Studietips brugklassen

Vergelijkbare documenten
Studietips leerjaar 1 (locatie Asten)

Proefwerkweek Olympiaklas 1 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

Proefwerkweek Olympiaklas 1 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

Proefwerkweek klas 2 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

Proefwerkweek Olympiaklas 1 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

Hoe overleef ik de Proefwerkweek?

Hoe leer ik voor Biologie

Sneller, Leuker en Makkelijker : Plannen. Pauline Jonker Maak Mij Wat Wijs!

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / SG Schiedam Tel.: /

Proefwerkweek klas 1 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

HLZ Toetsweek Klas V3A, V3B & V3C

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Leerstofomschrijving proefwerkweek 2 2 basis. Vak. Engels. Lesstof. File 4 Comics. Stofomschrijving

Sneller, Leuker en Makkelijker : Plannen. Pauline Jonker Maak Mij Wat Wijs!

Proefwerkweek klas 1 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

HLZ Toetsweek Klas H2A & H2B

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Taken en lessen bij de duizendpoten

Proefwerkweek klas 3 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

Cosis Begeleid Leren

Leren als een expert!

Slim huiswerk maken, tips om huiswerk maken te begeleiden

Leerstofomschrijving proefwerkweek 2 1 kgt. Vak. Engels. Lesstof. File 4 Post It, Like It. Stofomschrijving

Wat is belangrijk? ik kan me niet concentreren. ik heb geen zin. ik ben de helft weer vergeten. ik snap er niets van

HUISWERKTIPS. Hoe kan ik mijn kind begeleiden bij het maken van huiswerk?

HLZ Toetsweek klas U2A

In 5 stappen naar een Goede planning

Studiewijzers 2016/2017

Wat hoop je dat het werken met de gebruiksaanwijzing oplevert, thuis en op school?

HLZ Toetsweek Klas H3A, H3B & H3C

Hulp bij het leren voor ouders en leerlingen

Proefwerkweek klas 2 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

Studievaardigheden van A tot Z

Hoe pak je je schoolwerk aan?

Proefwerkweek klas 2 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

purple monkey agenda studeer planner

Docentenhandleiding Basisagenda '17-'18

leer-actief werkboek Naam: 1

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Agendaplanner. Udens College, Theoretisch 1

Les 3: Plannen en organiseren

Les 4: Word jij een goede manager van je eigen tijd?

Proefwerkweek Olympiaklas 1 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

Hoe stel je prioriteiten?

Naar de brugklas. Naar de brugklas. Tips om huiswerk te maken/leren. Plannen. Woordjes leren. Proef werkweek. Goed van start op de brugklas!

Walewyc-mavo Planning proefwerkweek

Rekenen Wiskunde Ondersteuning

Mijn doelen voor dit jaar

Checklist examenvoorbereiding en planning

Basisagenda DOCENTENHANDLEIDING

Proefwerkweek klas 1 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

Proefwerkweek Olympiaklas 2 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

Naam:.. Klas:. Mentor:

Hulp bij het leren voor ouders en leerlingen

Het spook dat huiswerk heet

1 Wat is het probleem? 3.1 Kies ik de goede manier van leren? Hoofdstukken

1 Agenda. 1 Jouw agenda Samen met je buurman of buurvrouw. Stel elkaar vragen over je agenda. 2. Wat zet jij allemaal in je agenda?

1 Uitslapen. Schrijf op hoe het vanmorgen ging. Voorbeeld: Begintijd Wat heb je gedaan? Hoeveel tijd kostte dat? Wekker, opstaan 15 minuten

Het examen scheikunde bestaat uit twee onderdelen (elk 50%), namelijk:

HUISWERKBELEID Waarom geven wij op school huiswerk? Hoe kunnen wij er samen voor zorgen dat uw kind optimaal leert?

Studiewijzers 2015/2016

Huiswerk op de Sint Josephschool.

Walewyc-mavo Planning proefwerkweek

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book

De praktische opdracht bestaat uit een stukje lezen,de tekst omzetten in beeld.

Jij, ja! Inhoud Uitleg Boost je brein 1/3 Maandplanningen en -terugblikken Boost je brein 2/3 Weekplanningen Boost je brein 3/3 Jaarevaluatie

Studietips Nederlands

VRAGENLIJST STUDIEKRING Competentie Studievaardigheden en vak inhoudelijke kennis

De praktische opdracht bestaat uit een stukje lezen, de tekst omzetten in beeld.

Studiewijzers De Marke Noord 1 kader-mavo Periode 3

Hoe te leren voor de UNIT toetsen

Proefwerkweek klas 3 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

Huiswerk tips! Speciaal voor jou! Praktijk voor reflexintegratie & kindercoaching

TIPS EN TRUCS VOOR HET LEREN VAN (FRANSE) WOORDJES EN GRAMMATICA

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider:

HLZ Toetsweek klas H1A en H1B

Huiswerk Getting Sh*t Done

Studietips Nederlands

Toets- en Examentrainer Horeca, Bakkerij en Recreatie GL

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Altijd meenemen: etui met meerdere pennen /potloden - gum - liniaal of geodriehoek. Leesboek of boeken om volgende toetsen te leren.

