- tijd om terug te kijken - tijd om vooruit te kijken

Transcriptie

1 Oud/Nieuw - tijd om terug te kijken - tijd om vooruit te kijken Een moment om even uit de hectiek van alledag te stappen en van een afstand naar je leven te kijken en te onderzoeken welke plek God daarin heeft. Hoe kunnen we terug en vooruit kijken met de ogen van onze hemelse Vader?

2 En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid,.. u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe. Johannes 14:16-18

3 Er bestaat geen goed woord in onze taal dat de hele rijkdom kan weergeven van het Griekse woord parakletos, dat Johannes vijf keer gebruikt. De Geest is: Trooster Verdediger Helper Pleitbezorger Raadgever Middelaar Gids Iemand die aanmoedigt

4 Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen. Lucas 11:13

5 Drie stappen: 1. Dankbaarheid - wat ik mee wil nemen 2. Spijt - wat ik NIET mee wil nemen 3. Verlangen - waar ik naar verlang Psalm Prijs de HEER, mijn ziel, vergeet niet één van zijn weldaden. 3. Hij vergeeft u alle schuld, 5. hij overlaadt u met schoonheid en geluk, uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar.

6 Volgende manier 1. Intro 2. Lied 3. Gebed 4. Reflectie 5. Uitwisseling (niet bij punt 2)

7 Stil, mijn ziel, wees stil Stil, mijn ziel, wees stil en wees niet bang voor de onzekerheid van morgen. God omgeeft je steeds; Hij is erbij, in je beproevingen en zorgen.

8 Stil, mijn ziel, wees stil God, U bent mijn God en ik vertrouw op U en zal niet wankelen. Vredevorst, vernieuw een vaste geest binnenin mij. die rust in U alleen.

9 Stil, mijn ziel, wees stil Stil, mijn ziel, wees stil en dwaal niet af; dwars door het dal zal Hij je leiden. Stil, vertrouw op Hem en hef je schild tegen de pijlen van verleiding.

10 Stil, mijn ziel, wees stil God, U bent mijn God en ik vertrouw op U en zal niet wankelen. Vredevorst, vernieuw een vaste geest binnenin mij. die rust in U alleen.

11 Stil, mijn ziel, wees stil Stil, mijn ziel, wees stil en laat nooit los de waarheid die je steeds omarmd heeft. Wacht, wacht op de Heer; de zwartste nacht verdwijnt wanneer het daglicht doorbreekt.

12 Stil, mijn ziel, wees stil God, U bent mijn God en ik vertrouw op U en zal niet wankelen. Vredevorst, vernieuw een vaste geest binnenin mij. die rust in U alleen.

13 Waar ben ik dankbaar voor en wil ik graag meenemen naar het nieuwe jaar? Psalm Prijs de HEER, mijn ziel, vergeet niet één van zijn weldaden.

14 Tienduizend redenen De zon komt op, maakt de morgen wakker; mijn dag begint met een lied voor U. Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen, laat mij nog zingen als de avond valt.

15 Tienduizend redenen Loof de Heer, o mijn ziel. O mijn ziel, prijs nu zijn heilige naam. Met meer passie dan ooit; o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige naam.

16 Tienduizend redenen Heer, vol geduld toont U ons uw liefde. Uw Naam is groot en uw hart is zacht. Van al uw goedheid wil ik blijven zingen; tienduizend redenen tot dankbaarheid.

17 Tienduizend redenen Loof de Heer, o mijn ziel. O mijn ziel, prijs nu zijn heilige naam. Met meer passie dan ooit; o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige naam.

18 Tienduizend redenen En op die dag, als mijn kracht vermindert, mijn adem stokt en mijn einde komt, zal toch mijn ziel uw loflied blijven zingen; tienduizend jaar en tot in eeuwigheid.

19 Tienduizend redenen Loof de Heer, o mijn ziel. O mijn ziel, prijs nu zijn heilige naam. Met meer passie dan ooit; o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige naam. Verheerlijk zijn heilige naam. Verheerlijk zijn heilige naam.

