samen met zijn Belgische collega L. Grootaers in 1926 een Handleiding bij het Noord- en Zuid-Nederlandsch dialectonderzoek publiceerde, met daarin een grondkaart van het Nederlandse taalgebied. Kloekes unieke nummering van de onderzoeksplaatsen wordt nog steeds door alle dialectologen gebruikt. Daarnaast zijn op de Kaartenbank ruim 1800 ongepubliceerde kaarten te vinden die in de eerste helft van de twintigste eeuw door de Nijmeegse dialectoloog J. van Ginneken zijn getekend, naast 100 kaarten van voornaamwoorden, getekend door Van Ginnekens leerling P.J. Peters. Indelingskaarten Een interessant subgenre in de Kaartenbank wordt gevormd door de indelingskaarten: kaarten waarin de Nederlandse dialecten in groepen zijn onderverdeeld. Deze overzichtskaarten vormen de heilige graal van de dialectcartografie. De Kaartenbank bevat meer dan 150 verschillende indelingskaarten, van het hele Nederlandse taalgebied of delen daarvan. Het 27

TAALKAARTEN NEDERLANDS VAN NU ontwerpen van dergelijke kaarten werd mogelijk dankzij de nieuwe methode van de dialectenquête, die in de 19de eeuw ingang vond. Dankzij dialectenquêtes kwamen dialectgegevens uit het hele taalgebied beschikbaar, zodat er zicht kwam op regionale overeenkomsten en verschillen. Reeds de oudste dialectenquêtes hadden tot doel de grenzen van de verschillende Nederlandse dialecten te achterhalen en dialectgroepen vast te stellen, naar het voorbeeld van de Sprachkarte von Deutschland, die Karl Bernhardi in 1844 had ontworpen. De eerste dialectenquêtes werden in 1852 en 1857 georganiseerd door de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. De Maatschappij vroeg dialectsprekers lijsten met woorden en korte zinnetjes te vertalen in hun dialect. Er kwamen echter vrijwel geen antwoorden binnen. Meer succes had een enquête die in 1879 werd uitgezonden door het Aardrijkskundig Genootschap te Amsterdam op verzoek van de taalkundige J.H.C. Kern; in 1895 volgde een tweede lijst. Opnieuw was het doel een indelingskaart te ontwerpen, een linguïstische kaart van Nederland, aldus Kern. Ook in Vlaanderen werden in deze periode vragenlijsten uitgestuurd: in 1872 zette de Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde een enquête op naar het woordgeslacht in de Vlaamse dialecten, en in 1886 stuurde de Leuvense hoogleraar Pieter Willems een enquête uit met meer dan tweeduizend woorden en zinswendingen in Vlaanderen en Zuid-Nederland. getekend van wat toen als Frankisch gebied werd beschouwd, zie illustratie 2. Hierbij baseerde hij zich op de gegevens van Willems, want het doel van de enquête die deze in 1886 had uitgezonden, was een vergelijkende klank- en vormleer van de Frankische dialecten van België, zuidelijk Nederland en het Rijnland te schrijven. De kaarten van Te Winkel en Van Ginneken waren op relatief weinig gegevens gebaseerd, vooral op klankgrenzen, en de beroemde Nijmeegse dialectoloog A. Weijnen typeerde ze later dan ook als intuïtieve kaarten. Geleidelijk aan ging men steeds meer dialectgrenzen (isoglossen in het jargon) in kaart brengen, niet alleen grenzen tussen woorden en klanken, maar ook tussen morfologische verschijnselen (verbuigingen of vervoegingen). Het archief van het Meertens Instituut bevat bijvoorbeeld een ongepubliceerde kaart (illustratie 3) waarop de grenzen van verschillende taalverschijnselen met elkaar zijn gecombineerd op één kaart: de kaart toont klankverschijnselen (zoals de grenzen ui/uu, oe/uu, ae/a) en morfologische verschijnselen (de grenzen tussen gij/ jij, mij/mich en het gebied waar het verkleinwoord met een umlaut wordt gevormd). Wie de auteur is en wanneer de kaart is getekend, is onbekend. Suggesties van lezers zijn welkom... 