Saneringsregels voor de sanering van verkeersborden 1. Inleiding Langs wegen in de gemeente Wijchen staan vele verkeersborden. Door het gebruik van bebording kan een rommelige indruk ontstaan. Daarom is het de vraag of alle aanwezige bebording noodzakelijk is, of dat met minder borden ook kan worden voldaan. Voor de beeldkwaliteit is het beperken van borden eveneens een positieve ontwikkeling. Voordat een antwoord wordt gegeven op de vraag welke bebording weg kan, moet het bekend zijn hoeveel bebording al aanwezig is en welke bebording mag en kan verdwijnen. Bij gemeenten die een dergelijke sanering hebben uitgevoerd of nog gaan uitvoeren is navraag gedaan. Daarvoor is eerst gekeken naar Drachten, waar ze het principe shared space toepassen. Dat houdt in dat er geen verkeersborden zijn geplaatst, waardoor er enkel de algemeen geldende verkeersregels gelden zoals rechts gaat voor en 50 km/h in de bebouwde kom. Daardoor kunnen er bijvoorbeeld geen verplichte rijrichtingen of inrijverboden worden toegepast en kennen ze geen geregelde voorrangssituaties. Dat gebeurt immers middels een verkeersbesluit en bebording. Daarbij is de gedachte dat mensen zich sociaal opstellen en zelf zorgen voor een veilige leefomgeving. Echter is het bij wet bepaald dat bijvoorbeeld op rotondes borden de voorrang regelen en een verplichte rijrichting aangeven. Doordat verkeersdeelnemers wordt geacht de verkeersregels te kennen, gaat dit goed. Bij ongevallen is de gemeente aansprakelijk indien wettelijk verplichte bebording ontbreekt. Van een verkeersdeelnemer kan immers worden verwacht dat hij zich niet altijd correct gedraagt en fouten maakt tijdens het deelnemen aan het verkeer. Tevens is er contact geweest met de gemeente Amstelveen. Zij hebben door een extern bedrijf een volledige inventarisatie laten maken van de bebording. Hierbij zijn er voorwaarden gesteld aan de te verwijderen borden. Aan de hand van deze uitgevoerde inventarisatie hebben zij bepaald welke bebording overbodig is en waar is bebording niet noodzakelijk is. Eenzelfde insteek heeft de sanering van verkeersborden in Wijchen gekregen. Bij beheer is een lijst beschikbaar met daarop alle aanwezige verkeersborden in de gemeente. Op deze lijst staat van elk soort verkeersbord hoeveel er van aanwezig zijn, zodat we weten over hoeveel verkeersborden uiteindelijk wordt gesproken.
2 2. Beleid Voordat borden überhaupt gesaneerd kunnen worden, is het belangrijk om de uitgangspunten van ons beleid duidelijk te krijgen. Het voornaamste uitgangspunt is beter regelen door minder te regelen (deregulering). Daarnaast is het doel van het saneren helder. We willen de horizonvervuiling tegengaan, de kwaliteit openbare ruimte verbeteren, het vergroten van de verkeersveiligheid en daarnaast wordt bespaard op het onderhoud en de plaatsing van (teveel) borden. In het GVVP deel 1, welke op 30 oktober 2008 door de raad is vastgesteld, is als beleid opgenomen dat we de richtlijnen van Duurzaam Veilig onderschrijven. Duurzaam Veilig adviseert om op alle erftoegangswegen binnen en buiten de bebouwde kom (de 30 en 60 km/h wegen) de aanwezige voorrangsregelingen op te heffen. Daardoor kan de bebording die de voorrangssituaties aangeven verdwijnen. Echter kan dat pas als de wegen conform die richtlijnen zijn ingericht en er 30 en 60 km/h geldt op die wegen. Daarbij worden immers de voorrangssituaties opgeheven en zijn alle kruisingen gelijkwaardig. In de bebouwde kom is op de erftoegangswegen al 30 km/h ingevoerd. Op de erftoegangswegen in het buitengebied moet dat op veel plaatsen nog ingevoerd worden. In het GVVP is als uitgangspunt geformuleerd dat de financiën de snelheid van de