A: geen affichering: betekent geen reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit.



Vergelijkbare documenten
1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria:

Exploitatievergunning horecabedrijf (incl. terras)

De Burgemeester besluit: 1. op grond van artikel 13b Opiumwet vast te stellen het Sanctiebesluit Coffeeshops 2013, dat luidt als volgt:

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten. Vastgesteld gewijzigde versie door de burgemeester op 27 mei 2014

HANDHAVINGSARRANGEMENT GEMEENTE ALMERE 2013

Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet. Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet Gemeente Deventer

dat de navolgende criteria gelden bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden:

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam DAMOCLESBELEID

Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast

artikel 13b van de Opiumwet en de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Veenendaal (APV);

Gedoog- en handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet Gemeente Deventer

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet

1. Inleiding. 2. Wettelijk kader voor coffeeshopbeleid

Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET HELMOND 2012

De belangrijkste overwegingen om deze gedoogbeschikking te verstrekken zijn:

Beleidsregels voor handhaving artikel 13b Opiumwet bij lokalen, woningen en coffeeshops

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon :

N ulstelsel Coffeeshop s van de Gemeente Nieuwkoop

Sanctiebesluit Leiderdorp 2016 Drank en horeca

Reden van het besluit:

Handhavingarrangement coffeeshopbeleid

Notitie coffeeshopbeleid gemeente Koggenland

De gemeenteraad van Gouda Oriënterende informatie coffeeshopbeleid naar aanleiding van de motie hierover dd 10 november 2011.

Coffeeshop handhavingsarrangement

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam

CVDR. Nr. CVDR404391_1. Beleidsregel handhaving illegale prostitutie

CONCEPT Exploitatie- en terrasvergunning + aanhangsel, "Stichting Dorpshuis Austerlitz, Oude Postweg 144 (tijdelijk)

Over drugs en de coffeeshop (Wat is het?)

Vast te stellen de hierna volgende beleidsregel handhaving illegale prostitutie.

Naam Beleidsregel handhaving Horeca-inrichtingen, waarop de vergunningplicht van artikel 3 Dranken Horecawet van toepassing is (2007)

NULBELEID COFFEESHOPS GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM

Handhavingsprotocol Drank- en Horecawet (behorend bij besluit d.d )

Handhavingsmodel horeca en alcohol

Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

1 Adresgegevens m.b.t. het gebouw/de inrichting waarvoor de gedoogverklaring moet gelden

Beleidsregel Horecahandhaving

Jaar: 2008 Nummer: 61 Besluit: Burgemeester 28 oktober 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL MAXIMUMSTELSEL COFFEESHOPS HELMOND 2008

Beleidsregel. Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen

Geen aanvraag ingediend (aanvraag kansrijk): - 1 e keer : Geen aanvraag ingediend (aanvraag niet kansrijk):

gelet op art 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4, 20 en 23 van de Drank- en Horecawet.

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Helmond, ieder voor zover bevoegd;

Wijziging APV (invoering vergunningenstelsel growshops c.a.)

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

Derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b HELMOND 2013

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014

Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:

Oplegvel Informatienota

Nulbeleid coffeeshops. gemeente Zeewolde

Handhavingsarrangement gemeenten Vlaardingen en Maassluis 2015

EMEENTE G -T C----OSS. BELEID INZAKE BESTUURLIJKE HANDHAVING VAN ARTIKELI3b OPIUMWET. Politie Basisteam Maasland. gemeente Oss

Verordening speelautomatenhallen Terneuzen 2011

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten. Breda Eindhoven Helmond s-hertogenbosch Tilburg

Beleidsregels van de Burgemeester van Heerlen voor de toepassing van artikel 13B Opiumwet en artikel 174A Gemeentewet

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam DAMOCLESBELEID

Nota van Burgemeester

Regionale Handhavingsmatrix Horeca. Auteur: Werkgroep Handhaving, Verzuip jij je toekomst?! Datum: December 2014

ONAFHANKELIJKE COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN

GEMEENTEBLAD 2000 nr. 53

COMMTSSIE-INFORMATIEBRIEF

Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

Coffeeshopbeleid gemeente Lelystad 2013

Damoclesbeleid Gemeente Sluis

Beleidsregels voor coffeeshops in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

