TOELICHTINGSNOTA BIJ DE INDIENING VAN EEN AANVRAAG TOT ERKENNING VAN COMPLIANCEOFFICERS BIJ DE FSMA



Vergelijkbare documenten
COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN Controle Tussenpersonen

verzoek om mijn inschrijving met oog op het uitoefenen van een activiteit van minnelijke invordering van schulden.

verzoeken om inschrijving van de (juridische aard van de rechtspersoon, benaming en adres)... Ondernemingsnummer:... Tel.:... adres:...

Vragenlijst voor bij bemiddelingsactiviteiten betrokken verantwoordelijke personen

RECHTSPERSOON v

AANVRAAG TOT INSCHRIJVING ALS TUSSENPERSOON IN BANK- EN BELEGGINGSDIENSTEN RECHTSPERSOON v

Bijlage Mededeling CBFA_2009_20-3 dd. 8 mei 2009

NATUURLIJKE PERSOON v

Bijlage 1 : Vragenlijst betreffende de effectieve leiding van de kandidaat-tussenpersoon (rechtspersoon) 1. Identiteit van de tussenpersoon

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA

FSMA_2018_ 05 van 8/05/2018

Stappenplan - Beroepskennis

FSMA_2017_11-1 dd. 18/07/2017

Formulier voor de benoeming van een lid van een operationeel orgaan van een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening

Bijlage Mededeling FAQ. MEDEDELING GEREGELDE BIJSCHOLING: (Erkende) complianceofficers. FSMA_2013_09-4 dd. 23/04/2013

Adres Straat Nr Bus. Adres Straat Nr Bus. Adres Straat Nr Bus

RECHTSPERSOON v

RECHTSPERSOON v

AANVRAAG TOT INSCHRIJVING VAN EEN RECHTSPERSOON (Terug te sturen per aangetekend schrijven ter attentie van de voorzitter van de Uitvoerende Kamer)

NATUURLIJKE PERSOON v

NATUURLIJKE PERSOON v

RECHTSPERSOON v

NATUURLIJKE PERSOON v

Aanbevelingen in verband met de oproepingen tot de algemene vergadering

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

Referentiekader voor de beoordeling van het internecontrolesysteem bij de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging

Inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders

COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN Controle Tussenpersonen

1 "de wet" : de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten;

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

U beschikt over een inschrijving in het register van verzekeringstussenpersonen bijgehouden door de CBFA.

FSMA_2017_10-3 dd. 28/06/2017

FSMA_2017_10-2 dd. 28/06/2017

Een nieuw statuut voor kredietgevers en kredietbemiddelaars

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

Statuten kredietbemiddelaar

Bijlage bij het memorandum over het verkrijgen van een vergunning als onafhankelijk financieel planner naar Belgisch recht

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen

Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

De nieuwe toezichtsarchitectuur voor de financiële sector

Mededeling FSMA_ dd. 19 januari De mededeling heeft betrekking op de volgende "gereglementeerde ondernemingen":

Brussel, 6 november Geachte heer, Geachte mevrouw, Inleiding

1. Voor de onderneming:

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

Tabel met de geldende regels, onderscheiden naargelang het soort verzekering en de betrokken dienstverleners

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

Bijlage 4 bij mededeling NBB_2017_22

FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011

CHECKLIST AANVRAAG STATUUT KREDIETMAKELAAR

(de Vennootschap ) I. GEWONE ALGEMENE VERGADERING

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Nieuwsbrief tussenpersonen

Kredietbemiddeling. Wat staat u te doen? Consumentenkrediet. Hypothecair krediet. Verbonden Agent. Verbonden Agent. Agent in nevenfunctie.

Uitrol van MiFID naar de verzekeringssector VMVM-ACAM

Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling nr. MARKT/2006/02/H: Analyse van financiële diensten uit het oogpunt van de gebruiker

Bijlage bij het memorandum over het verkrijgen van een vergunning als onafhankelijk financieel planner naar Belgisch recht

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Wij raden u aan eerst deze brief grondig te lezen alvorens de documenten in te vullen en op te sturen.