invoering bepalen, de visie blijft onveranderd. Uiteindelijk worden alle erftoegangswegen buiten de bebouwde kom 60 km/h. Voordat de 60 km/h kan worden ingevoerd, moet de inrichting van de weg overeenkomen met de geldende snelheid. Daarbij kan worden gedacht aan het aanbrengen van enkele snelheidsremmers, het aanbrengen van belijning en dergelijke. Niet overal is het nodig maatregelen te nemen, maar enkel het plaatsen en/of verwijderen van bebording met een maximaal toegestane snelheid is niet voldoende. De bebording waarmee voorrangskruisingen worden aangegeven verdwijnen door de jaren heen. Vervolgens mag bebording die aan verkeersdeelnemers beperkingen dan wel verplichtingen oplegt pas worden geplaatst, als daarvoor een verkeersbesluit is genomen. Het verkeersbesluit is geregeld in de Wegenverkeerswet 1994 (WvW 1994) en in de op die wet gebaseerde nadere regelgeving zoals het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW). Daarbij moet bebording worden gebruikt uit Bijlage 1 van het RVV 1990. Dat is een bijlage met alle wettelijk toegestane en vastgestelde bebording. Tot slot is in artikel 15 WvW 1994 vastgelegd dat bepaalde verkeerstekens alleen mogen worden geplaatst of verwijderd krachtens een verkeersbesluit. Voor welke verkeerstekens deze bepaling geldt, is geregeld in artikel 12 BABW. Artikel 18 lid 1 WvW 1994 wijst aan welke bestuursorgaan van het bestuurslichaam dat het beheer over de weg heeft zo'n verkeersbesluit kan nemen.
3 3. Beoordelen Wij hebben een inventarisatie van alle verkeersborden ten behoeve van het beheer en onderhoud van deze bebording. Die gegevens kunnen voor de sanering wederom worden gebruikt. Uit deze inventarisatie blijkt dat er ongeveer 7000 verkeersborden in Wijchen aanwezig zijn. Veel van die borden is noodzakelijk, zoals straatnaamborden, straatnaam- en huisnummering, bewegwijzering en de wettelijk verplichte bebording (bv voorrangskruisingen/rotondes). Uit de lijst met de totale bebording kan een lijst worden gefilterd met verkeersborden met de straatnaam, straatnummering en huisnummering erop, zie bijlage 1. Deze bebording moet behouden blijven. Men wilt weten hoe gereden moet worden om ergens te komen, waar een bepaalde straat- of huisnummer in een wijk (bv. Kraaijenberg) is. Vervolgens is een lijst gemaakt met alleen bebording van Bijlage 1 van het RVV 1990. Dit zijn de bekende verkeersborden, deze zijn tevens verplicht om te plaatsen indien er een verkeersbesluit is genomen. Deze lijst is bijgevoegd in bijlage 2. Tot slot is een lijst met alle overige bebording gemaakt. Die is in bijlage 3 toegevoegd. Geen van de verkeersborden op deze lijst is in een categorie verkeersborden te plaatsen. Het gaat om borden die kunnen waarschuwen voor palen in een wegdek of allerlei andere bijzonderheden. Van bepaalde verkeersborden is het discutabel wat het nut en de noodzaak ervan is. Dit moet worden beoordeeld, waarna kan worden aangegeven welke verkeersborden gesaneerd gaan worden en welke niet. Hoeveel verkeersborden er in Wijchen gesaneerd kunnen worden, is nog niet precies aan te geven. Wij gaan er vanuit dat we tussen de 5 tot 10% kunnen saneren, dus tussen de 350 en 700 borden. 4. Saneringsregels Een teveel aan borden geeft horizonvervuiling en is nadelig voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Projecten van de CROW tonen aan dat teveel verkeersborden de verkeersveiligheid nadelig beïnvloeden. Duurzaam Veilig zet in op het beperken van het aantal verkeersborden. Het uitgangspunt hierbij is beter regelen door minder te regelen (deregulering). Met dit in gedachte worden daaruit een achttal beoordelingscriteria opgesteld om borden te saneren. Dat zijn de volgende acht: 1. Door de aanwezigheid van andere verkeersborden is dit bord niet nodig. Zo is het niet nodig om een bord verboden te fietsen te plaatsen langs een weg met een verplicht vrijliggend fietspad. 