20 Relatie met God Familie Werk God Koninkrijk Vrienden

21 Psalm Hij vergeeft u alle schuld, NIET

22

23 De Heer draaide zich om en keek Petrus aan, en toen herinnerde Petrus zich de woorden van de Heer: Nog voor er vannacht een haan heeft gekraaid zul je mij driemaal verloochenen. Hij ging naar buiten en huilde bitter. Lucas 22:61-62

24 Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer dan de anderen hier? Petrus antwoordde: Ja, Heer, u weet dat ik van u houd. Hij zei: Weid mijn lammeren. Nog eens vroeg hij: Simon, zoon van Johannes, heb je me lief? Hij antwoordde: Ja, Heer, u weet dat ik van u houd. Jezus zei: Hoed mijn schapen, en voor de derde maal vroeg hij hem: Simon, zoon van Johannes, houd je van me? Petrus werd verdrietig omdat hij voor de derde keer vroeg of hij van hem hield. Hij zei: Heer, u weet alles, u weet toch dat ik van u houd. Jezus zei: Weid mijn schapen. Johannes 21:15-17

25 642 - De rivier Al mijn zonden, al mijn zorgen, neem ik mee naar de rivier. Heer, vergeef mij en genees mij. Vader, kom, ontmoet mij hier. Want dit water brengt nieuw leven en verfrist mij elke dag. 't Is een stroom van uw genade, waar 'k U steeds ontmoeten mag.

26 642 - De rivier Here Jezus, neem mijn leven, ik leg alles voor U neer. Leid mij steeds weer naar het water, 'k wil U daar ontmoeten, Heer.

27 642 - De rivier Kom ontvang een heel nieuw leven, kom en stap in de rivier. Jezus roept je, Hij verwacht je en Hij zegt: Ontmoet mij hier.

28 642 - De rivier Here Jezus, neem mijn leven, ik leg alles voor U neer. Leid mij steeds weer naar het water, 'k wil U daar ontmoeten, Heer. Leid mij steeds weer naar het water; 'k wil U daar ontmoeten, Heer.

29 Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad. 1 Johannes 1:9

30 Psalm 103:5: Hij overlaadt u met schoonheid en geluk, uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Johannes 14:2

31 1Hierna verscheen Jezus weer aan de leerlingen, nu bij het Meer van Tiberias. Dat gebeurde als volgt. 2Bij het meer waren Simon Petrus en Tomas (dat betekent tweeling ), Natanaël uit Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee andere leerlingen. 3Petrus zei: Ik ga vissen. Wij gaan met je mee, zeiden de anderen. Ze stapten in de boot, maar de hele nacht vingen ze niets. 4Toen het al ochtend werd, stond Jezus op de oever, al wisten de leerlingen niet dat het Jezus was. 5Hij riep: Hebben jullie soms iets te eten? Nee, antwoordden ze.6 Gooi het net aan stuurboord uit, riep Jezus, dan lukt het wel. Ze wierpen het net uit en er zat zo veel vis in dat ze het niet omhoog konden trekken. 7De leerling van wie Jezus hield zei tegen Petrus: Het is de Heer! Zodra Simon Petrus dat hoorde, schortte hij zijn bovenkleed op meer had hij niet aan en sprong in het water. Johannes 21:1-13

32 8De andere leerlingen kwamen met de boot en sleepten het net vol vis achter zich aan. Ze waren niet ver van de oever, ongeveer tweehonderd el. 9Toen ze aan land kwamen zagen ze een vuurtje met vis erop en brood. 10Jezus zei: Breng ook wat van de vis die jullie net gevangen hebben. 11Simon Petrus ging weer aan boord en trok het net aan land. Het zat vol grote vissen, welgeteld honderddrieënvijftig, en toch scheurde het niet. 12Jezus zei tegen hen: Kom, eet iets. Geen van de leerlingen durfde hem te vragen wie hij was, ze begrepen dat het de Heer was. 13Jezus nam het brood en gaf hun ervan, en hij gaf hun ook vis. Johannes 21:1-13

33 1. Ik ga vissen 2. Ze vingen niets 3. Jezus staat aan de oever, maar ze herkenden hem niet 4. Hebben jullie iets te eten? 5. Nee 6. Net aan de andere kant 7. Leerling die van Jezus hield 8. Petrus sprong het water in 9. Breng ook wat van de vis 10. Kom, eet iets

34 Psalm 103:5: Hij overlaadt u met schoonheid en geluk, uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar.

35 Gooi het net uit aan de andere kant van de boot

36

37 Relatie met God Familie Werk God Koninkrijk Vrienden