2 Huiswerk. Voorbeeld: Als je je huiswerk altijd aan je bureau maakt, geef je dat een 1. Als ik mijn huiswerk maak dan...

Leren (kan je ) leren!

Misschien VIND je het vervelend, maar het is wel echt nodig om hier goed mee bezig te zijn. Waarom? Daarover hieronder en op de volgende dia s meer!

Proefwerkweek Olympiaklas 1 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren

Het huiswerk heeft de volgende functies: - Het kan er toe bijdragen dat kinderen niet achterop raken met het onderwijsprogramma

Huiswerkbeleid op OBS de Zeester. augustus 2014

Proefwerkweek klas 3 Walewyc-mavo. Proefwerkweek

heb ik wel alles? Thuis per kleur schikken

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

De praktische toets bestaat uit een stukje lezen, de tekst omzetten in beeld.

Transcriptie:

Studietips brugklassen

2

Inhoud Inleiding... 4 Hoe maak ik een goede studieplanning?... 5 De inpaklijst... 8 Gebruik huiswerkschema... 10 Huiswerkschema... 11 Gebruik WRTS... 12 Hoe en wat te leren voor een toets? Nederlands... 13 Hoe en wat te leren voor een toets? Latijn... 13 Hoe en wat te leren voor een toets? Frans... 15 Hoe en wat te leren voor een toets? Engels... 16 Hoe en wat te leren voor een toets? Aardrijkskunde... 17 Hoe en wat te leren voor een toets? Wiskunde... 18 Hoe en wat te leren voor een toets? Muziek... 19 Hoe en wat te leren voor een toets? Natuur en techniek... 20 Hoe en wat te leren voor een toets? Biologie... 21 Hoe en wat te leren voor een toets? Levensbeschouwing.... 22 Hoe en wat te leren voor een toets? Beeldende Vormgeving.... 23 3

Inleiding Waarom dit boekje? Voor u ligt het boekje Studietips. Een goede start is het halve werk. Wanneer kinderen de overstap maken van de basisschool naar het voortgezet onderwijs, verandert er veel: een nieuwe klas, ieder uur een andere docent, veel nieuwe vakken en een zware tas die iedere ochtend weer goed ingepakt mee moet naar school. Daarbij komt een behoorlijke lunch, want de meeste leerlingen groeien flink en moeten een aardig eind fietsen. Thuis wachten dan nog huiswerk, sporten, muziekles of andere bezigheden. De combinatie school, huiswerk en hobby s vraagt om een slimme aanpak van diverse zaken. Uit ervaring weten we dat leerlingen dit niet alleen kunnen. We kunnen wachten tot het verkeerd gaat. Een kind ontvangt dan aantekeningen op zijn kaart. Bij te veel aantekeningen volgt er een sanctie en meestal ook contact met de ouders. Dit geeft onnodig spanning en bij sommige leerlingen veel stress. Dat is jammer, want iedere leerling komt in beginsel enthousiast naar school met als doel: iets leren. Tegelijkertijd willen leerlingen zich fijn en veilig voelen in de klas en op school. Daarom is begeleiding bij het leren zo belangrijk. Wij hebben daar uw hulp bij nodig. Sommige onderdelen van het leren, zoals plannen, tas inpakken en controlerende taken vragen om herhaling zodat het een vaste, goede gewoonte wordt. De eerste periode van het jaar gebruiken we om de leerlingen goed te leren structureren. Om te leren plannen hebben de meeste leerlingen die hele eerste periode van het schooljaar nodig. Er zijn leerlingen die in de onderbouw nog geen problemen ondervinden en pas in de bovenbouw in de problemen komen. Dat willen we natuurlijk voorblijven. Daarom denken we dat het zinvol is dat alle leerlingen op een effectieve manier leren plannen. Een goede agenda blijkt de overzichtelijke, neutrale schoolplanner te zijn. Door ouders vanaf het begin te laten helpen bij het plannen, verwachten we dat leerlingen een betere start maken en minder stress zullen hebben. Ook zullen ouders meer inzicht krijgen in, en daardoor begrip krijgen voor, het nieuwe studeerritme van hun kind. Het resultaat zal zich vertalen in kinderen die graag naar school gaan en betere resultaten behalen. 4

