LEIDRAAD KENNISGEVING

Vergelijkbare documenten
LEIDRAAD KENNISGEVING

PROCEDURE SWAVR_P01 OPMAAK EN INDIENEN VAN EEN SWA-VR

Seveso III. Inhoud. Seveso III & externe veiligheid Lina Grooten Dienst Veiligheidsrapportering

PROCEDURE SWAVR_P01 OPMAAK EN INDIENEN VAN EEN SWA-VR

MODULE 3. PRESENTATIE VAN DE OMGEVING

LEIDRAAD SWA- VEILIGHEIDSRAPPORT

RICHTLIJN GEODATA RICHTLIJN OVER HET AANLEVEREN VAN GEOGRAFISCHE INFORMATIE IN HET KADER VAN DE VEILIGHEIDSRAPPORTAGE. Versie 4.

Ruimtelijke Veiligheid

PROCEDURE OVR_P02. versie Beschrijving wijziging Datum. 1.0 Initiële (interne) werkversie 01/03/ Aangepaste versie 27/10/2008

RICHTLIJN GEODATA. Richtlijn over het aanleveren van geografische informatie in het kader van de veiligheidsrapportage Versie 5.

VLAREM EN VEILIGHEID. Studiedag AMV 10 oktober Wim Francq Adviseur Buitendienst Oost-Vlaanderen

Seveso Samenwerkingsakkoord 16 februari 2016

Provincieraadsbesluit

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december

Provincieraadsbesluit

HANDLEIDING EXTERNE VEILIGHEID IN MER

LEIDRAAD AANDACHTSGEBIEDEN

Netwerkdag Omgevingsveiligheid. Omgevingsveiligheid in Vlaanderen. Griet Goossens. RIVM 2 oktober 2017

Seveso III-richtlijn. implementatie in BRZO Directie Veiligheid en Risico s, Anneke Raap

Belgisch Staatsblad dd

Provincieraadsbesluit

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Omgevingsvergunning. Hoe wordt de MER/VR-procedure geïntegreerd? DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE

MODULE 4. BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING

Belgisch Staatsblad dd

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Briefadvies over het ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende nadere regels inzake de ruimtelijke veiligheidsrapportage

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

LEIDRAAD VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN VEILIGHEIDSRAPPORT

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

LEIDRAAD VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN VEILIGHEIDSRAPPORT

Brzo 2015 en Rrzo. Edwin Voogd, InfoMil Linda van Berkel, InfoMil

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

Omgevingsveiligheid. Seveso ofwel preventie van zware ongevallen. Inspectiediensten en inspectieteam. Inspectiesysteem.

RICHTLIJN GEODATA RICHTLIJN BETREFFENDE HET AANLEVEREN VAN GEOGRAFISCHE INFORMATIE BIJ HET INDIENEN VAN VEILIGHEIDSRAPPORTEN. Versie 3.

MODULE 22. POPULATIEMATRIX

LIJST VAN GEVARENAANDUIDINGEN, AANVULLENDE GEVARENAANDUIDINGEN EN AANVULLENDE ETIKETTERINGSELEMENTEN VOLGENS BIJLAGE III VAN DE CLP-VERORDENING

MODULE 5. RISICOANALYSE

Melding van de sluiting van een risico-inrichting

Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Officieuze gecoördineerde versie

Bijlage 8 bij het ministerieel besluit houdende wijziging van een aantal formulieren naar aanleiding van inwerkingtreding van

Melding van de sluiting van een risico-inrichting

Aanvraag van een planologisch attest

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 september

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST AANGIFTEFORMULIER INRICHTINGEN VAN KLASSE 1C

1. BESCHRIJF DE RISICO'S OP ZWARE ONGEVALLEN OF RAMPEN, MET INBEGRIP VAN DE BRANDVEILIGHEID, TEN GEVOLGE VAN DEZE AANVRAAG.

