a. Wat wordt verstaan onder V&V? b. Uit welke kernactiviteiten bestaat V&V? c. Noem enkele voor- en nadelen van inspecties. d. Idem voor testen.



Vergelijkbare documenten
Introductie tot de cursus

Software Processen. Ian Sommerville 2004 Software Engineering, 7th edition. Chapter 4 Slide 1. Het software proces

Tentamen Systeemontwikkeling 1 (I00100)

UML. From weblog Dennis Snippert

GAMP Toegepast op de DeskTopXorter Besturing DeskTopXorter

Regressietesten. De aanpak en aandachtspunten. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.0

Inhoud. Introductie tot de cursus

Kenmerken van DLArchitect

Jaarproject programmeren bij LORE

Inhoud. Introductie tot de cursus

Transparantie = Key!

Bijlage 9. UNI REB GD. Releasebeleid

Informatica 2 Studiehandleiding

Safety Basics. Safe Design & CE-Marking. Kernpunten Martijn Drost Sr. Consultant Teamleider Consultancy Pilz Services

Vier aandachtspunten bij het specificeren van digitaal geregelde voedingen

Software Test Plan. Yannick Verschueren

Cursus Software Architecture (T32311 en T32811)

Koppeling met Elektronische Communicatie Hypotheken

Ontwerp. <naam applicatie>

- Licht elk antwoord toe, laat zien wat je keuzes en overwegingen zijn.

Inleiding ontwikkelmethoden

Tentamen Planning 2de semester Wetenschappelijk verslag Lenzen en Hydrodynamica. 17 februari 2006 Meten en experimenteren 1

VAN USE CASE NAAR TEST CASE ORDINA SMART COMPETENCE CENTER

Inhoud eindtoets. Eindtoets. Introductie 2. Opgaven 3. Terugkoppeling 6

DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL

Een Inleiding tot Software Engineering. Ian Sommerville 2004 Software Engineering, 7th edition. Chapter 1 Slide 1

Inhoud Deel een Het ontwikkeltraject 1 2 3

Aliens?

Connect Social Business

ONTWERP VAN GEDISTRIBUEERDE SOFTWARE ACADEMIEJAAR STE EXAMENPERIODE, 15 JANUARI 2010, 14U 17U30 VRAAG 1: INLEIDENDE BEGRIPPEN[20 MIN]

1. Welke diagrammen beschrijven het dynamisch gedrag van een applicatie?

Test rapportage Waarom eigenlijk?

Project Start Architectuur (PSA)

Ontwikkelmethoden en technieken DSDM POMT HC3

Software Test Plan. PEN: Paper Exchange Network Software Engineering groep 1 (se1-1415) Academiejaar

Connect Social Business. Plan van Aanpak voor mijn stage bij ConnectSB

Procesvisie op Maat. Op basis van het Master Test Plan wordt een gedetailleerd testplan voor elke fase opgesteld.

Tools voor canonieke datamodellering Bert Dingemans

Agile systeemontwikkeling. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V.

FUNCTIEBESCHRIJVING DIVISIEMANAGER (M/V)

Versie-/Releasebeleid

Compliancy Testrapportage

Socio-technisch systemen. Ian Sommerville 2004 Software Engineering, 7th edition. Chapter 2 Slide 1

Software Test Document

Voor en nadelen (spatieel) gedistribueerd

ICT Beheermodel informatiesystemen Drechtsteden Baseline inrichting ICT beheermodel Drechtsteden

Compliancy Testrapportage

Leverancier Testrapportage

Aan- en afmelding Zvw- en buitenlandverzekerde

Praktische zaken INFOB3SO

Whitepaper. Exploratory Testing. Waarom doen we dat niet altijd? door Dennis Joele

Ternaire relaties in ERDs zijn lastig

Betreft: Verzoek tot Offerte AmersfoortBreed Cultuureducatie / Website Scholen in de Kunst Datum: 10 oktober 2011

Bent u ook zoveel tijd kwijt met het zoeken naar de laatste en enig juiste! - versie van uw marktonderzoek

Software Test Plan. Yannick Verschueren

Kennis na het volgen van de training. Na het volgen van deze training bent u in staat:

Compliancy Testrapportage

Connect Social Business. Plan van Aanpak voor mijn stage bij ConnectSB

SIVACON S4 en ALPHA. De standaard in energieverdeling. Veilig, flexibel en betrouwbaar. Answers for infrastructure.

Teststrategien. Hebben we wel het juiste gebouwd? Pieter van den Hombergh. 20 februari 2014

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.1

Ontwikkelmethoden en technieken. Ontwikkelmethoden & Technieken HC 2

Business Scenario. Voorbeeld Archimate Risico Extensie. versie 0.1. Bert Dingemans

Evo Evolutionary Project Management. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V.

Rapport over het werkprofiel van Software engineer (sr)

tot oplevering (thuis e maken met ondersteuning via forum) Cursus Moodle, boek, internet

EMPLOYABILITY, CONTINUE ONTWIKKELING VAN MEDEWERKERS ÉN ORGANISATIE

Quickscan Webrichtlijnen

Integratietesten Lelystad IDS40

Test rapport Yenlo The experts in integration

De modellen die hiervoor gebruikt zijn zijn: Class diagrams; object diagrams; use case diagrams.

Ervaringen met het opzetten van een MDD omgeving

Functionele beschrijving: scannen naar van Brug software.

HP CloudSystem Matrix Upgrade Implementation Services

Handleiding: Postcode-Service Volgnummer: 17, versie 1.0. Incura Handleiding. Postcode-Service

INSTALLATIE VAN UW SOFTWARE OP WINDOWS VISTA OU 7

Handleiding Abakus compleet

Chris de Kok TDI 3. Vak: Software Architectuur Datum: Docent: Fons van Kesteren

Praktijkinstructie Industriële automatisering 3 (ICT09.3/CREBO:53270)

Vraag 1... Vraag 2... Vraag 3...

13. De ideale product owner

ProduPlus. Wat is ProduPlus

Hans Jurgen Kroon Industrial HVAC Control Solutions

XML/JSON vacaturefeeds

DECOS EN STUF-ZAKEN VOOR FRONTOFFICE FUNCTIONELE BESCHRIJVING V2.1

Rijkspas: veiligheid en flexibiliteit. ID-ware, C. Borgmann, MSc Heerhugowaard 24 november 2011

owncloud centraliseren, synchroniseren & delen van bestanden

Proefexamen ITIL Foundation

Inhoud. Introductie tot de cursus

UML is een visuele taal om processen, software en systemen te kunnen modeleren.

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Scrumscrumscrumscrumscrumscrum scrumscrumscrumscrumscrumscrum scrumscrumscrumscrumscrumscrum agileagileagileagileagileagileagileagil

Agenda. Introductie Aan het werk Conclusie / restrospective

Plan van aanpak Toogle

Checklist basisontwerp SDM II

Inhoud. Introductie tot de cursus

AMR Verwijder-tools Agics Mallware Verwijdertool Door Agics V.O.F.

Transcriptie:

Eindtoets T07351 Software engineering Een eindtoets staat in het algemeen model voor het tentamen van de betreffende cursus. Aangezien deze cursus een mondeling tentamen heeft, bevat deze eindtoets slechts een aantal voorbeelden van het soort vragen dat op het tentamen gesteld wordt. Meestal wordt een bepaald onderwerp uit de cursus aangesneden en wordt daarover een serie vragen gesteld. Vraag 1. Verificatie en validatie (V&V) a. Wat wordt verstaan onder V&V? b. Uit welke kernactiviteiten bestaat V&V? c. Noem enkele voor- en nadelen van inspecties. d. Idem voor testen. Vraag 2. Verificatie en validatie (V&V) a. Wat is het verschil tussen testen en debugging? b. Wat is het verschil tussen black-box- en white-boxtesten? c. Wat kun je met testen aantonen en wat niet? Vraag 3. Configuratiebeheer a. Wat wordt verstaan onder CM? b. Welke soorten producten vallen onder CM? c. Waarom is CM eigenlijk nodig? d. Noem enkele kernactiviteiten van CM. e. Is CM nodig nadat een systeem operationeel is? f. Wordt binnen XP ook CM toegepast? Vraag 4. XP en RUP a. Noem enkele belangrijke principes en kenmerken van XP. b. Noem enkele belangrijke kenmerken RUP. c. Wat wordt binnen RUP gedaan aan testen? d. Wat wordt binnen XP gedaan aan testen? Vraag 5. Software re-engineering Noem een aantal activiteiten van het software re-engineering process. Vraag 6. System models a. Beschrijf de rol van contextmodellen in het software engineering process. b. Noem enkele vormen van contextmodellen en hun specifieke eigenschappen. c. Beschrijf de rol van interactiemodellen in het software engineering process. d. Wat is de relatie tussen contextmodellen en interactiemodellen?

Vraag 7. Dependability a. Wat wordt verstaan onder 'dependability'? b. Noem 4 aspecten van dependability. Vraag 8. Service-oriented software engineering a. Wat zijn de verschillen tussen een service en een webservice? b. Beschrijf 3 essentiële processtappen welke uitgevoerd moeten worden bij Service engineering. c. Noem enkele problemen bij het testen van een systeem gebaseerd op services. Vraag 9. Aspect-oriented software development a. Wat wordt bedoeld met 'separation of concerns'? b. Geef voorbeelden van 'viewpoints' en 'concerns'. c. Beschrijf wat een aspectweaver doet.