2. Door de infrastructuur is het bord niet nodig. Op 30 en 60 km/h wegen kan een drempel zijn aangebracht. Daar apart voor waarschuwen is overbodig. 3. Door aanwezige markering is het bord niet nodig (soms zijn haaientanden afdoende, geen opstelborden bij een VRI met rijbaanindeling door al aanwezige belijning). 4. Het verkeersbord is informatief (zoals een p-route, schoolroute, op 30 en 60 km/h wegen geen aankondiging van een drempel, die kan je er verwachten). 5. Extra aandacht (kruispunt of oversteek). Bij enkele oversteken wordt extra aandacht gevraagd voor een bepaalde doelgroep die daar oversteekt, zoals wandelaars, fietsers of ruiters. 6. Het onderbord is niet nodig, het hoofdbord blijft wel gehandhaafd, bv brommen verboden. 7. Van de mogelijk te saneren borden is een aantal politiek geplaatste borden die onder druk van de inwoners, de politiek zelf of een wijkplatform/leefbaarheidsgroep zijn verschenen. Juist door die politieke borden is de communicatie met inwoners, politiek en wijkplatform/leefbaarheidgroepen belangrijk. Er moet goed onderbouwd worden welke borden weg gaan en welke niet. Toch levert dat zeker enige weerstand op bij de inwoners. Daarom moet er vooral ook intern voldoende draagvlak zijn voor deze sanering. 8. Bebording indien mogelijk clusteren en bevestigen op al aanwezige (lantaarn)palen. Het uitgangspunt van deregulering is een principieel uitgangspunt, omdat de te saneren borden (wettelijk gezien) niet verkeerd zijn geplaatst en hoeven in principe niet weg.
4 5. Maatregelen Vanuit de saneringsregels kunnen standpunten worden geformuleerd over hoe we omgaan met de bebording. Zo kan worden besloten om bebording niet te herhalen. Ook kan worden besloten om in 30 km/h en 60 km/h zones vrijwel alle bebording te verwijderen, aangezien verkeer gebundeld dient te worden en er geen aparte wegen hoeven te zijn voor wandelen, fietsen of autorijden. In dit hoofdstuk wordt daarom per categorie bord van Bijlage 1 van het RVV 1990 (bijlage 2 van dit document) beoordeeld wat er op welke manier met die borden kan worden gedaan, of daarin sanering mogelijk is. De overige bebording (bijlage 3 van dit document) wordt daarna behandeld. In de beslisnota kan worden besloten welke maatregel er wel en welke niet ingevoerd gaat worden. A Snelheidsborden; Deze borden geven de maximaal toegestane snelheid aan. Binnen de bebouwde kom is dat 30 of 50 km/h, buiten de bebouwde kom 60 of 80 km/h. Het is niet toegestaan om in het buitengebied waar 80 km/h de geldende snelheid is, in één keer de snelheid naar 30 km/h binnen de bebouwde kom te verlagen. Daarvoor is er nog een overgangsgebied waar 60 km/h als snelheid geldt nodig. Deze situaties komen voor waar de dorpskernen wordt in- of uitgereden. In het GVVP 2008 is als doelstelling opgenomen om conform de richtlijnen van Duurzaam Veilig op alle erftoegangswegen in het buitengebied 60 km/h als maximaal toegestane snelheid in te stellen. Doordat buiten de dorpskernen overal 60 km/h gaat gelden, hoeven er ter hoogte van de komgrens enkel nog de borden die 30/60 aangeven te staan. De borden die vervolgens 60/80 aangeven zijn niet meer nodig. Wel moet die bebording staan wanneer er vanaf een weg komt waar (nog) een hogere maximaal toegestane snelheid geldt. De 30/60 borden worden uitgevoerd als zonebord. Binnen een zone wordt de herhaling van snelheid, zowel binnen als buiten de bebouwde kom, niet toegepast. De bestuurder rijdt immers een