Actualiteitendag onderdeel Milieu BRZO Anna Collignon en Valérie van t Lam 1 oktober 2015

Gelet op het Verdrag betreffende de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen, ondertekend te Helsinki op 17 maart 1992;

Provincieraadsbesluit

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Goedkeuring en instemming van het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

MODULE 4. BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

BEKENDMAKING BESLISSING OMGEVINGSVERGUNNING

Methodologische fiche

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Aanvraag van een tegemoetkoming voor een administratief bediende of medisch telesecretariaat voor de ondersteuning van een individuele huisarts

Aanvraag van een vergunning voor de uitbating van een toeristisch logies

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

PROCEDURE OVR_P10 HET GEBRUIK VAN AFWIJKENDE EN BIJZONDERE (AANVULLENDE) RICHTLIJNEN IN DE OVR-PROCEDURE

Melding van de overname van een vergunde inrichting

Formulier 2015 (Aanvraag loonkosten/kosten voor diensten 2014)

MEMORIE VAN TOELICHTING

RICHTLIJN BIJ HET OPSTELLEN VAN EEN WERKPLAN

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Aanvraag tot erkenning als centrum voor opsporing van aangeboren metabole aandoeningen

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Omzendbrief FB 2017/1

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van )

Tussen. ... [naam van de aanvrager/ natuurlijk persoon] wonende aan de: ... [straat en nummer van de aanvrager]

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R

Eurostadium Brussels

MELDINGEN VAN INRICHTINGEN GERANGSCHIKT ONDER KLASSE III VOOR INSTALLATIES ONDERWORPEN AAN DE MILIEUVERGUNNING DOKUMENTEN OVER TE MAKEN

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

Seveso III richtlijn 4 Juli 2012

Verzoek tot bijstelling of vraag tot afwijking van de milieuvoorwaarden die gelden voor een ingedeelde inrichting of activiteit

historisch gegroeid bedrijf Aertssen te Stabroek

Gebruikershandleiding - website van de CSPI

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT:

Provincieraadsbesluit

Rondzendbrief VLBR-RO/

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AANVRAGEN VAN EEN FORMEEL ADVIES AAN HET WETENSCHAPPELIJK COMITÉ

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Inhoudstafel WEGWIJZER DEEL 1. COMMENTAAR. Inleiding

LEIDRAAD VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN VEILIGHEIDSRAPPORT

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Ruimtelijke Veiligheidsrapportage

Transcriptie:

LEIDRAAD KENNISGEVING Handleiding voor het opstellen van een kennisgeving in het kader van het Samenwerkingsakkoord Versie 1.1. 01/02/2016 www.lne.be

INLEIDING Volgens artikel 7 van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, verder [SWA 3], moet de exploitant van een Sevesoinrichting een kennisgeving indienen bij de bevoegde coördinerende dienst. Voor het Vlaamse Gewest werd de dienst Veiligheidsrapportering van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, in het [SWA 3] aangeduid als coördinerende dienst. De wetgeving haalt verschillende redenen aan om een kennisgeving in te dienen, deze worden later in deze leidraad toegelicht. Deze leidraad beschrijft de verwachtingen van de betrokken overheidsdiensten ten aanzien van de informatie die in de kennisgeving dient opgenomen te worden, en wil een praktische werkwijze aanreiken om deze informatie te beschrijven. In deze leidraad zijn eveneens de modaliteiten voor het indienen van de kennisgeving opgenomen. De structuur en de werkwijze voor het opstellen van de kennisgeving die in deze leidraad wordt vooropgesteld wordt ten zeerste aangeraden, maar zijn niet verplicht, maar worden wel aanbevolen. De inrichtingen kunnen de gevraagde informatie op een andere manier beschrijven. Deze leidraad vervangt de publicatie Handleiding voor het opstellen van een kennisgeving in het kader van het Samenwerkingsakkoord uit 2013. 01/02/2016 Leidraad Kennisgeving pagina i