28 In 1892 tekende de Duitse taalkundige Hermann Jellinghaus de eerste zeer globale indelingskaart van de Nederlandse dialecten in Die Niederländischen Volksmundarten, nach den Aufzeichnungen der Niederländer. Een gedetailleerdere kaart vervaardigde de Nederlandse taalonderzoeker Jan te Winkel in 1898; Te Winkel kon zich baseren op het materiaal dat via de enquête van het Aardrijkskundig Genootschap was binnengekomen. Hij verdeelde de dialecten in negen hoofdgroepen, die weer in subgroepen onderverdeeld waren. Een derde indeling, ditmaal in vijf hoofdgroepen, werd in 1913 gemaakt door de Nijmeegse dialectoloog Jac. van Ginneken voor het eerste deel van zijn Handboek der Nederlandsche taal (illustratie 1). De indelingen op de kaarten van Te Winkel en Van Ginneken weken slechts op details van elkaar af. Zij gingen er beiden van uit dat de dialectgrenzen in de Lage Landen vroegere stamgrenzen tussen Franken, Friezen en Saksen weerspiegelden, en dat de streken waar die dialecten niet meer zuiver optraden, een gemengd dialect kenden. Dit uitgangspunt wordt weerspiegeld in de namen die ze gaven aan de verschillende dialectgroepen: Frankisch, Fries en Saksisch. Zo noemt Van Ginneken zijn vijf hoofdgroepen Friesch, Saksisch, Hollandsch-Frankisch, Brabantsch- Frankisch en Limburgsch-Frankisch. In een andere, ongepubliceerde kaart heeft van Ginneken het gebied Illustratie 2 - Niet-gepubliceerde kaart van Jac. van Ginneken van het gebied dat toen als Frankisch werd beschouwd

TAALKAARTEN Illustratie 4 - Niet-gepubliceerde voorstudie voor de dialectindelingskaart van Jo Daan (1969), met alleen Nederland Illustratie 3 - Niet-gepubliceerde kaart van het Meertens Instituut waarop de grenzen van verschillende taalverschijnselen met elkaar zijn gecombineerd In de periode hierna werden enkele grote dialectenquêtes en -atlassen opgezet, waardoor er steeds meer gegevens beschikbaar kwamen. Als gevolg hiervan werd het mogelijk allerlei gedetailleerde indelingskaarten van kleinere gebieden te tekenen, die op hun beurt de basis vormden voor een verbetering van de indelingen van het hele Nederlandse taalgebied: de indelingskaarten werden synthesen van deelstudies. Naarmate er meer dialectgegevens beschikbaar kwamen, bleek dat de grenzen per verschijnsel verschillen, en dat de loop van de grens per geval moest worden onderzocht en verklaard. Bovendien bleken grenzen tussen verschillende soorten taalverschijnselen (klanken, woorden, morfologische en syntactische verschijnselen) niet met elkaar samen te vallen. Dat ontkrachtte het idee dat de dialectgrenzen teruggingen op de woongebieden van de aloude Germaanse stammen die overigens niet eens exact gelokaliseerd zijn. In 1941 vervaardigde Weijnen in De Nederlandse dialecten een nieuwe indelingskaart van de Nederlandse dialecten met daarop een zeer groot aantal klankgrenzen en morfologische grenzen. Hierbij liet hij in de benaming van de dialectgroepen de oude stamterminologie los. In plaats daarvan koos hij voor neutrale geografische aanduidingen: noordwestelijke, zuidelijk-centrale, zuidwestelijke, noordoostelijke, zuidoostelijke dialecten en Fries. Oordelen van dialectsprekers De volgende stap, die opnieuw door Weijnen werd gezet, was de ontwikkeling van een indelingskaart op basis van het subjectieve oordeel van de dialectsprekers. Weijnen vroeg aan bewoners van Brabant welke dialecten het meest en het minst op de hunne leken. In 1946 ontwierp hij een type kaart voor de kartering van de antwoorden, de zogenoemde pijltjeskaart, waarbij hij de plaatsen die de informanten noemden, met pijltjes met