Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid



Vergelijkbare documenten
REGLEMENT LOOPBAANCHECK

Subsidiereglement van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (SOOB)

Handleiding Branche erkende opleidingen. Voor opleidingsorganisaties over de erkenning branche erkende opleiding(en)

Besluit erkennen onderwijsinstellingen. permanente educatie registeraccountants. Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants

Reglement van Toelating

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

Handleiding voor opleidingsorganisaties. Een erkenning voor de kraamzorgopleiding, hoe werkt dat?

2b. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursusgroepen

Regeling Scholing Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening per 1 juli 2015

VOORWAARDEN VOOR ERKENNING VAN EEN OPLEIDINGSINSTITUUT

Regeling Scholing Jeugdzorg

HOEBERT HULSHOF & ROEST

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

ERKENNINGSREGELING KEURMERK OPLEIDINGSINSTITUTEN BEDRIJFSHULPVERLENING. Uitgave juni 2004

Handleiding Branche erkende opleidingen. Voor opleidingsorganisaties over de erkenning branche erkende opleiding(en)

FedEC Certificaat Kwaliteits Borging EPA-U

Regeling Scholing Kinderopvang per 1 juli 2015

Geldend per 1 januari 2016

BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER

KBI Accreditatiereglement voor de Centrale Opleidings- en Examencommissie

Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven

Klachtencommissie NBA. Informatie voor de indiener van een klacht

Reglement Erkenning Opleidingsinstituten ATEX

REGLEMENT BINDEND ADVIES HERSTELKADER RENTEDERIVATEN

Reglement bezwaar en beroep

Toelating tot de Vereniging van Register Operational Auditors

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Regeling Toekomstgerichte Scholing FLOW

REGLEMENT Tijdelijke stimuleringsregeling EVC Gehandicaptenzorg

Geldend per 1 januari 2013

Directie Financiële Markten. 26 mei 2008 FM M Stcrt. nr Erkenningsregeling permanente educatie Wft. De Minister van Financiën,

Klachtenprocedure. 1. Definities

Procesbeschrijving bij de regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen

1.4 Bij een bezwaarschriftprocedure is het niet mogelijk om kosten voor een eventueel nieuw geboekt examen vergoed te krijgen.

ACCREDITATIEREGLEMENT SKJ, versie 1.2 d.d. 29 februari 2016

REGLEMENT OPLEIDINGSSUBSIDIE 2019

Procedure ESF-subsidie O&A fonds SZS

Cao Bouwnijverheid (201 1) en Cao Bedrijfstakeigen Regelingen Bouwnijverheid ( )

Het Titelregistratiesysteem van de

Aanvraagformulier voor (her)certificatie (DNV GL) en (her)registratie (SCVM) Taxateur Agrarisch Vastgoed Kamer Agrarisch Vastgoed

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

Kwaliteitskader Complementaire Zorg Utrecht, 19 juni 2014

Aanvraagformulier. voor het aanvragen van een vergunning voor het leveren van elektriciteit en/of gas aan kleinverbruikers

Reglement bezwaar en beroep Ingangsdatum en versie: 26 september 2013

Algemene voorwaarden VVT-database zorgorganisaties

Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven

Vereniging van Letselschade Advocaten "LSA" HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Reglement Naleving. Artikel 1 Definities

Begripsomschrijving. Samenstelling en taak GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS

Formulier Erkenningsaanvraag

REGLEMENT VAN HET CENTRAAL COLLEGE VAN DESKUNDIGEN RESTAURATIEKWALITEIT

Over de toetsing van de in deze overeenkomst overeengekomen kwaliteitsbepalingen, komen Partijen het volgende overeen:

Geldend per 1 januari 2015

REGLEMENT VAN BEROEP STICHTING GARANTIEWONING

KvINL Accreditatiereglement voor de Centrale Opleidings- en Examencommissie (COEC)

CAO voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

TSJ 23 versie 8 juni 2011

Geldend per 1 augustus 2012

Regeling Kwalificerende opleidingen

Vergoedingsregeling Peuterspeelzalen. EVC-procedures en (verkorte) beroepsopleidingen

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

Vragenlijst dossieronderzoek samenstellingsopdrachten Toelichting. Naam vragenlijst: Vertrouwelijk

Klachtencommissie NBA. Informatie voor de indiener van een klacht

Algemene voorwaarden Nationale Beroepsopleiding Zwemonderwijs

ESF-spelregels 2011 Stichting O&O fonds voor de Uitvaartbranche (SOVU) Europese subsidie voor scholing van werkenden in de uitvaartsector!

