Seksuele gezondheid. Jongeren in Zeeland. Vroeg beginnen met seksuele voorlichting

Vergelijkbare documenten
SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND

Feiten en cijfers Fryslân

DE SEKSUELE LEVENSLOOP

Seksuele gezondheid van holebi s

De eerste keer. Leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad 18,3 18,1 17,2 17,3

FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%)

3 Competenties en indicatoren...11

Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar Zeeland Tabellenboek Gemeente Tholen

PRODUCTENGIDS. Seksuele gezondheid

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25 ste 2012

Handreiking Seksualiteit

In de les praten over relaties en seksualiteit. Hoe maak je het makkelijk en leuk!

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Themarapport. Gezonde Leefstijl. Voortgezet onderwijs. april Inleiding. Roken

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Waar gaan we het over hebben?

Zuid-Limburgse jongeren seksueel ongezond. Seks onder je 25e Een factsheet van de GGD Zuid Limburg

Werkblad Seksuele Diversiteit. KaartjesspeL voorkant

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

WEEK VAN DE LIEFDE Mini Symposium Migrantenjongeren en seksualiteit

Jongeren in Zeeland. Merendeel Zeeuwse jongeren ervaart de eigen gezondheid als goed. Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jarigen 2010

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Welke (Zuid) Limburgse cijfers zijn bekend?

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

SEXPERT II. Holebi-studie

Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen?

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Seks onder je 25e Seksuele gezondheid van jongeren in Flevoland anno 2017

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Zie De Graaf e.a voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste.

Jaarcijfers Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland)

Nationaal Actieplan. Soa, hiv en seksuele gezondheid. Doelstellingen

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ?

Seksuele Gezondheid. Thermometer 2014 Cijfers over soa s en seksualiteitsvragen van de GGD en Oost-Nederland

Factsheet Homofobie. Homofobie geeft een druk op jongens en mannen en vertelt ze hoe ze zich wel en niet moeten gedragen

Resultaten onderzoek Rutgers i.s.m. het NOS Jeugdjournaal 2016 Samenvatting. Utrecht, maart 2016 Auteur: Hanneke de Graaf.

Lokaal actieplan regenboogstad Haarlem

VERSCHILLEN IN DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN ZUID-LIMBURGSE JONGEREN TUSSEN 2012 EN 2017

jongens meisjes 18 jaar of ouder

: Mw F. Langerak- Oostrom

Alle cijfers hieronder gaan enkel over jongens, tenzij anders vermeld.

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017

Community / Etnische websites

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks

Resultaten van het EMOVO-onderzoek. uit de 2 e en 4 e klas voortgezet onderwijs

Whitepaper Anticonceptie

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017

Een Dwarse blik op Seksuele Vorming

Allemaal (een beetje) anders Jongeren, seksualiteit en culturele diversiteit

VOORTGEZET ONDERWIJS HELP JIJ OF NIET?

SEXPERT II. Studie bij Vlamingen van Turkse origine

Jaarverslag. Anti Discriminatie Bureau Zeeland (ADB Zeeland)

Seksualiteit en seksuele ontwikkeling

Ouderbijeenkomst Basisschool Eerschot Week van de Lentekriebels

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Onderzoek Veilig of niet?

Een onderzoek naar seksuele voorlichtingslessen onder leerlingen uit de onderbouw van het Nederlands voortgezet onderwijs.

Besluit Raad Nr. Datum ^ ^ DEC 2 015

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Seksuele gezondheid bij adolescenten

IEMAND VAN JE FAMILIE

Seksuele Vorming en weerbaarheid

Onderzoeksverslag Tolerantie voor de LBHT-gemeenschap

Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels

Seksueel geweld binnen en buiten Nederland

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

VOORTGEZET ONDERWIJS FIJN IN JE EIGEN LIJF

Kijken door een roze bril Gewoon homo zijn?

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

KRASLOTEN, JONGERENBOEKJE SEKS&ZO, HANDLEIDING EN TRAINING

Liesanne van den Brink

103 vragen over jongeren en seks

Relaties en seksualiteit

Mathieu Heemelaar Onderwijssymposium Rotterdam Verkeert 31 maart 2010

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Transcriptie:

Seksuele gezondheid Jongeren in Zeeland Verliefdheid, intimiteit en seksuele ontwikkeling spelen een belangrijke rol in het leven van jongeren. Dit themarapport gaat over de seksuele gezondheid van jongeren in Zeeland. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere verliefdheid, seksueel gedrag, veilig vrijen, SOA, kennis seksualiteit en attitude homoseksualiteit. Gegevens zijn afkomstig uit verschillende monitors en registraties van de GGD Zeeland en de Jeugdmonitor Zeeland. Vroeg beginnen met seksuele voorlichting Seksueel gedrag heeft zowel positieve als negatieve effecten op de gezondheid en welzijn van mensen. De rol van de ouders en de sfeer in huis is belangrijk voor de seksuele opvoeding. Uit onderzoek blijkt dat een warm gezinsklimaat een positieve invloed heeft op het seksuele gedrag en de seksuele gezondheid van kinderen. Kinderen van ouders die vaker dan gemiddeld met hen over seks praten, ervaren seksualiteit als positiever en zijn assertiever en competenter. Met name de moeder is een belangrijke bron van informatie [1]. Kinderen van wie de ouders weten waar zij gaan en staan, vertonen minder risicovol seksueel gedrag, zoals onveilig vrijen. Ook zijn zij minder vaak slachtoffer van seksueel geweld [2]. Meisjes praten vaker dan jongens over seksualiteit, zowel met hun ouders en vrienden als met hun partner [1]. Ook krijgen zij meer waarschuwingen van hun ouders over mediabeelden en gebruik dan jongens. Tijdens het preventieve gezondheidsonderzoek op 10-jarige leeftijd uitgevoerd door de Jeugdgezondheidszorg, is aan ouders gevraagd of zij hun kind uitleg geven over de puberteit, seksualiteit en relaties. Het merendeel van de ouders zegt dit te doen (84%). Uit ervaringen van de jeugdverpleegkundigen blijkt dat deze uitleg zich vaak beperkt tot het ingaan op vragen als die er zijn of meegeven dat kinderen altijd alles mogen vragen. Seksuele voorlichting blijft lastig voor ouders. Aan de jeugdverpleegkundige de taak om ouders te stimuleren het kind te prikkelen tot het stellen van vragen door bijvoorbeeld in te gaan op televisieprogramma s om te peilen hoe hun kind denkt over zaken of af en toe zelf te beginnen over dit onderwerp. Daarnaast wordt aan de ouders gevraagd of seksuele voorlichting ook op school plaatsvindt. Dit percentage ligt veel lager en volgens de ouders wordt seksuele voorlichting op de helft van de basisscholen (51%) gegeven. Seksuele voorlichting wordt niet standaard op alle basisscholen in Zeeland gegeven. Er zijn verschillen tussen gemeenten te zien. In Kapelle (31%), Tholen (41%), Schouwen-Duiveland (42%) en Borsele (42%) ligt dit percentage lager. In Hulst (74%) en Sluis (66%) wordt meer voorlichting op basisscholen gegeven. In

deze gemeenten is deelname aan de Week van de Lentekriebels 1 al enkele jaren erg hoog. Vanaf augustus 2012 zal seksuele voorlichting en voorlichting over seksuele diversiteit verplicht worden gesteld in het onderwijs (basis en voortgezet) [3]. Scholen kunnen dit naar eigen inzicht concreet uitwerken bijvoorbeeld in vakken, in projecten of specifieke voorlichtingsactiviteiten. Seks is leuk, hou t zo! Om zwangerschappen te voorkomen en zich te beschermen tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) is het belangrijk dat jongeren zich bewust worden van het belang van veilig vrijen [4]. Uit onderzoek blijkt dat jongeren die voor hun 14 e jaar seksuele gemeenschap hebben zich minder goed beschermen tegen zwangerschap en soa dan jongeren die op latere leeftijd beginnen. Daarnaast vertonen jonge starters ook vaker grensoverschrijdend gedrag. Zij zijn minder assertief, hebben minder controle en zelfvertrouwen [1]. Zij lopen dus een verhoogd risico wat betreft hun gezondheid en welzijn [1,4]. Van de Zeeuwse jongeren (12 t/m 18 jarigen) heeft 43% wel eens met iemand gevreeën zonder geslachtsgemeenschap (bijvoorbeeld tongzoenen, strelen, likken). Bijna twee op de tien jongeren (19%) geven aan wel eens geslachtsgemeenschap met iemand te hebben gehad. Van deze groep ligt de gemiddelde leeftijd van de eerste keer geslachtsgemeenschap op 15,3 jaar en 1% was jonger dan 14 jaar bij de eerste keer. In de gemeente Reimerswaal hebben minder jongeren wel eens geslachtsgemeenschap gehad (14%) dan gemiddeld in Zeeland. Voor de andere gemeenten is dit vergelijkbaar met Zeeland. Meisjes hebben vaker wel eens met iemand gevreeën of geslachtsgemeenschap gehad dan jongens (zie figuur 1). Van de Zeeuwse 15 t/m 18 jarigen heeft 32% wel eens geslachtsgemeenschap gehad in vergelijking met 1% bij de 12 t/m 14 jarigen. 80 60 Ooit gevreeen Ooit geslachtsgemeenschap % 40 20 0 jongen meisje jongen meisje Figuur 1. Vrijen en geslachtsgemeenschap onder Zeeuwse jongeren naar geslacht en leeftijd (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jarigen, 2010) 12-14 jr 12-14 jr 15-18 jr 15-18 jr Het condoomgebruik van Zeeuwse jongeren is laag; slechts 48% van de Zeeuwse 12 t/m 18 jarigen die seksueel actief zijn, gebruikt altijd een condoom bij de geslachtsgemeenschap. Hier zien we geen gemeentelijke 1 In deze week wordt in groep 1 t/m 8 elke dag een les relationele en seksuele vorming gegeven, passend bij de leeftijd van de kinderen. Meer informatie www.weekvandelentekriebels.nl 2

