Wilde bijen (Bron: B. Brugge, Wilde Bijen, Insectenvriendelijk Beheer van Wegbermen Rijkswaterstaat 1992)



Vergelijkbare documenten
Bijen en Landschapsbeheer

Wat hebben bijen nodig?

Bij-vriendelijk Beheer

Bij-scholing voor de groenprofessional. Titel presentatie. subtitel

Wat hebben bijen nodig?

Het leven van wilde bijen. Het leven van wilde bijen

Bijenhotel maken Draaiboek Leeftijd: 10 tot 15 jaar Duur activiteit: 2 tot 2,5 uur

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Ecologisch bermbeheer

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen

De patrijs, klant van de akkerrand. Achtergrondinformatie bij de lesbrief voor kinderen.

Ecologische bij-structuur: het beheer

ADVIEZEN VOOR EEN BIJENRIJKER SINGELPARK. Menno Reemer (EIS Kenniscentrum Insecten) Robbert Snep (Alterra) Augustus 2015 INLEIDING

Kleurkeur: keurmerk voor goed bermbeheer. Context: steeds minder insecten. -76% insectenbiomassa Anthonie Stip

Imkervereniging de korenbloem. Bart Bakker Jan Breembroek

Bermenplan Assen. Definitief

Diversiteit van bestuivers behouden en bevorderen

ProRail spoorberm traject Alphen a/d Rijn-Leiden

BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP

No regret maatregelen voor de natuur

De grond waarop wij wonen.

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Bijen en volkstuinen

Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels. Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen

Betaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven. Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden

Insectenvriendelijk graslandbeheer. in Midden-Friesland

Honingbijen in natuurterreinen? { Richtlijn Richtlij voor n be voor he be erd he ers erd Erik van der Spek

KORTE INTRODUCTIE IN DE DIVERSITEIT, ECOLOGIE & ACTUELE STATUS VAN WILDE BIJEN IN NEDERLAND

De bij is de soort van het jaar 2011 Scholenprogramma. Ecotreffen 2011

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid mevrouw M.J.E. de Groot. sv RIS Regnr. DSB/ Den Haag, 15 februari 2011

Bijenhoudersvereniging St Ambrosius Boxtel

Bloei en bestuiving. In kader van het Leaderproject: De boomgaard als school en atelier. Bij-leren in de boomgaard

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

De waarde van Bijenlandschappen

Groenbeheer met oog voor bijen

De Bij hoort erbij. 10 juni 2015 Probus 1 Maastricht Guus Gerards

Workshop. Bijenhotel

Insecten in grasbermen: kansen, maar geen wonderen. Jinze Noordijk, Theo Zeegers EIS Kenniscentrum Insecten (Naturalis)

Bijenhotels in de publieke ruimte

Zorgen om insecten. Insecten. Sinusbeheer Meanderend maaien voor insecten Alle kranten + tv kopten

De Bijenwijzer biedt handvatten voor effectief bijenbeheer

Bestuiving = instandhouding van soorten

Opzet. Streefbeelden Graslanden. Fasen van ontwikkeling. Hooilanden. Tussenfase 0: Raaigras-weide KNNV afdeling Delfland. Tussenfase 1: Grassen-mix

Zijn terreinbeheerders goede insectenbeheerders?

Blije bijen ontdekkingsroute

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

memo Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur Algemeen

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Bijenvriendelijke bermen met gesloten beurs

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KAMSALAMANDER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

Inrichting en beheer van groen voor insecten in het bijzonder wilde bijen

Drachtverbetering!!! Van het grootste belang!!!!! Aat Rietveld,

2 e West-Vlaams Bijensymposium 22/10/2011 Jens D Haeseleer. Vlaanderen, bij-zonder landschap?

Dit kun je zelf doen om insectensterfte te voorkomen

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

IN DE KIEM GESCOORD LEVEN IN EEN BETONHOTEL

Bijen en zo. Villa Augustus 6 mei Adriaan Guldemond, CLM Eva Cossee

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 21 april Beste natuurliefhebber/- ster,

Oevers 2x maaien Oever 2

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening

Beleid Natuurvriendelijk maaien gestart in 2015.

Natuurbeheer G... E... N... Zoek waarvoor de afkorting GEN staat

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Nieuwsbrief» Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. nummer 2 april Metselbijen

Hoe gaat het met de wilde bijen?

