Gelet op de aanvraag van Dhr. Vander Auwera, Administrateur-generaal ontvangen op 04/03/2011;



Vergelijkbare documenten
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op de aanvraag van Dhr. Vander Auwera ontvangen op 23/02/2012;

Gelet op de aanvraag van van de Afdeling Preventie, Eerstelijn en Thuiszorg van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, ontvangen op 07/02/2013;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna: "het Comité"); Gelet op de aanvraag van Saris Aanhangers BV ontvangen op 22/03/2017;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Financiën (hierna de FOD Finanaciën) ontvangen op 17/11/2008;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 13/08/2012;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna "het Comité");

Betreft: aanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid tot uitbreiding van beraadslagingen nrs. 36/2008 en 01/2009 (RN/MA/2011/303)

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van 20 maart 2007;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 02/09/2014;

Gelet op de aanvraag van de Universiteit Gent, Faculteit Diergeneeskunde, ontvangen op 11/07/2014;

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

Gelet op de aanvraag van het Departement Landbouw en Visserij, ontvangen op 31/05/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

Gelet op de aanvraag van het Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek van de Universiteit Antwerpen ontvangen op 28/01/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, ontvangen op 09/12/2014;

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

Gelet op de aanvraag van VMSW en de e-ib ontvangen op 19/04/2012;

Gelet op de aanvraag van Mevr. A. Versonnen, Directeur-generaal a.i. ADSEI ontvangen op 17/12/2009;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, ontvangen op 14/07/2014;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna het Comité );

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de FOD Financiën, ontvangen op 17/12/2015;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

1. De Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (hierna: "VTC");

Gelet op de aanvraag van het Centrum voor Sociologisch Onderzoek (CeSO) van de KULeuven ontvangen op 13/11/2017;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van Dhr. Bernard Buyse, Voorzitter Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders ontvangen op 15/04/2010;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna het "Comité");

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Gelet op de aanvraag van de gemeente Sint-Agatha-Berchem ontvangen op 20/05/2014;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op de aanvraag van Toerisme Vlaanderen ontvangen op 20/05/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna het "Comité");

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

3. Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 betreffende de veiligheidsconsulenten;

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

1. De Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (hierna: "de VTC");

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

Beraadslaging VTC nr. 16/2016 van 30 maart 2016

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 08/07/2011;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging ontvangen op 19/10/2010;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 18/08/2017;

1. De Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (hierna: "VTC");

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Betreft: Advies inzake het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders

Beraadslaging VTC nr. 35/2016 van 14 september 2016

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van de Algemene Directie Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken ontvangen op 27/09/2013;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");

BERAADSLAGING FO NR 004 / 2006 VAN 20 DECEMBER 2006

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Transcriptie:

1/12 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 05/2011 van 31 maart 2011 Betreft: Machtigingsaanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid om persoonsgegevens te kunnen opvragen bij de FOD Financiën met het oog op het verrichten van simulaties in het kader van de voorbereiding van een vereenvoudiging van de berekeningswijze van de gebruikersbijdrage voor gezinszorg en een invoering van een maximumfactuur in de thuiszorg (AF/MA/2011/045) Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, inzonderheid artikel 18; Gelet op de aanvraag van Dhr. Vander Auwera, Administrateur-generaal ontvangen op 04/03/2011; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 17/03/2011; Gelet op het technisch en juridisch advies ontvangen op 31/03/2011; Gelet op het verslag van de Voorzitter;