Coffeeshops in Nederland Naleving en handhaving van coffeeshopregels. D. de Bruin, M. Dijkstra, J. Breeksema

Handhavingsarrangement drugs 2008 Partners Doel van het handhavingsarrangement Taakverdeling bij de handhaving

HANDHAVING GEDOOGVOORWAARDEN COFFEESHOPS Resultaten quickscan

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Coffeeshopbeleid gemeente Zaanstad 16 juni 2015

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018

Handhavingsarrangement vergunningplicht artikel 2:36 APV

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet

Aanvraagformulier exploitatievergunning horecabedrijf Als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Rijswijk

Bijlage 4: Sanctietabel Drank en Horeca

Verordening speelautomatenhallen

Aan de gemeenteraad, Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:

GEMEENTEBLAD. Nr Damoclesbeleid 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 2 WONINGEN. 20 december 2013

Aanvraagformulier exploitatievergunning horecabedrijf Als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Rijswijk

Toelichting op het formulier aanvraag voor vergunning van een seksinrichting

2. Plan van aanpak. Schema e melding overlast Politie voert een controle uit.

VERORDENING DRANK EN HORECAWET

Inhoudsopgave B E L E I D S R E G E L H O R E C A H A N D H A V I N G

Informatieavond coffeeshop Tennesseedreef. Maandag 4 februari 2019

Handhavingsprotocol Toezicht Drank- en Horecawet

Aanvraagformulier gedoogverklaring coffeeshop

B-besluit nr.: Naam programma: Veiligheid

Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid 2019)

Betreft "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 2004"

Aanvraagformulier gedoogverklaring coffeeshop

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND besluit vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2008

Beleid coffeeshop(s) en illegale verkooppunten verdovende middelen gemeente Velsen 2008

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

Transcriptie:

BELEID VAN DE BURGEMEESTER ALS UITVOERING VAN DE KADERSTELLING VAN DE GEMEENTERAAD ZOALS VASTGESTELD OP 19 MEI 2008 MET BETREKKING TOT HET SOFTDRUGSBELEID VOOR DE GEMEENTE SLIEDRECHT (kort aangeduid als Uitvoeringsbeleid softdrugsbeleid gemeente Sliedrecht 2008) 1. De coffeeshop Een coffeeshop is een alcoholvrij bedrijf waarin wordt gedoogd dat tegen vergoeding softdrugs worden aangeboden of verstrekt. Een coffeeshop valt ook onder de definitie van het begrip horecabedrijf, zodat voor dit type bedrijf de plicht geldt tot het hebben van een exploitatievergunning zoals bedoeld in artikel 2.3.1.2 van de APV. Voor een coffeeshop geldt ook het rookverbod zoals dat is vastgelegd in de Tabakswet die op 1 juli 2008 is gewijzigd en in werking getreden. Er mag dus in de gehele coffeeshop niet gerookt worden met uitzondering van een afzonderlijke rookruimte die uitsluitend voor dat doel wordt gebruikt en afsluitbaar is. 2. Het beleid In het districtelijk driehoeksoverleg Vijfheerenlanden is in 1996 besloten met betrekking tot verkooppunten voor softdrugs een gezamenlijke beleidslijn te volgen. Daarbij is als beleidsuitgangspunt gekozen voor het gedogen van een gelimiteerd aantal verkooppunten voor softdrugs (in het vervolg te noemen coffeeshops). Hierbij wordt als criterium gehanteerd :1 coffeeshop per 20.000 inwoners. Een en ander betekent dat in Gorinchem 2, en Vianen en Leerdam elk 1 verkooppunt worden gedoogd. Dit beleid is vastgesteld op17 december 1998 en in werking getreden op 1 januari 1999. Op 19 mei 2008 heeft de gemeenteraad van Sliedrecht de kaders voor het softdrugs vastgesteld. Deze kaderstelling maakt het gedogen van maximaal één coffeeshop binnen Sliedrecht mogelijk. 3. Exploitatievergunning versus gedoogverklaring Een coffeeshop valt onder de definitie horecabedrijf zoals bedoeld in artikel 2.3.1.2 van de APV. Dat betekent dat voor de exploitatie daarvan een exploitatievergunning van de burgemeester is vereist. Omdat in dit horecabedrijf, in strijd met de Opiumwet, softdrugs worden verkocht, moet deze coffeeshop zich houden aan de voorwaarden die zijn vastgesteld door het Openbaar Ministerie (de zogenoemde AHOJG plus criteria). Deze gedoogvoorwaarden worden door de burgemeester aan de exploitant van de coffeeshop opgelegd in een aparte gedoogverklaring. Ten behoeve van de exploitatie van een coffeeshop wordt derhalve verstrekt: 1. een exploitatievergunning 2. een gedoogverklaring Beide documenten hebben een gelijke geldigheidsperiode van 12 maanden. Van dit uitvoeringsbeleid maken een model-exploitatievergunning en een model-gedoogverklaring onderdeel uit. 4. Gedoogverklaring De handel in (soft)drugs is verboden op grond van de Opiumwet. Onder bepaalde voorwaarden kan de burgemeester toestaan dat in een horecabedrijf softdrugs worden verstrekt. Deze voorwaarden zijn vastgesteld door het Openbaar Ministerie (zie de Richtlijnen opsporings- en strafvorderingsbeleid inzake strafbare feiten van de Opiumwet, zoals vastgesteld door het College van procureurs-generaal) en staan bekend als de zogenoemde AHOJG plus criteria. Die houden het volgende in: A: geen affichering: betekent geen reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit. Overigens is het verkopen van softdrugs in een horecabedrijf waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse worden verstrekt een vorm van kleinhandel die als zodanig op grond van artikel 14, lid 2 van de Drank- en Horecawet is verboden. 1