Opleidingsfiche voor "Traject - Certified Compliance Officer"

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE GROENKRACHT CVBA IN VEREFFENING HEEFT INGESTEMD

(de Vennootschap ) GEWONE ALGEMENE VERGADERING

revisorenvennootschappen bij kredietinstellingen,

A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld

Deposito- en Consignatiekas

1. HET WETTELIJKE KADER

Circulaire betreffende de procedure voor de overdracht van een portefeuille verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten

VRAGENLIJST BIJ DE KANDIDATUURSTELLING. EAN15AD Bancaire lening 2015

TOEGANG TOT BEROEP VAN BOEKHOUDER OF BOEKHOUDER-FISCALIST DOOR EEN ONDERDAAN VAN EEN ANDERE LIDSTAAT VAN DE EUROPSESE UNIE 2. Richtlijn 2005/36/EU

Marc Peeters, voorzitter FinPlan vzw. 28 april 2014, Elewijt Center Elewijt-Zemst

ABLYNX NV. (de Vennootschap of Ablynx )

1. Welke formaliteiten moet men vervullen om persoonlijk te kunnen deelnemen aan de algemene vergadering?

Verklaring betreffende de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een vennootschap of vereniging

Bijlage 2 : Vragenlijst controle-uitoefenende aandeelhouders en vennoten van de kandidaat-tussenpersoon (rechtspersoon)

FSMA_2014_04 dd. 26 juni 2014 (update 27 oktober 2016)

Bijlage 1 bij de circulaire NBB_2017_12

AAN TE VULLEN IN HOOFDLETTERS. Naam en voornaam:, Woonplaats: Telefoonnummer (GSM):

Corporate Governance Charter

Extracten van het wetboek van vennootschappen

DAGORDE. Titel A. 1. Voorstel, om de Raad van Bestuur te machtigen om:

Stappenplan - Beroepskennis 1. 1 Inleiding Bent u natuurlijke persoon of rechtspersoon? (STAP 1)... 3

AANVRAAGFORMULIER VOOR ERKENNING - ERKEND VERWARMINGSKETELTECHNICUS - - ERKEND VERWARMINGSINSTALLATEUR - - EPB-VERWARMINGSADVISEUR -

FSMA_2015_18 dd. 10/12/2015 Aanbevelingen met betrekking tot persberichten over transparantiekennisgevingen

II. GEKOZEN BENADERING VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN DE PROSPECTUSVERORDENING

GEDRAGSREGELS EN BELANGENCONFLICTENBELEID VAN PROGENTIS NV

Informatie over ons kantoor

Subagent in hypothecair krediet -

Samenvattende opgave van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen

Apra Leven is een Belgische verzekeringsonderneming die onder het prudentieel toezicht staat van de Bank (tot 31 maart 2011 was dit de CBFA).

Titel II. Beleggingsondernemingen naar Belgisch recht. Hoofdstuk I. Bedrijfsvergunning. Afdeling I. Vergunning

Leningen, kredieten en borgstellingen aan leiders, aandeelhouders en verbonden personen

1 Retail Estates / GVV Formulier voor de uitoefening van het recht van uittreding Vertrouwelijk

1 HIB/SIR Formulier voor de uitoefening van het recht van uittreding Finale versie Vertrouwelijk HOME INVEST BELGIUM

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS ADVIES. over

Nieuw regelgevend kader inzake crowdfunding

Te stellen vragen bij het opzetten van een crowdfundingproject

DAGORDE. Deze Vergadering heeft hoofdzakelijk tot doel de hernieuwing van de toestemming om eigen aandelen in te kopen. Titel A.