Beraadslaging FO 05 /2011-2/12 Beslist op 31 maart 2011, na beraadslaging, als volgt: I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 1. Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (hierna de aanvrager) is een dienst van de Vlaamse overheid. Het ondersteunt en reglementeert een waaier aan zorg- en gezondheidsinitiatieven door de voorwaarden te creëren waarbinnen het welzijns- en gezondheidsniveau van de huidige en toekomstige Vlaamse bevolking kan bevorderd, bewaakt, behoed of hersteld worden.... 2. De aanvrager wil een aantal simulaties uitvoeren die de nodige basisinformatie moeten aanleveren voor de realisatie van twee doelstellingen uit het Vlaams regeerakkoord en de beleidsnota van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 1. Deze twee doelstellingen zijn de vereenvoudiging van de berekeningswijze van de gebruikersbijdrage voor gezinszorg en de invoering van een maximumfactuur in de thuiszorg. 3. De wijze waarop de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg vandaag de bijdrage voor gezinszorg moeten berekenen, wordt geregeld in het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg. 4. Het is de bedoeling om deze berekeningswijze te vereenvoudigen. De Vlaamse regering zal daarvoor een nieuw besluit opstellen, waarbij de berekeningswijze rekening moet houden met drie parameters: inkomen, gezinssamenstelling en zorgintensiteit 2. 5. Samen met die vereenvoudiging van de berekeningswijze zal er ook een automatische berekening van de gebruikersbijdrage ingevoerd worden. Vanuit de elektronische persoonsgegevensbank Vesta, die wordt beheerd door de aanvrager, zullen de persoonsgegevens over inkomen (gezamenlijk belastbaar inkomen) en gezinssamenstelling (personen die tot dezelfde generatie behoren als de gebruiker en de kinderen ten laste) elektronisch verzameld worden bij de FOD Financiën en het Rijksregister en de Kruispuntbankregisters. Aan de hand van die persoonsgegevens zal Vesta de gebruikersbijdrage berekenen en ter beschikking stellen van de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. 1 De voorliggende aanvraag heeft dus enkel betrekking heeft op de mededeling van persoonsgegevens met het oog op het verrichten van simulaties. De aanvrager verklaart dat een eventuele latere mededeling van persoonsgegevens met het oog op het daadwerkelijk berekenen van gebruikersbijdragen het voorwerp zal uitmaken van een nieuwe aanvraag. 2 Cf. artikel 4, A, 9, van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers.

Beraadslaging FO 05 /2011-3/12 6. In een volgende fase zal er ook een berekeningssysteem uitgewerkt worden voor de gebruikersbijdrage voor aanvullende thuiszorg (poetshulp, karweihulp en professionele oppashulp), samen met een automatische berekening ervan binnen Vesta. 7. De Vlaamse regering wenst daarnaast vanaf 1 januari 2013 een maximumfactuur in de thuiszorg in te voeren om de financiële toegankelijkheid van de thuiszorg te kunnen garanderen. Die maximumfactuur zal ook rekening houden met de hervorming (vereenvoudiging) van de gebruikersbijdrage voor gezinszorg en de invoering van een berekeningssysteem voor de gebruikersbijdrage voor aanvullende thuiszorg. 8. Om simulaties te kunnen verrichten ter evaluatie van de hiervoor vermelde vereenvoudigingen heeft de aanvrager nood aan persoonsgegevens uit vier bronnen: de persoonsgegevensbank Vesta, het datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming, het personenrepertorium van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (hierna KSZ) en de FOD Financiën. Onderhavige aanvraag handelt over de geplande gegevensuitwisseling vanuit laatstgenoemde bron. 9. De simulaties worden uitgevoerd, vertrekkend van de dossiers van de gebruikers aan wie de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg in de loop van 2009 of in de loop van januari 2010 gezinszorg verleend hebben (het betreft 160000 personen). Deze populatie wordt afgebakend door de aanvrager op basis van het dossiernummer uit de persoonsgegevensbank Vesta. 10. Volgende persoonsgegevens worden meegedeeld uit de persoonsgegevensbank Vesta: het identificatienummer van de sociale zekerheid, de naam van de dienst, het dossiernummer, de gebruikersbijdrage voor gezinszorg, de BEL-profielscore (graad van zorgbehoevendheid) en het totaal aantal minuten gezinszorg dat in de loop van de periode in kwestie verleend wordt. 11. De aanvrager is weliswaar verantwoordelijk voor de persoonsgegevensbank Vesta maar heeft het dagelijks beheer ervan toevertrouwd aan een verwerker. De betrokken medewerkers van de aanvrager zouden weliswaar reeds kunnen beschikken over bepaalde persoonsgegevens uit de persoonsgegevensbank Vesta maar zouden daarbij in geen geval toegang hebben tot de respectieve identificatienummers van de sociale zekerheid van de gebruikers van de diensten voor gezinszorg of thuiszorg. De aanvrager heeft daartoe met zijn verwerker de nodige afspraken gemaakt. 12. De respectieve identificatienummers van de sociale zekerheid van de gebruikers van de diensten voor gezinszorg of thuiszorg zouden bijgevolg aan het dossiernummer worden toegevoegd door de verwerker in kwestie.