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen

Den Haag Bij voorbeeld. Initiatiefvoorstel voor bijvriendelijk handelen

Hommel Bouw Levenscyclus Weetjes Bestuivers

Voorjaarsweekend Tuinplezier EEN TUIN VOL LEVEN. De Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht maart Drachtplanten - Bijenplanten

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

Notitie. Inleiding. Achtergrond bijen. Moerland, W. (bsr) & S. Jaarsma (NMR) Groene daken als leefgebied voor wilde bijen

Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De plaats waar de grond wordt weggenomen.

Concept Schouwkalender

module 2 ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES

Veldbezoeken Het gebied is op 5 september 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Peter van den Akker (Zuid-Hollands Landschap).

Een bij hoort er bij in Nijmegen. Initiatiefvoorstel aan de Raad om bijensterfte tegen te gaan.

BIJEN IN LEEUWARDEN. Thijs Gerritsen & Bart Franken

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KNOFLOOKPAD SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

Beplantingen Elzensingel Enkele rij, 3 stuks per meter. Minimale lengte 10 m. Planten bosplantsoen (60-100cm) 1 m 4,20

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg

Nee, dat is normaal. Het is te verwachten dat ongeveer 90% van de cocons uitkomt.

Wilde bijen en beheer Vlinders, (wilde) bijen en Idylles Presentatie door Wankja Ferguson Eco ontwerp en advies: Vlinder er Bij

Handleiding Beestentoren

Waarom Ecologisch Bermbeheer?

afbeelding 1 afbeelding 2

Bijen en hommels. En alles dat je moet weten om ze te beschermen. John Smit EIS Kenniscentrum Insecten

Bevorderen van nestgelegenheid voor wilde bijen op landgoed De Lage Lier

Angeldragers Honingbij Solitairebij Hommel Wesp

Knelpunten van de Natuurzoom.

Beheer en herstel van kievitsbloemlanden

HOLLE WEGEN. module 6

Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen

Bijenmonitoren docentendeel

Fauna in de PAS. Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen

Bijvriendelijke graslanden/dijken en bermen. Beheer en inrichting en kosten

3.1 Akkerranden en wilde bestuivers Jeroen Scheper (WUR)

Bert Dijkstra. Pingo Programma Drenthe, Beheer en beleid; 23 november VBNE

Transcriptie:

Wilde bijen (Bron: B. Brugge, Wilde Bijen, Insectenvriendelijk Beheer van Wegbermen Rijkswaterstaat 1992) De wilde bijen omvatten alle in het wild voorkomende bijen in Noord-Holland. Zij behoren tot de orde: Hymenoptera (vliesvleugelingen) en de familie: Apidae (bijen en hommels) Wilde bijen zijn doorgaans solitair levende bijen. De vrouwelijke dieren zorgen voor het graafwerk, verzamelen voedsel en onderhouden het nest. De mannelijke dieren hebben uitsluitend de functie om voor de inseminatie van de vrouwelijke dieren te zorgen. Er zijn geen werksters. Tot de wilde bijen behoren ook de hommels, deze leven wel als volk, met een vrouwtje als koningin en onvruchtbare werksters die het nest verzorgen en stuifmeel verzamelen. Foto: Henk van Bruggen De nieuwe koningin overwintert, de rest van de dieren in het nest gaat dood. Hommels graven geen gangen in de grond, maar gebruiken muizengangen, kuiltjes onder stenen planken of boomholtes. Naar levenswijze kunnen de wilde bijen gesplitst worden in grondbewoners en bovengrondse soorten die in stengels, hout en muren hun nest bouwen. Voedsel en bloembezoek Wilde bijen en hommels zijn belangrijke bestuivers zowel voor wilde flora als bijvoorbeeld boomgaarden, of in de zaadteelt. Het stuifmeel verzamelen wilde bijen voor hun nakomelingen. Ze maken er balletjes van, leggen er een ei op, en sluiten vervolgens de cel om aan een volgende te beginnen. Bekende vliegplanten voor bijen en hommels zijn wilgen in het voorjaar, gevolgd door een heel scala van kruiden (vooral composieten), stuiken en bomen. Een groot aantal soorten heeft zich gespecialiseerd op bepaalde planten of typen van bloeiwijzen, maar er zijn ook bijen die op alles vliegen dat voorhanden is. Verspreiding en habitat Wilde bijen komen in principe in heel Noord-Holland voor, maar de gebieden met de meest geschikte en soortenrijke biotopen zijn de zandbodems van de duinen, het Gooi en op Texel. Binnen het cultuurland zijn wilde bijen alleen nog in overhoekjes, in bermen, langs dijken en in afgravingen te vinden. Naast voedsel is ook nestgelegenheid belangrijk voor wilde bijen. Voor bijen die nestelen in Soortenbescherming Landschap Noord-Holland, voor meer informatie: a.copier@natuurlijkezaken.nl 1