Transcriptie:

26 maart 2012 TOELICHTINGSNOTA BIJ DE INDIENING VAN EEN AANVRAAG TOT ERKENNING VAN COMPLIANCEOFFICERS BIJ DE FSMA INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. WET VAN 2 AUGUSTUS 2002 BETREFFENDE HET TOEZICHT OP DE FINANCIËLE SECTOR EN DE FINANCIËLE DIENSTEN, ZOALS GEWIJZIGD BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 MAART 2011 BETREFFENDE DE EVOLUTIE VAN DE TOEZICHTSARCHITECTUUR VOOR DE FINANCIËLE SECTOR 2.1. Algemeen 2.2. Koninklijk besluit van 12 maart 2012 tot goedkeuring van het reglement van de FSMA betreffende de erkenning van complianceofficers (BS 26 maart 2012) 2.3. Definities 2.3.1. Betrokken gereglementeerde ondernemingen 2.3.2. Betrokken complianceofficers 2.3.3. Opdrachten van de door de FSMA erkende complianceofficers 2.3.4. In artikel 45, 1, eerste lid, 3, en 2, bedoelde regels 2.3.5. Permanente opleiding 2.4. Lijsten van de door de FSMA erkende complianceofficers en overgangsbepaling 3. INDIENING VAN DE ERKENNINGSAANVRAAG 4. TOELICHTING BIJ DE ERKENNINGSVOORWAARDEN EN BIJ DE BEWIJZEN DIE BIJ DE INDIENING VAN DE ERKENNINGSAANVRAAG MOETEN WORDEN GELEVERD 4.1. Passende ervaring 4.2. Diploma 4.3. Vereiste kennis 4.4. Rechtsbijstandsverzekering 4.5. Professionele betrouwbaarheid van de kandidaat -:96;4<<=;22= & "&) &%%%,;><<47 1!( % *% %%.!( % *% %% $???#5<82#34

AANVRAGEN EN INFORMATIE AUTORITEIT VOOR FINANCIËLE DIENSTEN EN MARKTEN OPERATIONEEL TOEZICHT OP DE FINANCIËLE DIENSTVERLENERS TOEZICHT OP DE GEDRAGSREGELS Congresstraat 10-14 1000 BRUSSEL Telefoon: 02/220.57.48 E-mail: conduct@fsma.be - Website: http://www.fsma.be 1. INLEIDING In deze nota vindt u informatie die het u gemakkelijker zal maken om het formulier in te vullen waarmee bij de FSMA de erkenning moet worden aangevraagd van de complianceofficers die de opdrachten vervullen als bedoeld in artikel 87bis, 1, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011 betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector. Gelieve deze nota dan ook helemaal door te nemen vóór u het formulier invult. Deze nota bevat noch de volledige wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011 betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector, noch het koninklijk besluit van 12 maart 2012 tot goedkeuring van het reglement van de FSMA betreffende de erkenning van complianceofficers. Die wetteksten kan u vinden op de website www.fsma.be in de rubriek "Toezicht", onder "Financiële dienstverleners", "Wetgeving - Verordeningen". 2. WET VAN 2 AUGUSTUS 2002 BETREFFENDE HET TOEZICHT OP DE FINANCIËLE SECTOR EN DE FINANCIËLE DIENSTEN, ZOALS GEWIJZIGD BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 MAART 2011 BETREFFENDE DE EVOLUTIE VAN DE TOEZICHTSARCHITECTUUR VOOR DE FINANCIËLE SECTOR 2.1. Algemeen Krachtens artikel 87bis van de wet van 2 augustus 2002, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011 betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector, dienen de beleggingsondernemingen, de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, de kredietinstellingen en de verzekeringsondernemingen naar Belgisch recht, alsook de in België gevestigde bijkantoren van dergelijke instellingen die ressorteren onder het recht van derde landen, één of meerdere complianceofficers aan te stellen die de naleving van de in artikel 45, 1, eerste lid, 3, en 2, bedoelde regels moeten garanderen. Die complianceofficers moeten door de FSMA worden erkend. Daartoe moeten de betrokken gereglementeerde ondernemingen een aanvraag tot erkenning indienen bij de FSMA. 2.2. Koninklijk besluit van 12 maart 2012 tot goedkeuring van het reglement van de FSMA betreffende de erkenning van complianceofficers Artikel 2 van het reglement van de FSMA handelt over het dossier dat de betrokken gereglementeerde ondernemingen moeten samenstellen in verband met de aanvraag tot erkenning van de complianceofficers.

