BASISONDERSTEUNING SWV VO31.01 passend onderwijs. mei 2013. Inleiding We omschrijven basisondersteuning als het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, worden uitgevoerd. We gaan hierna op de vier aspecten van basisondersteuning in. Onder preventie verstaan we de basisondersteuning voor alle leerlingen die er op is gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Vroegtijdige signalering vereist de aanwezigheid van diagnostische expertise en kan al dan niet in samenwerking met ketenpartners worden georganiseerd. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat (zowel voor leerlingen als medewerkers) maakt deelt uit van de basisondersteuning. 3. Basisondersteuning 3.1 Onderwijs We kiezen voor het uitgangspunt dat passend onderwijs gericht is op alle leerlingen van het voortgezet onderwijs. Goed onderwijs werkt preventief op het ontstaan van (onnodige) problemen. Elke school werkt vanuit haar eigen visie en onderwijsconcept aan boeiend en bindend onderwijs voor al haar leerlingen. Boeiend en bindend onderwijs Beschrijving van het onderwijs, met als resultaat: - leerlingen vinden het onderwijs in het algemeen boeiend - leerstofinhouden sluiten aan op interesses van de leerlingen - ict en social media gebruik sluit aan bij de leerlingen - leerlingen vinden het onderwijs eigentijds - leerlingen voelen zich echt thuis op school Monitor: Elke school organiseert periodiek een klanttevredenheidsonderzoek onder leerlingen en ouders. De resultaten en conclusies hiervan worden gedeeld binnen het samenwerkingsverband. Algemene pedagisch-didactische vaardigheden van docenten De pedagogisch-didactische vaardigheden van de docenten worden door de school continu bewaakt en beoordeeld. Elke docent werkt planmatig aan de verbetering van deze vaardigheden. Een goede klassenorganisatie en pedagogisch klimaat zijn voorwaarde voor het optimaal leren van de leerlingen. De belangrijkste aspecten hierbij zijn: -instructievaardigheden -klassenmanagement -pedagogisch handelen -differentiatie: omgaan met verschillen -inspelen op onverwachte situaties -omgaan met moeilijke groepen -kennis en vaardigheden in het omgaan met leerlingen met leerbeperkingen e/of boeiende gedragsvarianten
-communicatieve vaardigheden Speciaal in het kader van passend onderwijs hebben alle docenten en OOPers basiskennis (signaleren) van ADHD, ASS, angst/stemmingsstoornissen, ODD, aanpakken pestgedrag, meer-en hoogbegaafdheid, dyslexie en dyscalculie. Monitor: Al deze aspecten vormen gespreksonderwerp en onderwerp van beoordeling binnen het personeelsbeleid van elke Elke docent kan aantoonbaar maken, dat hij/zij de basiskennis beheerst bijv. via een certificaat passend onderwijs, ivm de scholing boeiende gedragsvarianten. Communicatie -gesprekken met individuele leerlingen (eigenaarschap) -gesprekken met ouders (als partner) -omgaan met conflicten met en tussen leerlingen -mentorvaardigheden Elke mentor en leidinggevende heeft de attitude en beheerst de gespreksvaardigheden om op basis van gelijkwaardigheid het gesprek (de dialoog) aan te gaan met leerlingen en ouders. Monitor: de resultaten van de periodieke klanttevredenheidsonderzoeken bij leerlingen en ouders leveren gegevens hiervoor op. Deze worden aangevuld met evaluatiegegevens van de ondersteuningsteams en het zorgloket, die ook de processen bij de aanpak van leerlingen met speciale onderwijsbehoeftes evalueren. Omgaan binnen de groep/klas met leerlingen met leerproblemen en/of lichamelijke beperkingen -aanpassingen van het onderwijs voor leerlingen met lichte dyslexie-kenmerken Het dyslexie-protocol VO en de hieruit voortvloeiende afspraken van het netwerk dyslexie worden toegepast. (1) -aanpassingen van het onderwijs voor leerlingen met lichte dyscalculie-kenmerken -aanpassingen van het onderwijs voor leerlingen met lichamelijke beperkingen -aanpassingen van het onderwijs voor leerlingen met ernstige ziekteproblematiek Monitor: de protocollen en de beschrijvingen van onderwijskundige aanpassingen, die de school hanteert. De rapportages, die de zorg coördinator jaarlijks opstelt van de resultaten van de onderwijsondersteuning van de Omgaan binnen de groep/klas met leerlingen met gedragsvarianten - aanpassingen van het onderwijs voor leerlingen met lichte ADHD-kenmerken - aanpassingen van het onderwijs voor leerlingen met lichte ASS-kenmerken - aanpassingen van het onderwijs voor leerlingen met angst-kenmerken en/of stemmingsstoornissen - aanpassingen van het onderwijs voor leerlingen met lichte ODD-kenmerken (oppositioneel gedrag) - aanpassingen van het onderwijs voor leerlingen met kenmerken van (of door) hoogbegaafdheid - voorkomen en ingrijpen bij pestgedrag Monitor: de protocollen en de beschrijvingen van onderwijskundige aanpassingen, die de school hanteert. De rapportages, die de zorg coördinator jaarlijks opstelt van de resultaten van de onderwijsondersteuning van de