de grond moet die grond niet volledig bedekt zijn door planten. De meeste soorten verlangen zelfs zonlicht op de bodem, de warmte hebben ze nodig om zich in de grond te kunnen ontwikkelen. Ook de grondsoort waarin ze leven is voor veel soorten verschillend. Het liefst in iets lemig zand, leem of klei en in zand tussen plantenwortels of in verkitte aardlagen. In los zand leven slechts weinig soorten. In hout nestelende soorten doen dit in dode bomen en takken waar oude boorgaten van kevers (boktorren) of scheuren in zitten. Deze bomen moeten ook weer in de volle zon staan. Houten hekpalen zijn voor deze groep een goed alternatief. Muren waar stukjes mortel uitgevallen zijn of waar gaatjes in het beton of steen zitten worden ook door een aantal soorten gebruikt, maar ook alleen als er voldoende zonnewarmte op deze muren komt. Aantallen en trends Veel soorten wilde bijen zijn door een gebrek voedsel en nestgelegenheid (beiden aanwezig binnen een straal van 500 m) sterk achteruitgegaan. De achteruitgang is zeker opvallend te noemen. Een groot aantal van de in Noord-Holland voorkomende wilde bijen staan op de rode lijst. Bedreiging De grootste bedreigingen voor alle wilde bijen zijn het ongeschikt worden van biotopen, voedselgebrek en of gebrek aan nestgelegenheid. Maar ook de aanwezigheid van veel honingbijvolken kan een bedreiging vormen voor wilde bijenpopulaties. Vermesting door stikstof (depositie) en ammoniak: vergrassen van duin- en heideterreinen en het sneller dichtgroeien van kale plekken. Hierdoor verdwijnen zowel de zandige plekken als de structuur- en kruidenrijke vegetaties die gezien de ecologie van gravende soorten van zeer groot belang zijn. Verkeerd maaibeheer, bemesting of beweiding, heeft een gebrek aan bloeiende planten en daarmee gebrek aan stuifmeel en nectar tot gevolg. Dode bomen en oude weipalen worden weggehaald waardoor nestgelegenheid voor de bovengrondse soorten verdwijnt. Honingbijen zijn voedselconcurrenten voor de wilde bijen en kunnen voedselspecialisten onder de wilde bijen verdringen, maar ook minder gespecialiseerde bijenpopulaties ontwikkelen zich minder goed. Beheer en inrichting algemeen: Zoek kansrijke plekken uit: bermen, dijktaluds en plekken op zonnige plaatsen zijn kansrijker dan beschaduwde plekken en noordelijk gesitueerde bermen en dijktaluds. Let op teveel schaduwwerking. Bosschage kan een negatieve schaduw invloed tot gevolg hebben. Maar de luwte en het opwarmingseffect kunnen ook heel positief uitpakken. Bosjes westelijk van geschikte nestelgelegenheid zijn juist heel gunstig, hou bij planten en beheren van bosschages zorgvuldig rekening met de zonexpositie. Nestgelegenheid en voedsel moeten binnen een straal van 500 m beide aanwezig zijn! Mollen creëren met hun gegraaf nestgelegenheid voor grondbijen. Soortenbescherming Landschap Noord-Holland, voor meer informatie: a.copier@natuurlijkezaken.nl 2

