Verslag subsidieperiode juni 2012 t/m april 2014. 1. Inleiding 3. 2. Doelstellingen 4



Vergelijkbare documenten
Plan van aanpak Inleiding Doelstellingen De Opdracht Betrokken partijen en personen Activiteiten en Tijdspad 8

Kenniscentrum Kraamzorg

Meerjarenbeleidsplan

Jaarverslag

1 Kenniscentrum Kraamzorg

Meerjarenbeleidsplan

Samen werken aan betere geboortezorg voor moeder en kind!

Nieuwsbrief april 2013

Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & verzorgenden. Laat zien wat je waard bent!

1 Kenniscentrum Kraamzorg

Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & verzorgenden

Kwaliteitsregister Doktersassistent

Kwaliteitsregister Doktersassistent

Kwaliteitsregister Doktersassistent

Jaarplan College Kwaliteitsregister V&V en Accreditatiecommissie Kwaliteitsregister V&V 2015

Beleidsplan VSV Kracht

Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Doel. Inhoud. Echte zorgprofessionals blijven deskundig. VBG-dag. De rol van het Kwaliteitsregister bij deskundigheidsonderhoud

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Bo Geboortezorg over de professionaliteit van kraamzorg in integrale geboortezorg

Procedure 3 Toegang voor reeds geregistreerde osteopaten 4 Toegang voor nieuwe nog te registreren osteopaten 5 Uitleg van de menuknoppen 6

Regiobijeenkomsten 2019 in Zwolle, Eindhoven, Houten.

Beleidsdocument Kwaliteitsregister Verloskundigen

Inleiding pag Missie pag. 4

Herregistratie Esther van der Zwan & Marie-Pauline van der Ven

Een leven lang leren draagt bij aan het op peil houden van de bekwaamheid draagt bij aan kwaliteitsbevordering.

Jaarverslag mentorschap Haag en Rijn 2015

Reglement Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden Kenniscentrum Kraamzorg

Jaarplan 2017 Bestuur NVvO

V&VN we gaan ervoor. Onderwerpen. 10 november drs. Myriam L.A. Crijns, hoofdvereniging V&VN V&VN. Hot issues / actualiteit

Deelnemersreglement Kraamschakel

Beroepsnorm Deskundigheidsbevordering verpleegkundigen & verzorgenden

V&VN PALLIATIEVE ZORG JAARPLAN 2019

Commissie van Bezwaar en Beroep

Werkplan Werkgroep Ketenpartners 1 e lijns Kindzorg. Werkgroep:

Registratienorm Tandartsen 2007 Ingangsdatum en versie: 1 juli 2012

KNOV Visie op de kraamzorg juni 2010

Welkom bij Bo College 24 januari 2019

Overeenkomst Verloskunde 2016

Jaarverslag Kwaliteitsregister Paramedici

Jaarbericht Kwaliteitsregister Verloskundigen

Meest gestelde vragen door beroepsverenigingen over het opzetten van een register bij Registerplein

Als je trots bent op je vak, wil je dat ook uitdragen

3. Vertegenwoordiging a) De samenstelling van het stedelijk overleg keten geboortezorg is gebaseerd op de regio Amsterdam.

Namens V&VN afd. Wondconsulenten. Participatie in Kwaliteitsregister V&V : Edwige Strippe Tonny de Groot

Tweede bijeenkomst VSV Besturen. Gouda 16/9/2016

Centraal Kwaliteitsregister NGS

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over concentratie van verloskundige zorg (2012Z01806).

Reglement Kwaliteitsregister Vinologen

Registratiereglement register Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling/ huiselijk geweld

Kwaliteit is nooit toevallig. Jaarverslag. Stichting Keurmerk Fysiotherapie. Stichting Keurmerk Fysiotherapie

REGLEMENT LoRNA - Long Revalidatie Netwerk Amsterdam versie november 2015

EADV, de partner in diabeteszorg

1 november 2014 STRATEGISCH BELEIDSPLAN V&VN AFDELING REUMATOLOGIE. Strategisch Beleidsplan V&VN Reumatologie

OR op cursus. Wim Dolmans, Kenniscentrum SBI training & advies. Mogelijke thema's voor een nieuwe OR