Beraadslaging FO 05 /2011-4/12 13. De KSZ zou aldus per dossier inzake gezinszorg of thuiszorg enige persoonsgegevens bekomen, aangevuld met het (door de verwerker toegevoegde) identificatienummer van de sociale zekerheid van de gebruiker. Het is enkel aan de hand van dat identificatienummer van de sociale zekerheid dat de KSZ immers in staat is om de nodige persoonsgegevens op te zoeken in het netwerk van de sociale zekerheid. 14. Voor al deze personen worden ook de gezinsleden opgezocht (op 1 januari 2008 of 1 januari 2009, afhankelijk van de beschikbaarheid van de persoonsgegevens in het datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming). 15. Voor alle betrokkenen worden dan onder andere persoonsgegevens opgezocht bij de FOD Financiën: het gezamenlijk belastbaar inkomen (meest recente gegeven, 2008 of 2009), het aantal kinderen ten laste en de code fiscaal gezin (meest recente gegeven, 2008 of 2009). 16. De KSZ staat in voor de koppeling van alle opgevraagde persoonsgegevens. Het geheel wordt vervolgens, met weglating van de identificatienummers van de sociale zekerheid, overgemaakt aan de aanvrager. De medewerkers van de aanvrager zouden dus geen mededeling bekomen van de respectieve identificatienummers van de sociale zekerheid. Dat betekent evenwel niet dat de persoonsgegevens kunnen worden beschouwd als gecodeerd in de zin van de WVP en haar uitvoeringsbesluit van 13 februari 2001 3 (cf. infra randnummers 30-32). II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. ONTVANKELIJKHEID 17. Krachtens artikel 36bis WVP, "vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert een principiële machtiging (van het bevoegd sectoraal comité)". 18. Het is de taak van dit Comité om na te gaan of deze mededeling enerzijds nodig is voor de implementatie van de opdrachten die toevertrouwd worden door of krachtens de wet aan de vragende federale overheid en anderzijds of deze mededeling in zijn diverse aspecten compatibel is met al de geldige normen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wat de verwerking van de persoonsgegevens betreft. (Parl.Doc 50, 2001-2002, nr. 1940/004). 3 Koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna KB van 13 februari 2001).

Beraadslaging FO 05 /2011-5/12 19. Onderhavige machtigingsaanvraag heeft betrekking op een elektronische gegevensstroom vanuit de FOD Financiën naar de aanvrager. Het Comité is derhalve bevoegd. 20. Het merkt op dat er evenwel ook een uitwisseling vanuit andere bronnen zal plaatsvinden. Deze verwerkingen zijn reeds gemachtigd door het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid 4. In onderhavige beraadslaging wordt hier dan ook niet dieper op ingegaan. B. TEN GRONDE 1. FINALITEITSBEGINSEL 21. Artikel 4, 1, 2, WVP laat de verwerking van persoonsgegevens slechts toe voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en de gegevens mogen bovendien niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden. 22. De aanvrager wenst op basis van de gevraagde gegevens een aantal simulaties uit te voeren die de nodige informatie moeten aanleveren om enerzijds de berekeningswijze van de gebruikersbijdrage gezinszorg te vereenvoudigen en om anderzijds de invoering van een maximumfactuur in de thuiszorg te realiseren. 23. Het Comité stelt aldus vast dat de geplande gegevensverwerkingen voor welbepaalde en uitdrukkelijk omschreven doeleinden zullen plaatsvinden en het brengt in herinnering dat de gevraagde gegevens enkel met het oog op deze doeleinden mogen verwerkt worden. 24. Gelet op artikel 5, c) en e) WVP 5 is de geplande gegevensverwerking in hoofde van de aanvrager ook gerechtvaardigd. De aanvrager is immers bevoegd 6 om beleidsgerichte input te leveren zoals bedoeld in artikel 4, 3, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid 7. 4 Beraadslaging nr. 10/072 van 5 oktober 2010. 5 Art. 5. Persoonsgegevens mogen slechts verwerkt worden in één van de volgende gevallen: ( ) c) wanneer de verwerking noodzakelijk is om een verplichting na te komen waaraan de verantwoordelijke voor de verwerking is onderworpen door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie; ( ) e) wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van openbaar belang of die deel uitmaakt van de uitoefening van het openbaar gezag, die is opgedragen aan de verantwoordelijke voor de verwerking of aan de derde aan wie de gegevens worden verstrekt; ( ) 6 Besluit van de Vlaamse regering van 26 maart 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap inspectie welzijn, Volksgezondheid en gezin. 7 Art. 4, 3, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 stipuleert het volgende: Per homogeen beleidsdomein wordt tussen de minister, het departement en de verzelfstandigde agentschappen een structurele samenspraak en samenwerking uitgebouwd, met het oog op de optimale