Algemene informatie ISO 9001

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

Aanvraagformulier voor (her)certificatie (DNV) en (her)registratie (SCVM) Taxateur Wet waardering onroerende zaken Kamer WOZ

Stralingshygiëne op deskundigheidsniveau 4A HET EXAMENREGLEMENT. Bij- en. Nascholingscursus. Radiologisch. Laborant

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gemeente Veenendaal. ICT-beveiligingsassessment. Suwinet Inkijk Ten behoeve van gemeenten Rhenen en Renswoude. Audit Services

Dialyse & Nefrologie

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

De regeling NGK Erkende Smederij treedt in werking op

Reglement Erkenning Leerbedrijven Curaçao

dit artikel bedoelde gegevens van de betrokken Deelnemer opgenomen in het openbare deel van het Register in plaats van de gegevens van de Aanvrager.

Algemeen Registerreglement

Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH)

Bijlage 4 Beheersmodel audit Logopedie

Algemene Voorwaarden Sectorplan FCB

REGLEMENT REGLEMENT REKENING DE GRAFISCHE GEZONDHEID. Reglement Rekening De Grafische Gezondheid 1

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015

REGLEMENT KLACHTENBEHANDELING EN KLACHTENADVIESCOMMISSIE NVGH/ALPHA.

Handleiding branche erkende opleidingen. voor opleidingsorganisaties over de erkenning branche erkende opleiding(en)

Reglement van Beroep tegen de uitslag van een examen of toets van de SNEVT

REGLEMENT OPLEIDINGSSUBSIDIE

1 Inleiding Examencommissie Toelating Toelatingseisen Vrijstellingen De inrichting van toetsen...

REGLEMENT KEURMERK STICHTING GARANTIEWONING

Aanvullend aan dit systeem wordt de instelling periodiek bezocht door een auditpanel van het CZO.

Protocol Klachtenprocedure

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d

Instructeur Bedrijfshulpverlener opleiding Eerste Hulp Conform de richtlijnen van het Nederlands Instituut Bedrijfshulpverlening (NIBHV)

Artikel 1 In deze Algemene Voorwaarden hebben de hieronder genoemde woorden de betekenis die daarachter staat vermeld:

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Reglement Register Hoofd Bedrijfshulpverlening (SRHB)

Algemene voorwaarden Synergos Vakopleiding Haptonomie

U I T S P R A A K

Transcriptie:

Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid

Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid CINOP / Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 2

Inhoudsopgave 1. Woord vooraf 1.1 Doelstellingen van het Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid 4 1.2 De erkenningsregeling; uitgangspunten, criteria en procedure 5 2. Procedure voor de erkenning 2.1 Stroomschema 7 2.2 De verschillende fasen van de erkenningsprocedure 8 3. Criteria 10 4. De instituutsaudit 4.1 Doel 12 4.2 Soorten audits 12 4.3 Werkwijze 14 4.4 Procedure en gedragscode auditoren 14 5. Geldigheid en duur erkenning 5.1 Toetreding 16 5.2 Duur erkenning en hertoetsing 16 5.3 Tussentijdse hertoetsing en sanctionering 16 6. Beroepsregeling 6.1 Beroepsmogelijkheden 17 6.2 Beroepscommissie 17 6.3 Beroepsprocedure 17 6.4 Afhandeling beroep 18 6.5 Inhoud beroepschrift 18 7. Consequenties voor erkende instituten 7.1 Inspanningsverplichting 19 7.2 Meewerken aan evaluatiesystematiek 20 7.3 Opname in de catalogus Opleidingen CAO voor de Bouwnijverheid 20 7.4 Meewerken aan administratieve procedures 21 7.5 Woord-/beeldmerk 21 8. Kosten 22 Bijlage 23 Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 3

