IJsselland GENOTMIDDELEN Jongerenmonitor 1 4% ooit alcohol gedronken.163 jongeren School Klas 13-14 jaar Klas 4 1-16 jaar 4% weleens gerookt % ooit wiet gebruikt Genotmiddelen Psychosociale gezondheid Seksueel gedrag Voeding, bewegen, gewicht Samenvatting en aanbevelingen
RUIM. JONGEREN In schooljaar 14-1 hebben.163 leerlingen woonachtig in de regio IJsselland een vragenlijst ingevuld over gezondheid, welzijn, leefstijl en schoolbeleving. Het onderzoek vond plaats in klas en 4 op het voorgezet onderwijs. Deze vragenlijsten worden door de jeugdgezondheidzorg (JGZ) gebruikt voor de individuele zorg voor de leerlingen. Daarnaast wor- den de gegevens gebruikt voor de jongerenmonitor die iedere 4 jaar wordt uitgevoerd. Met deze monitor wordt de gezondheidssituatie van de jongeren in de regio IJsselland in kaart gebracht. Hiermee kan het regionaal en lokaal gezondheidsen jeugdbeleid onderbouwd worden. Omdat een deel van de jongeren buiten de regio naar school gaat, zijn er gegevens van GGD Flevoland toegevoegd. Waar mogelijk wordt met recente landelijke cijfers vergeleken. De landelijke cijfers zijn verzameld door middel van de landelijke Jongerenmonitor die in het najaar van 1 is uitgevoerd door alle GGD en in Nederland. In het landelijk onderzoek hebben de jongeren anoniem een vragenlijst ingevuld. De jongeren in de regio IJsselland hebben de vragenlijst niet anoniem ingevuld. Omdat de onderzoeksmethodiek en doelgroep van de jongerenmonitor 1 verschilt van de eerdere jongerenmonitoren is het niet mogelijk een trend weer te geven. Deze factsheet gaat over het gebruik van alcohol, roken en het druggebruik door jongeren van 13 t/m 16 jaar in de regio IJsselland. Alcoholgebruik Nederlandse jongeren drinken vaak en veel alcohol vergeleken met hun Europese leeftijdgenoten. Alcohol is erg schadelijk voor jongeren, omdat de hersenen en andere organen nog in ontwikkeling zijn en daardoor extra kwetsbaar zijn. Daarom wordt landelijk geadviseerd dat jongeren tot hun 18e geen alcohol drinken. De korte termijn effecten van alcohol drinken zijn onder andere het krijgen van black-outs, alcoholvergiftiging, risicovol seksueel gedrag, en (verkeers)ongelukken. Daarnaast kan het op de lange termijn onder meer leiden tot problemen (verslaving) met alcoholgebruik. Weleens alcohol gedronken (%) Jongens 44 Meisjes 37 Veertig procent van de jongeren op het voortgezet onderwijs heeft weleens alcohol gedronken. In klas heeft ruim een vijfde (%) van de leerlingen weleens alcohol gedronken. In klas 4 is dat percentage 6,%. Zowel in klas als klas 4 hebben jongens vaker weleens alcohol gedronken dan meisjes. Op het VMBO hebben meer jongeren weleens alcohol gedronken dan op HAVO/VWO. Dat geldt zowel voor jongeren in klas als 4. Hoeveel drinken jongeren? Ruim drie kwart van de jongeren die weleens alcohol hebben gedronken, heeft dat ook in de 4 weken voorafgaand aan het onderzoek gedaan (76%). Bijna de helft van de jongeren 1 is ook ooit dronken geweest en ruim een kwart (7%) was de afgelopen 4 weken dronken of aangeschoten. Binge drinken ( of meer glazen per gelegenheid drinken) doet bijna 44% van deze jongeren. VMBO 4 HAVO/VWO 3 3 4 1 Jongeren die weleens alcohol hebben gedronken
Weleens alcohol gedronken KLAS KLAS 4 Jongeren 1 die in de afgelopen 4 weken dronken/aangeschoten zijn geweest en die aan binge drinken hebben gedaan (%) Jongens 8 46 Meisjes 7 4 Klas 11 Klas 4 34 VMBO 47 HAVO/VWO 3 4 3 4 6 binge drinken in afgelopen 4 weken dronken/aangeschoten geweest in afgelopen 4 weken Er is geen duidelijk verschil in het percentage jongens en meisjes dat weleens of in de afgelopen 4 weken dronken/aangeschoten is geweest. Jongens hebben wel vaker aan binge drinken gedaan in de afgelopen 4 weken dan meisjes. Op het VMBO hebben jongeren vaker aan binge drinken gedaan dan op HAVO/VWO. Dronken/aangeschoten zijn in de afgelopen 4 weken komt in klas 4 meer voor bij jongeren op HAVO/VWO dan bij jongeren op het VMBO. In klas zijn jongeren op het VMBO juist vaker aangeschoten/dronken geweest in de afgelopen 4 weken. Mening ouders In het onderzoek is aan de jongeren die weleens alcohol hebben gedronken