Beraadslaging FO 05 /2011-6/12 25. Voor de tussenkomst van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid bestaat eveneens een wettelijke grondslag. Krachtens artikel 14 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid verloopt elke mededeling door of aan een instelling die deel uitmaakt van het netwerk van de sociale zekerheid immers via deze dienstenintegrator. Verschillende Vlaamse instanties, waaronder de aanvrager, maken momenteel deel uit van het uitgebreid netwerk van de sociale zekerheid en dit op grond van een koninklijk besluit van 16 januari 2002 8. Op grond van artikel 3 van voornoemd besluit geldt de verplichte tussenkomst van de KSZ eveneens om persoonsgegevens uit te wisselen door of aan instellingen die tot dit uitgebreid netwerk behoren. 26. In deze context dient ook te worden geanalyseerd of de doeleinden van de door de aanvrager geplande verwerkingen verenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor de gegevens oorspronkelijk door de FOD Financiën zijn verwerkt. Conform artikel 4, 1, 2 WVP dient bij de beoordeling van deze verenigbaarheid rekening te worden gehouden met alle relevante factoren, waaronder de redelijke verwachtingen van de betrokkene en de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. 27. Artikel 4, 1, 2, in fine, WVP, bepaalt het volgende: "Onder de voorwaarden vastgesteld door de Koning ( ) wordt verdere verwerking van gegevens voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden niet als onverenigbaar beschouwd." Aan deze regel werd uitvoering gegeven in het KB van 13 februari 2001. 28. Het Comité is van oordeel dat het door de aanvrager geplande project kan worden beschouwd als een statistisch 9 of een wetenschappelijk 10 onderzoek en dat de latere verwerking van realisatie van de beleidsdoelstellingen, en met respect voor ieders taakstelling en verantwoordelijkheid. Vanuit hun taakstelling inzake beleidsuitvoering leveren de agentschappen beleidsgerichte input. 8 Koninklijk besluit van 16 januari 2002 tot uitbreiding van het netwerk van de sociale zekerheid tot sommige overheidsdiensten en openbare instellingen van de Gemeenschappen en Gewesten, met toepassing van artikel 18 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid. 9 Statisch onderzoek strekt ertoe samenvattende en representatieve gegevens te bekomen en kennis te verwerven over grotere gehelen zoals de toestand van een bevolkingsgroep of van een massaverschijnsel. De verwerkingen voor statistische doeleinden hebben gewoonlijk tot doel: - algemene informatieverstrekking; - hulp bij planning en besluitvorming; - de wetenschap dienen. (Cf. Verslag aan de Koning van het koninklijk besluit van 13 februari 2001, p. 7845). 10 Wetenschappelijk onderzoek strekt ertoe wetmatigheden, gedragsregels en oorzakelijke verbanden vast te stellen die alle personen op wie zij betrekking hebben, overstijgen. Aldus is het erop gericht globale verschijnselen te omschrijven. De term 'wetenschappelijk onderzoek' verwijst zowel naar het doel als naar de methode van het onderzoek.