verschillen in. Tweederde (65%) heeft bij de laatste keer geslachtsgemeenschap een condoom gebruikt en driekwart (75%) heeft een ander voorbehoedsmiddel of de pil gebruikt. Het condoomgebruik is het hoogst onder Zeeuwse jongens van 12 t/m 14 jaar en het laagst onder meisjes van 12 t/m 14 jaar (zie figuur 2). Hoe ouder de jongeren zijn, hoe meer ze gebruik maken van een ander voorbehoedsmiddel of de pil. Bij de oudere meiden (15 t/m 18 jaar) is dat 78%. In de gemeente Hulst (90%) en Sluis (84%) wordt meer gebruik gemaakt van een ander voorbehoedsmiddel of de pil en in de gemeente Noord-Beveland minder (56%) dan gemiddeld in Zeeland (79%). 90 80 70 60 50 % 40 30 20 10 0 jongen meisje jongen meisje 12-14 jr 12-14 jr 15-18 jr 15-18 jr Gebruikt altijd condooms bij geslachtsgemeenschap Bij laatste keer geslachtsgemeenschap condooms gebruikt Bij laatste keer geslachtsgemeenschap ander voorbehoedsmiddel gebruikt Figuur 2. Veilig vrijen onder Zeeuwse jongeren naar geslacht en leeftijd (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jarigen, 2010) Meest genoemde redenen waarom jongeren geen condoom gebruiken zijn: omdat de pil of een ander voorbehoedsmiddel werd gebruikt (36%), omdat ze vaste verkering hadden (27%), elkaar vertrouwden (22%) of omdat vrijen met condoom niet zo lekker is (16%). Vrijen met condooms beschermt je tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Van de Zeeuwse jongeren (12 t/m 18 jaar) geeft 0,6% aan wel eens een geslachtsziekte/ soa te hebben gehad. Landelijk blijkt dat 15% van de jongens (12-25 jaar) die ervaring hebben met geslachtsgemeenschap en/of anale seks en 20% van de meisjes zich het afgelopen jaar liet testen op soa en/of hiv [1]. Jongeren die relatief veel risico lopen op soa of hiv lieten zich vaker testen. Dit zijn jongeren met meerdere sekspartners in totaal ( 4), jongeren waarvan hun laatste sekspartner een losse partner is en homo- en biseksuele jongens. In 2011 hebben 421 jongeren tussen de 14 en 25 jaar oud zich laten testen tijdens het soa-spreekuur van de GGD Zeeland op een geslachtsziekte. Van deze groep had een kwart soa gerelateerde klachten (24%). Uit de testen zijn 87 soa vastgesteld (zie tabel 1). Oftewel 21% van de door GGD Zeeland geteste Zeeuwse jongeren heeft een soa. Chlamydia is de meest voorkomende gediagnosticeerde soa onder jongeren. Uit de huisartsenregistratie in 2011 blijken 220 soa te zijn vastgesteld bij Zeeuwse jongeren tussen de 14 en 25 jaar. In totaal zijn er in 2011 307 soa vastgesteld, oftewel bij 0,6% van de totale groep 14-25 jarigen in Zeeland. 3