Om door de FSMA als complianceofficers te worden erkend en om die erkenning te kunnen behouden, moeten de kandidaten, krachtens artikel 3 van dat reglement, aan de volgende voorwaarden voldoen: 2.3. Definities - over passende ervaring beschikken; - houder zijn van een masterdiploma; - een grondige kennis hebben verworven van de inhoud en de toepassing van de in artikel 45, 1, eerste lid, 3, en 2, van de wet van 2 augustus 2002 bedoelde regels, alsook van alle regels die ertoe strekken de loyale, billijke en professionele behandeling van de belanghebbende partijen te bevorderen; - gedekt zijn door een rechtsbijstandsverzekering; - blijk geven van de vereiste professionele betrouwbaarheid. 2.3.1. Betrokken gereglementeerde ondernemingen: Dit zijn de beleggingsondernemingen, de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, de kredietinstellingen en de verzekeringsondernemingen naar Belgisch recht, alsook de in België gevestigde bijkantoren van dergelijke instellingen die ressorteren onder het recht van derde landen. 2.3.2. Betrokken complianceofficers: Conform artikel 87bis van de wet van 2 augustus 2002 en artikel 1 van het reglement van de FSMA is de complianceofficer, die door de FSMA moet worden erkend en aangesteld, de persoon die, bij een gereglementeerde onderneming, de in artikel 87bis, 1, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 bedoelde opdrachten uitvoert onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de effectieve leiding. De erkenningsprocedure viseert dus niet alle personen die compliancefuncties uitoefenen bij een gereglementeerde onderneming, maar enkel de personen die rechtstreeks verantwoording afleggen aan de effectieve leiding van de instelling. Dit betekent dat de personen op een hoog hiërarchisch niveau worden geviseerd, inzonderheid diegenen die leiding geven aan de compliancecel of de cel die verantwoordelijk is voor de uitoefening van de compliancefuncties met betrekking tot de naleving van de gedragsregels. 2.3.3. Opdrachten van de door de FSMA erkende complianceofficers: Het gaat hier meer bepaald om de personen die de volgende opdrachten uitvoeren onder de verantwoordelijkheid van de effectieve leiding: a) de controle op en de evaluatie van de aangepastheid en de efficiëntie van het beleid, de procedures en de maatregelen die ertoe strekken de naleving, door de betrokken onderneming en personen, van de in artikel 45, 1, eerste lid, 3, en 2, bedoelde regels te garanderen; b) het adviseren en bijstaan van de betrokken personen, opdat deze voornoemde verplichtingen zouden nakomen. 2.3.4. In artikel 45, 1, eerste lid, 3, en 2, bedoelde regels