Uitwerkingen Vraag 1. Verificatie en validatie (V&V): a. Zie pagina 207 van het tekstboek. b. Een globaal antwoord staat in paragraaf 2.2.3 op blz. 41 van het tekstboek. Meer details zijn te vinden in de inleiding van hoofdstuk 8 op blz. 206-210 van het tekstboek. c. Voordelen: o toepasbaar op allerlei producten (documentatie, programmacode,...), o vroeg in het ontwikkelingstraject toepasbaar. Nadelen: o moeilijk toepasbaar op een groter product, o moeilijk toepasbaar voor eigenschappen als gebruiksgemak en prestaties. d. Voordelen: o toepasbaar op een werkend systeem(onderdeel), o toepasbaar op eigenschappen als gebruiksgemak en prestaties. Nadelen: o o alleen toepasbaar op programmatuur, laat in het ontwikkelingstraject toepasbaar. Vraag 2. Verificatie en validatie (V&V): a. Bij testen kunnen fouten optreden en met debugging kunnen die fouten worden opgespoord (en gerepareerd). b. Bij black-boxtesten worden testgevallen alleen op grond van de specificatie bepaald en bij white-boxtesten op grond van de inhoud en structuur van het betreffende onderdeel. c. Met testen kan alleen de aanwezigheid van fouten aangetoond worden, niet de afwezigheid. Anders gezegd: met testen kan alleen de incorrectheid van een systeem worden aangetoond, niet de correctheid. Vraag 3. Configuratiebeheer: a. Het beheren van alle onderdelen van een softwareproduct in ontwikkeling of in onderhoud, met name de versies daarvan die ontstaan door wijziging, en ook van de samenhang tussen die onderdelen. b. Code, systeem- en projectdocumentatie, testverzamelingen en resultaten, gebruikshandleidingen, change-requests,... c. Vanwege de enorm grote aantallen configuratie-items, dus van de versies van alle onderdelen, en de relaties ertussen. Software engineers werken meestal in teamverband aan een product, versiebeheer is daarbij onontbeerlijk. d. Versie-, veranderings- en opleveringsbeheer.

e. Dat is zeker nodig als het systeem nog in onderhoud blijft, zeker als dat intensief zal zijn of als verschillende versies van een systeem naast elkaar bestaan en in onderhoud blijven. f. XP heeft enkele kenmerken die CM noodzakelijk maken, bijvoorbeeld: o gemeenschappelijk codebezit, hetgeen inhoudt dat iedereen op elk moment elk deel van de code mag veranderen, en o doorlopende integratie, hetgeen inhoudt dat veranderingen aan onderdelen snel worden ingebracht in het systeem en dat het gehele systeem vaak opnieuw wordt gecompileerd. Vraag 4. XP en RUP: a. Principes: zie bladzijde 65 van het tekstboek. Kenmerken of 'practices': zie bladzijde 66 van het tekstboek, figure 3.4. b. Zie paragraaf 2.4 van het tekstboek. c. Zie paragraaf 3.3.1 van het tekstboek. d. Zie bladzijde 52 van het tekstboek. Zie in dit verband ook Opdracht 2. Geef in deze eindtoets ook uw eigen mening over de toepasbaarheid van de door u genoemde principes en methoden. Vraag 5. Software re-engineering: Zie tekstboek paragraaf 9.3.2, met name ook figure 9.11. Vraag 6. System models: a. Contextmodellen leggen de grenzen van het systeem vast: wat hoort erbij en wat niet. b. Procesmodel, UML activity diagram, zie bladzijde 123 van het tekstboek. c. Zie bladzijde 124 van het tekstboek. d. In contextmodellen wordt de context of omgeving van het systeem vastgelegd, in interactiemodellen de interactie tussen het syteem en omgeving, of tussen componenten of deelsystemen. Vraag 7. Dependability: a. Het woord 'dependability' heeft in dit verband geen vertaling in het Nederlands. Het beschrijft in hoeverre je je kunt 'verlaten' op het systeem. Het is dus meer dan alleen betrouwbaarheid. b. De 4 aspecten van dependability zijn: o betrouwbaarheid, o beschikbaarheid, o beveiliging, o veiligheid. Zie ook figure 11.1 van het tekstboek en de bijbehorende tekst.

Vraag 8. Service-oriented software engineering: a. De veschillen tussen een service en een webservice zijn: o een service is een stuk functionaliteit, met een nauwkeurige beschrijving en een nauwkeurig beschreven interface, o een webservice werkt via internet met (standaard) web-protocollen. b. zie tekstboek figure 19.6, bladzijde 519. c. zie tekstboek paragraaf 19.3.2, bladzijde 533. Vraag 9. Aspect-oriented software development: a. zie tekstboek paragraaf 21.1, bladzijde 567. b. Voor concerns: zie punt 1 t/m 5 op bladzijde 568 van het tekstboek. Voor concerns en viewpoints: zie bijvoorbeeld figure 21.8 op bladzijde 578 van het tekstboek. c. zie tekstboek paragraaf 21.2, bladzijde 571 en verder.