Tabel 1. Gediagnosticeerde soa bij Zeeuwse jongeren (14-25 jaar) door GGD Zeeland in 2011 (Bron: soa spreekuren GGD Zeeland en ORION, 2011) Diagnose Aantal bij soa spreekuur GGD Aantal bij huisartsen Chlamydia 76 190 Gonorroe 5 30 Syfilis 0 0 Hepatitis B 6 (1 infectieus) 0 HIV 0 0 Totaal 87 220 Uit landelijk onderzoek blijkt dat de meeste jongeren aangeven dat het bij hen wel goed zit met de assertiviteit, controle en het zelfvertrouwen tijdens seksuele contacten [1]. Ondanks dat blijft de mate waarin grensoverschrijdend seksueel gedrag voorkomt onverminderd hoog, vooral bij meisjes, homo- en biseksuele jongeren. Van de Nederlandse meisjes (12-25 jaar) geeft 17% aan wel eens gedwongen te zijn om seksuele dingen te doen die ze eigenlijk niet wilden. Bij de jongens is dat 4% [1]. Onder Zeeuwse 14-15 jarigen geeft 15% aan wel eens een seksuele ervaring met iemand tegen de zin te hebben gehad [5]. In de gemeente Hulst is dit percentage hoger en heeft 20% een negatieve seksuele ervaring gehad. Ten opzichte van 2007 is het aantal 14-15 jarigen in Zeeland dat wel eens een seksuele ervaring tegen de zin heeft gehad gedaald (18% in 2007) en is vergelijkbaar met het niveau in 2004 (15%). Kennis omtrent seksualiteit Aan de Zeeuwse jongeren zijn een aantal uitspraken voorgelegd op het gebied van voortplanting, soa en hiv, anticonceptie en maagdelijkheid. Ze konden hierbij aangeven of de uitspraak juist of niet juist was of dat ze dit niet wisten. Uit tabel 2 is te zien dat de kennis op een aantal punten nog wel tekort schiet. Slechts 16% van de jongeren heeft alle stellingen correct beantwoord. Naarmate men ouder wordt, neemt de kennis toe. Tabel 2. Kennis seksualiteit onder Zeeuwse jongeren (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar, 2010) Stelling Antwoord Totaal 12 t/m 14 jarigen 15 t/m 18 jarigen Ook als een jongen tijdens de geslachtsgemeenschap niet klaarkomt kan hij een Juist 52% 36% 63% meisje zwanger maken De pil verkleint de kans dat je hiv of een andere SOA oploopt Onjuist 79% 65% 89% Als je je na geslachtsgemeenschap goed wast, loop je minder snel hiv of een andere Onjuist 59% 51% 64% SOA op Als je geen (lichamelijke) klachten hebt, kun je toch een SOA hebben Juist 74% 62% 82% Er zijn SOA waar meisjes onvruchtbaar van worden Juist 68% 55% 77% Als je de pil slikt kun je onvruchtbaar worden Onjuist 63% 57% 66% Als een meisje voor het eerst geslachtsgemeenschap heeft, bloedt ze altijd Onjuist 58% 43% 67% De meeste SOA gaan vanzelf over Onjuist 74% 62% 82% Alle stellingen correct beantwoord 16% 8% 21% Jongeren kunnen met hun vragen over seks, relaties, hun lijf, anticonceptie en soa in Zeeland terecht bij de Sense spreekuren. Deze spreekuren worden uitgevoerd door SOA/Sense verpleegkundigen. In Zeeland wor- 4

den de spreekuren uitgevoerd door de GGD Zeeland in samenwerking met CASA (Centra voor Anticonceptie, Seksualiteit en Abortus). In 2011 zijn 325 consulten met Zeeuwse jongeren onder de 25 jaar uitgevoerd. De meeste vragen gingen over soa, anticonceptie en seksualiteit (zie figuur 3). Onderwerpen Sense spreekuur Anticonceptie (onbedoelde) Zwangerschap Seksualiteit Seksueel geweld Soa Anders Figuur 3. Onderwerpen Sense spreekuren GGD Zeeland en CASA in 2011 (Bron: Sense spreekuren GGD Zeeland en CASA, 2011) Seksuele diversiteit Jongeren bevinden zich in een levensfase waarin zij gaan experimenteren met relaties en mogelijk vragen hebben over hun eigen seksuele voorkeur. Een veilige omgeving - thuis, op school en onder vrienden waarin geen negatieve oordelen heersen over homoseksualiteit, is dan van belang [6]. Jongeren met homoseksuele gevoelens hebben minder goede psychische gezondheid Merendeel van de Zeeuwse jongeren (12 t/m 18 jaar) is wel eens verliefd geweest (89%). Een klein deel is wel eens verliefd geweest op iemand van hetzelfde geslacht (0,5%) of op zowel jongens als meisjes (1%). Het aantal jongeren dat wel eens verliefd is geweest op iemand van hetzelfde geslacht komt daarmee op 1,5%. Vanwege de jonge leeftijd van de respondenten is het mogelijk dat een deel van de jongeren ervaart dat ze zich seksueel aangetrokken voelen tot beide seksen, maar dat ze (nog) niet verliefd zijn geweest op een seksegenoot [6]. Onder Nederlandse jongeren van 12-25 jaar valt in totaal 2,0% van de jongens en 1,3% van de meisjes (ook) op seksegenoten. Het aantal Nederlandse jongeren dat ooit fantaseert over seksegenoten is veel groter: 10% van de jongens en 27% van de meisjes [7]. In vergelijking met volwassenen is de houding van (hetero)jongeren tegenover homoseksualiteit nogal negatief [8]. Dit kan veel invloed hebben op homojongeren, omdat het ervaren van geborgenheid en veiligheid in de omgeving juist in deze levensfase belangrijk is. Bovendien hechten jongeren vaak veel waarde aan de mening van anderen, en vooral van andere jongeren. Negatieve ervaringen in deze periode kunnen een bepalende rol spelen in hun latere leven op gebied van bijvoorbeeld relatievorming en psychisch welbevinden. Het is bekend dat Nederlandse jongeren in de vroege adolescentie (13-15 jaar) die zich aangetrokken voelen tot seksegenoten een minder goede mentale gezondheid ervaren dan jongeren die deze gevoelens niet hebben [6,9]. Ook blijkt dat de helft (50%) van alle homojongeren van 16 t/m 25 jaar in Nederland wel eens suïcide- 5