1. Woord vooraf 1.1 Doelstellingen van het Scholingsfonds voor de Bouwnijvereid Voor u ligt de Erkenningsregeling van het Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid. In deze regeling wordt uiteengezet hoe opleidingsinstituten in aanmerking kunnen komen voor een erkenning door het bestuur van het Scholingsfonds. Het bestuur van het Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid rekent het mede tot zijn taak de kwaliteit van scholing in het kader van artikel 62a van de CAO voor de Bouwnijverheid te bewaken en te bevorderen. Scholing in het bouwbedrijf is belangrijk, niet alleen omdat de bouw zich kenmerkt als een sterk op innovatie gerichte bedrijfstak maar ook omdat de eisen aan vakmanschap, veiligheid en kwaliteit steeds strenger worden. Evenals in het bedrijfsleven staat in het onderwijs kwaliteit volop in de belangstelling en worden er op dit terrein vele activiteiten verricht en maatregelen genomen. Alle actoren die in en bij onderwijs en scholing betrokken zijn, kijken steeds kritischer naar de kwaliteit van de opleidingen en de wijze waarop deze worden aangeboden. Werknemers en werkgevers verwachten van de opleidingsinstituten dat er in de scholingstrajecten volledig aan hun scholingsbehoeften tegemoet wordt gekomen. Kwaliteit omvat daarbij het geheel van eigenschappen en kenmerken van het opleidingsinstituut en het opleidingsproduct en het daarmee samenhangende ontwikkelings- en dienstverleningsproces. Hoewel kwaliteit vanuit verschillende perspectieven bezien kan worden, legt het bestuur van het Scholingsfonds een accent bij het perspectief van de deelnemer. Scholing in het kader van de scholingsregeling dient om deze reden dan ook in alle opzichten tegemoet te komen aan de wensen en eisen van (de verenigingen van) werkgevers en werknemers in de bouw. In deze brochure treft u een uitwerking aan van de wijze waarop het bestuur van het Scholingsfonds opleidingsinstituten die erkend wensen te worden, beoordeelt en welke criteria er hierbij worden aangelegd. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 4

1.2 De erkenningsregeling; uitgangspunten, criteria en procedure De doelstelling die het bestuur met de erkenningsregeling beoogt, is driedelig: 1. Het leveren van een bijdrage aan de bewaking en bevordering van de kwaliteit van bijscholingscursussen. 2. Het stimuleren van een aanvaardbare verhouding tussen prijs en kwaliteit. 3. Het creëren van een transparante markt van opleiders en 62a cursussen (als bedoeld in de CAO voor de Bouwnijverheid) voor de werkgevers. De regeling is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: Op basis van de ontworpen systematiek ontstaat er inzicht in de kwaliteit van de producten, de processen en de diensten, en de wijze waarop deze aan de deelnemers worden aangeboden; al deze aspecten samen worden gewogen. De erkenningsregeling is zodanig opgezet dat door toezicht wordt bereikt dat er bij voortduring wordt voldaan aan de gedefinieerde eisen. Het gaat in de regeling dus niet om een eenmalige activiteit maar om een continu proces. De erkenningsregeling leidt tot het verstrekken van een erkenning voor een periode van in beginsel 2 jaar. Tot de regeling worden toegelaten de opleidingsinstituten die als private of publieke ondernemingen werkzaam zijn en die als één van de belangrijkste doelstellingen hebben het verzorgen van scholing en bijscholing. Voorts kunnen uitsluitend opleidingsinstituten aan de regeling deelnemen die met hun opleidingsaanbod tenminste gedeeltelijk binnen de reikwijdte van de scholingsregeling vallen. De regeling is gebaseerd op drie erkenningscriteria die nader zijn uitgewerkt en die op basis van objectiviteit in verschillende fasen en op verschillende manieren gemeten zullen worden. Aan de hand van de objectieve gegevens komt het bestuur van het Scholingsfonds tot een gewogen oordeelsvorming. Voor zowel de erkenningverstrekker als de erkenningontvangende partij zijn de criteria helder en toetsbaar opgesteld. Er is een transparante procedure opgezet. De wijze van aanmelden, de toetsing en onderzoeksprocedure, de eventuele hertoetsing en de beroepsmogelijkheden zijn in deze brochure nader uitgewerkt. Het gaat hierbij zowel om de beoordeling en erkenning van het opleidingsinstituut als om de beoordeling welke cursussen van het instituut in aanmerking komen voor de vergoeding binnen de kaders van artikel 62a-bekostiging uit het Scholingsfonds. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 5