De rol van de door de FSMA erkende complianceofficers bestaat erin de correcte naleving te garanderen van de gedragsregels waarvan het toezicht aan de FSMA is toevertrouwd. Het gaat daarbij niet alleen om de MiFID-gedragsregels sensu stricto waarvan sprake in de artikelen 27 tot 30 van de wet van 2 augustus 2002 (en alle uitvoeringsbepalingen), maar ook om alle regels bedoeld in artikel 45, 1, eerste lid, 3, en 2, van die wet (en alle uitvoeringsbepalingen), alsook om de toekomstige regels die ertoe strekken de loyale, billijke en professionele behandeling van de belanghebbende partijen te bevorderen. De in voornoemd artikel 45 bedoelde regels zijn: - de regels vervat in de wet van 2 augustus 2002 over de markten voor financiële instrumenten, en de regels over de verrichtingen in financiële instrumenten; - de regels vervat in de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst; - de bepalingen van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling, en de bepalingen van de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten; - sommige bepalingen van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, waarin met name de contractuele relatie tussen de verzekeringsonderneming en de verzekeringnemers, de verzekerden of de begunstigde derden aan bod komen; - de bepalingen van de verschillende toezichtswetten over de voor de gereglementeerde ondernemingen geldende organisatorische vereisten waarop de FSMA toezicht houdt vanuit het oogpunt van de naleving van de gedragsregels; - de regels over het gebruik van de financiële instrumenten die de gereglementeerde ondernemingen voor rekening van hun cliënten aanhouden (artikel 77bis van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen). Hierna wordt naar die regels verwezen met de term "gedragsregels". 2.3.5. Permanente opleiding: Om er zeker van te zijn dat de vereiste kennis geregeld wordt geactualiseerd, wordt voorzien in de verplichting tot permanente opleiding, niet alleen voor de erkende complianceofficers, maar ook voor alle personen die bij de onderneming compliancefuncties uitoefenen zonder echter aan de definitie van complianceofficer te voldoen. De verplichting tot permanente opleiding geldt dus voor alle medewerkers van de compliancecel die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de in artikel 87bis, 1, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 bedoelde opdrachten. Om aan die verplichting tot permanente opleiding te kunnen voldoen, moeten de betrokkenen ten minste om de drie jaar deelnemen aan een door de FSMA erkend opleidingsprogramma. De naleving van de verplichting om aan zo'n programma deel te nemen, wordt aangetoond aan de hand van een attest dat te allen tijde ter beschikking van de FSMA moet worden gehouden. 2.4. Lijsten van de door de FSMA erkende complianceofficers en overgangsbepaling De FSMA is bevoegd voor de inschrijving op de lijst van complianceofficers en voor het toezicht op de naleving van de gedragsregels.

De kandidaat-complianceofficers die voldoen aan de in de punten 4.1., 4.2., 4.3, 4.4. en 4.5. vermelde voorwaarden, worden ingeschreven op de lijst van erkende complianceofficers. De kandidaat-complianceofficers die voldoen aan de in de punten 4.1., 4.2., 4.4. en 4.5. vermelde voorwaarden, worden ingeschreven op een voorlopige lijst van erkende complianceofficers. De betrokken ondernemingen beschikken vanaf die voorlopige inschrijving over een termijn van één jaar om te bewijzen dat de kandidaat-complianceofficers zijn geslaagd voor het in punt 4.3. bedoelde examen. Zodra de FSMA dat bewijs ontvangt, worden de betrokken kandidaat-complianceofficers op de definitieve lijst van erkende complianceofficers ingeschreven. De complianceofficers die op 1 april 2011 in functie waren, worden op de lijst van erkende complianceofficers ingeschreven, voor zover de betrokken gereglementeerde onderneming uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van het reglement een verzoek (i.e. op 5 juli 2012) tot erkenning indient, en voor zover zij over passende ervaring beschikken (zie punt 4.1. hieronder), houder zijn van een masterdiploma (met eventuele vrijstellingen) (zie punt 4.2. hieronder), gedekt zijn door een rechtsbijstandsverzekering (zie punt 4.4. hieronder) en blijk geven van professionele betrouwbaarheid (zie punt 4.5. hieronder). Toch moeten de complianceofficers op wie de overgangsbepaling van toepassing is, de voorwaarde inzake permanente opleiding naleven. De FSMA zal de lijst van erkende complianceofficers op haar website publiceren. 3. INDIENING VAN DE ERKENNINGSAANVRAAG Daartoe dient u het betrokken erkenningsaanvraagformulier in te dienen, waarvan u een model kan vinden op onze website (in de rubriek "Toezicht" onder "Financiële dienstverleners). Als u dat document volledig heeft ingevuld (i.e. het aanvraagformulier en alle bijlagen), dient u het via ecorporate te downloaden (https://ecorporate.fsma.be). Elke vraag ten gronde over het aanvraagformulier moet naar volgend e-mailadres worden verstuurd: conduct@fsma.be. 4. TOELICHTING BIJ DE ERKENNINGSVOORWAARDEN EN BIJ DE BEWIJZEN DIE BIJ DE INDIENING VAN DE ERKENNINGSAANVRAAG MOETEN WORDEN GELEVERD 4.1 Passende ervaring De kandidaat-complianceofficer moet passende ervaring hebben opgedaan door minstens gedurende drie jaar een functie uit te oefenen waarbij hij de gedragsregels diende toe te passen. Hij kan die ervaring zowel bij een gereglementeerde onderneming als daarbuiten hebben opgedaan. De inhoud van de eerder uitgeoefende functies, de activiteiten van de betrokken onderneming en de daarbij door de kandidaat-complianceofficer gedragen beoordelingsverantwoordelijkheid zijn criteria waarmee de FSMA rekening zal houden bij de beoordeling van de aangepastheid van de ervaring. "Beoordelingsverantwoordelijkheid" verwijst naar de beoordelingsbevoegdheid van de betrokkene met betrekking tot de toepassing van de gedragsregels. De aangepastheid van de ervaring van de kandidaat-complianceofficer wordt met name aangetoond aan de hand van gedetailleerde functiebeschrijvingen die worden afgeleverd door de verschillende gereglementeerde ondernemingen waarbij hij die ervaring heeft opgedaan. Bij de vergunningsaanvraag moet een attest worden gevoegd met de na(a)m(en) van de onderneming(en) waarbij de kandidaat-complianceofficer zijn ervaring heeft opgedaan, (haar)(hun)