Beheer en inrichting voor nestgelegenheid Laten staan van oude weidepaaltjes, als een afrastering vernieuwd wordt, laat dan de oude weidepaal staan en plaats een nieuwe er naast. De oude weidepaal (in de zon) vormt een prima nestgelegenheid voor veel bijen. Laten staan van dode bomen op een zonnige plek. Grote nestplaatsen van in de grond nestelende bijen moeten beschermd worden tegen vertrapping door vee of recreanten. Delen van rietlanden of rietkragen niet of gefaseerd maaien met een drie- à vierjarige cyclus (enkele bijensoorten nestelen in overjarige delen van riet). Open plekken maken in de bodem: In bermen: door na het maaien met een ploeg een voor te trekken. In natuurterreinen: kleinschalig plaggen. Het aanleggen van tuinwallen op plaatsen waar deze historisch voorkomen (Texel en Wieringen). Financiering hiervan is mogelijk met de ROL/RAL regeling via Agrarische Natuurvereniging De Lieuw, Texel. Of met de Landschapselementen regeling via Landschap Noord-Holland. Beheer en inrichting voor voedsel Zorg voor voedselaanbod gedurende de hele vliegperiode van bijen (eind feb t/m okt). Voor beheerders zal dit vooral door middel van hier onder beschreven (maai)beheer worden bereikt, in particuliere tuinen door aanplant van de juiste planten. Maai niet tijdens of vlak voor de bloeitijd van voedselplanten. Op een voedselrijke bodem: twee keer gefaseerd hooien (maaien en afvoeren) per jaar: De eerste keer: na de winter eind februari, maart: maai de helft en voer af, maai drie weken later de andere helft en voer af. De tweede keer in het najaar: maar de helft en voer af, maai drie weken later de andere helft en voer af. Laat een smalle strook van 10% staan die helemaal niet gemaaid wordt. Dit is elk jaar een andere strook. Op een schrale bodem : een keer per jaar( op zeer schrale bodem een keer per twee jaar) gefaseerd hooien. Tijdstip: na de winter eind-februari, maart, in plaats van in het najaar: september, oktober, november. Tijdens zachte winters groeit het gras nog lang door, waardoor in september oktober gemaaide bermen in het voorjaar nog nauwelijks open plekjes (nestgelegenheid) herbergen. Vermijd overbegrazing. Plaggen (delen) van niet bloemrijke graslanden, zodat zich hier weer een bloemrijke vegetatie kan ontwikkelen. Zet geen honingbij kasten in natuurgebieden, maar ook wegbermen inrichten naast een bijenstal helpt de wilde bijen niet. Soortenbescherming Landschap Noord-Holland, voor meer informatie: a.copier@natuurlijkezaken.nl 3

Welke maatregelen komen in aanmerking voor een financiële bijdrage? Zowel beheerders als particulieren met een geschikte tuin kunnen iets doen voor wilde bijen. Omdat het om zeer verschillende objecten gaat met een andere schaal, zijn de maatregelen die voor financiering in aanmerking komen gesplitst in maatregelen voor beheerders en maatregelen voor particulieren met een geschikte tuin. Mogelijke maatregelen voor beheerders Voor beheerders komt de aanleg van nestgelegenheid van in de grond nestelende bijen in aanmerking voor een financiële bijdrage. Een voorwaarde hiervoor is, dat er binnen een straal van 500 m van maart t/m september voldoende voedsel aanwezig is. Voldoende voedsel aanbod is een beheerkwestie en komt daardoor niet in aanmerking voor een financiële bijdrage. Nestgelegenheid (komt in aanmerking voor een financiële bijdrage, maar alleen als er binnen een straal van 500 m aantoonbaar voldoende voedsel aanwezig is): Plaggen in de duinen en het zandgebied van het Gooi: door kleinschalig (stroken van ongeveer 5 bij 10 meter) gespreid in de tijd te plaggen, hierdoor kan variatie en een halfopen karakter teruggebracht worden. Het is van belang dat een voldoende groot deel van de biotoop onaangeroerd blijft, zodat de soorten het geplagde deel van daaruit kunnen koloniseren en het microreliëf bewaard blijft. Het aanleggen van steilwandjes op daarvoor geschikte plaatsen. Na het maaien (bijvoorbeeld in bermen) met de ploeg een voor opentrekken zodat er open plekken ontstaan, liefst met zo veel mogelijk reliëf. Alle aan te leggen nestgelegenheid moet in de zon liggen. Het laten staan van riet, dode bomen en oude weidepalen, op zonnige plaatsen, biedt nestgelegenheid aan een andere groep bijen. Deze maatregelen zijn eenvoudig uit te voeren en komen niet in aanmerking voor een financiële bijdrage. Voedsel (komt niet in aanmerking voor een financiële bijdrage, maar is een voorwaarde voor de financiering van nestgelegeheid): Zorg voor voldoende voedselaanbod van maart t/m september zie Beheer en inrichting voor voedsel. Soortenbescherming Landschap Noord-Holland, voor meer informatie: a.copier@natuurlijkezaken.nl 4