H: geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht worden. 1 O: geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten; J: geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang aan jeugdigen tot een coffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van 18 jaar; G: geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= maximaal 5 gram); onder "transactie" wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper. Het plus criterium heeft betrekking op de verplichting dat een coffeeshop een alcoholvrij bedrijf moet zijn. Dit houdt in dat er geen alcoholhoudende drank mag worden verhandeld of aanwezig mag zijn en dat er ook geen alcohol in gesloten verpakkingen mag worden verkocht voor het gebruik elders dan ter plaatse. Ook het door klanten meenemen van alcoholhoudende drank, al dan niet in geopende verpakkingen, is verboden. De lokale driehoek heeft ook een maximale handelsvoorraad vastgesteld waartegen niet zal worden opgetreden. Deze voorraad mag in elk geval de 500 gram niet te boven gaan. 5. Toetsing aanvragen om een exploitatievergunning en gedoogverklaring Naast de hiervoor genoemde criteria toetst de burgemeester de aanvraag om een exploitatievergunning en de aanvraag om een gedoogbeschikking, aan de volgende eisen: Vestigingsplaats en bouwkundige voorzieningen: 1. Bij beëindiging door de huidige exploitant zal worden bezien of gebruik van het pand als coffeeshop kan worden beëindigd dan wel of de exploitatie op een andere locatie kan worden voortgezet. 2. De coffeeshop kan alleen gevestigd worden op een perceel met een horecabestemming of een planologisch aanvaardbare mogelijkheid voor een horecabestemming. 3. De coffeeshop komt niet in aanmerking voor een terrasvergunning. 4. De coffeeshop mag niet zijn gevestigd binnen een loopafstand van 250 meter van een school. 5. De ramen van de coffeeshop, gelegen aan de openbare weg, moeten worden uitgevoerd in doorzichtig vensterglas. 6. De inrichting dient te voldoen aan de eisen gesteld in de artikelen 3 tot en met 7 van het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet. Bedrijfsvoering: 7. De verkoop van enig product mag niet plaatsvinden door middel van loketten aan de straatzijde, open puien of anderszins direct op of aan de weg. 8. Vanuit een oogpunt van beheersbaarheid en controleerbaarheid, is de verkoop van softdrugs in bijvoorbeeld café s, winkels of afhaalcentra, via koeriers/ of taxibedrijven, 06/nummers, postorderbedrijven of anderszins niet toegestaan. 9. De ondernemer dient op basis van het geldende model van de Kamer van Koophandel, een ondernemingsplan te overleggen, waaruit blijkt op welke wijze de inrichting geëxploiteerd wordt. 10. Uit het ondernemingsplan dient onder andere te blijken welke maatregelen getroffen worden om de naleving van de AHOJG plus criteria te garanderen. 11. Voorafgaande aan de verlening van de gedoogverklaring moet de ondernemer aantonen dat hij beschikt over een administratief systeem waaruit toezichthouders op een heldere wijze kunnen 1 Voor zover harddrugs worden aangetroffen in een coffeeshop in een hoeveelheid van 5 gram of minder (deze hoeveelheid wordt beschouwd als een voorraad voor privé-gebruik), dan wordt hiertegen, in de regel, niet bestuursrechtelijk opgetreden. Wordt een grotere hoeveelheid harddrugs aangetroffen, dan wordt de coffeeshop gesloten op grond van artikel 13b Opiumwet; 2