gedachten heeft gehad [6]. Ook in Zeeland zien we dat jongeren met homoseksuele gevoelens een minder goede psychische gezondheid hebben (zie figuur 4). Zo ervaren zij hun gezondheid vaker als minder goed, hebben vaker suïcidegedachten en hebben vaker een verhoogde SDQ-score 2, oftewel een indicatie voor psychosociale problematiek dan jongeren zonder homoseksuele gevoelens. Deze verschillen blijven ook bestaan na correctie voor achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd, etniciteit, opleiding, gezinssituatie en religie). Geen homoseksuele gevoelens Homoseksuele gevoelens Suïcidegedachten Verhoogde SDQ-score Matig/slecht ervaren gezondheid % 0 10 20 30 40 50 60 Figuur 4. Homoseksuele gevoelens en psychische gezondheid van Zeeuwse jongeren (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar, 2010) Acceptatie seksuele diversiteit door jongeren gering Landelijk onderzoek onder jongeren van 12 t/m 25 jaar laat zien dat seksuele diversiteit nog verre van geaccepteerd is [1]. Ook in Zeeland zien we eenzelfde beeld onder 12 t/m 18 jarigen (zie figuur 5 en 6). Uit een quickscan naar het discriminatieklimaat in Zeeland komt naar voren dat jaarlijks 3800 mensen discriminatie op basis van hun seksuele gerichtheid meemaken [10]. Uit onderzoek van de Jeugdmonitor Zeeland onder jongvolwassenen (21-jarigen) in Zeeland in 2008 blijkt dat 4% in de afgelopen twee jaar wel eens slachtoffer is geweest van discriminatie op basis van seksuele geaardheid [11]. Als iemand lesbisch/homo zou zijn in de klas dan zou ik... Totaal Meisjes Jongens (zeker) in de pauze naast iemand anders gaan zitten (zeker) laten merken dat diegene van mij af moet blijven (zeker) geen vriendschap sluiten met diegene % 0 10 20 30 40 50 60 70 Figuur 5. Houding ten opzichte van homoseksualiteit onder Zeeuwse jongeren (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar, 2010) 2 Strength and Difficulties Questionnaire (SDQ) bestaat uit 25 vragen die betrekking hebben op de onderdelen: hyperactiviteit/ aandachtstekort, emotionele problemen, problemen met leeftijdsgenoten, gedragsproblemen en pro-sociaal gedrag (gedrag dat anderen helpt). Een score van 20 of hoger is verhoogd bij jongeren (12 t/m 18 jaar) (Bron: Lokale en Nationale Monitor Gezondheid). 6