Hoe maak ik een goede studieplanning? 1. Pak het voorbeeld op de volgende bladzijde. 2. Werk in je agenda altijd netjes! 3. Schrijf je huiswerk over in de schoolplanner. Zorg ervoor dat je altijd voor 2 à 3 weken vooruit de vakken (met afkortingen ne, en, fa, ak, bi etc) in je agenda hebt staan. Zo kun je makkelijker en sneller opgegeven huiswerk in je agenda zetten. 4. Markeer met een markeerstift de overhoringen en proefwerken. 5. Nu ga je het huiswerk inplannen (in de rechterkolommen). 6. Je begint gewoon vooraan en werkt door tot je alles hebt ingepland. 7. Als iets is ingepland zet je een kruisje in het hokje achter het huiswerk. 8. In het voorbeeld zie je dat er voor het hokje een schatting is gemaakt hoe lang je denkt bezig te zijn met het leer of maakwerk. Je kunt ook als de planning klaar is uitrekenen hoeveel tijd je met je huiswerk bezig denkt te zijn. Zo kun je ook zien hoeveel tijd je nog over hebt voor sport, hobby s en vrienden. 9. Nu ga je je huiswerk leren en maken volgens de planning. Als iets geleerd is of gemaakt is, zet je een kruisje achter het geplande werk in de kolom ik maak/ leer alvast. Tips: begin 3 à 4 dagen van tevoren met het leren voor een overhoring begin 4 à 5 dagen van tevoren met het leren voor een proefwerk Als je moeite hebt met uit het hoofd leren van woordjes (bijvoorbeeld doordat je dyslectisch bent) dan begin je een paar dagen eerder en knip de stof op in kleinere delen. Gebruik afkortingen: L = leren M = maken Lz = lezen Begin met leerwerk, je bent dan nog het meest geconcentreerd. Begin met de vakken waarvoor je een overhoring of een proefwerk hebt. Leer later de vakken waarvan je nog leerwerk moet herhalen. Wissel leer en maakwerk af. Leer niet te lang achter elkaar (20/30 minuten) Leer talen niet na elkaar. Neem pauzes (korte) bijvoorbeeld 5 minuten na een half uur of 10 minuten na een uur. Wie slim plant kan ook genieten van zijn vrije tijd! 5

6

7

De inpaklijst De inpaklijst is een handig hulpmiddel wanneer je het overzicht mist en daardoor regelmatig dingen vergeet mee te nemen naar school. Om te voorkomen dat je daar aantekeningen voor krijgt is de inpaklijst een oplossing. Kijk ook nog altijd even in je agenda of een docent iets aparts opgegeven heeft om mee te brengen. Gebruik inpaklijst boeken Maak iedere periode 5 kopietjes van het format en vul ze per dag in. Bewaar het stapeltje op volgorde op je bureau (evt. in een insteekhoes). Pak de tas direct in als je klaar bent met je huiswerk, liefst voor het eten en in ieder geval voordat je gaat slapen. Laat in het begin je ouders helpen of de tas controleren. 8

Inpaklijst Boeken Inpaklijst voor..dag Spullen voor iedere dag: Etui (pen, potlood, rode pen, gum, markeerstiften, pritt, schaar) Geodriehoek, passer, rekenmachine. Agenda (met aantekeningenkaart erin) Lunch 1 e uur Vak: 2 e uur Vak: 3 e uur Vak: 4 e uur Vak: 5 e uur Vak 6 e uur Vak: 7 e uur Vak: 8 e uur Vak: 9

Gebruik huiswerkschema Het huiswerkschema is handig wanneer je het overzicht mist in wat je allemaal moet doen. Vooral wanneer je veel verschillende dingen onderneemt naast school. Denk daarbij aan: de hond uitlaten, de vaatwasser uitruimen, eten, naar een vriend(in) gaan, gamen, sporten of een andere hobby. In het schema bepaal je hoeveel tijd je ongeveer aan huiswerk besteedt per dag en op welke momenten. Het is niet verstandig om het huiswerk tot na het eten te laten liggen. Het is ook niet handig om voor het eten maakwerk te doen en al het leerwerk na het eten, de zin om daaraan te beginnen zal niet zo groot zijn. Het format vind je in magister: ga naar ELO en vervolgens naar studiewijzers. 10

Huiswerkschema Studietijden van: X = Studietijden Periode 4 X = Eten X = Vrije tijd tijd maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag tijd zaterdag zondag 14.40 Naar huis Naar huis School School School 9.40 15.00 drinken drinken School School School 10.00 X X 15.20 X X School School School 10.20 X X 15.40 X X Naar huis Naar huis Naar huis 10.40 X X 16.00 X X Naar huis Naar huis Naar huis 11.00 voetbal 16.20 X X drinken drinken drinken 11.20 voetbal 16.40 X X X X X 11.40 voetbal 17.00 X X X X X 12.00 voetbal 17.20 Eten Eten Eten Eten Eten 12.20 voetbal 17.40 Eten Eten Eten Eten Eten 12.40 voetbal 18.00 Trainen X Trainen X X 13.00 voetbal 18.20 Trainen X Trainen X X 13.20 18.40 Trainen X Trainen X X 13.40 19.00 Trainen X Trainen scouting 14.00 19.20 Trainen Trainen scouting 14.20 19.40 Trainen Trainen scouting 14.40 20.00 Naar huis Naar huis scouting 15.00 X reserve 20.20 X X scouting 15.20 X reserve 20.40 X X scouting 15.40 X reserve 21.00 Naar bed Naar bed Naar bed Naar bed scouting 16.00 Omaopa 11