INHOUD Inleiding i Inhoud ii 1. Algemene bepalingen 1 1.1 Reden voor het indienen of bijwerken van een kennisgeving 1 1.2 Aanvulling aan een eerder ingediende kennisgeving 2 1.3 Modaliteiten van indiening 2 1.4 Structuur van een kennisgeving 2 2. Inhoudelijke invulling van de kennisgeving 4 Module 1. Algemene inlichtingen 4 Module 2. Inventaris en beschrijving van de gevaarlijke stoffen en bepaling van de Seveso-status 5 Module 3. Beschrijving van de inrichting 6 Module 4. Beschrijving van de omgeving 7 01/02/2016 Leidraad Kennisgeving pagina ii

1. ALGEMENE BEPALINGEN In de wetgeving (art.7 en art. 10 van het [SWA3) worden verschillende redenen (en bijbehorende termijnen) aangehaald die de exploitant 1 van een Seveso-inrichting verplichten een kennisgeving op te maken of bij te werken en in te dienen bij de coördinerende dienst. Deze worden hieronder opgesomd. 1.1 REDEN VOOR HET INDIENEN OF BIJWERKEN VAN EEN KENNISGEVING Inrichting 1 Reden Termijn voor indienen Nieuwe inrichting Bestaande inrichting Alle inrichtingen Andere inrichting Inbedrijfstelling van een inrichting op de dag van of na de inwerkingtreding van het SWA3; Een wijziging van installaties of activiteiten binnen een bedrijf die leidt tot een wijziging van de inventaris van gevaarlijke stoffen en waardoor het bedrijf onder het toepassingsgebied van SWA3 komt (het bedrijf wordt een Seveso-inrichting); Een wijziging van installaties of activiteiten binnen een Sevesoinrichting die leidt tot een wijziging van de inventaris van gevaarlijke stoffen en waardoor de inrichting van status verandert. De inwerkingtreding van het SWA3. Een wijziging van installaties, van de processen of van de aard, de fysische vorm of de hoeveelheid gevaarlijke stoffen, die voor de gevaren van zware ongevallen belangrijke gevolgen kan hebben, zonder dat de inrichting van status verandert; Een wijziging van installaties, van de processen of van de aard, de fysische vorm of de hoeveelheid gevaarlijke stoffen, die voor de gevaren van zware ongevallen. belangrijke gevolgen kan hebben, mét wijziging van status Een bedrijf dat voor de eerste keer onder het toepassingsgebied van SWA3 valt (bedrijf wordt een Sevesoinrichting) of van status wijzigt (een lagedrempelinrichting wordt een hogedrempelinrichting of omgekeerd, om een andere reden dan hierboven vermeld. Dit kan bijvoorbeeld gaan over een wijziging van de indeling van een aanwezige stof. Uiterlijk 4 maanden vóór de inbedrijfstelling van de inrichting, of voor de wijziging. Uiterlijk 3 maand na de datum van inwerkingtreding van het SWA3 2. Voorafgaand aan de wijziging. Uiterlijk 4 maanden vóór de inbedrijfstelling van de inrichting, of voor de wijziging. Uiterlijk 3 maand na de datum van wijziging. 1 De definities van nieuwe inrichting, bestaande inrichting, andere inrichting en exploitant zijn overeenkomstig deze in art.2, 5, 6, 7 en 9 van SWA3. 2 Noot: voor een bestaande inrichting, zijnde een inrichting die op de dag voor de inwerkingtreding van het SWA3 onder het toepassingsgebied viel van het vorige Samenwerkingsakkoord én vanaf de datum van de inwerkingtreding van het SWA3 onder het toepassingsgebied van dit SWA3 valt, zonder wijziging van indeling als hogedrempel- of lagedrempelinrichting, en die in het kader van SWA2 reeds een kennisgeving of veiligheidsrapport had ingediend, werden overgangsmaatregelen uitgewerkt. Deze zijn terug te vinden op de webstek van de dienst Veiligheidsrapportering. 01/02/2016 Leidraad Kennisgeving pagina 1