gebied in met snelheidslimiet. B Voorrangsborden; Deze bebording komt voor op voorrangswegen en bij voorrangskruisingen. Bij het naderen van rotondes en wegen (met vrijliggende fietspaden) waarbij voorrang moet worden verleend, wordt in sommige gevallen twee maal bord B06 ( ) met haaientanden geplaatst. Dus zowel voor het fietspad als de hoofdrijbaan wordt bebording geplaatst. Het CROW adviseert dit bord slechts eenmaal te plaatsen. Daarbij moet dit bord voor het fietspad zijn geplaatst en er moeten zowel voor het fietspad als de hoofdrijbaan haaientanden op de weg zijn aangebracht. Dan voldoet het plaatsen van één bord. Bord B06 wordt voortaan enkel geplaatst voordat het naderende verkeer het fietspad kruist. Tevens is dit bord niet nodig bij kruisende fietsers. Ook in dergelijke situaties is het aanbrengen van haaientanden al voldoende. Zie ook voorbeeld 1 van bijlage 4. Het is ons beleid om wegen buiten de bebouwde kom in te richten overeenkomstig de richtlijnen van Duurzaam Veilig. Dat houdt behalve de snelheidsverlaging tot 60 km/h op erftoegangswegen in, dat op die wegen geen voorrangssituaties meer voorkomen. De voorrangsborden verdwijnen daardoor.
5 C Geslotenverklaringborden; Deze borden verbieden bestuurders ergens in te rijden als zij onder de categorie vallen die op het bord staat aangegeven. In het ene geval geldt het voor elk voertuig, in andere gevallen worden specifieke voertuigen geweerd. Het bord C14 (verboden te fietsen ) is overbodig indien er naast de weg een vrijliggend verplicht (brom)fietspad aanwezig is. Dat is overeenkomstig de eerste saneringsregel uit paragraaf 4: Door de aanwezigheid van andere verkeersborden is dit bord niet nodig. In het geval de bebording dubbel aanwezig is, wordt het bord C14 verwijderd. Hetzelfde geldt voor bebording die een verplichte rijrichting aangeven. Indien er een weg met een verplichte rijrichting wordt ingereden, adviseert het CROW om na een zijweg met een verplichte rijrichting dat bord niet te herhalen. Zie ook het 2 e voorbeeld van bijlage 4. D Rijrichtingborden; Deze bebording geeft de verplichte rijrichting aan. Het is verplicht om te plaatsen op het middendeel van een rotonde. Ook wordt dit soort bebording toegepast op middengeleiders, zodat het verkeer aan een verplichte kant passeert. Indien in een situatie een verplichte rijrichting is ingesteld, zijn deze borden ook noodzakelijk. E Parkeren en stilstaan borden; Deze bebording heeft tot doel het verkeer op de aangewezen locaties te laten parkeren. Ook kan het bord parkeren op een bepaalde locatie verbieden of om te verbieden dat er op de weg wordt gestopt. Hiervoor moet een verkeersbesluit worden genomen en is het verplicht bebording te plaatsen. Bij het aanwijzen van parkeerplaatsen kan onderscheid worden gemaakt naar enkele verschillende doelgroepen, zoals auto s, vrachtauto s, gehandicapten of taxi s. Tevens kan met P-zone borden (max. 2 uur ) een maximale parkeertijd worden aangegeven. Stopverboden zijn niet zonaal toepasbaar. Rondom een winkelcentrum kan een parkeerverbodzone worden ingesteld. Binnen het gebied dat door die bebording wordt omsloten mag er enkel in de parkeervakken worden geparkeerd. Dit voorkomt het per wegvak moeten herhalen van deze bebording. Eenzelfde resultaat kan worden bereikt door het instellen van een parkeerzone. Ook dan is het nog enkel toegestaan om in de vakken te parkeren. Rondom een winkelcentrum kan dit worden toegepast. In plaats van bord E01 en E02 kan belijning worden toegepast. Een gele onderbroken streep vervangt daarbij bord E01, de gele doorgetrokken streep bord E02. Dat moet worden toegepast op korte wegvakken (tot 100 meter lengte).