gevraagd wat hun ouders er van vinden dat zij alcohol drinken. Door een deel van de jongeren is deze vraag niet ingevuld. Van de jongeren die de vraag wel ingevuld hebben, vindt ruim twee vijfde van de ouders (41%) het goed dat de jongere drinkt, of (11%) zegt er niets van. Vier procent verbiedt het drinken van alcohol, een kwart (9%) raadt het drinken af of zegt dat hij/zij minder moet drinken en 1% van de ouders weet niet dat hun kind drinkt. Mijn ouders vinden het goed (41%) raden drinken af (9%) weten niet dat ik drink (1%) zeggen er niks van (11%) verbieden het (4%) Wat drinken jongeren? Twee derde van de jongeren 1, drinkt bier. Ook breezers (41%), zelfgemaakte mixdrankjes (37%), wijn (31%) en shooters (8%) zijn populair. Likeur en pure sterke drank zoals whisky en wodka worden minder vaak gedronken. Jongens drinken vaker bier en sterke drank dan meisjes. Meisjes drinken vaker mixdrankjes, likeur en wijn. Er zijn ook verschillen tussen de schooltypen. Op HAVO/VWO wordt vaker wijn, zelfgemaakte mixdrankjes en pure sterke drank gedronken dan op het VMBO. 1 Jongeren die weleens alcohol hebben gedronken Ouders van jongeren op het VMBO vinden alcohol drinken vaker goed of zeggen er niets van dan ouders van jongeren op HAVO/ VWO. Ouders van jongens zijn toleranter ten aanzien van het alcoholgebruik van hun kind dan ouders van meisjes.
Landelijke cijfers De regionale cijfers zijn niet helemaal te vergelijken met de cijfers uit de landelijke monitor omdat de vraagstelling anders is. Landelijk is bij de vraag naar ooit alcohol drinken een onderscheid gemaakt tussen alleen slokjes gedronken hebben of een heel glas of meer gedronken hebben. In de regio IJsselland is dat onderscheid niet gemaakt. In de figuur wordt het ooit gebruiken van alcohol in de regio IJsselland vergeleken met zowel het landelijke percentage jongeren dat ooit een heel glas of meer alcohol heeft gedronken als met het percentage dat een slokje of een heel glas of meer heeft gedronken. Landelijk is er vooral in klas een groot verschil tussen een heel glas gedronken hebben en een slokje of heel glas gedronken hebben. De vraag naar binge drinken en ooit dronken/aangeschoten zijn was in beide onderzoeken (grotendeels) hetzelfde. In de regio IJsselland lijken jongeren minder vaak ooit dronken/aangeschoten geweest te zijn en hebben jongeren minder vaak aan binge drinken gedaan in de afgelopen 4 weken dan landelijk. Hierbij zou het feit dat het landelijke onderzoek anoniem is een rol kunnen spelen. In schooljaar 1-16 zijn in de regio IJsselland de vragen over alcohol op dezelfde wijze als in het landelijk onderzoek opgenomen en zal bekeken worden of dat dezelfde resultaten oplevert. 8 6 4 4 3 Weleens alcohol drinken in regio IJsselland en Nederland (% van alle jongeren) 16 46 klas klas 4 Regio IJsselland: weleens drinken Landelijk: weleens heel glas of meer drinken Landelijk: weleens een slokje of heel glas of meer drinken Ooit dronken en binge drinken in regio IJsselland en Nederland (% van alle jongeren) 41 36 3 31 6 klas klas 4 ooit dronken Regio IJsselland 61 8 3 71 klas klas 4 binge drinken in afgelopen 4 weken Landelijk Roken Roken is een belangrijke oorzaak van ziekte en sterfte in Rookgedrag (%) Nederland. Rokende jongeren hebben vaker luchtwegklachten en mond- en tandproblemen en op latere leeftijd risico op verslaving en longkanker. Hoe jonger iemand start met roken, hoe groter de kans is op een rookverslaving. Jongens Meisjes 6 11 1 6 Bijna 4% van alle jongeren in klas en 4 heeft weleens gerookt. In klas is dat 14% en in klas 4 is dat gestegen naar 34%. Ongeveer 1 op de jongeren rookt op het moment van het onderzoek (actuele rokers). % van alle jongeren rookt dagelijks, 3% rookt minder dan 1 keer per week en de overige % rookt minstens 1 keer per week, maar niet dagelijks. Jongens hebben vaker dan meisjes weleens gerookt, maar in het percentage actuele rokers is weinig verschil tussen jongens en meisjes. Op het VMBO is het percentage actuele rokers hoger Klas Klas 4 VMBO HAVO/VWO 14 9 17 34 8 14 3 6 17 1 3 3 dagelijks roken rookt nu weleens gerookt