afleiden dat aan één kopende persoon maximaal 5 gram softdrugs per dag is verkocht (de naleving van het G -criterium). Ondernemer/leidinggevende(n) 12. De ondernemer dient ingeschreven te staan in het Handelsregister. 13. Er dient een positief Bibob-advies ( geen gevaar ) met betrekking tot de ondernemer en de leidinggevenden te zijn uitgebracht. 14. De ondernemer en leidinggevende(n) van de coffeeshop dienen 25 jaar of ouder te zijn. 15. De ondernemer en leidinggevende (n) van de inrichting moeten een Verklaring omtrent het Gedrag overleggen die niet ouder dan één maand mag zijn. Wanneer aan alle AHOJG plus criteria, de Kaderstelling softdrugsbeleid zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 19 mei 2008, en de bovenstaande voorschriften wordt voldaan, kan aan een exploitant van een coffeeshop in beginsel een gedoogverklaring en exploitatievergunning worden verstrekt. 6. Voorschriften gedoogverklaring en exploitatievergunning In de van dit beleid deel uitmakende model-gedoogverklaring en model-exploitatievergunning is een groot aantal voorschriften opgenomen. Deze voorschriften gelden onverminderd het bepaalde in de `Richtlijnen opsporings- en strafvorderingsbeleid inzake strafbare feiten van de Opiumwet, zoals vastgesteld door het College van procureurs-generaal`. 7. Handhavingsarrangement De voorschriften verbonden aan dit uitvoeringsbeleid, de gedoogverklaring en de exploitatievergunning dient strikt te worden nageleefd. In de navolgende bepalingen is opgenomen wat de gevolgen kunnen bij overtreding van de bepalingen: Sluiting coffeeshop 1 In het belang van de bescherming van het woon- en leefklimaat en de openbare orde gaat de burgemeester over tot sluiting van de coffeeshop indien: a blijkens door de politie geconstateerde feiten moet worden aangenomen dat in de coffeeshop harddrugs, ecodrugs of smartdrugs worden gebruikt en/of verhandeld; b blijkens door de politie geconstateerde feiten moet worden aangenomen, dat buiten de coffeeshop, doch in directe relatie daarmee, harddrugs, ecodrugs of smartdrugs worden gebruikt en/of verhandeld; c minderjarigen worden toegelaten en/of softdrugs aan minderjarigen worden verkocht; d verkoop van softdrugs op de openbare weg plaatsvindt, waarbij is geconstateerd of een redelijk vermoeden bestaat, dat de verkoop of levering in relatie staat met de exploitatie van de coffeeshop; e de handel in softdrugs (mede) een oorzaak is van overlast voor de omgeving; f in of buiten doch in relatie met de coffeeshop criminele activiteiten en /of geweldsdelicten plaatsvinden of worden voorbereid; onder criminele activiteiten worden in ieder geval gerekend illegaal vuurwapenbezit, heling en handel in harddrugs, ecodrugs of smartdrugs; g alcoholische dranken worden geschonken; h meer dan 5 gram softdrugs per persoon wordt verstrekt of verkocht; i de coffeeshop zich door een te uitbundige reclame te nadrukkelijk als zodanig manifesteert. 2 Sluiting van de coffeeshop op grond van voorschrift 1,sub c, d, e. g, h en/of i vindt als regel plaats voor de duur van: a b één week bij eerste overtredingen, bij recidive drie weken; negen maanden, indien er sprake is van verkoop van softdrugs aan minderjarigen als genoemd in voorschrift 1, sub c. 3