Mogelijke maatregelen voor particulieren: Voor particulieren komt het creëren van voldoende voedselaanbod in aanmerking voor een financiële bijdrage, mits zij ook zorgen voor nestgelegenheid. De aanleg van nestgelegenheid is eenvoudig zelf te realiseren en komt niet in aanmerking voor een financiële bijdrage. Verder gelden er nog een aantal aanvullende voorwaarden voor particulieren. Hieronder ziet u de voorwaarden op een rijtje. Voorwaarden voor een financiële bijdrage voor vaste planten en houtige gewassen voor particulieren samengevat: - Aanschaf van bloeiende vaste planten en houtige gewassen uitsluitend in combinatie met de aanleg van nestgelegenheid (dit laatste komt niet in aanmerking voor een financiële bijdrage). - Aanschaf van bloeiende vaste planten en houtige gewassen uitsluitend in de aangegeven combinaties met minimum oppervlakte en minimum aantal soorten. (Zie informatieblad wilde bijen houtige gewassen plantenlijst en informatieblad wilde bijen vaste planten lijst) - Minimaal in te richten oppervlakte is 200 m2. - Bij het combineren van vaste planten en houtige gewassen blijft de minimum oppervlakte en vertegenwoordiging van planten uit alle jaargetijden een voorwaarde. - Aan te leggen nestgelegenheid en bloeiende planten liggen in de zon. - Een aanvraag voor een financiële bijdrage voor een tuin gaat altijd vergezeld met meerdere foto s van de tuin. Voedsel (komt in aanmerking voor financiering zie de voorwaarden voor particulieren): - Aanschaf van verschillende soorten vaste planten en houtige gewassen komen in aanmerking voor financiering. Maar wel in dié combinatie dat er gedurende eind februari t/m oktober bloeiende bloemen, en dus voedsel aanwezig is. In de houtige gewassenlijst en vaste plantenlijst voor wilde bijen kunt u vinden welke pakketten van planten voor een financiële bijdrage in aanmerking komt. Van alle vaste planten en de houtige gewassen op de lijst zijn ook afbeeldingen beschikbaar. U vind al deze documenten op onze website www.landschapnoordholland.nl. Nestgelegenheid (komt niet in aanmerking voor financiering maar aanleg is een voorwaarde voor de financiering van voedsel): - Zelf gemaakte (of gekochte) bijenhotels, stapels oud hout, stapels oude takken, oude (onbewerkte) paaltjes laten staan, oude muren waar mortel uit is gevallen of beton waar gaatjes in zitten kunnen ook als nestgelegenheid dienen. Op internet is veel informatie te vinden over het zelf maken van bijenhotels. (Google op bijenhotels of kijk bijvoorbeeld op: www.bijenstichting.nl, www.zelfbijenhotelsmaken.nl) - Gedeeltelijk snoeien van bijvoorbeeld braam en vlier zorgt ook voor nestgelegenheid. - Stukjes open grond, liefst met reliëf. - Aanleg van een steilwandje. Soortenbescherming Landschap Noord-Holland, voor meer informatie: a.copier@natuurlijkezaken.nl 5

Ecologische monitoring Monitoring van bijen waardoor het effect van de maatregelen kan worden vastgesteld, is niet verplicht maar wel zeer waardevol. Monitoring vereist een gedegen kennis van herkenning van wilde bijen. Als u wilt gaan monitoren neem dan contact op met Landschap Noord-Holland, j.hamers@landschapnoordholland.nl zij kunnen u naar de juiste partijen doorverwijzen. Soortenbescherming Landschap Noord-Holland, voor meer informatie: a.copier@natuurlijkezaken.nl 6