activiteitsdomein(en), de gedetailleerde beschrijving van de functie die hij daar heeft uitgeoefend, alsook het hiërarchische niveau en de duur van de ervaring (begin- en einddatum). 4.2 Diploma De kandidaat-complianceofficer moet houder zijn van een masterdiploma dat is uitgereikt door een universiteit of hogeschool uit de Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap. Ook een gelijkwaardig diploma dat is uitgereikt vóór het academiejaar 2004-2005, of een buitenlands diploma dat als gelijkwaardig wordt beschouwd met het vereiste Belgische diploma, wordt aanvaard. De kandidaat-complianceofficers die kunnen aantonen dat zij praktijkervaring en kennis hebben opgedaan op financieel gebied, inzonderheid via opleidingen, worden echter vrijgesteld van het diplomavereiste. De FSMA beoordeelt of de praktijkervaring en de kennis van de kandidaatcomplianceofficers op financieel gebied toereikend zijn voor de uitoefening van de betrokken functies. Die aangepastheid zal worden beoordeeld aan de hand van een gedetailleerd dossier over de gevolgde opleidingen, dat, zo nodig, kan worden aangevuld met een individueel gesprek met de kandidaat-complianceofficer. Bij de vergunningsaanvraag moet ook een kopie van het diploma worden gevoegd. 4.3 Vereiste kennis De kandidaat-complianceofficers moeten een grondige kennis van de inhoud en de toepassing van de gedragsregels hebben verworven. Die grondige kennis kan worden aangetoond met een attest waaruit blijkt dat de kandidaatcomplianceofficer geslaagd is voor een examen met een door de FSMA erkende inhoud dat werd afgenomen door een opleidingscentrum waarvan de FSMA de opleidingen heeft erkend. Die opleidingsprogramma's moeten ten minste de volgende domeinen bestrijken: 1. voor de complianceofficers van kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, en in België gevestigde bijkantoren van dergelijke instellingen die ressorteren onder het recht van derde landen: a) het wettelijke en reglementaire kader voor de functie en de opdrachten van een complianceofficer; b) de beheersing van belangenconflicten; c) de informatieverplichtingen ten aanzien van cliënten; d) de klachtenbehandeling; e) de zorgplicht; f) de optimale uitvoering van verrichtingen en de regels inzake de behandeling van orders; g) de regels inzake voordelen (inducements); h) de rapporteringsverplichtingen aan cliënten; i) de regels ter bescherming van de activa van cliënten; j) de regels inzake persoonlijke transacties;