Beraadslaging FO 05 /2011-7/12 gegevens van de FOD Financiën conform de voorwaarden van Hoofdstuk II van het KB van 13 februari 2001 dient te verlopen. 29. Krachtens het KB van 13 februari 2001 dient een latere verwerking van persoonsgegevens voor wetenschappelijke of statistische doeleinden in principe met anonieme gegevens te gebeuren. Indien dit niet mogelijk blijkt om de doeleinden te verwezenlijken, kan met gecodeerde gegevens worden gewerkt. Indien ook dit niet mogelijk blijkt, kan gebruik worden gemaakt van nietgecodeerde gegevens 11. 30. Het Comité neemt er kennis van dat de aanvrager uiteindelijk zal kunnen beschikken over bepaalde persoonsgegevens per dossier inzake gezinszorg of thuiszorg zonder daarbij echter weet te hebben van het identificatienummer van de sociale zekerheid van de gebruiker in kwestie. Het is evenwel van oordeel dat deze maatregel niet volstaat om te kunnen gewagen van gecodeerde persoonsgegevens. 31. Er werd weliswaar tussen de aanvrager en diens verwerker afgesproken dat eerstgenoemde niet en laatstgenoemde wel toegang zou hebben tot de identificatienummers van de sociale zekerheid. Het blijft evenwel een feit, enerzijds, dat eerstgenoemde de verantwoordelijke voor de verwerking van de Vesta-persoonsgegevensbank is (en dus zelf de beslissingen dienaangaande kan nemen) en, anderzijds, dat laatstgenoemde zich aan de beslissingen van de verantwoordelijke voor de verwerking dient te houden (als verwerker werkt hij immers ten behoeve van de verantwoordelijke voor de verwerking). 32. Gelet op het voorgaande is heridentificatie van de betrokkenen door de aanvrager niet onmogelijk. Het Comité is bijgevolg van oordeel dat het in hoofde van de gebruikers van de diensten van gezinszorg of thuiszorg om niet-gecodeerde persoonsgegevens gaat. 33. De aanvrager stelt dat de simulaties complex zijn (er moeten verschillende scenario's getest worden, met steeds wijzigende parameters in functie van de resultaten) en dat het hierdoor niet mogelijk is om met anonieme of gecodeerde gegevens te werken. Laatstgenoemde pistes zouden nochtans wel onderzocht zijn door de KSZ, waaruit bleek dat ze niet haalbaar waren. 34. Op voorwaarde dat het effectief niet mogelijk is om met anonieme of gecodeerde gegevens te werken, kan het Comité er mee instemmen dat er niet-gecodeerde persoonsgegevens worden verwerkt om onderhavige wetenschappelijke/statistische doeleinden te realiseren en dit conform de modaliteiten bepaald in de artikelen 18 tot 22 van het KB van 13 februari 2001 (cf. infra 11 Artikelen 3 tot en met 5 van het KB van 13 februari 2001.

Beraadslaging FO 05 /2011-8/12 randnummers 48 e.v.). Onder deze omstandigheden kunnen de geplande verwerkingen worden beschouwd als zijnde niet onverenigbaar met de doeleinden van de primaire verwerking. 2. PROPORTIONALITEITSBEGINSEL 2.1. Aard van de gegevens 35. Artikel 4, 1, 3, WVP stelt dat persoonsgegevens toereikend, terzake dienend en niet overmatig dienen te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt. 36. De aanvrager wenst bij de FOD Financiën de volgende gegevens op te vragen en dit zowel voor de gebruikers van de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg als voor hun gezinsleden: gezamenlijk belastbaar inkomen; aantal kinderen ten laste; aantal gehandicapte kinderen ten laste; co-ouderschap ten laste; gehandicapt kind co-ouderschap ten laste; co-ouderschap niet ten laste; gehandicapt kind co-ouderschap niet ten laste; artikelnummer (om dubbeltellingen bij het aantal kinderen ten laste te kunnen vermijden). 37. De opgevraagde gegevens zullen betrekking hebben op het inkomstenjaar 2009. Als er geen gegevens beschikbaar zijn voor het inkomstenjaar 2009, worden die opgevraagd voor het inkomstenjaar 2008 (indien beschikbaar). 38. Het Comité stelt vast dat de gevraagde gegevens noodzakelijk zijn teneinde de finaliteiten zoals omschreven in randnummer 22 te verwezenlijken. Het Comité besluit dan ook dat de bij de FOD Financiën opgevraagde gegevens, conform zijn aan artikel 4, 1, 3, WVP. 39. Tot slot constateert het Comité dat in onderhavig geval niet-gecodeerde persoonsgegevens zullen verwerkt worden. Het vestigt ter zakede bijzondere aandacht op de voorwaarde die het Sectoraal Comité voor de Sociale Zekerheid en de Gezondheid in punt 17 van haar beraadslaging nr. 10/072 heeft opgelegd: Niettegenstaande het om niet-gecodeerde persoonsgegevens gaat (zie hoger), dient het Vlaamse Agentschap Zorg en Gezondheid er zich contractueel toe te verbinden om alle