6 F Overige gebodsborden; Uit de analyse van de bebording blijkt dat deze bebording in Wijchen nauwelijks wordt toegepast. Enkel en komen beide slechts één keer voor. Dat komt vooral doordat deze bebording wordt toegepast op grotere orde wegen, zoals provinciale gebiedsontsluitingswegen. In 30 km/h en 60 km/h gebieden wordt geadviseerd geen voorrang te regelen. Daarom worden en niet op erftoegangswegen geplaatst. Indien deze bebording al wel op een erftoegangsweg aanwezig is, wordt die verwijderd. G Verkeersregelborden; Deze bebording geeft de status van een weg of pad weer. Zo worden er de auto(snel)wegen mee aangegeven, maar ook de verplichte voet-, ruiter- en (brom) fietspaden. Door het ene bord te plaatsen, worden vele andere verkeersdeelnemers uitgesloten. Het is daarom overbodig om bij een verplicht fietspad een bord te plaatsen met brommen verboden. Op verplichte fietspaden is dat namelijk al verboden. Wel mag men er wandelen. In een aantal gevallen is het de vraag hoeveel meerwaarde bijvoorbeeld een verplicht voetpad is. In veel gevallen vormen fietsers geen gevaar en maken andere verkeersdeelnemers geen gebruik van het pad. Echter wensen voetgangers bescherming indien door (brom)fietsers gebruik van de paden kan worden gemaakt, zoals rondom het Wijchens meer. In de andere gevallen kan het bord worden gesaneerd. Zie het 3 e voorbeeld van bijlage 4. Indien de inrichting duidelijk maakt waarvoor het pad is bedoeld, dan wordt het bord gesaneerd. Dat is overeenkomstig de tweede saneringsregel uit paragraaf 4: Door de infrastructuur is het bord niet nodig. H Bebouwde kom borden; Deze borden geven het begin en het eind van de bebouwde kom aan. Het aangeven daarvan is verplicht, immers geldt vanaf dit bord een maximale snelheid van 50 km/h op de gebiedsontsluitingswegen, in andere gevallen wordt een andere maximale snelheid nog met een apart onderbord aangegeven. Veelal geldt dan een maximale snelheid van 30 km/h. In dit soort bebording is geen sanering mogelijk.
7 J Waarschuwingsborden; Deze bebording waarschuwt bestuurders op mogelijk gevaar of gevaarlijke situaties. Voorbeelden zijn gevaarlijke bochten of kruisingen. Die bebording staat daar meestal niet zomaar, die worden geplaatst indien de situatie niet vanzelfsprekend is. Op een beboste weg is het niet altijd duidelijk als er een scherpe bocht volgt, waarbij bord J02 worden. toegepast moet Echter zijn een aantal van deze borden vooral informatief dan dat ze voor gevaarlijke situaties waarschuwen. Voorbeelden zijn borden die op wegvakken waarschuwen voor oversteekplaatsen van fietsers, ruiters of voetgangers. In principe hoeft het doorgaande verkeer geen voorrang te verlenen, maar in enkele gevallen kan het geen kwaad als vooraf wordt gewaarschuwd voor de oversteek. Die borden zijn veelal geplaatst op verzoek van bewoners. K Bewegwijzeringsborden; Dit zijn de borden die verwijzen naar andere plaatsen, voorzieningen en dergelijke. Dit zijn borden die veelal op provinciale- en rijkswegen voorkomen. Deze worden door de ANWB geplaatst en onderhouden. Wij hebben direct contact met de ANWB over alle bebording die zij plaatsen, waardoor wij een wildgroei tegengaan. Hierbij kijken we kritisch naar de aanwezige bebording en de plannen voor de plaatsing ervan. Indien ze weg kunnen, dan gaan ze ook weg. L Informatieborden; Deze borden geven bestuurders informatie over de situatie ter plaatse. Een voorbeeld van verplichte bebording hiervan is het aankondigen van een bushalte en een zebrapad. Andere nuttige informatie kan het aankondigen van een doodlopende weg zijn. Bestuurders weten dan dat ze altijd weer op dat punt terugkomen alvorens hun weg te kunnen vervolgen. Herhalen van deze bebording is niet nodig. Indien deze bebording correct is geplaatst, is geen sanering mogelijk. Onderborden; Deze bebording wordt altijd toegepast in combinatie met een ander bord uit Bijlage 1 van het RVV 1990. Een onderbord geeft nadere uitleg over de betekenis van het bovenstaande bord, het duidt de categorie weggebruikers aan waarvoor het bord is bedoeld, of het maakt uitzonderingen voor bepaalde categorieën weggebruikers op het bovenstaande ge- of verbodsbord. Er zijn gevallen waarbij onderborden verkeerd worden gebruikt. Een voorbeeld is het verbieden van brommen op een fietspad (waar bromfietsen al verboden zijn). Die borden worden gesaneerd. Dat is overeenkomstig de zesde saneringsregel uit paragraaf 4: Het onderbord is niet nodig, het hoofdbord blijft wel gehandhaafd, bv brommen verboden.