1.2 AANVULLING AAN EEN EERDER INGEDIENDE KENNISGEVING Naast de in 1.1. vermelde redenen dient de exploitant van een Seveso-inrichting, conform art. 7.5 van het SWA3, de coördinerende dienst onmiddellijk op de hoogte te brengen van: Wijzigingen aan de informatie uit Module 1 van de kennisgeving (zie verder, 2.1.), bijvoorbeeld bij een naamsverandering, bij een (gedeeltelijke) overname of een fusie; De definitieve sluiting of de (gedeeltelijke) buitengebruikstelling van de inrichting. 1.3 MODALITEITEN VAN INDIENING De exploitant van een Seveso-inrichting is verantwoordelijk voor het tijdig (zie ook 1.1.) indienen van een (geactualiseerde) kennisgeving bij de coördinerende dienst (zijnde de dienst Veiligheidsrapportering). De (geactualiseerde) kennisgeving wordt in 1 elektronisch exemplaar ingediend, bij voorkeur via e-mail op seveso@vlaanderen.be. De exploitant ontvangt van de betrokken dossierbehandelaar van de dienst Veiligheidsrapportering een ontvangstmelding (per e-mail) met een uniek volgnummer SWA-KG XX_YY. Bijwerking of aanvulling van een eerder ingediende kennisgeving Afhankelijk van de aard van de gewijzigde informatie zal de exploitant van de Seveso-inrichting 2 ofwel een volledig nieuwe kennisgeving, ofwel een deel van de kennisgeving opnieuw dienen in te sturen, of volstaat het een document in te dienen met de gewijzigde gegevens. Dit gebeurt eveneens elektronisch via seveso@vlaanderen.be, met de verwijzing naar het uniek volgnummer van de eerder ingediende kennisgeving waaraan deze gegevens dienen te worden toegevoegd, en de bevestiging dat de overige gegevens uit de eerder ingediende kennisgeving nog voldoende actueel zijn. De dossierbehandelaar van de dienst Veiligheidsrapportering bezorgt de exploitant een ontvangstmelding. Indien de exploitant gebruik wil maken van de mogelijkheid om bepaalde gegevens te onttrekken aan de openbaarheid, dan worden deze vertrouwelijke gegevens gebundeld in een aparte bijlage, en met een begeleidend schrijven met de motivatie voor de onttrekking ingediend. 1.4 STRUCTUUR VAN EEN KENNISGEVING Steunend op de minimale eisen zoals uitgewerkt in art.7 1 van het SWA3, wordt een kennisgeving bij voorkeur opgebouwd uit 4 modules: Module 1: Algemene inlichtingen; Module 2: Beschrijving van de gevaarlijke stoffen en bepaling van de Seveso-status; Module 3: Beschrijving van de inrichting; Module 4: Beschrijving van de omgeving. In deel 2 van deze leidraad wordt een beschrijving gegeven van de invulling van deze modules. Uiteraard kan aan de kennisgeving nog andere informatie toegevoegd worden die relevant kan zijn in het kader van de beheersing van zware ongevallen (bijvoorbeeld een eerder opgemaakte veiligheidsstudie). 01/02/2016 Leidraad Kennisgeving pagina 2

In de kennisgeving wordt de huidige, in exploitatie zijnde toestand beschreven. Ingeval de exploitant een (geactualiseerde) kennisgeving indient ten gevolge van een wijziging (zie ook 1.1), dan wordt in de kennisgeving de toestand na wijziging opgenomen. 01/02/2016 Leidraad Kennisgeving pagina 3