k) de regels inzake reclame; l) de marktregels die betrekking hebben op transacties op de secundaire markt, inclusief de regels inzake marktmisbruik; m) de regels inzake productontwikkeling; n) de specifieke beschermingsregels bij vermogensbeheer; o) de conform artikel 45, 2, van de wet van 2 augustus 2002 genomen reglementaire bepalingen om de loyale, billijke en professionele behandeling van de belanghebbende partijen te bevorderen. 2. voor de complianceofficers van verzekeringsondernemingen en van in België gevestigde bijkantoren van dergelijke instellingen die ressorteren onder het recht van een derde land: a) het wettelijke en reglementaire kader voor de functie en de opdrachten van een complianceofficer; b) de wetgeving op de landverzekeringsovereenkomst, alsook de uitvoeringsbepalingen van die wetgeving; c) de wetgeving op de verzekerings- en de herverzekeringsbemiddeling en op de distributie van verzekeringen, alsook de uitvoeringsbepalingen van die wetgeving; d) de bepalingen van de wetgeving op het toezicht op de verzekeringsondernemingen als bedoeld in artikel 45, 1, 3, e), van de wet van 2 augustus 2002, alsook hun uitvoeringsbepalingen; e) de bepalingen over de voor de verzekeringsondernemingen geldende organisatorische vereisten als bedoeld in artikel 45, 1, 3, f), van de wet van 2 augustus 2002, alsook hun uitvoeringsbepalingen; f) de conform artikel 45, 2, van de wet van 2 augustus 2002 genomen reglementaire bepalingen om de loyale, billijke en professionele behandeling van de belanghebbende partijen te bevorderen. Kandidaat-complianceofficers kunnen echter van de examenvoorwaarde worden vrijgesteld als zij: a) bij een andere gereglementeerde onderneming al soortgelijke functies hebben uitgeoefend tijdens de periode van drie jaar voorafgaand aan de indiening van hun erkenningsaanvraag; b) zijn geslaagd voor het door hen afgelegde examen om hun erkenning als complianceofficer bij deze andere gereglementeerde onderneming te verkrijgen, of in aanmerking kwamen voor de in punt 2.4 van deze nota vermelde overgangsbepaling, en bijgevolg in het kader van hun vorige functies niet aan dat examen hebben moeten deelnemen; c) en geregeld een permanente opleiding hebben gevolgd. Verder wordt hier verwezen naar de in punt 2.4 van deze nota vermelde overgangsbepaling waarvan de toepassing in een vrijstelling van de examenvoorwaarde kan resulteren. 4.4. Rechtsbijstandsverzekering Elke gereglementeerde onderneming moet een rechtsbijstandverzekering afsluiten bij een daartoe erkende verzekeringsonderneming, die minstens de kosten van strafrechtelijke vervolgingen, de gerechtskosten die verband houden met de gerechtelijke procedures en rechtsvorderingen die