3 Sluiting van de coffeeshop op grond van voorschrift 1, onder sub a en /of b vindt als regel plaats voor de duur van twaalf maanden. 4 Sluiting van de coffeeshop op grond van voorschrift 1, onder sub f vindt in de regel plaats voor de duur van: a negen maanden in geval van heling; b onbepaalde tijd ingeval van de overige in voorschrift 1 sub f genoemde feiten. 5 De sluiting onder voorschrift 4 sub b. kan worden opgeheven indien de houder van de gedoogverklaring kan aantonen dat door de door hem te nemen maatregelen voldoende kan worden gewaarborgd dat herhaling van dezelfde feiten niet zal plaatsvinden. Intrekken gedoogverklaring 6 De gedoogverklaring wordt ingetrokken, als: a blijkt dat de gedoogverklaring is verleend op basis van een onjuiste of onvolledige opgave van de gegevens; b door de wijze van exploitatie van de coffeeshop de openbare orde wordt aangetast of dreigt te worden aangetast. 7 Voorts wordt de gedoogverklaring ingetrokken als: a de exploitatie van de coffeeshop voor een periode van langer dan drie maanden is of wordt onderbroken; b de houder deze hoedanigheid heeft verloren; c een gedoogverklaring, strekkende tot vervanging van de eerstbedoelde gedoogverklaring is verleend. 8 De gedoogverklaring kan worden ingetrokken, indien: a naar het oordeel van de burgemeester de omstandigheden op grond waarvan de gedoogverklaring is afgegeven, zodanig zijn gewijzigd dan wel de exploitatie van de coffeeshop op een zodanige wijze plaatsvindt, dat het woon- en leefklimaat in de naaste omgeving daardoor op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed; b gehandeld wordt in strijd met de aan de gedoogverklaring verbonden voorschriften; c er sprake is van een gewijzigde exploitatie waarvoor geen nieuwe gedoogverklaring is aangevraagd. 9 Intrekking van de gedoogverklaring vindt te allen tijde plaats indien op grond van de door de politie gedane constateringen redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat de houder en/of de leidinggevende(n) in de coffeeshop direct of indirect betrokken is bij onder voorschrift 1 (onder het kopje Sluiting coffeeshop ), sub: a, b en f genoemde activiteiten. 10 Intrekking van de gedoogverklaring vindt te allen tijde plaats indien binnen een periode van zes maanden na afloop van een sluiting, op grond van de door de politie gedane constateringen, redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat er sprake is van herhaling van het gestelde onder voorschrift 1 (onder het kopje Sluiting coffeeshop ), sub a, b, c, d en/of f. 8. Nieuwe vestiging coffeeshop (meerdere aanvragen) Na beëindiging van een gedoogde coffeeshop en bij ongewijzigde voortzetting van het gedoogbeleid, ontstaat de mogelijkheid van vestiging van een nieuwe coffeeshop. Voor zover er meerdere aanvragen gelijktijdig of in een korte periode worden ontvangen, is, voor de bepaling van verlening van de gedoogstatus niet zozeer de datum van binnenkomst van de aanvraag van doorslaggevende betekenis, maar wordt een besluit tot het verlenen van een gedoogstatus mede beoordeeld op basis van onderstaande criteria: 1. De mogelijkheid tot verlening van een exploitatievergunning zoals bedoeld in artikel 2.3.1.2 van de APV. 2. Mogelijkheid voor medewerkers en politie zicht te hebben op de doelgroep in de omgeving; 3. Bereikbaarheid voor hulpdiensten en surveilleerbaarheid. 4. Sociale controle in de omgeving. 4