2. INHOUDELIJKE INVULLING VAN DE KENNISGEVING MODULE 1. ALGEMENE INLICHTINGEN In deze module worden algemene gegevens van de inrichting opgenomen. Administratieve gegevens Minstens volgende gegevens worden opgenomen: 1. Naam van de exploitant (zijnde iedere natuurlijke of rechtspersoon die de inrichting exploiteert); 2. Adres van de exploitant (maatschappelijke zetel, exploitatieadres en correspondentieadres); 3. Naam van de rechtspersoon die vergunninghouder is; 4. Naam en functienaam van de persoon die met de leiding van de inrichting belast is; 5. Naam en functienaam van de contactpersoon, e-mailadres en telefoonnummer; 6. Aantal werknemers tewerkgesteld op het exploitatie-adres; 7. Ondernemingsnummer (KBO-nummer); 8. Nummer vestigingseenheid; 9. NACE(BEL) code; Reden voor het indienen van een kennisgeving In deze paragraaf verwijst de exploitant naar de reden waarom de kennisgeving wordt ingediend (zie ook deel 1.1. van dit document). 01/02/2016 Leidraad Kennisgeving pagina 4

MODULE 2. INVENTARIS EN BESCHRIJVING VAN DE GEVAARLIJKE STOFFEN EN BEPALING VAN DE SEVESO-STATUS In deze module van de kennisgeving worden voldoende gegevens opgenomen om de gevaarlijke stoffen die in de inrichting aanwezig zijn of kunnen zijn te identificeren, alsook voldoende informatie over de hoeveelheid en de fysische vorm van de betrokken gevaarlijke stoffen (inventaris gevaarlijke stoffen). Op basis van deze informatie wordt de Seveso-status van de inrichting bepaald. Twee gevallen zijn mogelijk: de inrichting is een hogedrempelinrichting of de inrichting is een lagedrempelinrichting. Voor meer toelichting over de statusbepaling wordt verwezen naar de webstek van de dienst Veiligheidsrapportering (pagina Bepalen van de Seveso-status volgens de Seveso III-richtlijn). Bepalen Seveso-status via internettoepassing Om de inventaris weer te geven en de Seveso-status te bepalen heeft de coördinerende dienst een internettoepassing ontwikkeld. Deze internettoepassing is terug te vinden op de webstek van de dienst Veiligheidsrapportering. Voor het bepalen van de Seveso-status via de internettoepassing bestaat de keuze uit het toevoegen van gevaarlijke stoffen of het toevoegen van Seveso-categorieën. Wanneer geopteerd voor categorieën, dient nog, los van de internettoepassing, een tabel met gevaarlijke stoffen, toegevoegd te worden aan de kennisgeving. De statusbepaling kan afzonderlijk (online, vanuit de toepassing) worden ingediend. Bij het indienen van de statusbepaling via deze internettoepassing krijgt de exploitant een uniek dossiernummer GSXX. Bij het gebruik van deze internettoepassing wordt in de kennisgeving verwezen naar deze statusbepaling (dossiernummer en datum van indiening) en wordt in de kennisgeving expliciet vermeld of de inrichting een hogedrempelinrichting of een lagedrempelinrichting is. Bepalen Seveso-status niet via internettoepassing Ingeval de exploitant geen gebruik maakt van deze internettoepassing, wordt aan de kennisgeving een tabel toegevoegd waarin voor alle in de inrichting aanwezige gevaarlijke stoffen de volgende gegevens zijn opgenomen: Naam van alle in de inrichting aanwezige gevaarlijke stoffen; CAS-nummer; Maximaal aanwezige hoeveelheid (uitgedrukt in ton); Druk en temperatuur waarin de stof voorkomt; Aggregatietoestand van de stof; Gevarenaanduidingen (H-zinnen) van de stof; Gevarenklassen en categoriecodes (H-klassen) van de stof; Seveso-categorie; Referentie van de gegevens. Op basis van deze gegevens kan de exploitant zijn Seveso-status bepalen, door een toetsing aan de individuele drempelwaarden van de benoemde stoffen, een toetsing aan de drempelwaarden van de gevarencategorieën, of de toepassing van de sommatieregel. Deze toetsing, alsook de conclusie wordt, in de kennisgeving opgenomen. 01/02/2016 Leidraad Kennisgeving pagina 5