Gebruik WRTS WRTS is een site van de Digitale School waarmee je woordjes kunt leren. In alle talen! Je hoeft niets te installeren, je kunt zelf woordenlijsten aanmaken, en overal waar internet is kun je je op allerlei manieren laten overhoren, oefenen en jezelf toetsen! Meld je snel aan op www.wrts.nl Wrts is een online woordjes oefenprogramma. * Het is geschikt voor alle talen en ook voor de begrippen van bijvoorbeeld aardrijkskunde. * Het is een online programma. Dat betekent dat je zonder iets te hoeven installeren nu niet meer van die ene computer afhankelijk bent, waarop je een woordjesleerprogramma geïnstalleerd had. * Je kunt er woordenlijsten mee aanmaken, bewerken en de woorden overhoren. * Je kunt bestaande woordenlijsten uit andere programma's inlezen. * Je kunt je woordenlijsten exporteren en doorgeven aan anderen. * Je kunt een eigen pagina aanmaken en daarop je woordenlijsten "delen" met anderen. Zij kunnen je woordenlijsten niet veranderen maar wel overnemen in hun eigen WRTS. * Je kunt er op allerlei manieren mee overhoren en jezelf toetsen. Een hele handige optie: Als je klaar bent met overhoren biedt WRTS je aan om de woorden die je fout had meteen als nieuw extra woordenlijstje op te slaan. Zo kun je extra oefenen met de woorden die je het moeilijkst vond. * Je kunt woordenlijsten ook printen, op meerdere manieren. Ook een eigen papieren overhoring kun je printen. Met stippellijnen en voldoende grote regelafstand. Ook kun je woordkaartjes maken: even uitknippen, achterkanten tegen elkaar plakken en je kunt ook onderweg zonder computer woordjes stampen ;) * Het wijst zich vanzelf. Je kunt er zonder uitleg mee aan de slag. * Je kunt de uitspraken van de woorden oefenen. * Een tool van de Digitale School: gratis dus, zonder reclame. 12

Hoe en wat te leren voor een toets? Nederlands Plannen en verdelen Voor een hoofdstukproefwerk van Nederlands geldt dat er heel veel verschillende onderdeeltjes getoetst worden. Die moeten allemaal geleerd worden! Op Magister in de agenda kun je precies zien wat je allemaal moet leren. Het gaat altijd om een grote hoeveelheid. Dat betekent dus dat je een goede planning moet maken, waarvoor je de verschillende onderdelen over een aantal dagen verdeelt. Het is dus van groot belang dat je op tijd begint! Een voorbeeld hierbij: Ma: theorie over fictie en eerste 15 moeilijke woorden leren Di: Alles herhalen, 2 e 15 moeilijke woorden leren en boekje redekundig ontleden leren Woe: Alles herhalen, redekundig ontleden oefenen Do: Alles herhalen en theorie leesvaardig leren. Ook boekje taalkundig ontleden leren Vr: Alles herhalen en taalkundig ontleden oefenen Za: Alles herhalen en spelling leren en oefenen Zo: Alles herhalen en oefenen Je ziet het: om een hoofdstukproefwerk te leren, heb je echt veel tijd nodig! Moeilijke woorden Op de vorige bladzijde heb je uitleg gekregen over het gebruik van WRTS. Deze site kun je perfect gebruiken voor het leren van de moeilijke woorden van Nederlands. Als je het niet prettig vindt om met de computer te werken, kun je er ook voor kiezen om met pen en papier te werken. Let op: Alleen de woordjes opzeggen is niet voldoende. Je leert dan veel minder precies dan wanneer je ook schrijft of typt. Een beetje extra werk levert je uiteindelijk goede cijfers op! Grammatica en spelling: oefenen, oefenen, oefenen! Voor de onderdelen grammatica en spelling geldt dat je niet alleen de theorie uit je hoofd moet kennen, maar dat je hem ook moet kunnen toepassen. Je weet pas of je dit goed kunt, door te oefenen en je oefening na te kijken. Oefenen kan met behulp van de opdrachten uit je boek. Oefenen kan ook met behulp van opdrachten op internet. Als je op Google een zoekopdracht intypt als oefening ontleden meewerkend voorwerp, krijg je vaak heel nuttige opdrachten te zien! Gouden tip De gouden tip bij studeren voor Nederlands is: overhoor jezelf of laat je overhoren! Doe dat het liefst niet alleen mondeling, maar ook schriftelijk. Dan oefen je de spelling van moeilijke woorden nog eens en blijft de betekenis veel beter hangen. 13

Hoe en wat te leren voor een toets? Latijn Wanneer je gaat leren voor het proefwerk voor Latijn, heb je de meeste stof al een keer geleerd voor een mondelingen of schriftelijke overhoring. Daarin worden namelijk altijd de woorden en grammatica getoetst. Op het proefwerk komen daar vragen over de cultuur van dat hoofdstuk en over de teksten die we hebben vertaald bij. Bij Latijn is het van het grootste belang dat je bij blijft. Bij iedere volgende toets komen de woorden en grammatica van de blokken daarvoor terug. Die moet je dus ook steeds herhalen wanneer je leert voor een nieuwe toets. Zorg er ook voor dat je in de les je aandacht er goed bijhoudt. Wanneer je dingen gemist hebt of wanneer je iets niet goed begrijpt vraag dan gerust nog een keer om uitleg aan je docent. Voor het proefwerk vertelt de docent uit welk onderdelen de toets bestaat, zodat je je goed kunt voorbereiden en weet wat je kunt verwachten. Leer altijd goed de woorden van de les waarover het proefwerk gaat, bijvoorbeeld door ze over te schrijven (LatijnNederlands) of met WRTS (niet goed leren is zonde van de tijd!) Herhaal ook de woorden uit de voorafgaande lessen als je die niet meer goed kent. Leer de grammatica of de regels aan de hand van het overzicht. Repeteer dit een aantal keer. Deze kan je vinden achter in het boek. Neem ook de grammatica van de vorige blokken door. Begin voor een proefwerk minimaal drie dagen van te voren. Maak opdrachten uit het oefenblok nog eens om te zien of je het snapt en controleer jezelf. Oefen eventueel op de methodesite. Wees heel precies, want verandering van één letter kan in het Latijn al veel verschil uitmaken bij de vertaling van een zin. 14