8 Overige bebording; Deze borden lijken in een aantal gevallen op onderborden, maar deze zijn niet altijd gekoppeld aan een ander bord uit Bijlage 1 van het RVV 1990. Daardoor heeft het bord feitelijk geen enkele betekenis, behalve dat het een verduidelijking kan zijn. Een voorbeeld is bebording dat waarschuwt voor palen in de weg. Er zijn ook borden die niet uit Bijlage 1 van het RVV 1990 komen, zoals de borden die waarschuwen voor fietsers die rechtdoor op dezelfde weg gaan en voorrang hebben, of de borden die een schoolroute aangeven. Het dient ter verduidelijking maar is overbodig. Deze borden worden gesaneerd. Tevens zijn er vele borden die verwijzen naar bepaalde locaties, zoals een camping, restaurant of hotel. Dat zijn veelal borden die door de particulier bij de VVV worden besteld. Daardoor kunnen en mogen we daardoor niet saneren. Wel kan beleid worden opgesteld dat we maximaal 2 borden per bedrijf toestaan, wat een wildgroei voorkomt en iedereen een gelijk aantal borden mag plaatsen. 6. Planning Na aanleiding van deze saneringsregels wordt een beslisnota opgesteld om akkoord te vragen voor de verschillende manieren van het saneren van verkeersborden. Afhankelijk van wat er wordt besloten moet een document worden opgesteld met daarin een duidelijk omschreven werkproces. Daarin worden criteria opgenomen over het gebruik en de plaatsing van bebording bij werkzaamheden. Er moet ook worden beschreven hoe vanaf dat moment de verkeersborden gesaneerd gaan worden. Dit nog op te stellen document wordt voorgelegd aan de wegbeheerder, wijkbeheerders en voorbereiders. Zij moeten erop toezien dat nieuwe projecten hieraan voldoen en dat situaties buiten welke niet voldoen worden aangepast. Dit is een continue proces dat een aantal maanden gaat duren en ook in de toekomst doorgaat. Immers moet nu en in de toekomst elke keer kritisch worden gekeken naar elk bord dat ergens staat, dan wel er wordt geplaatst. 7. Financiën Een gemiddeld verkeersbord kost 70 euro, exclusief plaatsingskosten. Op verkeersborden zit een reflectiegarantie van 12 jaar. Indien er verkeersborden verwijderd / gesaneerd worden, zijn er minder kosten voor vervanging en onderhoud nodig. Het jaarlijkse onderhoudsbudget is 46.000,- per jaar. Bij 1% minder borden betekent dit een besparing van 460,- euro. Ingeschat wordt dat deze saneringsregels leiden tot een totale afname van 5 á 10% minder verkeersborden. Door kritisch om te gaan met het plaatsen van nieuwe borden, bij nieuwe werken, hoeven er minder verkeersborden onderhouden te worden. Daarnaast levert het verwijderen van verkeersborden voordelen ten aanzien van de vervanging. Voor verkeersborden die er niet staan of niet meer hoeven te staan, wordt het risico op (vuurwerk)schade en vervanging minder groot. Al met al heeft het doel van de bordensanering een kostenbesparing voor ogen om de bezuinigingsmaatregel zoals beschreven in de nota naar een nieuwe balans tot uitvoering te brengen.