persoonlijk tegen de kandidaat zijn gericht voor feiten die hij bij de uitoefening van zijn functies heeft gepleegd, en de uit ontslagprocedures voortvloeiende kosten dekt. Bij de erkenningsaanvraag moet een attest worden gevoegd waaruit blijkt dat de gereglementeerde onderneming zo'n rechtsbijstandsverzekering heeft afgesloten. 4.5. Professionele betrouwbaarheid van de kandidaat Kandidaat-complianceofficers moeten blijk geven van de vereiste professionele betrouwbaarheid. Bovendien mogen zij zich niet in één van de gevallen bevinden als bedoeld in artikel 19 van de wet van 22 maart 1992 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen. Dat artikel luidt als volgt: " 1. De functie van zaakvoerder, bestuurder, lid van het directiecomité of directeur mag niet worden uitgeoefend, en vennootschappen die een dergelijke functie uitoefenen mogen niet worden vertegenwoordigd door personen die werden veroordeeld: 1 tot een straf voor een misdrijf als bedoeld in het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen; 2 wegens overtreding van: a) de artikelen 104 en 105 van deze wet; b) de artikelen 42 tot 45 van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten; c) de artikelen 31 tot 35 van de bepalingen betreffende de controle op de private spaarkassen, gecoördineerd op 23 juni 1967; d) de artikelen 13 tot 16 van de wet van 10 juni 1964 op het openbaar aantrekken van spaargelden; e) de artikelen 100 tot 112ter van Titel V van Boek I van het Wetboek van Koophandel of de artikelen 75, 76, 78, 150, 175, 176, 213 en 214 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten; f) artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 41 van 15 december 1934 tot bescherming van het gespaard vermogen door reglementering van de verkoop op afbetaling van premie-effecten; g) de artikelen 18 tot 23 van het koninklijk besluit nr. 43 van 15 december 1934 betreffende de controle op de kapitalisatieondernemingen; h) de artikelen 200 tot 209 van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935; i) de artikelen 67 tot 72 van het koninklijk besluit nr. 225 van 7 januari 1936 tot reglementering van de hypothecaire leningen en tot inrichting van de controle op de ondernemingen van hypothecaire leningen of artikel 34 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet; j) de artikelen 4 en 5 van het koninklijk besluit nr. 71 van 30 november 1939 betreffende het leuren met roerende waarden en demarchage met roerende waarden en goederen of eetwaren;

k) artikel 31 van het koninklijk besluit nr. 72 van 30 november 1939 tot regeling van de beurzen voor de termijnhandel in goederen en waren, van het beroep van de makelaars en tussenpersonen die zich met deze termijnhandel inlaten en van het regime van de exceptie van spel; l) artikel 29 van de wet van 9 juli 1957 tot regeling van de verkoop op afbetaling en van zijn financiering, of de artikelen 101 en 102 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet; m) artikel 11 van het koninklijk besluit nr. 64 van 10 november 1967 tot regeling van het statuut van de portefeuillemaatschappijen; n) de artikelen 53 tot 57 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen; o) de artikelen 11, 15, 4, en 18 van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen; p) artikel 139 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst; q) artikel 15 van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen; r) de artikelen 148 en 149 van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen; s) de artikelen 345 tot 349, 387 tot 389, 433, 434, 647 tot 653, 773, 788, 872, 873, 946 en 948 van het Wetboek van Vennootschappen; t) de artikelen 38 tot 43 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten; u) artikel 25 van de wet van 22 april 2003 betreffende de openbare aanbiedingen van effecten; v) de artikelen 205 tot 211 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles; w) artikel 14 van de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van effecten aan toonder; x) de artikelen 151 tot 153 van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen; y) artikel 69 van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt; z) artikel 21 van de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten; z/1) z/2) z/3) artikel 38 van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen; artikel 26 van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen; artikel 75 van de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf; 3 door een buitenlandse rechtbank voor soortgelijke misdrijven als bedoeld in het 1 en 2.

2. De in 1 bedoelde verbodsbepalingen gelden voor een termijn a) van twintig jaar ingeval de gevangenisstraf meer dan twaalf maanden bedraagt; b) van tien jaar voor de overige gevangenisstraffen of geldboetes, alsook in geval van een veroordeling met uitstel. Bij de vergunningsaanvraag moet een uittreksel uit het strafregister worden gevoegd dat uiterlijk drie maanden eerder is afgeleverd op naam van de kandidaat-complianceofficer, of een gelijkwaardig document. Dergelijke documenten zijn gratis verkrijgbaar als ze bestemd zijn voor een bestuur.