Hoe en wat te leren voor een toets? Frans Eerst leren, dan maken Wanneer je thuis begint met studeren, doe dan eerst het leerwerk en maak daarna pas de oefeningen. Je leert op deze manier beter regels toepassen en moeilijkheden ontdekken. Wanneer? Begin met het huiswerk op de dag dat je het hebt opgekregen. Voordelen: je weet nog één en ander uit de les, je hebt de tijd om moeilijke dingen extra te herhalen en je bent altijd klaar voor de volgende les. Herhalen! Doe het leerwerk minstens 3 keer. Dat wil zeggen op drie verschillende tijdstippen. Weet goed dat woorden, regels, vervoegingen etc. die je maar één keer leert, weer heel snel uit je geheugen kunnen verdwijnen, in veel gevallen zelfs al binnen een dag. Een proefwerk wordt minstens een week van tevoren opgegeven, begin dan ook op tijd met de voorbereidingen. Doe er elke dag iets aan, bijvoorbeeld een kwartier. Bedenk: 8 x 15 minuten is 2 uur! De voordelen van op tijd beginnen zijn: je groeit langzaam in de stof, je hebt tijd om te herhalen, je kunt nog vragen stellen mocht dat nodig zijn en je komt niet in tijdnood. De eerste lijn is wat je onthoudt na de eerste keer dat je leert. De volgende lijnen zijn de 2e, 3e en 4e keer. Je ziet hoe vaker je het herhaalt, des te meer je onthoudt. Voor iedereen is dit anders. Er zijn mensen die na 1x leren alles helemaal kennen en ook heel lang onthouden, maar dat zijn er niet veel. De meeste mensen moeten toch 24 keer of meer leren om de stof goed te onthouden. Het is wel zo dat de lijn op een gegeven moment horizontaal gaat lopen, dus niet blijft dalen zoals aan het einde van de lijnen op het plaatje. Het is dus handig een aantal dagen van tevoren te beginnen met leren en het niet uit te stellen tot de laatste dag voor het proefwerk. Hoe? Leer eerst FransNederlands, dan NederlandsFrans en daarna de schrijfwijze. Lees de woorden in je boek een paar keer door, dek ze daarna af. Leer zoveel mogelijk hardop. Spreek de woorden en zinnen uit. Je leert zo niet alleen automatisch de uitspraak, maar je zult alles bovendien makkelijker onthouden. Hardop studeren helpt je ook je te concentreren. Oefen de woorden met het digitaal lesmateriaal in Magister (epack). Met de woordtrainer kun je de woorden op verschillende manieren oefenen en overhoren. Belangrijk hierbij is dat je ook goed luistert naar de uitspraak van de woorden. Schrijf de woorden, die je van het Nederlands naar het Frans moet leren op. 15

Hoe en wat te leren voor een toets? Engels Voor een schriftelijke overhoring: Hiervoor raden wij je aan om de woordjes zo vaak mogelijk te herhalen voor het s.o. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden: Woordjes invoeren op www.wrts.nl en ze daar oefenen Woordjes zo vaak mogelijk overschrijven Kaartjes maken en d.m.v. memory de woordjes leren Een briefje met alle woordjes op een plek hangen waar je ze vaak tegenkomt Voor de grammatica ligt het iets anders. Je kunt hiermee oefenen door de opdrachten in het werkboek goed te maken en na te kijken. Hiernaast kun je extra oefeningen vragen aan de docent of zelf zoeken op grammatica onderdeel via google. Ouders zouden ook kunnen helpen door soortgelijke opdrachten te maken zoals in het werkboek staan. Voor een proefwerk: Voor het grammatica gedeelte geldt hetzelfde als hier boven. Wat de woordjes betreft is het niet hetzelfde als in het eerste stukje beschreven staat. Deze moeten wel geleerd worden, maar moeten op het proefwerk op een andere manier toegepast worden. Op het proefwerk zullen de woordjes in een Nederlandse zin gevraagd worden waar de grammatica van dat hoofdstuk ook ingezet wordt. Leerlingen moeten bijvoorbeeld de woordjes park, ingang en moeder leren en het gaat over de tegenwoordige tijd en voorzetsels. Een vraagzin in het proefwerk kan dan zijn: Je moeder is vlakbij de ingang van het park. Your mother is near the entrance of the park. Ouders zouden kunnen helpen door zinnen te maken van de woordjes en grammatica van dat hoofdstuk, of door de leerling zelf zinnen te laten maken en oefenen. 16