elkaar verbond. Op basis van de subjectieve methode tekende Jo Daan, hoofd van de afdeling Dialectologie van het Meertens Instituut, in 1969 een dialectindelingskaart voor het complete Nederlandse taalgebied. De Kaartenbank bevat een ongepubliceerde voorstudie van alleen Nederland (illustratie 4). De grenzen komen nog niet helemaal overeen met de uiteindelijk gepubliceerde versie (illustratie 5), die 28 dialectgroepen onderscheidt. De kaart van Daan is verreweg de bekendste en meest gebruikte dialectindeling van het Nederlandse taalgebied. Computerberekeningen Alle in de 20ste eeuw gemaakte dialectindelingen hebben in zekere zin een willekeurig karakter: ze zijn gebaseerd op grenzen tussen enkele daarvoor uitgekozen taalverschijnselen: die keuze is altijd subjectief. In de 21ste eeuw is men ertoe overgegaan dialectindelingen te vervaardigen die zijn gebaseerd op kwantitatieve gegevens, op taalkundige metingen van verschillende soorten taalverschijnselen. Met deze zogenaamd dialectometrische methode berekent de 29

NEDERLANDS VAN NU TAALKAARTEN Illustratie 5 - De uiteindelijk gepubliceerde versie van de kaart in illustratie 4 Illustratie 6 - Dialectometrische indelingskaart van Wilbert Heeringa (2004) op basis van klankverschillen 30 computer de afstand tussen verschillende varianten van eenzelfde verschijnsel. Dat doet hij voor een heel groot aantal taalverschijnselen, en volgens rekent hij de gemiddelden uit. Daarna berekent de computer de vlakken en grenzen voor een dialectrometische kaart. Hierdoor wordt de overgang van het ene dialect in het andere genuanceerder weergegeven: de meeste dialecten verschillen maar weinig van de omliggende dialecten, en daardoor verschillen de kleuren in een klein gebied maar weinig van elkaar. De kaart doet recht aan de gedachte dat sprake is van een dialectcontinuüm. In zijn proefschrift uit 2004 heeft Wilbert Heeringa een dialectometrische indelingskaart van Nederland getekend op grond van klankverschillen (illustratie 6), terwijl in 2008 Marco René Spruit hetzelfde heeft gedaan op basis van syntactische verschillen (illustratie 7). Wat opvalt is dat de gekleurde gebieden ongeveer overeenkomen met die op de kaart van Daan, maar ook dat juist de grenzen tussen de gebieden en de overgangsgebieden op de dialectometrische kaarten anders zijn gelokaliseerd. Vooruitblik De combinatie van een grote hoeveelheid dialectgegevens en nieuwe computergestuurde karteringsmogelijkheden maakt nieuw soort onderzoek mogelijk. Zo wordt er op het Meertens Instituut gewerkt aan het project Grammatica's op de kaart. Daarbij onderzoekt men of en hoe de stap gemaakt kan worden van afzonderlijke kaarten die de geografische verspreiding van één grammaticaal taalkenmerk weergeven, naar een kaart die de geografische verspreiding van de grammaticale systemen van de verschillende dialecten weergeeft. Daarmee is de cirkel dus rond: indelingskaarten Illustratie 7 - Dialectometrische indelingskaart van Marco René Spruit (2008) op basis van syntactische verschillen leidden in het verleden tot detailonderzoek, en nu leidt dat detailonderzoek tot de constructie van complete dialectsystemen. De Nederlandse dialectcartografie biedt dus nieuwe spannende mogelijkheden, juist op een moment dat het dialectgebruik en de dialectverschillen afnemen. Ook dát is overigens een interessant nieuw onderzoeksterrein. Voorlopig is de Kaartenbank nog geen afgesloten project Nicoline van der Sijs is hoogleraar historische taalkunde van het Nederlands in de digitale wereld aan de Radboud Universiteit Nijmegen en senior onderzoeker bij het Meertens Instituut. Contact: post@nicolinevdsijs.nl.