Wij zijn op zoek naar enthousiaste vrijwilligers voor in onze Kids on tour werkgroep:

WERKDOCUMENT CONCRETE ACTIES Onderdeel visie en beleidsplan Werkveldraad Eerste lijn concept 30 juni 2017

Handleiding. Gebruik persoonlijk dossier Kwaliteitsregister Verloskundigen. Kwaliteitsregister Verloskundigen

Beroepsregistratie cliëntondersteuners

Kwaliteitsregister, criteria : Voorstel tot aanpassing door Ergotherapie Nederland

Kwaliteitscriteria. Een toelichting voor de oefentherapeut

PROJECTAANVRAAG. Naar betere psychosociale zorg voor mensen met kanker

Inkoopbeleid Geboortezorg 2018

Visie Registerplein. Kwaliteit van sociale professionals. (goedgekeurd door de Raad van Toezicht op 8 juli 2014) Pagina 1 van 6

Nieuwsbrief Consortium Zwangerschap en Geboorte Noord-Nederland MAART 2015

Huisartsbeurs. Kwaliteitsregister Doktersassistent. Jellie Klaver, directeur 2 april 2016

Kwaliteitsregister NVSHV Registratieperiode

Strategisch beleidsplan

Jaarbericht Kwaliteitsregister Verloskundigen

Zorginkoopbeleid. Kraamzorg Coöperatie VGZ u.a.

Reglement Herregistratie Klinisch Fysici

Concept checklist voor afspraken in de regio (VSV) versie 0.1

Vooraanmelden Jeugdhulpverlener hbo in SKJ

Commissie Kwaliteitsregister en Accreditatie POH-GGZ (CKAP) van de LV POH-GGZ, november Instemming verkregen van het bestuur van de LV POH-GGZ

Update m.b.t. aanvraag erkenning specialisme Klinisch Verloskundige

Jaarbericht Kwaliteitsregister Verloskundigen

PLAN VAN AANPAK. Naar een optimale structuur en functioneren van het Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) Leeuwarden e.o.

Participatie van cliënten laat nog te wensen over. Dit geldt ook voor de eenduidige voorlichting aan (aanstaande) zwangeren en hun partners.

REGLEMENT KWALITEITSREGISTER VERLOSKUNDIGEN

REGLEMENT KWALITEITSREGISTER VERLOSKUNDIGEN

MEERJARENBELEIDSPLAN PATIËNTEN PLATFORM COMPLEMENTAIRE GEZONDHEIDSZORG (PPCG)

Handleiding. Gebruik persoonlijk dossier Kwaliteitsregister Verloskundigen. Kwaliteitsregister Verloskundigen

Regeling Kwaliteit Register Tandprothetici

INLEIDING Naar aanleiding van veel voorkomende vragen is onderstaande informatie gebundeld.

Startnotitie Amsterdams Netwerk Oncologische Zorg in de eerste lijn

STARTNOTITIE AMSTERDAMS NETWERK ONCOLOGISCHE ZORG IN DE EERSTE LIJN

Reglement Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden

REGLEMENT PERMANENTE EDUCATIE REGISTER OPERATIONAL AUDITORS

SHEET INZAKE MODELLEN INTEGRALE GEBOORTEZORG EN WKKGZ / GOEDE ZORG 1

2.1 Het bestuur is het Stichtingsbestuur en bestaat uit de bestuursleden zoals vastgelegd in de statuten.

Plannen geboortezorg. Lisette Bruns Directie Curatieve Zorg. Manou de Nennie Directie Voeding Gezondheidsbescherming en Preventie

Jaarverslag 2016 Algemeen Doelstelling Het jaarverslag wordt u aangeboden door het bestuur van Hartwacht

Strategisch plan De systeemtherapeutische aanpak, onmisbaar voor goede zorg

Strategisch plan De systeemtherapeutische aanpak, onmisbaar voor goede zorg

Overeenkomst Verloskunde 2018

De geboortezorgorganisatie. Organisatiemodellen integrale geboortezorg

Inkoopbeleid Geboortezorg 2020

Organisatiebeschrijving. NVvO

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam

Transcriptie:

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Doelstellingen 4 3. Opdracht 5 3.1 Uitvoering van de opdrachten 3.2 Uitvoering van aanvullende onderwerpen 4. Organisatie 10 4.1 Bestuur 4.2 Dagelijkse leiding 4.3 Freelancers 4.4 Vrijwilligers 5. Tot slot 12 2

1. Inleiding De brancheorganisaties ActiZ en BTN, voor organisaties in de kraamzorg, en de beroepsvereniging voor kraamverzorgenden, de NBvK die de individuele kraamverzorgenden vertegenwoordigt, zijn alle drie betrokken bij de inhoud van de zorgverlening van de kraamzorg. Deze drie organisaties vertegenwoordigen tezamen het grootste deel van de kraamzorgsector en hebben daarom in 2011 besloten samen te werken om gezamenlijk in het de belangen van de inhoud van de kraamzorg te behartigen ter professionalisering en daarmee de profilering van de kraamzorgsector. Het projectplan "Oprichting 2012-2013 paste binnen de beleidsuitgangspunten van de minister van VWS en de subsidie aanvraag is in maart 2012 gehonoreerd. Na het aanstellen van een directeur en een secretaris in juni 2012 is daadwerkelijk gestart met het opzetten van het (KCKZ). Na oprichting van de Stichting in september 2012 is het Plan van Aanpak 2012-2013 geschreven wat richting gaf aan de activiteiten die het zou gaan ontplooien gedurende de subsidieperiode 2012-2013 en het gaf tevens een globale blik op de vervolgstappen voor de periode daarna. Aan het eind van de subsidieperiode is het Meerjarenbeleidsplan 2014-2017 geschreven wat inzicht geeft in de plannen voor de komende drie jaar waarin het Kenniscentrum Kraamzorg zich positioneert als hét Kenniscentrum voor de Kraamzorg. Met de te volgen strategie om op zes specifieke beleidsterreinen actief te opereren neemt het een duidelijke positie in, zowel in de kraamzorgsector, het netwerk van geboortezorg als bij alle andere stakeholders. De subsidieperiode liep over 2012 en 2013 maar de aftrap van het project was pas in juni 2012. Aan het ministerie van VWS is overheveling van het subsidiegeld aangevraagd en dit is verleend t/m april 2014. Vandaar dat dit verslag loopt van juni 2012 t/m april 2014. Met dit verslag en de financiële verantwoording wordt de subsidieperiode juni 2012 t/m april 2014 afgesloten en legt het verantwoording af over deze periode en de besteedde subsidiegelden. 3

2. Doelstellingen Met de onderstaande doelstellingen, geformuleerd in het Plan van Aanpak 2012-2013, is het van start gegaan: 1. Een centraal gezaghebbend centrum realiseren voor de professionalisering en profilering van de kraamzorgsector in het netwerk van de geboortezorg. 2. De ontwikkeling, implementatie en borging van belangrijke inhoudelijke onderwerpen op het gebied van kraamzorg aanjagen, structureren en ervoor zorg dragen dat de continuïteit gewaarborgd is. 3. Slagvaardig zijn met gezag richting het veld waarbij wij ons richten op ondernemers in de kraamzorg, kraamverzorgenden, ketenpartners, branche- en beroepsorganisaties, zorgverzekeraars, inspectie en overheid. Na twee jaar heel hard werken zijn de bovenstaande doelstellingen grotendeels gerealiseerd: het centrale centrum is er gekomen met de oprichting van het. Het heeft tot doel ervoor te zorgen dat de professionalisering en daarmee de profilering van de kraamzorgsector in het netwerk van geboortezorg gestalte krijgt. Er is een start gemaakt met het creëren van de randvoorwaarden voor de kraamzorgsector om zich te ontwikkelen tot volwaardige samenwerkingspartner in het netwerk van geboortezorg. Dat lukt uiteraard niet in twee jaar tijd maar de ambitie is er en deze staat beschreven in het Meerjarenbeleidsplan 2014-2017. De doelstellingen zijn o.a. gerealiseerd door: het ontwikkelen van een website waarin het uitwisselen en delen van kennis centraal staat met daaraan gekoppeld een e-nieuwsbrief die tweemaandelijks verschijnt; de inrichting van een Kwaliteitsregister voor kraamverzorgenden op de website van het die toegankelijk is voor de kraamverzorgenden die zich ingeschreven hebben. Het Kwaliteitsregister heeft eveneens een beperkt openbaar gedeelte; de koppeling van belangrijke inhoudelijke onderwerpen voor de kraamzorg aan het Kwaliteitsregistratiesysteem waardoor ervoor gezorgd wordt dat ontwikkeling, implementatie en continuïteit gewaarborgd zijn; de opzet van een accreditatiesysteem waardoor bij- en nascholing voldoet aan kwaliteitscriteria en dit eveneens inzichtelijk is via de website van het ; te starten met de opzet van een adequaat systeem voor het ontwikkelen en opstellen van landelijke richtlijnen en protocollen. In de volgende hoofdstukken wordt beschreven op welke wijze dit gestalte heeft gekregen. Bovenstaande items komen eveneens terug in het Meerjarenbeleidsplan 2014-2017 dat opgesteld is voor de periode aansluitend aan de verslagperiode/projectsubsidie. 4

3. Opdracht De opdracht aan het, die het Ministerie van VWS gekoppeld heeft aan de subsidie voor de periode 2012-2013, luidde: 1. het kraamzorgveld, zowel werkgevers- als werknemersorganisaties in de kraamzorg, moet gezamenlijk aan de slag met het Kenniscentrum; 2. het opzetten van een gezamenlijk registratiesysteem zodat er meer inzicht komt in de kraamzorgmarkt: op demografisch gebied, omtrent (verplichte) scholing, om kwaliteit te toetsen. Dit registratiesysteem moet uiteindelijk de randvoorwaarden, die worden gesteld aan de kraamzorgaanbieders en hun kraamverzorgenden, gaan bepalen; 3. aansluiting zoeken bij het College Perinatale Zorg (CPZ); 4. aandacht besteden aan het thema Shaken Baby Syndroom; 5. het maken van een bedrijfsplan zodat het KCKZ ook na de projectsubsidie zelfstandig blijft voortbestaan. 3.1 Uitvoering van de 5 opdrachten 1. Het kraamzorgveld, zowel werkgevers- als werknemersorganisaties in de kraamzorg, moet gezamenlijk aan de slag met het Kenniscentrum. De brancheorganisaties ActiZ en BTN, voor de organisaties in de kraamzorg, en de beroepsvereniging voor kraamverzorgenden, de NBvK die de individuele kraamverzorgenden vertegenwoordigt, zijn alle drie betrokken bij de inhoud van de zorgverlening van de kraamzorg. Deze drie organisaties vertegenwoordigen tezamen het grootste deel van de kraamzorgsector. Twee vertegenwoordigers uit elk van bovengenoemde 3 organisaties vertegenwoordigen hun eigen organisatie in het bestuur van het Kenniscentrum Kraamzorg, met het mandaat van hun achterban en met behoud van hun eigen verantwoordelijkheid. De bestuursleden vaardigen, indien nodig, collega s, leden en/of kraamverzorgenden af voor de verschillende commissies binnen het. 2. Het opzetten van een gezamenlijk registratiesysteem zodat er meer inzicht komt in de kraamzorgmarkt: op demografisch gebied, omtrent (verplichte) scholing, om kwaliteit te toetsen. Dit registratiesysteem moet uiteindelijk de randvoorwaarden, die worden gesteld aan de kraamzorgaanbieders en de kraamverzorgenden, gaan bepalen. Het is in 2012 gestart met de ontwikkeling van het Kwaliteitsregister. In april 2013 is het Kwaliteitsregister gelanceerd in een Kick-Off voor de kraamzorgsector. Na een voorzichtige start heeft het Kwaliteitsregister in het najaar van 2013/begin 2014 een vlucht genomen. Eind april 2014, aan het eind van de subsidieperiode, staan er 4500 kraamverzorgenden in het Kwaliteitsregister. De verwachting is dat er in augustus 2014 8000 van de ongeveer 9000 kraamverzorgenden in het Kwaliteitsregister staan. Het Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden is een online registratiesysteem waarin bijgehouden wordt wat kraamverzorgenden doen aan deskundigheidsbevordering. Het Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden is opgezet door het Kenniscentrum Kraamzorg in samenwerking met zorgprofessionals die werkzaam zijn binnen de kraamzorgsector. 5

Via de website van het is een link naar het Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden. Inschrijven kan als de kraamverzorgende voldoet aan de eisen die vastgesteld zijn in het Reglement Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden. De kosten voor inschrijving in het Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden zijn tot april 2016 75,- voor drie jaar. Het vindt dat verantwoorde kraamzorg alleen verleend kan worden door kraamverzorgenden, die hun deskundigheid op peil houden. Het Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden heeft tot doel de deskundigheidsbevordering van kraamverzorgenden op een transparante wijze te borgen, overeenkomstig de normen en criteria van de beroepsgroep. Daarom is het belangrijk dat iedere kraamverzorgende in Nederland zich registreert in het Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden. Zo blijven alle kraamverzorgenden op de hoogte van de (laatste) ontwikkelingen in het vakgebied én wordt ervoor gezorgd dat de kennis en vaardigheden up-to-date zijn. Het Kwaliteitsregister is tevens een waarborg, voor iedereen in de keten van geboortezorg, met goed opgeleide en bijgeschoolde professionals in de kraamzorg te maken te hebben. Inzicht op het gebied van scholing was noodzakelijk in de kraamzorgsector. Dit inzicht verschaft het nu d.m.v. de registratie- en de herregistratie eisen die aan kraamverzorgenden worden gesteld en de accreditatie van (opleidings-)instellingen. Door de herregistratie eisen aan kraamverzorgenden te stellen, krijgt het veld meer inzicht in de scholing van kraamverzorgenden. De eerste herregistraties zullen in april 2016 plaatsvinden. Dit betekent dat de kraamverzorgenden binnen een periode van drie jaar dient te voldoen aan de herregistratie eisen. Een belangrijk onderdeel vormt de geaccrediteerde scholing die in deze periode gevolgd moet worden. In het persoonlijke dossier in het Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden wordt dit bijgehouden, zo is precies duidelijk wat je nog moet doen om aan de voorwaarden te voldoen. Het goed bijhouden van kennis en het trainen van vaardigheden is voor kraamverzorgenden van groot belang. Om de deskundigheid bevorderende activiteiten van deze beroepsgroep te bewaken is er een onafhankelijke accreditatiecommissie verbonden aan het. Als aanbieder van scholing is het mogelijk gemaakt om accreditatie aan te vragen bij het. Er is de keuze tussen een accreditatie aanvraag per aanbod per jaar of een aanvraag voor instellingsaccreditatie voor drie jaar. De accreditatie aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de voorwaarden die staan beschreven in de Accreditatiesystematiek. 3. Aansluiting zoeken bij het College Perinatale Zorg (CPZ) De bestuursleden van het hebben namens het collega s, leden en/of kraamverzorgenden afgevaardigd voor de verschillende commissies van het CPZ om zo de aansluiting tussen het CPZ en het te waarborgen om zo de kraamzorg een duidelijk plaats te geven in het netwerk van geboortezorg. De inhoudelijke onderwerpen die vanuit de kraamzorg nodig zijn voor de commissies en werkgroepen van het CPZ worden opgehaald bij het en vice versa. De directeur van Het heeft 1 x per 3 maanden contact met de secretaris van CPZ om zorg te dragen voor afstemming met het CPZ. Ook is er 4x per jaar een sectoroverleg Kraamzorg gerealiseerd waarin ActiZ, BTN, de NBvK, het en het bestuurslid kraamzorg van het CPZ aan deelnemen. 6

4. Aandacht besteden aan het Shaken Baby Syndroom Het Shaken Baby Syndroom is een vorm van kindermishandeling waarbij meestal de ouder/ verzorger het jonge kind (< 3 jaar, waarvan de meerderheid < 1 jaar) heftig schudt, vaak in reactie op overmatig huilen. SBS heeft een aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit en brengt hoge juridische en gezondheidskosten met zich mee. Het heeft aandacht besteed aan het Shaken Baby Syndroom door samen te werken met TNO. TNO heeft in 2013 een implementatie onderzoek uitgevoerd in Amsterdam en Den Haag naar het effect van de voorlichting ter preventie van Shaken Baby Syndroom, vervolgens wordt het project tussen 2014 en 2017 landelijke geïmplementeerd. Dit is mogelijk doordat het thema Shaken Baby Syndroom gekoppeld is als verplichte herregistratie eis aan het Kwaliteitsregister. Dit betekent dat alle geregistreerde kraamverzorgenden binnen 3 jaar de training/scholing Shaken Baby Syndroom gevolgd moeten hebben. Verder heeft het regelmatig aandacht aan dit onderwerp besteed via haar website en de vele presentaties aan kraamzorgorganisaties. 5. Het maken van een Bedrijfsplan zodat het ook na de projectsubsidie kan blijven voortbestaan Hier willen we volstaan met te verwijzen naar het Meerjarenbeleidsplan 2014-2017 dat in het najaar van 2013 is geschreven en vastgesteld is door het Bestuur van het. 3.2 Uitvoering van de aanvullende onderwerpen Naast de opdracht die het Ministerie van VWS aan het stelde, had het de intentie om zich in de projectperiode ook al met de volgende onderwerpen te gaan bezighouden: 1. starten met de koppeling van een aantal voor de kraamzorg, inhoudelijk, belangrijke onderwerpen aan het registratiesysteem te weten: borstvoeding, partusassistentie, levensreddende handelingen (waaronder EHBO) en diversiteit in de kraamzorg. Na de projectperiode zullen de onderwerpen worden uitgebreid en is het de intentie dat het register een kwaliteitsregister wordt; 2. meewerken aan de ontwikkeling van richtlijnen; 3. start maken met landelijke protocollen; 4. het zorgdragen voor structurele financiering voor na de projectperiode. Bovenstaande aanvullende onderwerpen waren van groot belang om het voortbestaan van het na de projectperiode te waarborgen. Het wilde zich hiermee profileren zodat de ketenpartners en stakeholders het zien als een betrouwbare partner die ervoor zorgt dat de kraamzorgsector een professionele sector is en op deze wijze herkent wordt binnen de geboortezorg en daarbuiten. 1. Starten met de koppeling van een aantal voor de kraamzorg, inhoudelijk, belangrijke onderwerpen aan het registratiesysteem te weten borstvoeding, partusassistentie, levensreddende handelingen (waaronder EHBO) en diversiteit in de kraamzorg. Na de projectperiode zullen de onderwerpen worden uitgebreid en stelt het Kenniscentrum Kraamzorg zich ten doel om het register een kwaliteitsregister te laten worden 7

De koppeling van bovenstaande onderwerpen aan het Kwaliteitsregistratiesysteem is gemaakt: totaal zeven inhoudelijke onderwerpen zijn opgenomen als verplichte scholing in het Kwaliteitsregister, de bovenstaande drie onderwerpen zijn daar onderdeel van. Er is in de loop van het project heel duidelijk voor gekozen om van het register meteen een Kwaliteitsregister te maken. 2. Meewerken aan de ontwikkeling van richtlijnen 3. Start maken met landelijke protocollen kraamzorg Om kwalitatief goede kraamzorg te leveren is het van belang dat er Landelijke monodisciplinaire richtlijnen en protocollen in de kraamzorg worden ontwikkeld. Tevens is het van belang dat, indien er multidisciplinaire richtlijnen worden ontwikkeld in de geboortezorg, het wordt betrokken ten aanzien van de beroepsinhoud van de kraamverzorgenden. Tot op heden waren er geen Landelijke monodisciplinaire richtlijnen en protocollen in de kraamzorg. Veelal ligt die kennis nu nog bij de kraamzorgorganisaties. Elke kraamzorgorganisatie werkt met zijn eigen protocollen die, in principe, door de kring van Verloskundige uit de desbetreffende regio zijn goedgekeurd. Wil de kraamzorgsector een professionele sector worden en op deze wijze herkend worden binnen de geboortezorg en daarbuiten dan is het noodzakelijk dat er Landelijke monodisciplinaire richtlijnen en protocollen ontwikkeld worden om hiermee duidelijk te maken dat de kraamzorgsector eenduidig is in haar inhoudelijke beleid. In de subsidieperiode is de aanzet gegeven tot de ontwikkeling van Landelijke monodisciplinaire protocollen. Het is in juni 2013 gestart met de Werkgroep Landelijke monodisciplinaire protocollen Kraamzorg. De Werkgroep monodisciplinaire protocollen is een werkgroep met inhoudsdeskundigen. De Werkgroep heeft inmiddels een inventarisatie gemaakt van de bestaande protocollen en is gestart met het uitwerken van de multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding naar het eerste Landelijke protocol Borstvoeding voor de kraamzorg. Dit Landelijke Borstvoedingsprotocol zal in het najaar van 2014 gereed zijn. Om gedragen te worden door het werkveld worden deze Landelijke monodisciplinaire protocollen getoetst door het veld en vervolgens voorgelegd en vastgesteld door alle samenwerkingspartner in de geboortezorg, waarin de KNOV en de cliëntenorganisaties een belangrijke rol hebben. De Landelijke monodisciplinaire protocollen zullen op zodanige wijze ontwikkeld worden dat, mochten de zorgstandaarden ontwikkeld worden, deze protocollen hier makkelijk ingeschoven kunnen worden. Wat betreft de multidisciplinaire richtlijnen/zorgpaden zal er samengewerkt worden met het CPZ. Ook is aan het einde van de subsidieperiode de aanzet gegeven tot de ontwikkeling van Landelijke multidisciplinaire- dan wel monodisciplinaire richtlijnen. Tot nu toe zijn er vier multidisciplinaire richtlijnen: borstvoeding, geel zien, huilen van baby s en preventie van wiegendood. Het is hiervoor de samenwerking aan gegaan met TNO die voor 2014 hier KIP gelden voor beschikbaar heeft. Er is een enquête, i.v.m. de prioritering van de richtlijnen, opgesteld die medio 2014 via de e-nieuwsbrief van het is verspreid, vervolgens zal er in twee focusgroepen de definitieve prioritering plaatsvinden waarmee TNO vervolgens aan de slag gaat. 4. Het zorgdragen voor structurele financiering voor na de projectperiode Met de verwachting dat er aan het eind van 2014 5000 kraamverzorgenden in het register zouden staan, zou het noodzakelijk zijn geweest om extra financiering te regelen bij externe partijen. Daar er eind 2014 8000 kraamverzorgenden in het 8

Kwaliteitsregister staan heeft het voldoende financiële middelen voor de lopende kosten. Voor extra activiteiten zoals onderzoek, innovatie en de ontwikkeling van richtlijnen zijn extra middelen nodig. Voor deze extra middelen wil het Kenniscentrum Kraamzorg in zee gaan met 3 sponsoren die zich elk voor 3-5 jaar verbinden aan het Kenniscentrum en naast financiële middelen ook bijdragen met inhoudelijke informatie op de website en in de e-nieuwsbrief. De opdracht, gesteld door VWS aan het, is vervuld binnen de tijd en het budget die het ministerie hiervoor heeft gegeven. Naast de opdracht heeft het Kenniscentrum nog een aantal zelfbenoemde activiteiten ontplooit die eveneens tijdens de subsidieperiode in gang zijn gezet. 9

4. Organisatie De bestuurlijke structuur van het ziet er per 31 april 2014 als volgt uit: NBvK Siska de Rijke René Benneker ActiZ Hans Reinold Wim Peters Kenniscentrum Kraamzorg BTN Mariette van Driel Louis Schuerman 4.1 Bestuur Inleiding Op 12 september 2012 is Stichting opgericht. De drie belangenorganisaties in de kraamzorg hebben ieder twee personen afgevaardigd in het bestuur van de stichting. Het bestuur van Stichting bestaat op 12 september 2012 uit: Mariette van Driel (BTN) voorzitter Siska de Rijke (NBvK) secretaris Fennate Huiberts (ActiZ) penningmeester vacature (ActiZ) bestuurslid René Benneker (Naviva, later NBvK) bestuurslid Louis Schuerman (ZIN/BTN) bestuurslid Per 2 juli 2013 is de heer Hans Reinold benoemd tot bestuurslid, hiermee vervult hij de vacature die er vanuit ActiZ nog bestond. Per 1 maart 2014 treedt Fennate Huiberts terug en neemt Louis Schuerman de functie van penningmeester op zich. Eind augustus 2014 treedt Wim Peters toe tot het bestuur en vervangt hiermee de vacature die is ontstaan omdat Fennate Huiberts is terug getreden vanuit ActiZ. Alle betrokken bestuursleden vertegenwoordigen hun eigen organisatie in het bestuur, met het mandaat van hun achterban en met behoud van hun eigen verantwoordelijkheid. 10

Het bestuur kwam vanaf 12 september 2012 in 2012 4x, in 2013 7x en t/m april 2014 2x bij elkaar in vergadering. 4.2 Dagelijkse leiding Het opereert als een kleine slagvaardige werkorganisatie met een parttime directeur die verantwoordelijk is voor de richting van het Kenniscentrum Kraamzorg. Zij geeft, in samenwerking met het bestuur, invulling aan de missie, visie en doelstellingen en het daaruit voortvloeiende strategische beleid van het Kenniscentrum Kraamzorg en draagt zorg voor structurele financiering. Een eveneens parttime secretaris biedt hierin ondersteuning en geeft mede uitvoering hieraan. De directeur en secretaris leggen verantwoording af aan het hierboven genoemde bestuur. De dagelijkse leiding van het bestaat bij de start in juni 2012 uit: Marie-Pauline van der Ven Esther van der Zwan directeur, 12 uur secretaris, 18 uur Doordat de activiteiten van het een vlucht namen is besloten om de contracturen van Esther van der Zwan per 1 september 2013 uit te breiden naar 24 uur per week. De contracturen van Marie-Pauline van der Ven zijn op 1 januari 2014 verhoogd naar 16 uur per week. Door de grote toestroom van registraties voor het Kwaliteitsregister wordt er vanaf maart 2014, gedurende een half jaar, gewerkt met twee administratieve krachten op basis van een min-max contract om de secretaris te ondersteunen met de verwerking van de registraties en het beantwoorden van de vele telefoontjes. 4.3 Freelancers Voor de website en de e-nieuwsbrief (bouwer en webwriter), de accreditatiecommissie, de PR en voor de financiën is in de verslagperiode succesvol gewerkt met vaste freelancers. 4.4 Vrijwilligers Vanaf de start van het Kenniscentrum is gewerkt met enthousiaste vrijwilligers die vanuit hun kraamzorgorganisaties input hebben aangeleverd. Zo is er gewerkt met een brainstormgroep die haar visie heeft gegeven over wat het Kenniscentrum op zich moest nemen en wat niet. De werkgroep Plan van Eisen voor het Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden heeft zich gebogen over de eisen die opgesteld moesten worden voor het Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden. In juni 2013 is er gestart met een werkgroep monodisciplinaire richtlijnen en protocollen. 11

5. Tot Slot Hiermee eindigt het Verslag subsidieperiode juni 2012 t/m april 2014. In vogelvlucht zijn dit de activiteiten die het heeft ontwikkeld om aan de opdracht van het ministerie van VWS te voldoen. Wij kunnen met trots zeggen dat het een succes is met haar 8151 ingeschreven kraamverzorgenden in het Kwaliteitsregister in de zomer van 2014. Dit hadden we niet kunnen bereiken zonder de medewerking van al die ingeschreven- en enthousiaste kraamverzorgenden, al hun kraamzorgorganisaties, de stakeholders en vele anderen die de gedachten achter het hebben omarmd. Maar we zijn er nog niet! Met het Meerjarenbeleidsplan 2014-2017 heeft het haar strategie bepaald en de lijnen uitgezet voor het beleid van de komende drie jaar en hiermee wordt het in de komende drie jaar uitgebouwd tot het gezaghebbende centrum dat zorgt voor de professionalisering van de kraamzorgsector met als doel het verstevigen van de positie van de kraamzorgsector in het netwerk van geboortezorg. Marie-Pauline van der Ven-de Vries, directeur ven@kenniscentrumkraamzorg.nl Esther van der Zwan, secretaris zwan@kenniscentrumkraamzorg.nl Amstelveen, augustus 2014 12