Hoe en wat te leren voor een toets? Aardrijkskunde Allereerst: ruim op tijd beginnen!! (overhoring 4 dagen van tevoren en proefwerk 7 dagen van tevoren. 1. Lees de tekst van de hele paragraaf goed en bekijk daarbij steeds de bronnen en figuren die bij een stukje tekst horen. Zoek moeilijke woorden of plaatsnamen op. 2. Als je een bron of figuur bekijkt dan neem je de volgende stappen: lees de tekst bij de bron lees de legenda als die erbij hoort interpreteer de getallen van een grafiek; wat betekenen de getallen? Probeer voor jezelf te bedenken waarom de schrijver van het boek deze bron heeft gebruikt. 3. Begrippen (achter elk hoofdstuk) goed leren. Je kunt deze ook vinden op akvarendonk.wrts.nl en ze daar overnemen. Je kunt ze printen als lijst maar ook handig is als woordkaartjes. 4. Het is aan te raden om per paragraaf een samenvatting of mindmap te maken. Hierdoor leer je onderscheid te maken tussen hoofd en bijzaken en bovendien is het handig bij het leren. 5. Aantekeningen uit de les altijd leren. Deze stof kan altijd terugkomen in een toets. Zorg er dus zelf voor dat wanneer je ziek bent geweest dat je ze van iemand anders overneemt. 6. Opdrachten uit het werkboek goed bestuderen. Aan het begin van iedere paragraaf staan de leerdoelen. Je kunt hier precies zien wat je moet kennen en kunnen. Je zou de leerdoelen in je aantekeningenschrift kunnen uitwerken. Je maakt eerst twee kolommen. Je maakt dan een vraag van het leerdoel en zet deze in de linkerkolom. Het antwoord zet je in de rechterkolom. Dit kun je dan letterlijk uit het hoofd leren. Het is dus ook belangrijk dat je het huiswerk goed nakijkt en eventueel verbetert. Het is slim om te verbeteren met een rode pen. 7. Werk ook met de epack. Log in op magister. Ga naar ELO en dan naar digitaal leermateriaal, kies voor aardrijkskunde. Hier kun je aan de slag met herhalingslessen, adviestoetsen en het digitaal werkboek. Herhalingslessen. Na twee of drie paragrafen kun je een interactieve herhalingsles maken. Daarmee kun je controleren of je de leerstof begrepen hebt. Ook kun je de herhalingsles gebruiken om extra te oefenen. Adviestoetsen. Na de basisstof van het hoofdstuk kun je een adviestoets maken. Deze toets geeft een advies over het vervolg van het hoofdstuk. Het kan zijn dat je de leerstof moet herhalen, extra paragrafen of plusparagrafen gaat maken. Digitaal werkboek. Hierin zijn de werkboekopdrachten gedigitaliseerd. Je krijgt feedback op je antwoorden. 8. Atlasgebruik. In het werkboek wordt uitgegaan van de Grote bosatlas 54 e editie (GB54). Veel opdrachten kunnen ook met de Grote bosatlas 53 e editie (GB53) worden gemaakt. In het antwoordenboek worden eerst de antwoorden uit GB54 genoemd. Wanneer GB53 tot een ander antwoord leidt, staat het antwoord tussen blokhaken [ ]. 17

Hoe en wat te leren voor een toets? Wiskunde Sommige mensen zeggen dat je wiskunde niet kunt leren. Dat is onzin. Ook wiskunde moet je leren, alleen niet zoals je woordjes leert of een groot stuk tekst. Wiskunde leer je door wiskunde te doen. Dat betekent: zoveel mogelijk opgaven maken, zoveel mogelijk oefenen in rekenen en tekenen, zoveel mogelijk oefenen in oplossen door puzzelen en... de theorie begrijpen door alle stappen te kunnen uitvoeren. Fouten maken bij wiskunde mag, want van je fouten kun je leren. Zorg er wel voor dat je al je fouten ontdekt door je werk goed na te kijken. Leren voor je proefwerk begint met het volledig maken van je huiswerk. Volledig betekent: ALLE opgaven maken (voor zover je ze begrijpt); o Niet begrepen? Schrijf alvast op wat je wél weet! Schrijf een vraagteken in de kantlijn. o Waar nodig (meestal dus) een berekening: hoe kom je aan je antwoord? Welke stappen zet je in je hoofd of wat zou je intoetsen op je rekenmachine? Controleer je antwoord; o Verbeter je antwoord waar dat nodig en mogelijk is, met een rode pen. o Belangrijker nog: een fout antwoord is veroorzaakt door een foute berekening en juist die moet worden gecorrigeerd, probeer dus te achterhalen waar je denk, reken of begripsfout vandaan komt. Heb je na het maken/controleren/verbeteren van het HW nog vragen, dan moet je deze bij de eerstvolgende gelegenheid stellen aan je docent. Hiervoor kun je vanaf leerjaar 2 ook je keuzewerktijd gebruiken. Neem de uitleg van de docent over in je schrift en zet er een uitroepteken bij, zodat je weet dat je dit bij de voorbereiding van de toets extra moet oefenen. Let in de les altijd goed op wat de docent vertelt. Hij/zij zal vaak de nadruk leggen op de opgaven die extra belangrijk zijn. Ook deze opgaven kun je aangeven met een uitroepteken. Proefwerk voorbereiden. In een wiskundeproefwerk staat altijd een aantal opdrachten die erg lijken op de opdrachten die je al gemaakt hebt. Het volledig maken van je huiswerk en het actief stellen van vragen is dus al een goede start. Daarnaast moet je de volgende onderdelen kennen en kunnen: Zorg dat je de betekenis begrijpt van alle nieuwe woorden die je in dit hoofdstuk hebt geleerd; Definities worden meestal niet letterlijk gevraagd, maar je moet ze wel toe kunnen passen. Oefen alle opgaven waar in de kantlijn een! of een? voor staat opnieuw. Dit waren namelijk de opgaven die je moeilijk vond of waarbij je je vergist had. Vul die opgaven aan met opgaven uit de Dtoets, de Herhaling of de Algemene Herhaling die je lastig vindt. Maak het jezelf niet te makkelijk. De samenvatting aan het eind van het hoofdstuk zet alles nog een keer voor je op een rijtje. Proefwerk maken Schrijf je berekeningen op. Voor alleen een antwoord krijg je niet het volle aantal punten! Maak een schets van de situatie. Maak tekeningen altijd met potlood en liniaal. 18