Als een jongen of meisje in de klas homo of lesbisch zou zijn, zou 14% van de Zeeuwse 12 t/m 18 jarigen (zeker) geen vriendschap met diegene sluiten (zie figuur 5). Iets meer dan de helft (54%) zou (zeker) wel laten merken dat diegene van hem/haar moest afblijven en drie op de tien (31%) zou in de pauze liever naast iemand anders gaan zitten. Jongens en 12 t/m 14 jarigen zouden zich vaker zo gedragen dan meisjes en 15 t/m 18 jarigen. Dit komt overeen met het landelijke beeld dat jongens minder positief staan tegenover homoseksualiteit dan meisjes en dat attitudes ten aanzien van homoseksualiteit positiever worden naarmate jongeren ouder worden [1]. Mocht een jongen of meisje op school homo of lesbisch zijn dan geeft een kwart van de jongeren (25%) aan dat diegene dat niet eerlijk zou kunnen vertellen. Een op de tien (10%) geeft aan dat je dat tegen iedereen kan vertellen, 36% alleen tegen vrienden en 28% weet niet of je dat eerlijk kunt vertellen. Jongens denken vaker dat homoseksuele leerlingen op school niet open kunnen zijn over hun seksuele voorkeur (30%) dan meisjes (21%). Ruim tweederde van de Zeeuwse jongeren (68%) vindt het normaal als een jongen en een meisje zoenen op het schoolplein of op straat. Tegenover het zoenen van jongeren van gelijke sekse staan de Zeeuwse jongeren minder positief. Ongeveer 37% vindt het zoenen van twee meisjes normaal en 28% zoenen van twee jongens. Opvallend is dat jongens het zoenen van twee jongens minder normaal vinden en meisjes juist het zoenen van twee meisjes (zie figuur 6). Daarnaast vinden 12 t/m 14 jarigen het normaler dat twee jongens zoenen dan de oudere jongeren, maar de 15 t/m 18 jarigen vinden het zoenen van twee meisjes normaler. Het is normaal dat... 15-18 jr 12-14 jr meisje jongen...twee jongens zoenen...twee meisjes zoenen...jongen en meisje zoenen % 0 10 20 30 40 50 60 70 80 Figuur 6. Houding homoseksualiteit naar geslacht en leeftijd Het is normaal dat (Bron: Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar, 2010) Als je uit de kast komt, is het altijd maar afwachten hoe je omgeving zal reageren. Voor veel familie en vrienden zal het geen probleem zijn dat je homo, lesbisch of biseksueel bent. Toch zie je, vooral bij religieuze gezinnen / gemeenschappen en mensen uit andere culturen wel een verschil. Zij hebben vaker moeite dit te 7

accepteren en staan hier negatiever tegenover [6,8,12]. Hoe de mensen met seksuele diversiteit omgaan, verschilt per groepering of religie: het is of helemaal taboe of deels geaccepteerd. Openlijke homoseksualiteit kan bijvoorbeeld worden gezien als blijk van gebrek aan loyaliteit en respect tegenover de familie. Zie ook de verhalen in tekstblok 1. Tekstblok 1. Signalen en verhalen uit de praktijk COC Zeeland, Theatergroep Mindmix en Anti Discriminatiebureau Zeeland hebben signalen en verhalen verzameld van ervaringen van holebi s in Zeeland. Holebi is een term voor mensen die zich homoseksueel, lesbisch of biseksueel noemen. Hieronder volgen enkele voorbeelden van verhalen. Vader en moeder Een christelijke jongen van 20 jaar uit Kapelle. Hij kan er niet over praten, zijn moeder weet het, maar wil er niets mee te maken hebben. Zijn vader weet het niet en daar mag het ook niet van. Stel je voor Hoe reageert men als je een vriendje hebt? Stel dat je hand in hand door de stad loopt? Kan dat zomaar of word je in elkaar geslagen? Of wordt er in je gezicht gespuugd? Helaas gebeuren de negatieve dingen nog veel te vaak, waardoor homo stellen niet samen hand in hand door de stad durven lopen. Soms lopen ze liever een paar meter uit elkaar, want stel je voor Isolement In Zeeland zijn weinig homo-ontmoetingsplekken, zoals een café of disco. Er zijn naar ik meen twee COC s in Zeeland waar vooral oudere mensen komen. Daarnaast zijn nog twee cafés met homovriendelijke avonden. Deze worden goed bezocht. Helaas is dit maar 1x in de maand. Wil je meer uitgaan in homo gelegenheden dan zul je snel naar Antwerpen of Rotterdam moeten gaan. Dit is voor veel mensen niet te doen, waardoor ze maar thuis blijven en sneller in een isolement komen. De drie Zeeuwse gemeenten Middelburg, Goes en Vlissingen hebben in najaar 2011 de intentieverklaring lokaal emancipatiebeleid voor de periode 2012-2014 ondertekend. Deze gemeenten spannen zich samen met de minister van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) in om de veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders 3 te bevorderen. In februari 2012 is het lokaal meerjarenplan 2012-2014 beschikbaar en wordt er concreet uitvoering gegeven aan de plannen [13]. Het project richt zich primair op voortgezet onderwijs en middelbaar onderwijs en secundair op basisscholen. De focus ligt op het creëren van een veilige (school)omgeving en verbeteren van de hulpverlening aan jongeren. 3 Verzamelnaam voor alle mensen die zich niet thuis voelen in de bestaande tweedeling tussen mannen en vrouwen. 8