Weleens gerookt KLAS KLAS 4 dan op het HAVO/VWO en roken de jongeren ook vaker dagelijks. Op het VMBO is er geen verschil tussen jongens en meisjes in het percentage jongeren dat weleens gerookt heeft. Op HAVO/VWO roken jongens vaker (%) dan meisjes (14%). Landelijke cijfers In het landelijk onderzoek is gevraagd naar het ooit roken van een hele sigaret en/of het nemen van een trekje. Het onderzoek door GGD IJsselland maakte geen onderscheid tussen het nemen van een trekje en het roken van een hele sigaret. Het weleens roken uit regio IJsselland wordt vergeleken met de landelijke cijfers van een trekje en/of een hele sigaret roken. De cijfers voor de regio IJsselland komen nagenoeg overeen met de landelijke cijfers. Weleens gerookt in regio IJsselland en Nederland (%) Wekelijks en dagelijks roken in regio IJsselland en Nederland 1 (%) 4 3 3 1 14 34 1 3 7 4 14 1 8 6 4 3 3 1 13 1 9 Regio IJsselland: wel eens gerookt Landelijk: ooit alleen trekje of hele sigaret of meer gerookt Landelijk: ooit hele sigaret of meer gerookt klas klas 4 wekelijks roken klas klas 4 dagelijks roken klas klas 4 Regio IJsselland Landelijk Druggebruik Het gebruik van cannabis (hasj en wiet) leidt bij langdurig en regelmatig gebruik tot geestelijke afhankelijkheid en gezondheidsrisico s, zoals luchtwegaandoeningen. Ook vergroot het de kans op psychiatrische problemen zoals psychosen. Cannabisgebruik vermindert het reactievermogen, het concentratievermogen en het korte termijn geheugen. Dit kan onder meer leiden tot slechte schoolprestaties. Hasj/wiet Bijna % van de jongeren heeft ooit wiet of hasj gebruikt. In klas is dat 1,% en in klas 4 is dat toegenomen naar 8,6%. Er is geen verschil tussen jongeren op het VMBO en HAVO/VWO. Jongens (6%) hebben wat vaker weleens hasj of wiet gebruikt dan meisjes (4%).
Weleens wiet/hasj gerookt KLAS KLAS 4 Hasj-/wietgebruik (%) Jongens 3 6 Meisjes 4 Klas 1 Klas 4 4 9 VMBO HAVO/VWO 4 6 8 ooit wiet gebruikt in afgelopen 4 weken wiet gebruikt Van de jongeren die actueel wiet hebben gebruikt, krijgen de meeste het via vrienden (6%). Bijna een kwart (3%) krijgt het via een coffeeshop, 13% via een dealer, 11% via schoolgenoten en 17% via anderen of van iemand die hij/zij niet goed kent. Bijna 4% kweekt zelf wiet. De meeste jongeren die actueel wiet hebben gebruikt, deden dat met name bij vrienden thuis of op straat. Een kleine groep gebruikt het thuis of in een café. Drie procent geeft aan in een coffeeshop te gebruiken en 7% op school. Harddrugs Bijna 4% van de jongeren heeft weleens harddrugs aangeboden gekregen. Dit gebeurde meestal op straat of in een café, disco, op een feest of bij een concert. Ruim % van de jongeren heeft in de afgelopen 4 weken hasj of wiet gebruikt (actueel gebruik). In klas is dat minder dan 1%, in klas 4 is dat 4%. Van de actuele gebruikers rookt 41% minder dan 1 joint per keer, ze nemen trekjes van de joint van anderen. Ruim een kwart rookt 1 of joints per keer en een derde rookt 3 of meer joints per keer. Zestien procent van de recente gebruikers geeft aan nu niet meer te gebruiken. Vijftien procent van de jongeren heeft weleens hasj/wiet aangeboden gekregen. In klas heeft 7% ooit hasj/wiet aangeboden gekregen en in klas 4 is dat 4%. De meeste van deze jongeren kregen wiet op straat aangeboden (48%). Andere plaatsen waar het aangeboden werd zijn: thuis of bij vrienden (7%), in een café, disco, op een feest of concert (%), op school (18%) of ergens anders (8%). Jongens (19%) geven vaker aan dat zij hasj of wiet aangeboden hebben gekregen dan meisjes (1%). Er is geen verschil tussen leerlingen van VMBO en HAVO/VWO. Minder dan 1% heeft weleens harddrugs (zoals XTC, cocaïne, paddo s of GHB) gebruikt. In klas heeft een enkele jongere ooit harddrugs gebruikt, in klas 4 is dat 1,%. Landelijke cijfers De vraagstelling voor het gebruik van hasj of wiet en harddrugs is in het landelijk onderzoek niet helemaal hetzelfde als in het onderzoek van regio IJsselland. In het landelijk onderzoek heeft bijna 4% van de jongeren in klas ooit hasj of wiet gebruikt en in klas 4 is dat 18%. In klas werd landelijk door 3% van de jongeren ooit harddrugs gebruikt. In klas 4 door 6%.