Hoe en wat te leren voor een toets? Muziek Het vak muziek gebruikt geen boeken maar de website van de methode "BeatsNBits" waar ook alle luisteropdrachten worden gemaakt. Van belang is dat je je opdrachten op tijd inlevert. In de digitale planner staan alle deadlines aangegeven. Ook alle partijen van de popnummers die we in de studio spelen staan op de site van de digitale methode. 19

Hoe en wat te leren voor een toets? Natuur en techniek Natuur en techniek heeft veel raakvlakken met wiskunde. Dit leer je ook door sommen te maken en vooral te herhalen. Ook zijn er proefjes die gedaan worden in de klas. Als er proefjes gedaan worden is het verstandig om daar aantekeningen van te maken. In het leerboek en werkboek staan veel plaatjes die je moet begrijpen en uit moet kunnen leggen. Als je huiswerk op krijgt lees je eerst de tekst goed door en dan pas ga je de vragen maken. Het is niet erg om de tekst meerdere malen te lezen, zo blijft de stof beter opgeslagen in je geheugen. Geef niet snel op en gebruik internet of klasgenoten om iets te vragen over het huiswerk. Maak je huiswerk op de dag dat je het op krijgt! In de les kun je met nakijkboekjes controleren of de antwoorden van het huiswerk goed zijn. Zorg dat je dat netjes bijhoudt! Werk netjes en overzichtelijk. Slordigheid is een oorzaak van onnodige fouten. Toets voorbereiden. In een toets staan een aantal opdrachten die erg lijken op de opdrachten die je al gemaakt hebt. Veel leerlingen vragen zich af hoe ze zich moeten voorbereiden op zo n natuur en techniektoets. Hier volgen een aantal tips: Maak een samenvatting van het hoofdstuk. Zorg dat je alle plaatjes die in het leerboek en werkboek staan uit kunt leggen. Leer de aantekeningen van de proefjes. Let in de les altijd goed op wat de docent vertelt. Hij/zij zal vaak aangeven wat belangrijk is. Deze dingen komen dan misschien wel op het proefwerk. Je kunt in je schrift bij deze onderwerpen een teken zetten zodat je weet dat je deze onderwerpen voor het proefwerk in ieder geval goed moet kennen. In magister kan aanvullende informatie staan. 20

Hoe en wat te leren voor een toets? Biologie Tekst in tekstboek Lees de tekst zorgvuldig door, soms is dat noodzakelijk om dat meerdere keren te doen. Probeer voor jezelf de dikgedrukte woorden te begrijpen en te verklaren. Deze moet je leren. Bronnen met plaatjes goed bekijken en de onderdelen leren. De stukjes om te onthouden in je opnemen en begrijpen. Je kunt hier zien wat je moet leren en kunnen. Opdrachten Maak de opdrachten zorgvuldig en schrijf netjes. Het is heel belangrijk dat je goed corrigeert en dat je weet wat je fout gedaan hebt. Samenvatting of mindmap maken Het is aan te raden om per paragraaf een samenvatting of mindmap te maken. Hierdoor leer je onderscheid te maken tussen hoofd en bijzaken en bovendien is het handig bij het leren. Aantekeningen Aantekeningen uit de les altijd overnemen en leren. Deze stof kan altijd terugkomen in een toets. Zorg er dus zelf voor dat wanneer je ziek bent geweest dat je ze van iemand anders overneemt. Voorbereiden voor een proefwerk en SO Een aantal tips: Leer goed de tekst in je tekstboek. Zorg dat je alle dikgedrukte woorden in het hoofdstuk kent. Leer altijd goed de stukken om te onthouden die aan het eind van ieder hoofdstuk in je boek staat; Oefen met de opdrachten samenvatten en test jezelf. Deze staan in je werkboek achter alle paragraven. Let in de les altijd goed op wat de docent vertelt. Hij/zij zal vaak aangeven wat belangrijk is. Deze dingen komen dan misschien wel op het proefwerk. Je kunt in je schrift bij deze dingen een teken zetten zodat je weet dat je die dingen voor het proefwerk in ieder geval goed moet kennen. PIF Als je tweetalig onderwijs volgt, is het goed om je PIF goed bij te houden. PIF staat voor Personal Idiom File en dat houdt in dat jij in een schriftje de woorden opschrijft die jij niet kent. Je zoekt de betekenis op, zodat je uiteindelijk een lijst hebt met woorden die voor jou lastig zijn. Bij een overhoring of proefwerk leer je niet alleen de theorie uit je boeken, maar ook de woorden uit je PIF. Zo word je niet verrast door lastige woorden in de toets. 21