Beraadslaging FO 05 /2011-9/12 mogelijke middelen in te zetten om te vermijden dat de identiteit van de personen op wie de meegedeelde persoonsgegevens betrekking hebben, zou worden achterhaald. De afdeling sociale zekerheid van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid stelt vast dat de betrokken medewerkers van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid geen toegang hebben tot de identificatienummers van de sociale zekerheid. De afdeling sociale zekerheid benadrukt dat strikt dient te worden toegezien op deze scheiding. 40. Het Comité beslist dat deze overwegingen ook deel uitmaken van onderhavige beraadslaging en aldus eveneens gelden voor de verwerking van de gegevens die bij de FOD Financiën zullen worden opgevraagd. Dit impliceert onder andere dat de aanvrager de nodige maatregelen dient te nemen opdat zijn medewerkers die de gegevens zullen ontvangen om er de simulaties mee te verrichten, deze niet zouden vergelijken met de set van gegevens die door de aanvrager aan de KSZ wordt verstrekt. 2.2. Bewaringstermijn van de gegevens (artikel 4, 1, 5, WVP) 41. Aangaande de bewaringstermijn van de gegevens herinnert het Comité er aan dat de gegevens niet langer bewaard mogen worden dan nodig voor het realiseren van de doeleinden waarvoor ze werden ingezameld. 42. De aanvrager verklaart ter zake het volgende: De niet-gecodeerde gegevens zullen zes maanden bewaard worden. Alleen de resultaten van de simulaties zullen langer bewaard blijven. Die resultaten zullen uitsluitend anonieme (zonder verwijzing naar individuele dossiernummers) en getotaliseerde gegevens (gegroepeerd per inkomenscategorie) bevatten. 43. Het Comité meent dat dit gepast is in het licht van artikel 4, 1, 5, WVP.

Beraadslaging FO 05 /2011-10/12 2.3. Frequentie van de toegang 44. De aanvrager stelt dat een éénmalige toegang in principe 12 moet volstaan om de simulaties uit te voeren. Het Comité is van oordeel dat dit gepast is in het licht van artikel 4, 1, 3, WVP. 2.4. Bestemmelingen en/of derden waaraan gegevens worden meegedeeld 45. Aldus de aanvrager zullen de gegevens intern enkel toegankelijk zijn voor medewerkers van het team Eerstelijn en Thuiszorg (afdeling Preventie, Eerstelijn en Thuiszorg) en van het team Gegevensverwerking en Resultaatopvolging (afdeling Informatie en Ondersteuning). 46. Het Comité ziet in het licht van artikel 4, 1, 3 WVP geen bezwaren tegen bovengenoemde toegang, op voorwaarde dat deze beperkt wordt tot de medewerkers van voornoemde diensten die effectief belast worden met de simulaties en op voorwaarde dat de toegangsgerechtigden enkel van deze toegang gebruik maken binnen de perken van deze simulatie-opdracht.. Het Comité benadrukt in deze context ook het belang van het bijhouden van een degelijk login-journaal zodat steeds kan worden nagegaan wie met de gegevens welke verwerkingen heeft uitgevoerd, op welk tijdstip en voor welke doeleinden. 47. Het Comité vestigt er volledigheidshalve eveneens de aandacht op dat overeenkomstig artikel 23 van het KB van 13 februari 2001 de resultaten van de verwerking voor statistische of wetenschappelijke doeleinden niet mogen worden gepubliceerd in een vorm die de identificatie van de betrokken persoon mogelijk maakt (behoudens een aantal uitzonderingen 13 ). De onderzoeksresultaten dienen aldus op een anonieme wijze te worden gepubliceerd 14. 12 In de bijkomende informatie bij de aanvraag wordt de volgende precisering toegevoegd: Als uit de simulaties zou blijken dat er bijvoorbeeld nog rekening moet gehouden worden met andere parameters dan diegene die gebruikt werden in de steekproef, zou het kunnen dat er een nieuw onderzoek met extra gegevens moet uitgevoerd worden. In dat geval zal er ook een nieuwe gegevensaanvraag ingediend worden bij het Sectoraal comité voor de Federale Overheid en/of het Sectoraal comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid. 13 Artikel 23 van het KB van 13 februari 2001: ( ) tenzij deze laatste daartoe zijn toestemming heeft gegeven en de persoonlijke levenssfeer van derden niet wordt geschonden of tenzij de bekendmaking van niet-gecodeerde persoonsgegevens beperkt blijft tot persoonsgegevens die kennelijk door betrokkene zelf publiek zijn gemaakt of die in nauw verband staan met het publiek karakter van betrokkene of van de feiten waarbij deze laatste betrokken is of is geweest. 14 Onder voorbehoud van de uitzonderingen die in artikel 23 van het KB van 13 februari 2001 zijn vastgelegd.