5. Aanwezigheid functies met (semi-)openbaar karakter in omgeving. 6. Aanwezigheid functies en ruimten met eigen veiligheidsrisico. 7. Aanwezigheid woningen. 8. Aanwezigheid van een school binnen 250 meter van de vestigingsplek van de coffeeshop. 9. Aanwezigheid van bedrijven in de omgeving die al overlast veroorzaken. 10. Ervaring van de ondernemer en/of (andere) leidinggevende met de exploitatie van een coffeeshop. 11. De mate van verwijtbaar gedrag van de ondernemer en/of (andere) leidinggevende bij de intrekking van een exploitatievergunning voor de coffeeshop of sluiting van een coffeeshop op grond van artikel 13b van de Opiumwet of van artikel 174 Gemeentewet of van een op grond van artikel 149 van de Gemeentewet vastgestelde verordening (APV). 12. De inhoud van het te overleggen ondernemingsplan, waaruit blijkt op welke wijze de inrichting geëxploiteerd wordt en op welke wijze maatregelen worden getroffen om de naleving van de AHOJG plus criteria te garanderen. 13. De (brom)fiets- en autoparkeermogelijkheden in de directe omgeving van de coffeeshop. 14. De gewenste openingstijden. 15. Uitstraling van de inrichting. 16. Voorzieningen voor het beperken van overlast. 9. Verplaatsing coffeeshop De situatie kan zich voordoen dat een ondernemer van een gevestigde en gedoogde coffeeshop een verzoek doet tot verplaatsing van het bedrijf. Bij een dergelijke verplaatsing gelden, onverminderd de criteria zoals beschreven in de paragrafen 4,5 en 8 de navolgende eisen; 1. De vierkante meter verkoopvloeroppervlak van de te verplaatsen coffeeshop mag niet meer dan 10% afwijken van het huidige vierkante meter verkoopvloeroppervlak, met een minimale verkoopvloeroppervlak van 30 m². 2. Verplaatsing van de coffeeshop is alleen toegestaan voor zover de exploitatiewijze en uitstraling niet wijzigt. 3. Splitsing van de nieuwe locatie in meerdere verkoopruimten met zelfstandige toegang is niet toegestaan. 4. De verplaatsing moet een verbetering opleveren voor de omgeving. 5. Er zijn in de periode van 2 jaar voorafgaand aan het schriftelijke verzoek tot verplaatsing geen bestuursrechtelijke maatregelen getroffen tegen de ondernemer en/of de exploitatiewijze van de coffeeshop. 6. Er zijn in de periode van 2 jaar voorafgaand aan het schriftelijke verzoek tot verplaatsing géén gegronde klachten ontvangen over de wijze van exploiteren van de coffeeshop door de ondernemer of diens leidinggevenden. 7. Er zijn geen indicaties op basis waarvan een BIBOB-onderzoek zou moeten worden opgestart. 10. Opschortingstermijn nieuwe exploitatievergunning De burgemeester heeft de mogelijkheid om een verzoek om afgifte van een nieuwe exploitatievergunning voor een coffeeshop te weigeren wanneer een eerdere exploitatievergunning is ingetrokken wegens herhaalde overtreding van de bepalingen van het dan geldende coffeeshopbeleid. Daarmee kan de conclusie gerechtvaardigd zijn dat het verlenen van een nieuwe vergunning gevaar kan/zal opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid en/of aantasting van het woon- en leefklimaat tot gevolg zal hebben. Het weigeren van een dergelijke aanvraag kan uiteraard alleen als de burgemeester bij de intrekking heeft bepaald dat zulks mogelijk zal zijn en daarbij een termijn heeft vastgesteld gedurende welke dat kan. Deze termijn kan maximaal vijf jaar bedragen. Hiermee wordt voorkomen dat de burgemeester in bepaalde situaties tot vergunningverlening zou moeten overgaan, waarin dit (nog) niet verantwoord is. 5

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Sliedrecht op.2008. M.C. Boevée Bijlagen: - model-exploitatievergunning - model-gedoogverklaring 6