Conclusies Twee op de tien Zeeuwse jongeren (12 t/m 18 jaar) heeft wel eens geslachtsgemeenschap met iemand gehad. De gemiddelde startleeftijd van deze groep is 15,3 jaar. Het condoomgebruik door Zeeuwse jongeren is laag; meer dan de helft van de seksueel actieve jongeren gebruikt niet altijd een condoom. Ook de kennis over seksualiteit schiet op een aantal punten tekort, met name bij de jongste leeftijdsgroep. In 2011 zijn in Zeeland op het soa spreekuur van de GGD Zeeland en door de huisartsen 307 soa vastgesteld bij jongeren tussen de 14 en 25 jaar. Dit komt overeen met 0,6% van de totale groep Zeeuwse jongeren in die leeftijd. De meest voorkomende soa is chlamydia. Onder de 14 jaar zijn maar heel weinig jongeren seksueel actief (1%). Uit literatuur is bekend dat deze groep jonge starters zich echter minder goed beschermen en meer risico lopen op grensoverschrijdend gedrag. Bijna één op de zes 14-15 jarigen in Zeeland heeft wel eens een seksuele ervaring tegen de zin gehad. De acceptatie van seksuele diversiteit onder jongeren is ook in Zeeland gering. Dit kan een negatieve invloed hebben op homojongeren, omdat het ervaren van geborgenheid en veiligheid in de omgeving juist in deze levensfase belangrijk is. Net zoals landelijk zien we ook in Zeeland dat jongeren met homoseksuele gevoelens een minder goede psychische gezondheid hebben. De helft van de jongeren met homoseksuele gevoelens heeft wel eens suïcidegedachten gehad. Seksuele voorlichting wordt door veel Zeeuwse ouders al op basisschoolleeftijd (10 jaar) aan hun kind gegeven (84%), maar dit beperkt zich veelal tot uitleg over de puberteit. Daarnaast vindt niet op alle basisscholen seksuele voorlichting standaard plaats. Aanknopingspunten voor beleid Activiteiten op lokaal niveau hebben het meeste effect als ze zich niet beperken tot individuen of groepen, maar zich ook uitstrekken tot de sociale omgeving, wet- en regelgeving en voorzieningen op het terrein van preventie en zorg. Deze paragraaf is overgenomen uit het Loket Gezond Leven [14]. Beïnvloeding op individueel niveau Op individueel niveau is het van belang dat jongeren al vanaf jonge leeftijd vertrouwd raken met het thema seksualiteit, voorbereid zijn op seksueel contact en daarin eigen verantwoorde keuzes leren maken. Naast kennis over de risico s en gevolgen van onveilige en ongewenste seks, is het onder andere van belang dat jongeren ook weten hoe ze zich kunnen beschermen tegen seksuele dwang, een onbedoelde zwangerschap of soa/hiv. Een positieve houding waarin mannen en vrouwen dezelfde seksuele rechten hebben, kan bijdragen aan seksueel gezond gedrag. Daarnaast hebben jongeren communicatieve vaardigheden nodig om te onderhandelen en te communiceren over seksualiteit, wensen en grenzen. Het risico dat iemand loopt, wordt onder andere bepaald door de context: in welke situatie, onder welke omstandigheden en met wie je bent. Jezelf verweren tegen seksueel geweld van een onbekende man in een donkere steeg vergt een andere aanpak dan weerstand bieden tegen ongewenste seks met een vaste partner. 9