In hoofdstuk 2 vindt u meer informatie over de procedure van de erkenning. Alle fasen, van de aanmelding tot de opname in de catalogus van het Scholingsfonds, zijn hierbij uitgewerkt. In hoofdstuk 3 komen de drie erkenningscriteria aan de orde. In hoofdstuk 4 vindt u meer informatie over de instituutsaudit en de wijze waarop de auditoren hun werk zullen verrichten. In hoofdstuk 5 vindt u informatie over de geldigheid en duur van de erkenning; ook wordt er informatie gegeven over de hertoetsing en eventuele sanctionering. In hoofdstuk 6 is de beroepsregeling uitgewerkt. In hoofdstuk 7 wordt informatie gegeven over de consequenties voor de opleidingsinstituten die erkend worden door het bestuur van het Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid. In hoofdstuk 8 wordt aandacht besteed aan de kosten. In de bijlage zijn de erkenningscriteria nader uitgewerkt. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 6

2. Procedure voor de erkenning 2.1 Stroomschema Wanneer een opleidingsinstituut in aanmerking wil komen voor een erkenning door het Scholingsfonds, geldt de volgende procedure. Schriftelijke aanvraag opleidingsinstituut Beoordeling door de erkenningscommissie - advies Besluit door het bestuur Scholingsfonds Negatief Positief Afwijzing Eventuele beroepsprocedu re Instituutsaudit door onafhankelijk auditor Auditverslag en Erkenningsadvies Besluit door het bestuur Scholingsfonds Negatief Positief Afwijzing Erkenning Eventuele beroepsprocedure Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 7

2.2 De verschillende fasen van de erkenningsprocedure 1. Schriftelijke aanvraag door het opleidingsinstituut Na ontvangst van de beschrijving van de erkenningsprocedure bij de start van een nieuwe erkenningsronde, dient het opleidingsinstituut schriftelijke informatie aan te leveren bij de administratie van het Scholingsfonds. De schriftelijke informatie bestaat uit: Een ondertekende akkoordverklaring inzake de voorwaarden van deelname en beoordeling van het erkenningsreglement. Door ondertekening verkrijgt men recht op deelname aan de erkenningsprocedure; tevens onderwerpt men zich hiermee aan de binnen de regeling gehanteerde criteria en besluitvormingsprocedure. Een volledig ingevuld aanvraagformulier, waarbij alle vragen beantwoord dienen te worden. Een overzicht van de cursussen die het opleidingsinstituut wil aanbieden in het kader van de scholingsregeling. Dit geldt niet voor de instituten die op het moment van de indiening van de aanvraag reeds erkend zijn. Zij kunnen via cursuscodes verwijzen naar hun huidige aanbod voor zover dit aanbod nog gehandhaafd wordt. Een algemene informatiebrochure van het opleidingsinstituut. Ook dit geldt niet voor de instituten die op het moment van de indiening van de aanvraag reeds erkend zijn. 2. Beoordeling door de erkenningscommissie van het Scholingsfonds Het bestuur van het Scholingsfonds zal bij de beoordeling van de schriftelijke informatie gebruik maken van de inzet en werkzaamheden van de zogenaamde erkenningscommissie. Deze commissie bestaat uit medewerkers van het Scholingsfonds en onafhankelijke consultants van een voor de selectieprocedure ingehuurd adviesbureau. Het uit te brengen advies vindt plaats onder volledige verantwoordelijkheid van het onafhankelijke adviesbureau. Op basis van de aangeleverde schriftelijke informatie zal de erkenningscommissie van het Scholingsfonds een analyse maken van de mate waarin wordt voldaan aan de gestelde criteria. De erkenningscommissie beoordeelt de aanvraag in een vergadering welke resulteert in een advies aan het bestuur van het Scholingsfonds. De conclusie van het beraad van de erkenningscommissie kan zijn: Een advies aan het bestuur om het erkenningstraject voort te zetten; Een advies aan het bestuur om het opleidingsinstituut niet te erkennen; Een advies aan het bestuur om het besluit op te schorten. Bij ontbrekende of onvolledige informatie kan de erkenningscommissie dan tot nader onderzoek overgaan in de vorm van contact en overleg met het Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 8