Hoe en wat te leren voor een toets? Levensbeschouwing Naast de algemene vaardigheden die bij elk vak horen, zoals op tijd beginnen, herhalen, denkwerk afwissen met maakwerk, etc., zijn er een aantal specifieke vaardigheden die horen bij een vak als levensbeschouwing. Bij het leren voor het vak levensbeschouwing leer je voor een vak waarin teksten met begrippen centraal staan. Mogelijke manieren om een tekst te leren zijn: samenvatten mindmap maken schema maken begrippenlijst maken Van belang is dat je inzicht krijgt in de structuur van een hoofdstuk. Wat is de titel van het hoofdstuk? Waarom is dit de titel van het hoofdstuk? Wat is de titel van deze paragraaf? Waarom is dat de titel van deze paragraaf? Wat heeft de paragraaf te maken met de titel van het hoofdstuk? Vervolgens richt je je op de paragraaf. De paragraaf is opgebouwd uit alinea s. Lees de alinea door. Als je klaar bent met het lezen van de alinea stel je jezelf de volgende vragen: Wat wil deze alinea mij vertellen? Wat heeft dat te maken met het onderwerp van dit hoofdstuk? Wat zijn belangrijke begrippen in deze alinea? Kan ik deze begrippen in eigen woorden omschrijven? Als ik deze alinea zou moeten schrijven,wat zou ik dan vermelden? Mis ik belangrijke info in deze alinea? Door op deze manier met de stof bezig te zijn, koppel je nieuwe informatie (dingen die je nog niet wist) aan bestaande kennis (dingen die je al wel weet over het onderwerp), waardoor je deze makkelijker eigen maakt en het langer kunt onthouden. Daarnaast is het goed om de aantekeningen die je in de les gemaakt hebt te leren. Het is niet voor niets dat de docent deze aantekeningen geeft. Blijkbaar worden deze belangrijk gevonden. Zorg er dus voor dat jouw aantekeningen net en compleet zijn! 22

Hoe en wat voor het vak Beeldende Vormgeving Wat is beeldende vormgeving? Beeldende vormgeving is een combinatie van de vakken tekenen en handvaardigheid. Iedere periode (elk van ongeveer 10 weken) ga je zelf kiezen of je je werkstuk tweedimensionaal of driedimensionaal gaat uitwerken. Tweedimensionaal betekent op het platte vlak, bijvoorbeeld een werkstuk in potlood, een schilderwerk of een pentekening. Driedimensionaal betekent ruimtelijk, bijvoorbeeld een werkstuk van klei of hout. Werkwijze Om een werkstuk te kunnen maken, heb je om te beginnen een goed idee nodig. We behandelen iedere periode een thema en naar aanleiding van dat thema kies je een opdracht. Tijdens de eerste 2 weken van de periode bekijken we het thema van zo veel mogelijk kanten. Je maakt kennis met kunstwerken die passen bij dit thema en we behandelen een aantal begrippen, vaak zijn dit zogenaamde beeldaspecten. Je krijgt geen schriftelijke toetsen voor ons vak. We zien aan je werkproces en eindwerkstuk of je de theorie begrepen hebt. Het is de bedoeling dat je informatie gaat verzamelen rondom de door jou gekozen opdracht; je zoekt teksten en verzamelt afbeeldingen. Ook maak je schetsen om uit te proberen hoe jouw idee het beste vormgegeven kan worden. Deze afbeeldingen, teksten en schetsen komen allemaal in je dummy. Je dummy wordt dus een soort logboek, waarin je vastlegt wat je allemaal gedaan hebt. De dummy en de tekendoos bewaar je in je kluisje en heb je paraat tijdens de les. Materiaal, gereedschap en techniek Als je weet wat je wilt gaan maken, ga je bedenken hoe je het gaat maken en met welk materiaal je gaat werken. Om te ontdekken wat er allemaal mogelijk is met de verschillende materialen en de daarbij behorende technieken, hebben we speciale techniekkaarten. Op zo n techniekkaart vind je informatie over een materiaal en een aantal opdrachten die er bij horen. Planning en organisatie Voordat je aan het eindwerkstuk kunt beginnen, heb je een heleboel stappen ondernomen. Om nog genoeg tijd over te hebben voor het eindwerkstuk, plan je vooraf wat je wanneer wilt gaan doen. Als je bijvoorbeeld afbeeldingen nodig hebt om na te tekenen, moet je er voor zorgen dat je die bij je hebt (goed noteren in je agenda dus!). Je kunt niet alles in hetzelfde lokaal doen. Wil je bijvoorbeeld met klei werken dan moet dit in lokaal 18. Terwijl als je wilt tekenen dit in lokaal 19 of 20 moet gebeuren. Alles gebeurt in overleg met je docent. We bouwen het zelfstandig werken langzaam op; de eerste periode zal de docent nog samen met jullie de planning in de agenda en magister noteren. 23