9 8. Samenvatting Hierna volgt een samenvatting van de verschillende soorten borden met daarachter kost omschreven of en hoe er op dat type bebording gesaneerd gaat worden. Het belangrijkste in de sanering is om niet zomaar borden te verwijderen, maar om kritisch te blijven kijken welke bebording aanwezig is. Met kritisch kijken wordt ook bedoeld, dat gekeken wordt of bebording is geplaatst die elkaar tegenspreekt of dat er bebording dubbel aanwezig is. Ook daarop wordt gesaneerd. A Borden B Borden Deze borden waar mogelijk zonaal toepassen, en. Binnen de zones met een snelheidslimiet wordt die niet meer herhaald. Bord B06 wordt enkel rechts van de weg geplaatst en bij rotondes en kruisingen enkel vóór het fietspad. Dubbele bebording (links en rechts van de weg of zowel voor het fietspad en voor de rijbaan bij rotondes) wordt gesaneerd. Buiten de bebouwde kom bij wegen breder dan 5 meter en binnen de bebouwde kom bij twee of meer rijstroken in dezelfde richting wordt dit verkeersbord wél zowel links als rechts van de weg geplaatst. Buiten de bebouwde kom wordt hij tevens op de middengeleider geplaatst. Door de invoering 60 km/h in het buitengebied worden alle,, en borden op die wegen gesaneerd. C Borden D Borden E Borden F Borden G Borden Bord C14 en C15 worden gesaneerd indien die is geplaatst op een weg waarnaast een vrijliggend (brom) fietspad aanwezig is. Kritisch bekijken of er geen overbodig zijn, verder geen sanering. Instellen parkeerzone rondom centrum Wijchen saneert het parkeerverbodsbord en voorkomt parkeren buiten de vakken. Aanbrengen van een gele streep saneert het stopverbodsbord. Echter is dit geen mooie oplossing. Bord en bij wegversmallingen op 30 km/h en 60 km/h wegen niet toepassen. Indien die op 30 km/h of 60 km/h wegen aanwezig zijn, de borden saneren. Indien de inrichting van een pad duidelijk maakt welk gebruik er van het pad wordt verwacht, de borden G07 en G11 saneren. H Borden J Borden K Borden L Borden Noodzakelijk bebording, waarin geen sanering mogelijk is. In elke situatie waar een, of bord is geplaatst wordt beoordeeld of dit een noodzakelijk bord is. Aan de hand van de beoordeling kan het bord al dan niet worden gesaneerd. Controle op verrommeling door het overleg met ANWB, geen sanering. Deze bebording is verplicht, dan wel informatief. Daardoor is het af te raden om deze bebording te saneren.
10 Onderborden Overige borden Deze borden zijn een aanvulling op het bovenstaande bord uit Bijlage 1 van het RVV 1990, en daardoor noodzakelijk. Wel moet kritisch worden gekeken of het onderbord daadwerkelijk nodig is. Veel bebording verwijst naar hotels, restaurants en andere bestemmingen in de gemeente. Deze borden zijn via de VVV gekocht en geplaatst. Hierin is geen sanering mogelijk. De andere borden uit deze groep zijn niet noodzakelijk en kunnen gesaneerd worden. Bijvoorbeeld borden die waarschuwen voor palen in het wegdek. Daarnaast is het niet enkel in het aantal borden dat gesaneerd kan worden. Ook kan het aanwezige aantal borden dat er nu staat, in enkele gevallen worden gegroepeerd. Daarbij wordt de bebording aan één paal bevestigd. Ook kan in een aantal gevallen makkelijk gebruik worden gemaakt van de aanwezige lantaarnpaal om het bord aan te bevestigen. Zie voorbeeld 4 van bijlage 4. Voor het aanzien ziet dat er netter uit, tevens kunnen er een aantal palen verdwijnen.
11 Bijlage 4. Voorbeelden sanering Voorbeelden van het weg kunnen laten van bebording. Voorbeeld 1, weglaten bord B06 : Voorbeeld 2, correct gebruik verplichte rijrichting:
12 Voorbeeld 3, noodzaak tot verplichte voet- en fietspaden? Voorbeeld 4, clusteren van bebording op 1 paal: