PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 6



Vergelijkbare documenten
PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 7

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP Z

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 8

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (TAAL) GROEP 7

Taaljournaal, tweede versie

Informatieavond groep 3/4 september 2014

Taaljournaal (tweede editie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

PROEFLESSENSYLLABUS TAAL ACTIEF (SPELLING) GROEP 5

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.

Tien eenheden per jaar, voor dertig weken spellingonderwijs (exclusief

Taal actief (oud, versie 2) - Woordspel

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1

Het verbeterplan Spelling is gemaakt n.a.v. de klassenbezoeken en daaraan gekoppeld de analyse van de taalopbrengsten.

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs

werkwoordspelling brochure

Instapmodule Niveau A2

Inhoudsopgave. Instapweek 3. Dag 1: kennismaking 4. Dag 2: organisatie 6. Dag 3: wat wordt er van de kinderen verwacht 7. Dag 4: lekker vlot lezen 10

De ontwikkelde materialen per unit.

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

Effectief spellingonderwijs

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

En, wat hebben we deze les geleerd?

Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Thema: Kinderboekenweek. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

De schrijfsleutel INFORMATIEBROCHURE

Taal actief (derde versie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning.

Thema: Oorlog in Syrië. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Lesvoorbereidingsformulier

Handleiding Les 1: Welk lego-beeld wil jij op school?

Thema: Problemen voor V&D. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Alfabetisering. ~de versnelde versie~

Voordoen (modelen, hardop denken)

Grafementoets: instructie voor de leerkracht

kt! 2 Leren lezen en spellen, een aanpak periode in groep 3 en de hogere

Alles over. Grip op lezen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

LEESLIJN/LEESWEG. Adaptieve toets: na dik en rik van basisblok a

Thema 2. Rennen voor geld

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

I N V O E R I N G S P R O G R A M M A

Potloden, doppen en papier

Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Tafelplan Werkwijze voor het aanleren en automatiseren van de keertafels (en de deeltafels). in groep 4, 5 en 6.

Woorden in prenten. 5 Voorwoord 6 Inleiding

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

LES 1: VOORLEZEN met STRATEGIE WEEK 1.1 0, 1, 4 en 6

DE LEESSLEUTEL. Voor meer informatie of het downloaden van deze of vele andere handige documenten

Handleiding Instapprogramma Staal taal

Benodigde voorkennis spelling groep 5

Van alles één! Taaljournaal Lessuggestie groep 4 cat. eind -d/-t. Onderwerp Woorden met de klank /t/ op het eind die je schrijft als -d of -t.

LESBESCHRIJVING HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Hoofdfase

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Grafementoets: instructie voor de leerkracht

Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

lezen veilig leren Ouderavond Hoe moeilijk is leren lezen? Materialen Verloop van de activiteit Voorbereiding Kopieerblad 1

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS

Taaljournaal Spelling-special

Lesvoorbereidingsformulier

TAALONTWIKKELING 2. Activiteiten bij leren. Inspiratie:

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

Handleiding Les 1: Wat kun je doen aan de plastic soep?

Voordoen (modelen, hardop denken)

VEILIG LEREN LEZEN. Adaptieve toets: Kern 1

Lesopbouw: instructie. 1 Start. 2 Instructie. Blok 4 Week 2 Les 1

Kijkwijzer rekenen. Gericht kijken en ontwikkelen

Spelling: de verdubbelaar

- Duploblokjes en legoblokjes (nodig bij het oplossen van de rekenvraag)

Handleiding Les 1: Een toren bouwen. Zet de leerlingen zo snel mogelijk aan het werk. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak.

Kwartetten met klinkers

Wat is Digi-Spelling?

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

PROEFLESSENSYLLABUS GOED GELEZEN! BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN GROEP 4

Een uitgestorven dier beschrijven

Opbrengstgericht werken en spelling

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Een Nieuwsbegriples heeft een vaste opbouw. Het verloop van de les is als volgt:

Hoofdstuk 15 - Spellingfouten voorkomen

Thema: Problemen voor V&D. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Lesvoorbereidingsformulier

Analyse van getallen tot (2)

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Adaptieve toets: Kern 2 + d, oe

Transcriptie:

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 6 501726

Inhoudsopgave pagina Taaljournaal Spelling in het kort 2 Wat u vooraf moet weten 4 Dag 1, week 9 5 Dag 2, week 9 13 Dag 3, week 9 17 Dag 1, week 10 22 Dag 2, week 10 28 Dag 3, week 10 32 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 Malmberg s-hertogenbosch 1

Taaljournaal Spelling in het kort U hebt tijdens het keuzeproces misschien al de brochure van de nieuwe Taaljournaal gelezen en het zichtzendingpakket bekeken. Toch willen we deze proeflessensyllabus starten met een korte beschrijving van de meest opvallende kenmerken van Taaljournaal (spellingdeel). Dit overzicht biedt u namelijk kort en helder de informatie die u nodig zult hebben om de proeflessen én dus de methode op de goede manier te kunnen beoordelen. Tip! Er is ook een proeflessensyllabus van Taaljournaal Taal beschikbaar. Uitgangspunten en visie De nieuwe Taaljournaal stelt dat spelling geen doel op zichzelf is, maar ten dienste staat van de schriftelijke taalvaardigheid. Taaljournaal kent een duidelijke en functionele relatie tussen spelling en de verschillende andere onderdelen van taal. Spellingonderwijs moet behalve productgericht vooral ook procesgericht zijn. In Taaljournaal gebeurt dit door nadrukkelijk aandacht te besteden aan bewustwording van moeilijke stukjes in een woord en door het gebruik van zogenoemde Stappenplannen. Spelling wordt binnen een zo functioneel mogelijke context aangeboden. Zo wordt in groep 4 en 5 elke nieuwe categorie door een gesproken verhaal geïntroduceerd. Didactische benadering Taaljournaal kiest voor het aanleren van de spelling van onveranderlijke woorden volgens vijf spellingstrategieën, die de kinderen flexibel leren toepassen. De spellingstrategieën worden in Taaljournaal wegen genoemd. Een spellingcategorie wordt aangeleerd volgens de voor die categorie meest geschikte strategie (voorkeursstrategie). In totaal zijn er drie voorkeursstrategieën, die Hoofdwegen worden genoemd: Fonologische strategie of Luisterweg Regelstrategie of Regelweg Inprentstrategie of Weetweg Behalve de Hoofdwegen zijn er nog twee hulpstrategieën, de zogenaamde Hulpwegen: Analogiestrategie of Net-als-weg Opzoekstrategie of Opzoekweg Bij elke weg hoort een Stappenplan. Tijdens de instructiefase wordt het Stappenplan bij het bespreken van de voorkeursstrategie regelmatig gebruikt. Het gaat daarbij om het toepassen van de voorkeursweg op een specifieke spellingcategorie. Let op Het aanleren van werkwoorden wordt vanaf groep 6 opgepakt. Vanaf deze groep wordt de spelling van onveranderlijke woorden en de werkwoordspelling om en om per blok aangeboden. In deze proeflessensyllabus staan de eerste twee weken van blok 3 centraal. In blok 3 worden onveranderlijke woorden behandeld. De lesorganisatie De leerstof voor spelling is in elke jaargroep verdeeld over negen lesblokken. Aan elk lesblok wordt vier weken gewerkt. In 36 weken doorloopt u dus de gehele leerstof. Daarnaast is er voor vier weken aanvullende lesstof opgenomen. De opbouw van een lesblok Week 1 introductie en oefening categorie 1 Week 2 introductie en oefening categorie 2 Week 3 herhaling categorie toets Week 4 remediëring Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 Malmberg s-hertogenbosch 2

Taaljournaal biedt elke lesweek drie spellinglessen van 20 minuten aan. In de eerste drie weken van een lesblok kennen de lessen onderstaande opbouw. De opbouw van de lesweek lesdag lestype lesinhoud materialen dag 1 leerkrachtgebonden introductie en instructie werkboek dag 2 zelfstandig werken oefenen werkboek dag 3 leerkrachtgebonden oefenen kopieerbladen Tijdens de derde week van een blok wordt aan het eind van dag 3 een toets afgenomen. In deze toets worden de categorieën van de voorgaande drie lesweken getoetst. Op basis van de resultaten van de toets wordt bepaald door wie wat wordt geremedieerd tijdens de vierde lesweek. Let op Deze proeflessensyllabus bevat de eerste twee weken van een blok en heeft derhalve geen betrekking op de toets (week 3) en remediering 9 week 4) van een blok. Tip! De toets en remediering van Taaljournaal Spelling kunt u ook via het computerprogramma Spelling aanbieden. Dit bespaart u nakijkwerk en begleidingstijd. het computerprogramma is niet verplicht. U kunt een demo van het computerprogramma Spelling aanvragen via www.taaljournaal.nl Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 Malmberg s-hertogenbosch 3

Wat u vooraf moet weten Deze proeflessensyllabus zorgt ervoor dat u snel en gemakkelijk aan de slag kunt met de proeflessen. Alle benodigde informatie én het leerlingenmateriaal zitten tezamen in dit pakket. Het lijkt een heel pakket, maar er zit veel overlap in. Het pakket is zo opgebouwd dat per dag alles is gebundeld wat u nodig hebt. Dit helpt om het overzicht te houden en u hoeft niet steeds te bladeren of verwezen te worden naar andere pagina s. Het proeflessenpakket is afgestemd op blok 3 (week 9 en 10). Het is natuurlijk mogelijk dat dit niet exact past bij het moment waarop u de proefles geeft. Dit kan betekenen dat het inhoudelijke niveau niet helemaal aansluit. Een blok beslaat vier weken. Het proeflessenpakket heeft betrekking op de eerste twee weken van een blok. Per week wordt een nieuwe spellingcategorie aangeboden. De opbouw per week is steeds hetzelfde. Het gemak van dit organisatiemodel zult u tijdens het werken ermee al snel ervaren. De proeflessen bevatten alleen het spellingdeel van de methode Taaljournaal. Bij de zichtzending Taaljournaal Taal vindt u ook een proeflessensyllabus voor het taaldeel van de methode. U zult merken dat u voor deze proeflessen Spelling behoorlijk veel moet kopiëren voor de kinderen. Normaal gesproken kopieert u alleen materialen uit de kopieermap. Maar tijdens de proeflessen werkt u ook met kopieën uit het werkboek. Al die zwart-wit kopieën kunnen misschien tot verwarrende situaties leiden voor de kinderen. En dat kan weer de organisatie van de les nadelig beïnvloeden. Let dus goed op de vermelding in de ovale kaders op de bladen. Bedenk hierbij dat dit vele kopiëren met de werkelijke materialen van de methode niet het geval zal zijn. Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 Malmberg s-hertogenbosch 4

DAG 1 week 9

Dag 1, week 9 Voorbereiding U kopieert voor de kinderen: werkboek pagina 14 voor alle kinderen kopieerblad Wegenplan pagina 144 voor alle kinderen kopieerblad Stappenplan pagina 145 voor alle kinderen U zet het woordpakket op het bord. Zie de handleidingtekst op pagina 7. Tip! Indien u ook de tweede (week 10) uit deze proeflessensyllabus wilt uitvoeren kunt u de kopieerbladen Wegenplan en Stappenplan volgende week hergebruiken. Introductie dag 1 Tijdens de introductie van de les op dag 1 vertelt u de kinderen welke spellingcategorie ze deze week gaan leren (in deze week zijn dat de woorden waarin een c wordt geschreven die je uitspreekt als een /s/.) U behandelt kort de voorkeursstrategie bij deze categorie woorden. Hierna maken de kinderende de startopdracht in het werkboek (bladzijde 14). Met behulp van het Wegenplan en het Stappenplan doorloopt u met de kinderen de voorkeursstrategie bij de categorie van de week. Extra achtergrondinformatie Tijdens deze eerste les van de week (dag 1) heeft u als leerkracht een grote rol en bent u veelvuldig aan het woord. Tijdens de spellinglessen van dag 2 en 3 zijn de kinderen voornamelijk zelfstandig aan het werk. Werkwijze dag 1 U volgt de lesbeschrijving uit de handleiding. Zie de handleidingtekst op pagina 8 en 9. Let op Bij het lesonderdeel Strategiekeuze deelt u de kopieerbladen Wegenplan en Stappenplan uit. Bij het lesonderdeel Instructie werkboek deelt u een kopie van werkboek pagina 14 uit. Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9, dag 1 Malmberg s-hertogenbosch 6

104 week 9 categorie 30 Categorie 30: c = /s/ Lesdoel De kinderen kunnen de doelwoorden waarin een c klinkt als /s/ foutloos schrijven. De kinderen kunnen deze kennis toepassen op samenstellingen met deze doelwoorden. Materiaal werkboek, bladzijde 14 en 15 kopieerbladen 15 en 16 Wegenplan Stappenplan antwoordenboekje, bladzijde 14 en 15 Woordpakket Voorbereiding Net-als-woord: cent de cel centrale december de oceanen het cement het centrum de decimeter precies de cent het cijfer de lucifer de provincie de centimeter de cirkel het medicijn de provincies centraal de citroen de oceaan het recept U zet het woordpakket, zoals hierboven aangegeven, op een omklapbaar bord. U laat dit woordpakket de hele week, tenzij anders aangegeven, zichtbaar op het bord staan. De kinderen kunnen er dan tijdens de spellinglessen gebruik van maken. Het net-als-woord cent kunt u extra laten opvallen door het bijvoorbeeld te omcirkelen. U zorgt ervoor dat u voldoende kopieën heeft gemaakt van de kopieerbladen en dat de benodigde materialen klaarliggen. Dit is een kopie van: handleiding pag. 104 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9 Malmberg s-hertogenbosch 7

week 9 dag 1 105 Dag 1 Introductie Oriëntatie Startopdracht Bespreken Bespreken U vertelt de kinderen dat zij deze week twintig woorden gaan leren schrijven waarin een c geschreven staat die je als een /s/ uitspreekt. U kunt de kinderen daarbij vertellen dat ze volgende week ook woorden met c krijgen, maar dat die uitgesproken wordt als /k/. In een woord als circus komen beide categorieën voor. U wijst hen op het woordpakket op het bord. Het is de week van het net-als-woord: cent. U vertelt dat wij in de Nederlandse taal voor de /s/-klank meestal gewoon de letter s gebruiken. Maar in onze taal zitten ook nogal wat woorden die we overgenomen hebben uit een andere taal, bijvoorbeeld de taal van de Romeinen (het Latijn) of uit het Frans. U schrijft het woord cent op het bord en vraagt de kinderen hoe ze dat woord uitspreken. U vraagt of de kinderen zelf nog enkele voorbeelden kennen van woorden waarin de /s/ geschreven wordt als c. U laat de kinderen bladzijde 14 van het werkboek voor zich nemen. Daarin staat een plattegrond van Borschaat, een gefingeerd dorp in de provincie Noord-Brabant dat er nog erg dorps uitziet, maar waar wel een cementfabriek is gevestigd. Buiten het dorp heeft circus Lucifer zijn tent opgeslagen. U klapt het bord met het woordpakket dicht. U vraagt aan de kinderen elkaar te vertellen wat zij zien. U vraagt hen ook om te kijken of ze enkele woorden zien waarin de /s/-klank als c geschreven staat? Die woorden moeten ze op een kladblaadje schrijven. Het zijn de woorden: cel, circus, lucifer, centimeter, centrum, cementfabriek, cent, provincie, december. Waarschijnlijk kennen de kinderen de meeste woorden wel, maar nu wordt specifiek hun aandacht gevraagd voor de schrijfwijze van deze /s/-klank. Categorie Als de kinderen even met elkaar overlegd hebben en er al een aantal woorden gevonden zijn, vertelt u de informatie hierboven over het dorp Borschaat. U inventariseert samen met de kinderen de woorden die zij gevonden hebben: cel, circus, (maar dit woord wordt pas in week 10 behandeld, omdat in dit woord de c = /k/ categorie ook voorkomt), lucifer, centimeter, centrum, cementfabriek, cent, provincie, december. U vraagt enkele kinderen de woorden ook op het bord te schrijven. Daarbij controleert u de spelling en zet u een streepje onder de klinker die volgt na de c, die als /s/ uitgesproken wordt. Als er voldoende voorbeelden op het bord staan, vraagt u of een van de kinderen iets opvalt met betrekking tot de letter die volgt na de c. Zij zullen mogelijk zien dat de c gevolgd wordt door een e, i of een ij. U vertelt dat voor deze letters de c klinkt als een /s/. U voegt hier een hulpregel aan toe: Voor de e, de i en de ij klinkt de c als /s/. Anders klinkt de c als /k/. Woordpakket U leest samen met de kinderen nog eens de woorden uit het woordpakket. Een aantal van deze woorden waren niet in de tekening verwerkt. Laat de kinderen deze woorden opnoemen. U laat horen dat al deze woorden een /s/ hebben, maar je ziet dat ze allemaal met een c geschreven worden. Vraag aan de kinderen of ze de betekenis van alle woorden kennen. Als dit niet het geval is, licht u de betekenis van enkele woorden kort toe. Ook kunt u de kinderen ter controle bijvoorbeeld vragen naar de betekenis van Categorie Inventariseer na het verhaal samen met de kinderen de gevonden f- en v-woorden. (Het woordpakket op het bord is daarbij niet zichtbaar!) Laat vier of vijf van deze woorden door de kinderen op het bord schrijven. Controleer de spelling bij elk woord. Laat hierbij het verschil in uitspraak tussen de v en de f horen en eventueel ook voelen. Noemt een kind een f- of v-woord dat niet in het woordpakket staat, zeg dan dat dat heel goed gevonden is, maar laat het woord niet opschrijven. Maak vervolgens het woordpakket weer zichtbaar en lees en bekijk de woorden samen met de kinderen. Wijs hen er bij het tweede rijtje op dat er steeds een f achteraan staat. Hieraan kunt u toevoegen dat aan het eind van een woord nooit een v staat. Licht eventueel de betekenis van sommige woorden even toe. Vraag de kinderen of deze woorden ook luisterwoorden zijn. Als blijkt dat dit zo is, gaat u in op de luisterweg. Dit is een kopie van: handleiding pag. 105 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9, dag 1 Malmberg s-hertogenbosch 8

106 week 9 dag 1 enkele woorden. U besteedt even extra aandacht aan het woord cijfer. Meestal schrijf je na een tweetekenklank een v. Maar dit woord is een uitzondering. Je schrijft hier een f. Strategiekeuze voor woorden met c = /s/: de weetweg Uitgaande van de klank moeten kinderen weten dat je in een aantal gevallen (voornamelijk leenwoorden uit het Latijn) een /s/ hoort maar een c schrijft. Omdat bij de meeste kinderen in groep 6 het taalgevoel niet dusdanig is ontwikkeld dat zij leenwoorden als zodanig kunnen herkennen, zullen zij deze woorden als weetwoorden aangeboden moeten krijgen. De woorden zijn in veel gevallen namelijk zo ingeburgerd dat zij ze passief ook al beheersen, omdat ze horen bij hun woordenschat van het Nederlands. Uitgaande van de schrijfwijze heeft de hulpregel pas zijn nut bij het lezen van de woorden: immers, als een kind een woord als centrale ziet staan, is op grond van de bovengenoemde hulpregel de uitspraak gegeven en leest het de letter voor de e als een /s/. U laat de kinderen de weetweg aanwijzen op hun Wegenplan. U oefent de weetweg met een van de c = /s/-woorden uit het woordpakket. Weetweg 1 Ik hoor het woord. Ik hoor /cent/. 2 Ik herken er een weetklank in. Ik herken de /s/-klank. 3 Ik denk na. Ik denk aan de woorden die met c geschreven worden waarbij de c klinkt als /s/. 4 Ik heb het woord in mijn hoofd. Ik weet nu dat het met een c moet zijn. 5 Ik schrijf het woord op. Ik schrijf c-e-n-t op. 6 Ik controleer het woord. Het klopt: cent met een c. Samen oefenen U maakt op het bord twee rijtjes: een rijtje waarin woorden uit het woordpakket met een e en een ander rijtje met woorden met een i na de letter c. U schrijft erboven ce- en ci-woorden. U dicteert een aantal woorden uit het woordpakket. Eén kind werkt op het bord, de anderen in hun schrift. Instructie Werkboek Vervolgens laat u opnieuw de kinderen bladzijde 14 uit het werkboek voor zich nemen. De bovenste helft van dit werkblad bevat de plattegrond van Borschaat en heeft u reeds besproken met de kinderen. Bovenaan de bladzijde staat het net-als-woord cent. U laat de weetweg inkleuren. Dat is de weg die je bij deze categorie het beste kunt gebruiken. Vraag de kinderen ook de woorden in de afbeelding in het werkboek waarin de /s/-klank geschreven wordt als c dezelfde kleur te geven. Hierna maken zij opdracht 1 in het werkboek. Opdracht 1 De kinderen krijgen omschrijvingen van de doelwoorden die in de tekening voorkomen. Ze vullen het juiste doelwoord in. Dit is een kopie van: handleiding pag. 106 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9, dag 1 Malmberg s-hertogenbosch 9

Dit is een kopie van: werkboek pag. 14 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9, dag 1 Malmberg s-hertogenbosch 10

Dit is een kopie van: kopieerblad pag. 144 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 Malmberg s-hertogenbosch 11

Dit is een kopie van: kopieerblad pag. 145 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 Malmberg s-hertogenbosch 12

DAG 2 week 9

Dag 2, week 9 Voorbereiding U kopieert voor de kinderen: werkboek pagina 15 voor alle kinderen Introductie dag 2 U geeft een korte introductie op de les van vandaag. De kinderen gaan vervolgens zelfstandig aan de slag met de opdrachten op pagina 15 van het werkboek. Werkwijze dag 2 U volgt de lesbeschrijving uit de handleiding. Zie de handleidingtekst op pagina 15. Let op! Voor het zelfstandig nakijken van de opdrachten uit het werkboek en kopieerbladen biedt Taaljournaal een antwoordenboekje aan. Dit antwoordenboekje is niet opgenomen in deze proeflessensyllabus. Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9, dag 2 Malmberg s-hertogenbosch 14

week 9 dag 2 107 Dag 2 U houdt de instructie kort. Het bord is dicht en de woorden van het woordpakket zijn niet zichtbaar. U vraagt aan de kinderen of zij zich nog enkele woorden herinneren die op de andere kant van het bord staan. Ze zullen nu om beurten enkele woorden noemen. U herinnert hen eraan om welke woorden het gaat. Woorden waarbij je een /s/ hoort, maar een c schrijft. U wijst nu nog even op andere woorden uit het woordpakket en herhaalt de tip die eerder gegeven werd. Daarna bespreekt u kort de bedoeling van opdracht 2 en 3 op bladzijde 15 in het werkboek. Opdracht 2 De kinderen krijgen woorden in het meervoud en maken daar enkelvoud van of omgekeerd. De woorden schrijven ze in het werkboek. Opdracht 3 De kinderen zoeken puzzelstukjes bij elkaar en vinden dan de woorden die ze in moeten vullen in de tekst. Ze schrijven die woorden op in het werkboek. Kinderen die klaar zijn met de opdrachten in hun werkboek, kijken met behulp van het antwoordenboekje hun werk na. Vervolgens mogen ze met de keuzeopdrachten op de kopieerbladen beginnen. De keuzeopdrachten op de kopieerbladen 15 en 16 moeten in principe zonder instructie gemaakt kunnen worden. Dit is een kopie van: handleiding pag. 107 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9, dag 2 Malmberg s-hertogenbosch 15

Dit is een kopie van: werkboek pag. 15 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9, dag 2 Malmberg s-hertogenbosch 16

DAG 3 week 9

Dag 3, week 9 Voorbereiding U kopieert voor de kinderen: kopieerblad pagina 15 en 16 voor alle kinderen U legt de keuzeopdrachten op vier stapeltjes klaar. Introductie dag 3 Tijdens de derde les werken alle kinderen, de goede spellers wellicht al in les 2, zelfstandig aan de keuzeopdrachten op de kopieerbladen. Het gaat om het toepassen van het geleerde in speelse, gevarieerde opdrachten. In de opdrachten komen, behalve de woorden uit het woordpakket, ook andere woorden voor. Tijdens de lessen op dag 1 en 2 komen alleen de woorden uit het woordpakket in de oefening voor. Sommige opdrachten zijn voor individuele verwerking. Daarnaast zijn er duo-opdrachten. Deze herkent u aan het symbool voor het opdrachtnummer. Werkwijze dag 3 U volgt de lesbeschrijving uit de handleiding. Zie de handleidingtekst op pagina 19. Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9, dag 3 Malmberg s-hertogenbosch 18

week 9 dag 3 107 Dag 3 De kinderen die nog niet klaar zijn m et de opdrachten in hun werkboek, maken die eerst af. Daarna gaan ze ook verder met de keuzeopdrachten. De anderen beginnen direct aan de keuzeopdrachten of aan een sterkaart. Instructie Kopieerbladen 15 en 16 Keuzeopdracht 1 De kinderen maken een recept/gebruiksaanwijzing voor een kind dat hoestdrank nodig heeft. Ze doen dat met een gegeven aantal woorden. Keuzeopdracht 2 De kinderen lezen een e-mail waarin opgeroepen wordt tot het schrijven van een bericht over een inbraak in een apotheek of over een kerstboom. Met een gegeven aantal woorden schrijven ze het bericht. Keuzeopdracht 3 Een woordzoeker met bijna alle woorden van het woordpakket. De kinderen zoeken de vijf woorden die er niet in voorkomen. Het woord cel komt er vaak in voor. De kinderen zoeken uit hoe vaak. Dit is een kopie van: handleiding pag. 107 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9, dag 3 Malmberg s-hertogenbosch 19

Dit is een kopie van: kopieerblad pag. 15 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9, dag 3 Malmberg s-hertogenbosch 20

Dit is een kopie van: kopieerblad pag. 16 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 9, dag 3 Malmberg s-hertogenbosch 21

DAG 1 week 10

Dag 1, week 10 Voorbereiding Vorige week hebt u al de kopieën gemaakt van de kopieerbladen 151 en 153. Als u ze nog hebt, hoeft u deze bladen niet meer te kopieëren. U kopieert voor de kinderen: werkboek pagina 16 voor alle kinderen U zet het woordpakket op het bord. Zie ook de handleidingtekst op pagina 24. Extra achtergrondinformatie De tweede week (week 10) heeft exact dezelfde opbouw als de eerste week van dit blok (week 9). In Taaljournaal Spelling hebben de eerste drie weken van elk blok dezelfde opbouw. De opbouw van de vierde week van het blok ziet er anders uit; dan vindt de remediering plaats. Introductie dag 1 Tijdens de introductie van de les op dag 1 vertelt u de kinderen welke spellingcategorie ze deze week gaan leren (in deze week zijn dat de woorden waarin een c wordt geschreven die je uitspreekt als een /k/.) U behandelt kort de voorkeursstrategie bij deze categorie woorden. Hierna maken de kinderende de startopdracht in het werkboek (bladzijde 16). Met behulp van het Wegenplan en Stappenplan doorloopt u met de kinderen de voorkeursstrategie bij de categorie van de week Extra achtergrondinformatie Taaljournaal biedt per week één nieuwe spellingcategorie aan. Werkwijze dag 1 U volgt de lesbeschrijving uit de handleiding. Zie de handleidingtekst op pagina 25 en 26. Let op Bij het lesonderdeel Strategiekeuze deelt u de kopieerbladen Wegenplan en Stappenplan uit. Bij het lesonderdeel Instructie werkboek deelt u een kopie van werkboek pagina 16 uit. Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10, dag 1 Malmberg s-hertogenbosch 23

108 week 10 categorie 31 Categorie 31: c = /k/ Lesdoel De kinderen kunnen de doelwoorden waarin een c klinkt als /k/ foutloos schrijven. De kinderen kunnen deze kennis toepassen op samenstellingen met deze doelwoorden. Materiaal werkboek, bladzijde 16 en 17 kopieerbladen 17 en 18 Wegenplan Stappenplan antwoordenboekje, bladzijde 16 en 17 sterkaart 10, Reclame maken Woordpakket Voorbereiding Net-als-woord: insect de acrobaat de club controleren de postcode actief de cola correct het product de camera het concert de disco het project het circus het contact directeur de reclame de clown de controle het insect de seconde U zet het woordpakket, zoals hierboven aangegeven, op een omklapbaar bord. U laat dit woordpakket de hele week, tenzij anders aangegeven, zichtbaar op het bord staan. De kinderen kunnen er dan tijdens de spellinglessen gebruik van maken. Het net-als-woord insect kunt u extra laten opvallen door het bijvoorbeeld te omcirkelen. U zorgt ervoor dat u voldoende kopieën heeft gemaakt van de kopieerbladen en dat de benodigde materialen klaarliggen. Dit is een kopie van: handleiding pag. 108 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10 Malmberg s-hertogenbosch 24

week 10 dag 1 109 Dag 1 Introductie Oriëntatie Startopdracht U vertelt de kinderen dat zij deze week twintig woorden gaan leren schrijven waarin een c geschreven staat die je als een /k/ uitspreekt. U kunt de kinderen daarbij vertellen dat ze vorige week ook woorden met c kregen, maar dat die c uitgesproken werd als /s/. In een woord als circus komen beide categorieën voor. U wijst hen op het woordpakket op het bord. Het is de week van het net-als-woord insect. U vertelt dat wij in de Nederlandse taal voor de /k/-klank meestal gewoon de letter k gebruiken. Maar in onze taal zitten nogal wat leenwoorden die we overgenomen hebben uit een andere taal, bijvoorbeeld de taal van de Romeinen (het Latijn) of uit het Frans. U schrijft het woord insect op het bord en vraagt de kinderen hoe ze dat woord uitspreken. U vraagt of de kinderen zelf nog enkele voorbeelden kennen van woorden waarin de /k/ geschreven wordt als c. U laat de kinderen bladzijde 16 van het werkboek voor zich nemen. Daarin staat een tekening van Borschaat, hetzelfde dorp als in week 9. Het is jaarmarkt en er is een concert van de fanfare in de kiosk; het circus is in het dorp en maakt reclame door met borden, clowns en acrobaten over de markt te trekken. Een gezellige dorpse sfeer: een ronde reclamezuil, een groepje kinderen dat met een spandoek vooropgaat waarop staat Kom naar de disco! Een man met camera wordt lastiggevallen door een groot insect. Het is een zomerse dag. U klapt het bord met het woordpakket dicht. U vraagt aan de kinderen elkaar te vertellen wat zij op de plaat in het werkboek zien. U vraagt hen ook om te kijken of ze enkele woorden zien waarin de letter /k/ als c geschreven staat. Die woorden moeten ze op een kladblaadje schrijven. Mogelijk kennen de kinderen de meeste woorden wel, maar nu wordt specifiek hun aandacht gevraagd voor de schrijfwijze van deze /k/-klank. Bespreken Categorie Als de kinderen even met elkaar overlegd hebben en een aantal woorden gevonden hebben, vertelt u de informatie hierboven over de jaarmarkt in het dorp Borschaat. U inventariseert samen met de kinderen de woorden die zij gevonden hebben: reclame, cola, disco, clown, acrobaat, directeur, concert, postcode, camera, insect, actief, circus. U vraagt enkele kinderen de woorden ook op het bord te schrijven. Daarbij controleert u de spelling en zet u een streepje onder de klinker die volgt na de c die als /k/ uitgesproken wordt. Als er voldoende voorbeelden op het bord staan, vraagt u of een van de kinderen iets opvalt met betrekking tot de letter die volgt op de c. Zij zullen mogelijk zien dat de c gevolgd wordt door een a, o, u, l, r, t. U vertelt dat voor deze letters de c klinkt als een /k/. U herhaalt de hulpregel uit week 9 en onderstreept de tweede zin ervan: Voor de e, de i en de ij klinkt de c als /s/. Anders klinkt de c als /k/. Dit is een kopie van: handleiding pag. 109 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10, dag 1 Malmberg s-hertogenbosch 25

110 week 10 dag 1 Woordpakket U leest samen met de kinderen de woorden uit het woordpakket nog eens. Een aantal van deze woorden waren niet in de tekening verwerkt. Laat de kinderen deze woorden opnoemen. U laat horen dat al deze woorden een /k/-klank hebben, maar je ziet dat ze allemaal met een c geschreven worden. U besteedt extra aanacht aan de woorden circus en concert. Hier schrijf je twee keer een c, maar hoor je een /s/ of een /k/. Vraag aan de kinderen of ze de betekenis van alle woorden kennen. Als dit niet het geval is, licht u de betekenis van enkele woorden kort toe. Ook kunt u kinderen ter controle bijvoorbeeld vragen naar de betekenis van enkele woorden. Strategiekeuze voor de woorden met c = /k/: de weetweg Uitgaande van de klank moeten kinderen weten dat je in een aantal gevallen (voornamelijk leenwoorden uit het Latijn) een /k/ hoort maar een c schrijft. Omdat bij de meeste kinderen in groep 6 het taalgevoel niet dusdanig is ontwikkeld dat zij leenwoorden kunnen herkennen, zullen zij deze woorden als weetwoorden aangeboden moeten krijgen. De woorden zijn in veel gevallen namelijk zo ingeburgerd dat zij ze passief ook al beheersen en daarmee beoordelen als woorden uit de Nederlandse taal: daarin schrijf je de /k/-klank als k. Uitgaande van de schrijfwijze heeft de hulpregel pas zijn nut bij het lezen van de woorden: immers als een kind een woord als circus ziet staan, is op grond van de bovengenoemde hulpregel de uitspraak gegeven en leest het de letter voor de c als een /k/. U laat de kinderen de weetweg aanwijzen op hun Wegenplan. U oefent de weetweg met een van de c = /k/-woorden uit het woordpakket. Weetweg 1 Ik hoor het woord. Ik hoor /insect/. 2 Ik herken er een weetklank in. Ik herken de /k/-klank. 3 Ik denk na. Ik denk aan de woorden die met /c/ geschreven worden waarbij de /c/ klinkt als /k/. 4 Ik heb het woord in mijn hoofd. Ik weet nu dat het met een c moet zijn. 5 Ik schrijf het woord op. Ik schrijf insect op. 6 Ik controleer het woord. Ja, het klopt, insect met een c. Samen oefenen U maakt op het bord drie rijtjes: een met co, en met ca en een met cu. De kinderen zoeken uit het woordpakket woorden die in een van de rijtjes passen. Daarna zet u ook op het bord: act, ect, ict en uct en zoekt daar samen woorden bij. Dan klapt u het bord weer dicht en dicteert u een aantal woorden uit het woordpakket. Eén kind werkt op het bord, de anderen kinderen werken in hun schrift. Instructie Werkboek Vervolgens laat u opnieuw de kinderen bladzijde 16 uit het werkboek voor zich nemen. Bovenaan de bladzijde staat het net-als-woord insect. U laat het symbool van de weetweg inkleuren. Dat is de weg die het best past bij deze categorie. Vraag de kinderen de woorden in de afbeelding in het werkboek waarin de /k/-klank geschreven wordt als c dezelfde kleur te geven. Hierna maken de kinderen opdracht 1 in het werkboek. Opdracht 1 De kinderen verdelen de c = /k/-woorden die ze in de tekening zien over de verschillende categorieën: ca, co, cu, cl, cr, ct. Dit is een kopie van: handleiding pag. 110 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10, dag 1 Malmberg s-hertogenbosch 26

Dit is een kopie van: werkboek pag. 16 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10, dag 1 Malmberg s-hertogenbosch 27

DAG 2 week 10

Dag 2, week 10 Voorbereiding U kopieert voor de kinderen: werkboek pagina 17 voor alle kinderen Introductie dag 2 U geeft een korte introductie op de les van vandaag. De kinderen gaan vervolgens zelfstandig aan de slag met de opdrachten op pagina 17 van het werkboek. Werkwijze dag 2 U volgt de lesbeschrijving uit de handleiding. Zie de handleidingtekst op pagina 30. Let op! Voor het zelfstandig nakijken van de opdrachten uit het werkboek en kopieerbladen biedt Taaljournaal een antwoordenboekje aan. Dit antwoordenboekje is niet opgenomen in deze proeflessensyllabus. Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10, dag 2 Malmberg s-hertogenbosch 29

week 10 dag 2 111 Dag 2 U houdt de instructie kort. Het bord is dicht en de woorden van het woordpakket zijn niet zichtbaar. U vraagt aan de kinderen of zij zich nog enkele woorden herinneren die op de andere kant van het bord staan. Ze zullen nu om beurten enkele woorden noemen. U herinnert hen eraan om welke categorie het deze week gaat. Woorden waarbij je een /k/ hoort, maar een c schrijft. U wijst nu nog even op andere woorden uit het woordpakket en herhaalt de tip die eerder gegeven werd. Daarna bespreekt u in het kort de bedoeling van opdracht 2 en 3 op bladzijde 17 in het werkboek. Opdracht 2 De kinderen krijgen op kaartjes woorden uit het woordpakket, waarbij steeds een of twee letters zijn weggelaten. Ze vergelijken ze met de woorden op het bord, vullen de ontbrekende letters in en schrijven de woorden juist op in het werkboek. Opdracht 3 De kinderen krijgen acht omschrijvingen en acht woorden. Ze zoeken de omschrijving bij het juiste woord. Kinderen die klaar zijn met de opdrachten in hun werkboek, kijken met behulp van het antwoordenboekje hun werk na. Vervolgens mogen ze met de keuzeopdrachten op de kopieerbladen beginnen. De keuzeopdrachten op de kopieerbladen 17 en 18 moeten in principe zonder instructie gemaakt kunnen worden. Dit is een kopie van: handleiding pag. 111 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10, dag 2 Malmberg s-hertogenbosch 30

Dit is een kopie van: werkboek pag. 17 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10, dag 2 Malmberg s-hertogenbosch 31

DAG 3 week 10

Dag 3, week 10 Voorbereiding U kopieert voor de kinderen: kopieerblad pagina 17 en 18 voor alle kinderen U legt de keuzeopdrachten op vier stapeltjes klaar. Introductie dag 3 Tijdens de derde les werken alle kinderen, de goede spellers wellicht al in les 2, zelfstandig aan de keuzeopdrachten op de kopieerbladen. Het gaat om het toepassen van het geleerde in speelse, gevarieerde opdrachten. In de opdrachten komen behalve de woorden uit het woordpakket ook andere woorden voor. Tijdens de lessen op dag 1 en 2 komen alleen de woorden uit het woordpakket in de oefeningen voor. Werkwijze dag 3 U volgt de lesbeschrijving uit de handleiding. Zie de handleidingen op pagina 34. Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10, dag 3 Malmberg s-hertogenbosch 33

week 10 dag 3 111 Dag 3 De kinderen die nog niet klaar zijn m et de opdrachten in hun werkboek, maken die eerst af. Daarna gaan ze ook verder met de keuzeopdrachten. De anderen beginnen direct aan de keuzeopdrachten of aan een sterkaart. Instructie Kopieerblad 17 en 18 Keuzeopdracht 1 De kinderen maken als directeur van het circus of als dirigent van de Fanfare Actief een reclametekst van 30 seconden zendtijd. Ze moeten een aantal gegeven woorden in de tekst opnemen. Keuzeopdracht 2 De kinderen maken een aantal vragen bij de woorden camera en controle. De context is een snelheidscontrole. Keuzeopdracht 3 De kinderen maken een memory en spelen dit vervolgens. Ze doen dat met kaartjes waarop omschrijvingen van de woorden uit het woordpakket en de woorden zelf staan. Dit is een kopie van: handleiding pag. 111 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10, dag 3 Malmberg s-hertogenbosch 34

Dit is een kopie van: kopieerblad pag. 17 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10, dag 3 Malmberg s-hertogenbosch 35

Dit is een kopie van: kopieerblad pag. 18 Taaljournaal Spelling Proeflessensyllabus groep 6 week 10, dag 3 Malmberg s-hertogenbosch 36