Hoofdstuk 7. Samenvatting Voor niet (moleculair) biologen

Vergelijkbare documenten
Intermezzo, De expressie van een eiwit.

Samenvatting. Samenvatting

VIII Samenvatting voor alle anderen

Samenvatting. Samenvatting

Chapter 8. Samenvatting

Samenvatting voor de leek

NEDERLANDSE SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Analyseren van de stressreactie van de tuberculose bacterie om onderzoek naar nieuwe antibiotica te versnellen

Nederlandse samenvatting

DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008

Nederlandse Samenvatting

Encounters with Oxygen. Aerobic Physiology and H2O2 Production of Lactobacillus johnsonii R.Y. Hertzberger

Citation for published version (APA): Detmers, F. J. M. (2001). The oligopeptide transport system of Lactococcus lactis s.n.

Nederlandse samenvatting

MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING

Een verhaal van twee eiwitten: de functies van YidC en YidD in de vorming van membraaneiwitten in de bacterie Escherichia coli.

DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life

Osmotic regulation of transport processes in Lactobacillus plantarum Glaasker, Erwin

Nederlandse samenvatting

Functional characterisation and cell walll interactions of peptidoglycan Steen, Anton

94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten

Samenvatting bij het proefschrift: Jasmonzuur-responsieve transcriptionele regulatie in Catharanthus roseus

Nederlandse samenvatting voor geïntereseerden buiten dit vakgebied

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse samenvatting


Nederlandse Samenvatting

Multi-Omics Analyses of the Molecular Physiology and Biotechnology of Escherichia Coli and Synechocystis sp. PCC6803 O. Borirak

Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied

Nederlandse samenvatting


biologie pilot vwo 2015-I

Sam envatting. Samenvatting

Cellen in het lichaam.

LIGATIE. Brown 4.3.1en 4.3.2

Chapter 9. Samenvatting

Samenvatting Curriculum Vitae

Nederlandse samenvatting

Microbiology & Biochemistry (MIB-10306, microbiologie deel)

Samenvatting. Samenvatting

Nederlandse samenvatting

TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld :00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal (aangegeven tijd is indicatie)

Micro-organismen. Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen. Wat wordt er van je verwacht? Wat zijn micro-organismen?

H :58 Pagina 113. Chapter. Nederlandse Samenvatting

Artikel 1.1: Yoghurt maken Bron:

Samenvatting. Samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting. Inleiding

Examen Voorbereiding DNA. Teylingen College Leeuwenhorst 2015/ JasperOut.nl. Thema 2 DNA

Heterologous expression and secretion of Clostridium perfringens [beta]-toxoid by Bacillus subtilis Nijland, Reindert

Samenvatting. Samenvatting

Algemene samenvatting

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

1 (~20 minuten; 20 punten)

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus


Samenvatting Hoofdstuk 1 hoofdstuk 2

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Nederlandse Samenvatting

Algemene samenvatting

Samenvatting. Summary for the non-biologist

Samenvatting 95 SAMENVATTING

Synthetic Biology of Cyanobacterial Cell Factories S.A. Angermayr

Virussen: een goed alternatief voor antibiotica?

Scheikundige begrippen

Nederlandse samenvatting

Tentamen Genetica Studentnr:

Proefschrift J.G. Arts Samenvatting

Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting

Nederlandse Samenvatting

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Biotechnologie deel I

Toevoeging bij hoofdstuk 10 07/05/2012 A. Het maken van een genomische bank

De logica van bacteriele groei

Nederlandse samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Cellen van drie domeinen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Naam: Student nummer:

Micro-organismen. organismen

Chapter 8 Samenvatting. Samenvatting

Moleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen

Moleculaire microbiologie 1: Schimmels

Nederlandse samenvatting

Oefen SE Havo Biologie (21 vragen)

Hetzelfde DNA in elke cel

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

Cover Page. Author: Slieker, Roderick Title: Charting the dynamic methylome across the human lifespan Issue Date:

The physiological response of Saccharomyces cerevisiae to temperature stress Postmus, J.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

vwo eiwitsynthese 2010

Nederlandse samenvatting

SAMENVATTING. Tuberculose

Nederlandse samenvatting

Autoregulation of lactose transport and metabolism in Streptococcus thermophilus Gunnewijk, Maria Gerarda Wilhelmina

Transcriptie:

Hoofdstuk 7 Samenvatting Voor niet (moleculair) biologen

Samenvatting SAMENVATTING Het gebruik van micro-organismen voor de conservering van levensmiddelen is al zeer oud. De bereiding van kaas, als methode om melk lang houdbaar te maken, was al voor onze jaartelling bekend. Inzicht in de werking van deze conserveringstechnieken en in de rol die bacteriën hierbij spelen, is echter pas eind vorige eeuw ontstaan. De schaal waarop levensmiddelen fermentaties worden uitgevoerd is steeds groter geworden en de processen zijn in de loop van deze eeuw sterk gemechaniseerd. De produktie van kaas, waarbij de melkzuurbacterie Lactococcus lactis (onderwerp van dit proefschrift) gebruikt wordt, bedroeg in 1975 in Nederland 383000 ton en in 1995 692000 ton (hoofdzakelijk Goudse kaas). Vanuit de zuivelindustrie is allengs behoefte ontstaan aan een beter inzicht in de processen die een rol spelen bij de kaasproduktie en kaasrijping, ten behoeve van een betrouwbaarder produktieproces en een constantere kwaliteit van het produkt. Smaak en consistentie van kaas worden voor een belangrijk deel bepaald door het zuursel dat aan de kaasmelk wordt toegevoegd. Dit zuursel is, althans in de geïndustrialiseerde landen, een gestandaardiseerd mengsel van diverse bacteriestammen, met name van de soort L. lactis. L. lactis groeit in melk en gebruikt daarvoor de aanwezige melksuiker (lactose) als koolstof en energiebron. Hierbij wordt melkzuur gevormd. L. lactis verkrijgt aminozuren, nodig voor de vorming van eigen eiwitten, uit de afbraak van het melkeiwit caseïne. Een belangrijk deel van het onderzoek aan L. lactis heeft betrekking op het gebruik van lactose en aan de afbraak van melkeiwit. Ander onderzoek is gericht op bacteriocinen en bacteriofagen. Bacteriocinen zijn natuurlijke antibiotica die gemaakt worden door bacteriën (waaronder lactococcen), en gericht zijn tegen andere bacteriën, zoals ziekte- en bederf- veroorzakende bacteriën. Bacteriofagen zijn virussen die bacteriën kunnen infecteren en doden. Faagresistente lactococcen zijn dus van industrieel belang omdat een faaginfectie het zuursel kan verwoesten en daarmee de kaasbereiding laat mislukken. Ook wordt onderzoek gedaan naar factoren die van invloed zijn op de snelheid van kaasrijping en factoren die van invloed zijn op de smaak van kaas. Het feit dat L. lactis volkomen ongevaarlijk is, maakt in principe bredere toepassing van deze bacterie voor de bereiding van levensmiddelen mogelijk. Voor veel potentiële toepassingen zijn de momenteel bekende Lactococcus stammen echter niet geschikt. De recombinant DNA technologie biedt de mogelijkheid nieuwe genen en daarmee nieuwe eigenschappen te introduceren in de bacterie. De afgelopen 15 jaar zijn diverse recombinant DNA technieken voor L. lactis 119

Chapter 7 ontwikkeld. Het is nu mogelijk om soorteigen of soortvreemde genen in Lactococcus in te bouwen en te laten functioneren. De meeste expressie systemen werken echter constitutief hetgeen wil zeggen dat ze altijd actief zijn. Met deze systemen is het niet mogelijk om genen te introduceren waarvan de produkten giftig zijn voor de bacterie. Voor zulke genen zijn schakelsystemen nodig waarmee zo n gen uitgeschakeld kan worden. Het gen kan dan in de bacterie gebracht worden en op een geschikt moment aangeschakeld worden. Dit proefschrift gaat over stress. Daarmee worden omstandigheden bedoeld die ongunstig zijn voor de overleving van L. lactis. Voorbeelden hiervan zijn het uitputten van een essentiële voedingsbron, hoge of lage temperaturen, een hoge osmotische druk en een zure omgeving. Dit zijn omstandigheden waaraan een lactococ tijdens de kaasbereiding is blootgesteld. De optimale groeitemperatuur voor lactococcen is 30ºC. Tijdens het maken van kaas wordt melk tijdelijk opgewarmd tot 35ºC, terwijl kaasrijping bij 12-16ºC plaats vindt. De osmotische waarde van kaas wordt hoger door het toevoegen van keukenzout (natrium chloride) hetgeen kan leiden tot uitdroging van de cellen. Door de vorming van melkzuur maken lactococcen hun eigen omgeving (de kaas) zuurder. Net als andere organismen hebben lactococcen mechanismen om zulke stresscondities te weerstaan, bijvoorbeeld door de schade veroorzaakt door stress te herstellen of door de cel voor te bereiden op nog ongunstiger omstandigheden. Dergelijke stress resistentie mechanismen worden veelal aangeschakeld op het moment dat de bacterie met een bepaald type stress geconfronteerd wordt, dus als ze nodig zijn voor de overleving van de cel. Een bekend voorbeeld hiervan is de heat shock response. Tijdens dit proces worden bepaalde eiwitten aangemaakt als reactie op een verhoging van de omgevingstemperatuur. De schakelsignalen (promoters) die reageren op stress condities kunnen in potentie gebruikt worden voor de (induceerbare) expressie van andere genen. Het doel van het in dit proefschrift beschreven onderzoek was het opsporen en karakteriseren van door het milieu gereguleerde genen uit L. lactis en het gebruik van de daarbij betrokken reguleerbare genexpressie signalen voor de expressie van andere genen. De expressie van een gen (de vorming van een genprodukt met een specifieke functie voor de cel) vindt plaats in twee stappen. In de eerste stap (transcriptie) wordt van het DNA een afschrift gemaakt: het boodschapper RNA. In de tweede stap (translatie) wordt de informatie van deze boodschapper afgelezen door een eiwit synthese machinerie die, op basis van deze informatie, een keten van verschillende aminozuren (eiwitbouwstenen) aaneenrijgt tot een eiwit. Elk gen codeert zo voor een ander eiwit met een specifieke eigen functie voor de cel. 120

Samenvatting De variaties in de expressie van stress gereguleerde genen kunnen op twee manieren onderzocht worden. Enerzijds op het niveau van het genprodukt (variaties in de hoeveelheid van het betreffende eiwit) en anderzijds op het niveau van transcriptie. Met de eerste methode werd een eiwit in L. lactis gevonden waarvan twee keer zo veel aanwezig was onder stress omstandigheden dan onder normale groeicondities (Hoofdstuk 2, Fig. 1A). Op grond van (een deel van) de aminozuur volgorde en met behulp van een databank kon dit eiwit geïdentificeerd worden als een superoxide dismutase. Dit is een enzym dat een schadelijke variant van zuurstof (superoxide) kan omzetten. Het gen dat codeert voor dit eiwit (soda) werd gekloneerd (geisoleerd), waardoor ook op een andere manier kon worden aangetoond dat in de aanwezigheid van zuurstof twee keer zo veel van dit eiwit wordt aangemaakt dan onder de zuurstofarme condities waarin L. lactis normaliter groeit (Hoofdstuk 2, Tabel 2). Een L. lactis stam met een gemuteerd soda gen maakte geen superoxide dismutase meer (Hoofdstuk 2, Fig. 7) en was veel gevoeliger voor zuurstof dan de wildtype (niet gemuteerde) stam (Hoofdstuk 2, Fig. 8). Voor de tweede aanpak werd gebruik gemaakt van een verslaggever (reporter) gen (een afgeleide van lacz uit de darmbacterie Escherichia coli). Dit gen is ontdaan van zijn eigen transcriptiesignalen en is dus inactief. Het genprodukt heeft een gemakkelijk aantoonbare activiteit (vorming van een blauwe kleurstof uit het substraat X-gal). Dit gen werd in verschillende L. lactis cellen (klonen) op een verschillende, willekeurige, plek in het chromosoom van de bacterie geplaatst. Transcriptie signalen die op zo n plek aanwezig zijn zorgen dan voor de expressie van de reporter: de verslaggever vertelt dus of er daar een afschrift van het DNA wordt gemaakt. De set klonen, met elk de reporter op een andere plaats in het DNA, werd gebruikt voor het opsporen van genen die alleen actief zijn in de aanwezigheid van keukenzout (natriumchloride)(dit is een stress conditie). Een kloon waarin lacz zich in zo n zout afhankelijk gen bevindt, is namelijk blauw in de aanwezigheid van zout en blijft wit in de afwezigheid van zout. Een kloon met deze eigenschappen werd gevonden (NS3) en lacz bleek in deze kloon alleen geïnduceerd (aangeschakeld) te worden door chloride en niet door chloride vrije zouten of door een concentratie aan suiker die voor een even hoge osmotische druk zorgt als NaCl (Hoofdstuk 3, Tabel 2). Een andere kloon (NS110) vertoonde lacz expressie in de afwezigheid van zout bij 30ºC en veel minder in de aanwezigheid van zout of bij een lagere temperatuur (Hoofdstuk 3, Tabel 3). In de 121

Chapter 7 laatste kloon bleek lacz zich te bevinden in een gen dat mogelijk betrokken is bij de aanmaak van de bouwstenen voor DNA. In NS3 bleek lacz te zijn opgenomen in het gen gadc. Dit gen codeert voor een eiwit dat mogelijk in de membraan, een onderdeel van het omhulsel van de Lacotococcus cel, verankerd ligt. gadc lijkt sterk op een gen dat gevonden is in de diarree veroorzakende bacterie Shigella flexneri (Hoofdstuk 4, Fig. 4). In S. flexneri is het gen betrokken bij resistentie tegen zure omstandigheden. gadc in L. lactis wordt samen met een tweede gen (gadb) afgeschreven in de aanwezigheid van zout. gadb codeert hoogstwaarschijnlijk voor glutamaat decarboxylase, een enzym dat het aminozuur glutamaat kan omzetten in γ-aminobutyrate en kooldioxyde. Een model voor de functie van deze twee eiwitten veronderstelt dat het membraaneiwit GadC zorgt voor de opname van glutamaat uit het groeimedium en voor de uitscheiding van γ-amino - butyrate uit de cel, terwijl GadB de omzetting van glutamaat in γ-aminobutyrate in de cel bewerkstelligt. Het netto effect van deze twee processen is het wegvangen van een proton (zuurgroep) uit de cel en de uitwisseling buiten de cel van een zure stof voor een minder zure. Met dit mechanisme kan de cel zich beschermen tegen een zuur milieu. Om na te gaan of een dergelijk proces ook in L. lactis plaatsvindt, werden cellen gedurende 2 uur geïncubeerd in een sterk zure omgeving (ph 3.5). Slechts een heel klein percentage van de cellen overleefde deze stressbehandeling (Hoofdstuk 4, Tabel 2). Echter, in de aanwezigheid van zout (dus met gadc en gadb aangeschakeld) en glutamaat bleek 0.5% van de Lactococcus cellen deze zuurbehandeling te overleven. L. lactis mutanten met een onderbroken gadc of gadb gen waren zelfs in de aanwezigheid van zout en glutamaat gevoelig voor zuur (Hoofdstuk 4, Tabel 3). Dit betekent dat L. lactis een glutamaat afhankelijk zuurresistentie mechanisme bezit dat gecodeerd wordt door gadcb en waarvan de expressie geïnduceerd wordt door chloride. In wildtype cellen die groeiden in medium met zout werd een gadc specifieke boodschapper RNA aangetoond met een lengte van ongeveer 3000 basen (dit is groot genoeg voor de gezamenlijke informatie voor gadc en gadb). Dit RNA werd niet gevormd in een stam met een gemuteerd gadr gen (Hoofdstuk 4, Fig. 5). Het gen gadr werd in het DNA direct voor gadc aangetroffen en wordt afgeschreven in dezelfde richting als gadcb (Hoofdstuk 4, Fig. 1). Het eiwitprodukt van dit gen vertoont veel overeenkomst met een regulatie eiwit uit Streptococcus gordonii, een mondbacterie (Hoofdstuk 4, Fig. 3). gadr codeert dus voor een regulatie eiwit dat zorgt voor het aanschakelen van de genen gadcb in de aanwezigheid van zout. In verband met de functie van gadcb in resistentie tegen zuur werd onderzocht of deze genen ook in een zure omgeving worden aangeschakeld. Dit bleek het geval te zijn: in een zuur milieu 122

Samenvatting bleek tien keer meer van de eiwitten te worden gevormd dan in een minder zuur milieu (Hoofdstuk 4, Fig. 7), maar alleen in de aanwezigheid van zout. Het is niet duidelijk waarom chloride nodig is voor de expressie van deze genen. Een omgeving die tegelijkertijd zuur is en veel chloride bevat is de maag. Maagwandcellen produceren zoutzuur (HCl) voor de afbraak van voedsel. Mogelijk spelen gadc en gadb een rol in de overleving van lactococcen tijdens de passage van de maag. De zout induceerbare promoter (het transcriptiesignaal) van gadcb is in principe bruikbaar voor de expressie van een ander gen waarvan het produkt schadelijk is voor de bacterie, omdat gadcb vrijwel niet wordt aangeschakeld wanneer geen zout aan het medium is toegevoegd. Deze promoter is gebruikt voor de ontwikkeling van een systeem dat mogelijk kan zorgen voor versnelde kaasrijping. Kaasrijping is een langzaam en daarmee kostbaar proces (belegen Goudse kaas is 3 maanden gerijpt). Een van de snelheidsbeperkende stappen tijdens de rijping van kaas is de afbraak van het melkeiwit caseïne tot peptiden en aminozuren. De concentratie van aminozuren in kaas is een maat voor de rijpheid. Aminozuren worden voor een belangrijk deel gevormd door de afbraak van peptiden door peptidasen. Dit zijn enzymen die in de Lactococcus cel voorkomen maar door het oplossen van de cellen (lysis) in de kaasmatrix vrij kunnen komen. Het is bekend dat snellere lysis van L. lactis leidt tot snellere vorming van aminozuren. Snellere lyse kan bereikt worden door de celwand van L. lactis af te breken met een celwandafbrekend enzym. De zout induceerbare promoter werd nu gebruikt om het gen voor autolysine (een celwandafbrekend enzym uit L. lactis zelf) en het gen voor een bacteriofaag lysine (een faag gebruikt dit enzym om de celwand van zijn gastheer af te breken) reguleerbaar tot expressie te brengen in L. lactis. Cellen met een van deze twee promoter-gen fusies groeiden normaal in de afwezigheid van zout en vormden geen faag lysine of extra autolysine. Na toevoeging van NaCl aan een groeiende culture vormden cellen met deze fusies echter extra celwandafbrekende activiteit (Hoofdstuk 5, Fig. 2) waardoor de groei van de culture ophield (Hoofdstuk 5, Fig. 3). Dat de cellen lyseerden werd vastgesteld aan de hand van het vrijkomen van cellulaire eiwitten in het groeimedium, dus buiten de cellen (Hoofdstuk 5, Fig. 4A). De mate van lysis, die maximaal was 1 tot 2 dagen na het toevoegen van zout, werd gekwantificeerd door het meten van de activiteit van het peptidase PepX in het medium (Hoofdstuk 5, Fig. 5). Het is dus mogelijk om op basis van DNA uit lactococcen induceerbare lyse van L. lactis te bewerkstelligen. 123

Chapter 7 De in dit proefschrift beschreven methode voor het opsporen van promoters is, veel meer dan andere promoter screening systemen die beschreven zijn voor L. lactis, geschikt voor het zoeken naar gereguleerde promoters. Omdat maar 1 kopie van het lacz gen (en ook van de te bestuderen promoter) in de cel aanwezig is, worden de normale processen in de cel minder verstoord dan bij methodes waarbij meerdere kopieën van de reporter in de cel gebracht worden. Het gebruikte plasmide (ringvormig DNA molecuul) kan in L. lactis en, in theorie, ook in andere bacteriën gebruikt worden en is ook geschikt voor het analyseren van de transcriptie van bekende genen. De gevonden zout induceerbare transcriptiesignalen zijn uniek aangezien nog niet eerder een promoter is beschreven die specifiek aangeschakeld wordt door chloride. De vondst van gadcb vergroot het inzicht in hoe L. lactis zure omstandigheden, die het zelf schept, kan overleven. De bewezen bruikbaarheid van de zout induceerbare promoter voor reguleerbare gen expressie is een belangrijke stap in de richting van nieuwe toepassingen van L. lactis, zoals bijvoorbeeld in de ontwikkeling van vaccins die via de mond ingenomen kunnen worden. Experimenten waarbij de hier beschreven Lactococcus stammen die lyseren onder invloed van zout gebruikt worden in zuursels voor kaasbereiding moeten uitwijzen of ze geschikt zijn voor het verkorten van de rijpingsduur van kaas. 124