ETYMOLOGIE Kaartsoorten in de Kaartenbank De Kaartenbank bevat ongeveer 250 volkskundige kaarten, waarop de verbreiding van een cultureel verschijnsel is getekend, zoals afweermiddelen tegen een nachtmerrie of bedevaartsplaatsen. Alle andere kaarten zijn dialectkaarten. Die kunnen op basis van het onderwerp in 15 kaartsoorten worden onderverdeeld (sommige kaarten combineren meerdere kaartsoorten): - benoemingsmotiefkaarten (bv. de namen voor een plant die verwijzen naar de medicinale werking ervan); - betekeniskaarten (met de verbreiding van verschillende betekenissen van een en hetzelfde woord); - familienamenkaarten; - fonetische kaarten; - fonologische kaarten; - frequentiekaarten (aantal voorkomens van een verschijnsel); - historische kaarten; - indelingskaarten; - morfologische kaarten (met verbuigingen of vervoegingen); - overzichtskaarten (waarop verschillende gegevens zijn gecombineerd); - sociolinguïstische kaarten (met bv. taalkeuze of frequentie van dialectgebruik); - syntactische kaarten (met een grammaticaal verschijnsel); - toponymische kaarten; - verspreidingskaarten (waarop de geografische verbreiding van een specifiek taalverschijnsel is gekarteerd); - voornamenkaarten; - woordkaarten. Kaarttypen in de Kaartenbank Op grond van de technische uitvoering kunnen 8 kaarttypen worden onderscheiden: - chorochromatische kaarten, waarin de computer de vlakken en grenzen op de kaart statistisch berekent; - choropleten, waarin de omvang van een vlak of symbool afhankelijk is van het relatieve voorkomen van een verschijnsel: een groter symbool betekent meer voorkomens; - Googlemaps; - ingeschreven kaarten, waarop de taalverschijnselen in fonetisch schrift zijn geschreven; - isoglossenkaarten, waarop het verloop van dialectgrenzen door middel van een lijn (de zogenoemde isoglosse) is weergegeven; - pijltjeskaarten, waarop de plaatsen waar volgens de informanten hetzelfde dialect wordt gesproken als zijzelf spreken, met pijltjes zijn verbonden; - symboolkaarten, waarin kleine dialectverschillen worden samengenomen onder hetzelfde symbool; de symbolen worden verantwoord in een legenda; - vlakkenkaarten, waarin de vlakken met verschillende kleuren zijn weergegeven. 31 Waar komt Van Persie vandaan? Frans Debrabandere Midden in de voetbalgekte viel eind juni begin juli in het sportnieuws geregeld de naam Robin van Persie, een bekende speler in het Nederlandse elftal. Aangezien een van-naam een herkomstnaam is, vraag je je af waar Persie dan wel ligt. Perzië zal het wel niet zijn. Blijkens de familienamendatabank van het Meertensinstituut kwam de achternaam Van Persie in 2007 in Nederland 98 maal voor en blijkens het Nederlands Repertorium van Familienamen was de naam vooral in Rotterdam geconcentreerd. Het is de naam van een immigrant uit het zuiden, van wie de begin-b van zijn naam in Holland verscherpt werd tot p. In België komen we vandaag namelijk zijn naamgenoten tegen in verschillende spellingvarianten: Vanbersie (6 x), Vanbersy (46 x), Vanbercie (22 x), Vanbercy (24 x), Vanbergie (10 x), Vanberzy (1 x). We komen al dichter bij de herkomst met de naamvorm Vamberchies (1 x), een spelling van Wamberchies (59 x). En die naam vinden we ook in de spellingen Wambersie (20 x) en Wambersy (13 x). Al deze naamvormen komen geconcentreerd voor in de provincie Henegouwen. En er is geen enkele twijfel aan de herkomst meer mogelijk met de volle naam Dewambrechies (1 x), Dewambersie (3 x), d.w.z. Robin van Persie scoort tijdens het WK voetbal tegen Spanje met zijn duikvlucht. ANPfoto/Lluis Gene Van Wambrechies. Van Persie is uiteindelijk zonder de minste twijfel afkomstig uit Wambrechies, een stadje in de buurt van Rijsel. Wambrechies is vooral in de streek van Kortrijk bekend om zijn lekkere jenever.