Onderwijsteam Er wordt binnen elke school gewerkt met een duidelijke structuur van teams of afdelingen voor specifieke doelgroepen. (onderbouw/bovenbouw/beroepsrichting, vakkenprofielen, verschillende niveaus). Elk team o.l.v. een leidinggevende zijn specifiek verantwoordelijk voor: -gezamenlijke visie op onderwijs, ondersteuning en zorg -duidelijke regels en afspraken voor leerlingen en voor docenten - samenwerking in teamverband - (oplossingsgerichte)leerlingbesprekingen - samen (leerling)problemen aanpakken - planmatig en cyclisch werken, incl. preventie en vroegtijdig signaleren - benutten van elkaars expertise m.b.t.ondersteuning voor leerlingen - ondersteunende rol teamleider - teamleider geeft prioriteit aan leerlingenondersteuning Monitor: de jaarlijkse evaluatie van elk team, waarbij onder meer bovenstaande punten expliciet onderwerp van deze evaluatie vormen. 3.2 Ondersteuningsstructuur De ondersteuningsstructuiur van elke school is ingericht voor tijdelijke extra ondersteuning voor leerlingen, die hier behoefte aan hebben. Deze ondersteuning is erop gericht dat de leerlingen weer volop deelnemen en profiteren van het reguliere onderwijsaanbod. Interne ondersteuningsstructuur De interne ondersteuningsstructuur is in elk schoolondersteuningsprofiel beschreven. Onderdelen die hiervan beschreven zijn: - visie/beleid m.b.t. ondersteuningsstructuur -ondersteuningsstructuur is bekend bij docenten en oop. - heldere procedures m.b.t. inschakeling ondersteuningsstructuur voor teams, teamleiders en docenten -taken, bevoegdheden en omvang van het ondersteuningsteam -positie ondersteuningscoördinator(en) is helder en geaccepteerd. (taken/functie) - taken/inzet orthopedagoog/psycholoog -taken/inzet (vaste) ambulant begeleider -taken/inzet medewerker jeugdzorg -taken/inzet remedial teachers -taken/inzet zorgdocenten/zorgexperts -ondersteunende interne functionarissen m.b.t leerlingenondersteuning -bovenschoolse ondersteuningsstructuur is bekend bij docenten (en oop) -planmatig en cyclisch werken 4. Extra onderwijsondersteuning Bepaalde leerlingen hebben tijdelijk een aanvullend onderwijszorgarrangement nodig in aanvulling op het reguliere onderwijs. Deze extra onderwijsondersteuning wordt door de school zelf evt. in samenwerking met ketenpartners geboden. Elke school organiseert jaarlijks een extra ondersteuningsaanbod in groepsverband voor een aantal van de
hieronder beschreven leerling kenmerken. De zorgcoördinator van de school organiseert, monitort en evalueert deze activiteiten. 4.1 Extra ondersteuningsaanbod buiten de klas in groepsverband Elke school heeft voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte tijdelijk de navolgende extra ondersteuning in groepen. - extra taal/lees/spellingsonderwijs - extra reken/wiskunde onderwijs - omgaan met angst in verschillende situaties - aanleren en verbeteren van sociale vaardigheden - omgaan met pestgedrag (preventief en curatief) - specifieke activiteiten voor meer- en hoogbegaafdheid 4.2 Extra Ondersteuningsaanbod buiten de klas Voor leerlingen die behoefte hebben aan tijdelijk extra steun, veiligheid en structuur om het reguliere programma te volgen, organiseert de school op individuele basis een tijdelijk extra ondersteuning. Hiervoor heeft de school de beschikking over een extra rustige ruimte, gespecialiseerde medewerker(s) van school en ketenpartners. Deze tijdelijke arrangementen kunnen voor schooltijd of na schooltijd en indien noodzakelijk onder schooltijd plaatsvinden. De noodzaak en wenselijkheid van zo n arrangement wordt vastgesteld door het ondersteuningsteam van de (PS Dit zijn nu de zogn. Spop-arrangementen en/of LGF-arrangementen) Voor deze leerlingen wordt een handelingsplan opgesteld. Het ondersteuningsteam kan op basis van de voortgang zo n traject afsluiten, dan wel een beroep doen op bovenschoolse onderwijs- en/of zorgarrangementen doen. Verder geeft de school jaarlijks inzage in het aantal leerlingen dat de school (deels) verlaten heeft. Naar welke onderwijsvoorzieningen deze leerlingen instromen. En een eigen analyse van deze resultaten. (zie eerste pagina huidige zorgverbeterplannen) 5. Samenwerking met ketenpartners -klein ZAT -groot ZAT -samenwerking gedragswetenschapper (psycholoog/orthopedagoog) -samenwerking ambulante dienst -samenwerking jeugdzorg -samenwerking leerplichtzaken -samenwerking basisonderwijs - samenwerking onderwijszorgloket - samenwerking lwoo+ maasland - samenwerking andere VO scholen
- samenwerking BZV (rebound) - samenwerking voortgezet speciaal onderwijs 6. Samenwerking met ouders 7. Grenzen aan het onderwijs