Beraadslaging FO 05 /2011-11/12 3. TRANSPARANTIEBEGINSEL 48. Zoals hoger aangegeven kunnen niet-gecodeerde persoonsgegevens slechts worden verwerkt om de wetenschappelijke/statistische doeleinden te realiseren wanneer de voorwaarden die worden bepaald in de artikelen 18 tot 22 van het KB van 13 februari 2001 gerespecteerd worden. 49. Voornoemde regelgeving voorziet in de principiële verplichting om specifieke informatie te verstrekken aan de betrokkenen en om hun voorafgaande toestemming te bekomen. Er is evenwel ook in de mogelijkheid voorzien om de verantwoordelijke voor de primaire verwerking van deze verplichtingen te ontslaan, in de gevallen waarin dit onmogelijk blijkt of onevenredig veel moeite kost. 50. Het Comité meent dat het in onderhavig dossier effectief onevenredig veel moeite kost om aan deze informatieplicht te voldoen. De aanvrager stelt immers dat bij de simulatie wordt vertrokken van 160.000 gebruikers van de diensten van gezinszorg of thuiszorg. Bovendien worden ook gegevens van gezinsleden van deze gebruikers verwerkt, zodat het totaal aantal betrokkenen nog een stuk hoger zal liggen. 51. In onderhavig geval dient dan ook krachtens artikel 17 van het KB van 13 februari 2001, een gemotiveerde aangifte te worden gericht aan de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (cf. artikel 16 van het KB van 13 februari 2001). Deze zal hierop antwoorden met een aanbeveling. 4. BEVEILIGING 52. De aanvrager maakt deel uit van het uitgebreid netwerk van de KSZ en is bijgevolg onderworpen aan het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. Dit betekent dat hij beschikt over: een consulent inzake informatieveiligheid waarvan de aanstelling voorgelegd werd aan het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid; een veiligheidsplan met aanduiding van alle noodzakelijke middelen voor de uitvoering ervan. 53. De door de aanvrager genomen veiligheidsmaatregelen kunnen als passend worden gekwalificeerd.

Beraadslaging FO 05 /2011-12/12 54. Voor wat de FOD Financiën betreft, bevat de machtigingsaanvraag geen informatie inzake de beveiliging. Het Comité verzoekt de FOD dan ook om het evaluatieformulier inzake de beveiliging in te vullen en naar hem te sturen. OM DEZE REDENEN, het Comité machtigt het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en de FOD Financiën om de verwerkingen bedoeld in de machtigingsaanvraag, uit te voeren, mits rekening wordt gehouden met de opmerkingen die hierboven worden uitgelegd (zie in het bijzonder randnummers 23, 34, 39-40, 46, 47, 51 en 54). Voor de Administrateur m.v., De Ondervoorzitter, (get.) Patrick Van Wouwe (get.) Stefan Verschuere