MODULE 3. BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING In deze module wordt een (beknopte) beschrijving gegeven van de activiteiten van de inrichting, aangevuld met een overzicht van de installaties waarin gevaarlijke stoffen aanwezig zijn of kunnen zijn die een zwaar ongeval zouden kunnen veroorzaken. Behalve een begrijpelijke beschrijving van de activiteiten en installaties wordt aan de kennisgeving een duidelijk leesbaar grondplan van de inrichting toegevoegd. Op dit grondplan worden volgende elementen weergegeven (zie ook Figuur 3.1. als voorbeeld): Terreingrens van de inrichting; Bedrijfstoegangen (incl. noodtoegangen); Aard van de installaties (bv. opslag, productie, ) met gevaarlijke stoffen en hun ligging; Noordpijl en schaal. Figuur 3.1: Grondplan van de inrichting 01/02/2016 Leidraad Kennisgeving pagina 6

MODULE 4. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING Deze module beschrijft de onmiddellijke omgeving van de inrichting. Specifieke aandacht gaat uit naar de zogenaamde aandachtsgebieden: enerzijds gebieden/elementen in de omgeving van de Seveso-inrichting die de gevolgen van een zwaar ongeval op de inrichting kunnen verhogen doordat daar veel personen of extra kwetsbare personen aanwezig zijn en anderzijds gebieden/elementen in de omgeving van de Seveso-inrichting die de oorzaak kunnen zijn van het ontstaan van een zwaar ongeval op de inrichting (dit zijn de zogenoemde externe gevarenbronnen). Concreet wordt hiervoor aan de kennisgeving een luchtfoto toegevoegd alsook de actuele ruimtelijke bestemmingsplannen (gewestplan + ruimtelijke uitvoeringsplannen). Op deze kaarten (zie ook Figuur 4.1. en Figuur 4.2. als voorbeeld) worden volgende elementen weergegeven: De terreingrens van de inrichting; Zone van 850 m en zone van 2 km rond de inrichting; Noordpijl en schaal; Aandachtsgebieden binnen de 2 km (tenzij hieronder anders vermeld). Voor een verduidelijking van deze aandachtsgebieden, zoals gedefinieerd in het besluit RVR 3, wordt verwezen naar de Leidraad aandachtsgebieden van de dienst Veiligheidsrapportering. Het betreffen: 1. Gebieden met woonfunctie De woongebieden binnen een straal van 2 km van de inrichting worden weergegeven op kaart. Daarnaast worden eveneens de eventueel aanwezige bestaande woningen gelegen in een gebied met een andere bestemming dan woongebied (vb. woningen in agrarische gebied, zonevreemde woningen, ) in de onmiddellijke omgeving van de inrichting aangeduid. 2. Gebieden met kwetsbare locaties; 3. Waardevolle of bijzonder kwetsbare natuurgebieden; 4. Door publiek bezochte gebouwen en gebieden, inclusief recreatiegebieden, in de onmiddellijke omgeving van de inrichting; 5. Hoofdtransportwegen voor personenvervoer (weg, spoor, lucht) in de onmiddellijke omgeving van de inrichting; 6. Externe gevarenbronnen Seveso-inrichtingen: binnen een straal van 850 m; Aangrenzende of dichtstbijzijnde buurbedrijven (andere dan Seveso-inrichtingen); Naburige transportwegen (weg, spoor en water) en pijpleidingen met gevaarlijke stoffen; Windturbines binnen een straal van 450 m; Naburige hoogspanningsleidingen. 3 Besluit van de Vlaamse Regering van 26/01/2007 houdende nadere regels inzake ruimtelijke veiligheidsrapportage 01/02/2016 Leidraad Kennisgeving pagina 7

Figuur 4.1: Gewestplan Figuur 4.2: Luchtfoto 01/02/2016 Leidraad Kennisgeving pagina 8

Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Veiligheidsrapportering Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel E-mail: seveso@vlaanderen.be Website: http://www.lne.be/themas/veiligheidsrapportage