Combinatie van genotmiddelen Ruim de helft van de jongeren (6%) heeft nooit alcohol gedronken, nooit gerookt en nooit wiet gebruikt. Een vijfde van de jongeren heeft ooit twee of drie van de genotmiddelen weleens uitgeprobeerd. In klas 4 heeft 3% twee of drie genotmiddelen uitgeprobeerd en in klas is dat 9%. Het actuele gebruik (gebruik in afgelopen 4 weken of op moment van onderzoek) van genotmiddelen ligt lager. In klas gebruikt 3,4% twee of drie genotmiddelen en in klas 4 is dat 16%. Zowel in klas als 4 zijn het vooral jongens, jongeren op het VMBO en jongeren uit een eenoudergezin die twee of drie genotmiddelen uitgeprobeerd hebben en die de genotmiddelen actueel gebruikt hebben. Jongeren met een niet-westerse achtergrond hebben minder vaak genotmiddelen uitgeprobeerd en ook het actuele gebruik ligt in deze groep lager. Genotmiddelen in relatie tot gezondheid en gedrag Jongeren die weleens één of meer genotmiddelen hebben gebruikt, hebben vaker een matig/slecht ervaren gezondheid, vaker minstens 1 chronische aandoening, vaker een hoog risico op psychosociale problemen, vaker 3 of meer dagen vanwege ziekte van school verzuimd en hebben vaker minstens 3 uur gespijbeld in de afgelopen 4 weken dan jongeren die nooit genotmiddelen hebben geprobeerd. Jongeren die weleens alcohol hebben gedronken en/of roken hebben vaker overgewicht en hebben vaker weleens geslachtsgemeenschap gehad. Bij het actueel gebruik van genotmiddelen worden voor een deel dezelfde verbanden gevonden. Jongeren die actueel genotmiddelen hebben gebruikt, hebben vaker een matig/slecht ervaren gezondheid en hebben vaker 3 of meer uur gespijbeld in de afgelopen 4 weken. Jongeren die actueel wiet hebben gebruikt en/of hebben gerookt, hebben vaker 3 of meer dagen vanwege ziekte van school verzuimd. Jongeren die actueel wiet hebben gebruikt hebben ook vaker een hoog risico op psychosociale problemen. Jongeren die actueel wiet en/of alcohol gebruikt hebben, hebben vaker weleens geslachtsgemeenschap gehad. Jongeren die meerdere genotmiddelen hebben uitgeprobeerd en jongeren die actueel genotmiddelen gebruiken vinden vaker dat zij een minder goede relatie hebben met hun ouders. Ze voelen zich minder vaak gelukkig thuis, vinden minder vaak dat ouders voldoende tijd hebben voor hen, voelen zich minder vaak eerlijk behandeld en konden minder vaak met ouders praten als zij dat wilden. Er worden geen positieve verbanden gevonden tussen het gebruik van de verschillende genotmiddelen en gezondheid en gedrag.
IJsselland Colofon School GGD IJsselland Kennis- en Expertise Centrum Postbus 143 81 BL Zwolle T. 38 48 16 4 E. KEC@ggdijsselland.nl I. www.ggdijsselland.nl De jongerenmonitor 1 wordt in een vijftal factsheets beschreven: Genotmiddelen Psychosociale gezondheid Seksueel gedrag Voeding, bewegen en gewicht Samenvatting en aanbevelingen Gemeentelijke cijfers zijn te vinden op www.gezondheidsatlasggdijsselland.nl