Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 3 Op weg met Jezus Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 3 blz. 1
Hieronder zie je een lammetje dat op zoek is naar water maar het alleen niet kan vinden. Wijs jij de weg naar de bron? Jezus noemde zich graag de goede herder, een herder die goed voor zijn schapen zorgde, die hun de weg wees naar de plekken waar ze hun buikje dik konden eten en waar ze water konden vinden Ook voor ons wil hij een goede herder zijn en ons de weg wijzen naar het koninkrijk van God, waarin iedereen geluk kan vinden, waarin alle mensen vrienden zijn van elkaar. Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 3 blz. 2
Op weg met Jezus Jezus droomde van een wereld waarin alle mensen vrienden zouden zijn, maar hij zag ook wel dat er nog zoveel ruzie was Daar moest hij iets aan doen, vond hij. En hij begon te reizen en overal aan de mensen te vertellen hoe het beter zou moeten gaan. "Het koninkrijk van God komt eraan als we anders gaan leven." vertelde hij overal. Met dat koninkrijk van God bedoelde Jezus een wereld waarin alle mensen vrienden zouden zijn. Ik moet mensen zoeken die met me mee willen gaan, dacht Jezus. Ik heb vrienden nodig die me kunnen helpen. Op een dag zag hij twee mannen in een bootje op het meer. Ze waren aan het vissen. 'Lukt het?' riep Jezus. 'Helemaal niet: schreeuwde één van de mannen. 'We hebben nog niets gevangen.' 'Kom hier: riep Jezus. 'Ik weet een betere manier.' Nieuwsgierig kwamen de vissers naar de kant. Wat zou die man te zeggen hebben? Ga met mij mee ; zei Jezus. ' Dan zal ik jullie leren hoe je mensen kunt helpen. De mannen keken elkaar aan. Wie was die man? En waarom moesten ze mensen gaan helpen? Ze snapten er niets van. Toch voelden ze dat er iets bijzonders was met die man. Misschien was het wel fijn om met hem mee te gaan. 'Goed. We komen er zo aan.' Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 3 blz. 3
Ze trokken hun boot op het strand en bonden hem stevig vast. Samen liepen ze met Jezus langs het meer. De twee mannen heetten Petrus en Andreas. Na een tijdje kwamen ze nog twee vissers tegen: Johannes en Jacobus. Ze waren hun netten aan het schoonmaken. 'Gaan jullie ook mee?' vroeg Jezus. 'Ik ga overal vertellen over het koninkrijk van God. En ik zoek mensen die me willen helpen.' 'Nou: zei Johannes, 'dat wil ik wel proberen.' En ook Jacobus wilde mee. 'Nog even onze netten opbergen. Dan zijn we klaar.' Zo gingen de vier vissers op weg met Jezus, samen met hem trokken ze door heel het land Altijd waren ze bij hem: als hij verhalen vertelde, als hij zieke mensen beter maakte en ook als hij ging bidden. Jezus wilde nog meer mensen om hem te helpen. Na een poos had hij twaalf mannen bij elkaar: twaalf leerlingen. En ze werden echte vrienden. Drie jaar lang trokken Jezus en zijn vrienden door het land om overal te vertellen over het koninkrijk van God. Veel mensen waren enthousiast over alles wat hij zei en deed. Maar de joodse priesters en schriftgeleerden waren het daar niet mee eens en die hebben hem toen door Pilatus laten veroordelen. Op Goede Vrijdag vieren we dat Jezus aan het kruis gestorven is. Met Pasen vieren we dat Jezus toch verder leeft in alle mensen die zijn weg willen gaan. Want zijn weg gaat door, toen en ook nu. Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 3 blz. 4
De weg gaat door Jezus is aan het kruis gestorven. Zijn vrienden zijn verdrietig en in de war. Ze missen Jezus heel erg. "Hoe moet het nu verder met ons?" vragen ze zich af. "Wat moeten we beginnen zonder Jezus? Hoe kunnen we nu werken aan een betere wereld als Jezus er niet meer is om ons te vertellen hoe dat moet?" "Laten we maar weer gaan vissen," zegt Andreas. "Dan hebben we iets te doen." Maar dan roept Petrus: "Vissen? Meen je dat echt? Drie jaar lang hebben we met Jezus door het land gereisd. en nu doe je net alsof er niks gebeurd is? Mis jij Jezus dan niet?" Andreas schrikt. "Zo bedoel ik het niet," zegt hij. "Ik weet gewoon niet wat ik anders moet doen. Ik ben niet zoals Jezus. Ik kan niet wat hij kon." "Je wilt het niet eens proberen," zegt Petrus. "Je gaat liever vissen." We moeten wat gaan doen. We moeten hier niet stil blijven zitten. Ik geef het niet op. Ik ga door met wat we begonnen zijn toen Jezus nog bij ons was!" Hij loopt de deur uit. De vrienden blijven verbaasd achter. De wind waait door de openstaande deur naar binnen. Andreas is de eerste die ook naar buiten rent. "Petrus," roept hij, "wacht op mij!" De anderen komen al gauw achter hem aan. "Wacht op ons!" roepen ze. "Wij doen ook mee!" En Petrus wacht. Als ze er allemaal zijn zegt hij: "Het spijt me, maar het maakt me boos als ik mensen hoor zeggen dat er toch nooit iets veranderen zal in de wereld. Het maakt me boos om te zien, dat op die manier inderdaad alles blijft zoals het is. Want als niemand iets doet verandert er nooit iets. Als niemand zich kwaad maakt over alle oneerlijkheid, over alle armoede en over alle oorlogen die er zijn blijft alles hetzelfde. Ik wil proberen om dingen te gaan veranderen. Net zoals Jezus dat in zijn leven heeft voor gedaan. Jullie hebben het toch ook gezien. Hoe goed hij was voor iedereen die hij ontmoette. Dat moeten wij ook gaan doen, wij allemaal." Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 3 blz. 5
Een heleboel mensen zijn stil blijven staan omdat ze Petrus zo horen praten. Er zijn veel vreemdelingen bij. Mensen uit andere landen. Ze kennen Jezus niet, maar ze willen allemaal graag een andere wereld. Een wereld waarin alle mensen vrienden van elkaar zijn. "Wat moeten we doen", vragen zij aan Petrus. "Je moet je leven veranderen en op weg gaan met Jezus. Laat je dopen om echt bij hem te horen." Wel meer dan duizend mensen lieten zich die dag dopen door Petrus, Andreas en de andere apostelen. Als ze 's avonds doodmoe thuiskomen, zegt Andreas: "Wie had gedacht! Vanmorgen had ik het er nog over om weer te gaan vissen. En nu vertel ik vreemde mensen over Jezus"! Petrus kijkt hem aan. "Dat komt door Jezus, zegt Petrus. Toen Jezus gestorven was, zaten zijn vrienden heel bedroefd bij elkaar. Eerst waren ze zo verdrietig dat ze niet wisten wat ze verder moesten doen. Maar met Pinksteren, een paar weken later, werden ze als het ware wakker, en gingen ze doen wat Jezus ook gedaan zou hebben. Ze gingen de straat op om vol vuur te vertellen over Jezus en het koninkrijk van God. Kijk eens naar de tekening hieronder. Waarom zouden ze allemaal een vlammetje boven hun hoofd hebben?.. Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 3 blz. 6
Ga je mee op weg met Jezus? Ook nu nog worden elk jaar duizenden kinderen gedoopt soms ook grotere kinderen, of zelfs grote mensen, omdat ze ervoor kiezen met Jezus op weg te gaan, om samen te werken aan het koninkrijk van God, aan een goede wereld, fijn om in te leven. Toen jij geboren werd, wilden jouw pappa en mamma dat jij ook gedoopt zou worden. Zij waren zelf als pasgeboren baby ook gedoopt. Toen zijn ze samen met jou naar de kerk gegaan en hebben jou laten dopen. Daar weet je zelf niets meer van, maar jouw pappa en mamma hebben er vast nog wel foto's van of misschien ook nog een videoband. Vraag maar of je de foto's (en de band) mag bekijken. Plak hier een foto van jouw doopviering Jij mag straks je eerste communie doen omdat je gedoopt bent. Kinderen die niet gedoopt zijn, kunnen ook niet de eerste communie doen. Als je de eerste communie gedaan hebt, mag je later altijd meedoen als we in de kerk de maaltijd van Jezus vieren. Dan hoor je er dus echt bij. Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 3 blz. 7
Hieronder staat een doopoorkonde. Misschien heb je thuis nog de echte die je vader en moeder bij je doopsel hebben gekregen. Vul de namen in, van jezelf, je mamma en pappa en van je peetoom en peettante DOOP-OORKONDE (Vul hier je roepnaam en je achternaam in) Jij werd lid van onze geloofsgemeenschap door het sacrament van het H. Doopsel. Je ontving daarbij de namen:. Je vader en moeder hebben toen beloofd je altijd met hun liefdevolle zorg te omringen....... En je peter en meter hebben toegezegd altijd een bijzondere belangstelling voor je te hebben.... Dit sacrament werd je toegediend in de. in. (naam van de kerk) (plaats) door.. (naam van de priester) op... (datum) Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 3 blz. 8