Vaak spelen daarbij veel verschillende factoren een rol, waaronder sekse, cultuur, seksuele voorkeur, religieuze achtergrond en lichamelijke of verstandelijke beperkingen. Professionals in het onderwijs of het jongerenen welzijnswerk kunnen een belangrijke rol spelen bij seksuele voorlichting en preventie van seksueel ongezond gedrag. Internet biedt kansen als informatiebron. Websites die door jongeren zelf als goed worden genoemd zijn sekswoordenboek.nl en sense.info [1]. Beïnvloeding van de sociale omgeving Ouders en opvoeders kunnen kinderen al op jonge leeftijd waarden en normen op het gebied van seksualiteit en relaties bijbrengen en hen begeleiden bij een gezonde seksuele ontwikkeling. Het organiseren van ouderbijeenkomsten via school of het Centrum voor Jeugd en Gezin kan daarbij helpen. Ook leeftijdsgenoten kunnen uitgenodigd worden bij discussies over waarden en normen in de seksuele omgang. Jongerenwerkers kunnen daarvoor bijeenkomsten organiseren in de wijk. Binnen religieuze gemeenschappen of culturele minderheidsgroeperingen kan het thema seksuele gezondheid bespreekbaar worden gemaakt. Daarnaast kan een gemeente hiaten in de voorzieningen voor preventie en zorg bij seksuele problematiek in kaart brengen en hierop beleid ontwikkelen. Ook professionals in het onderwijs kunnen een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van weerbaarheid, seksuele voorlichting en preventie van seksueel ongezond gedrag. Het onderwijs heeft een taak als het gaat om seksuele vorming. Seksuele voorlichting en voorlichting over seksuele diversiteit wordt verplicht gesteld in het onderwijs [3]. De kerndoelen van het basis- en voortgezet onderwijs worden daarvoor aangescherpt. Voor een overzicht van aanbevolen en goed beschreven interventies voor seksuele gezondheid zie de I-database. Beïnvloeding van de maatschappelijke norm Beïnvloeding van de maatschappelijke norm op het gebied van seksualiteit en seksueel gedrag vindt allereerst op landelijk niveau plaats via regel- en wetgeving. Er is regel- en wetgeving op het gebied van seksueel gedrag: zedenwetgeving, abortuswetgeving, arbowetgeving over seksuele intimidatie en VN-verdragen over seksuele rechten. Naast de landelijke overheid hebben ook gemeenten mogelijkheden om maatschappelijke normen rondom seksueel gedrag te beïnvloeden. Een gemeente kan bijvoorbeeld aandacht vragen voor gelijke seksuele vrijheden voor mannen en vrouwen of de acceptatie van homoseksualiteit. Bronnen Gegevens zijn afkomstig uit de Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jarigen die in najaar 2010 door de GGD Zeeland in samenwerking met de Jeugdmonitor Zeeland is uitgevoerd. Deze zijn aangevuld met registraties van het SOA Sense spreekuur, cijfers van de Preventieve Gezondheidsonderzoeken (PGO) van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ), onderzoeken van de Jeugdmonitor Zeeland (SCOOP) en informatie van het COC Zeeland, lesbische, homoseksuele en biseksuele (LHB) belangenorganisatie en het Anti Discriminatie Bureau Zeeland (ADB). 10

Referenties 1. De Graaf et al. Belangrijkste conclusies Seks onder je 25 e 2012. Rutger Nisso Stichting, SOA Aids, januari 2012. 2. Vermeulen-Smit, E., R. van den Eijnden, J. Verdurmen, R. Spruijt en I. Schulten (2010). 'Integrale aanpak opvoedingsadviezen ten aanzien van roken, drinken, drugsgebruik, seksueel risicogedrag en gehoorschade'. Utrecht, Trimbos-instituut. 3. Kamerbrief Aanpassing kerndoelen inzake seksualiteit en seksuele diversiteit, 25 november 2011, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Den Haag, 2011. 4. Van Dorsselaer et al. HBSC 2009 Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland. Trimbos Instituut, Utrecht, 2010. 5. Van Gorsel W, Smit A. Themarapport klas 3 voortgezet onderwijs 2011 Trends op hoofdlijnen. Jeugdmonitor Zeeland, oktober 2011. 6. Keuzenkamp S. Steeds gewoner, nooit gewoon. Acceptatie van homoseksualiteit in Nederland. Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), Den Haag, juni 2010. 7. De Graaf et al. Seks onder je 25 e. Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2005. Rutger Nisso Stichting, SOA Aids, 2005. 8. Keuzenkamp, S., D. Bos, J.W. Duyvendak en G. Hekma (2006). Gewoon doen. Acceptatie van homoseksualiteit in Nederland. Den Haag: SCP (scp-publicatie 2006/15). 9. Bos, H.M.W., Th. G. M. Sandfort, E.H. de Bruyn, en E. Hakvoort (2008). Same-sex attraction, social relationships, psychological functioning, and school performance in young adolescents. In: Developmental Psychology, jg. 44, p. 59-68. 10. Intomart GFK. Onderzoek discriminatieklimaat in Zeeland, 2009. 11. Enquête Jongvolwassenen 2008, Jeugdmonitor Zeeland. 12. Peters R en Vellenga SJ. Homoseksualiteit in orthodox-religieuze kringen Islam en protestantisme. Justitiële verkenningen, jrg. 33, nr. 1 2007, blz. 70 82. 13. Sociale acceptatie en veiligheid van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender (LHBT) jongeren. Meerjarenplan van de gemeenten Middelburg, Goes en Vlissingen 2012-2014. 14. http://www.loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente/seksuelegezondheid/aanknopingspunten/lokaal-beleid/ Colofon Auteur: Leonie de Bruijne, GGD Zeeland, Goes www.ggdzeeland.nl en www.ggdgezondheidsatlas.nl GGD Zeeland, Goes maart 2012 11