opleidingsinstituut. Is dit het geval dan kan aanvullend materiaal en aanvullende informatie de basis vormen waarop aan het bestuur in een tweede ronde een advies wordt voorgelegd. 3. Besluit door het bestuur Scholingsfonds Op grond van de advisering van de erkenningscommissie komt het bestuur van het Scholingsfonds tot besluitvorming. In principe wordt het advies van de erkenningscommissie door het bestuur van het Scholingsfonds overgenomen. Indien het bestuur kennis heeft van bijzondere feiten of omstandigheden die bij de beoordeling door de erkenningscommissie niet zijn meegewogen, kan het bestuur afwijken van het advies. In dat geval kan het bestuur de erkenningscommissie opdragen nader onderzoek te verrichten. Het opleidingsinstituut wordt na het bestuursbesluit hierover schriftelijk in kennis gesteld. In het geval er een positieve beslissing wordt genomen, volgt de fase van de instituutsaudit. In het geval er sprake is van een negatief besluit is er voor het opleidingsinstituut een beroepsmogelijkheid. (Zie hoofdstuk 6, Beroepsmogelijkheden). 4. Instituutsaudit door de erkenningscommissie Binnen drie weken na het positieve bestuursbesluit wordt met het opleidingsinstituut een afspraak gemaakt voor een instituutsaudit. Een onafhankelijke auditor zal in opdracht van het bestuur het opleidingsinstituut bezoeken met het doel een gestructureerd en gedocumenteerd onderzoek te verrichten naar de reële status van de eerder aangeleverde schriftelijke informatie van het opleidingsinstituut en haar activiteiten. De resultaten van de audit worden vastgelegd in een gestandaardiseerd auditrapport. Op grond van dit rapport stelt de auditor aansluitend een erkenningsadvies op dat aan het bestuur van het Scholingsfonds wordt voorgelegd. 5. Besluitvorming erkenning Op grond van het auditrapport en het daaraan gekoppelde erkenningsadvies van de auditor neemt het bestuur van het Scholingsfonds een besluit inzake de erkenning van het opleidingsinstituut. Het opleidingsinstituut wordt na het bestuursbesluit hierover schriftelijk in kennis gesteld en ontvangt daarbij tevens een afschrift van het auditrapport. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 9

3. Criteria Het bestuur van het Scholingsfonds hanteert in de erkenningsregeling de hierna volgende drie criteria aan welke de opleidingsinstituten behoren te voldoen wil men voor erkenning in aanmerking komen. 1. Opleidingsinstituut en reikwijdte scholingsregeling 2. Continuïteit van het instituut 3. Kwaliteit van de opleidingsorganisatie en het aanbod 1. Opleidingsinstituut en reikwijdte scholingsregeling Er dient sprake te zijn van een opleidingsinstituut dat als private of publieke onderneming werkzaam is en dat als één van de belangrijkste doelstellingen heeft het verzorgen van scholing en bijscholing. Opleidingsinstituten die aan deze eis voldoen, dienen bovendien met hun opleidingsaanbod tenminste gedeeltelijk binnen de reikwijdte van de scholingsregeling te vallen. Onder reikwijdte van de scholingsregeling wordt verstaan: Cursussen dienen bestemd te zijn voor de bouwplaatswerknemer als bedoeld in de CAO voor de Bouwnijverheid. De cursussen dienen de vakbekwaamheid te verhogen en/of de vakkennis te verdiepen of verbreden. Verder dienen de cursussen gericht te zijn op de huidige of toekomstige functie van de bouwplaatswerknemer in het Bouwbedrijf. De toekomstige functie dient ook een bouwplaatsfunctie uit de CAO voor de Bouwnijverheid te zijn. Het is toegestaan dat opleidingsinstituten werken met onderaannemers (instituten aan wie de uitvoering van cursussen wordt uitbesteed). Hierbij is het erkende instituut eindverantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit van de cursus. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 10

2. Continuïteit Het bestuur van het Scholingsfonds acht het noodzakelijk dat deelnemers aan cursussen van de scholingsregeling, zekerheid hebben over de betrouwbaarheid en continuïteit van het opleidingsinstituut. Opleidingsinstituten kunnen erkend worden als zij voldoen aan de volgende continuïteitsbeginselen: het opleidingsinstituut moet minimaal twee jaar aaneengesloten (gerekend vanaf 1 januari voorafgaand aan de ingangsdatum van een eventuele erkenning) cursussen hebben verzorgd. er dient een vaste samenwerkingstructuur met docenten/trainers aangetoond te kunnen worden. Voor elk opleidingsinstituut geldt een minimale omzeteis van 50.000 op jaarbasis na het tweede jaar. Ook cursussen die niet onder de erkenningsregeling vallen, zoals bijvoorbeeld Arbo- en BHV cursussen, tellen mee voor het voldoen aan de omzeteis. het opleidingsinstituut dient de interne organisatie zodanig te hebben ingericht dat de kans op het niet doorgaan van cursussen (nagenoeg) uitgesloten is. 3. Kwaliteit van de opleidingsorganisatie en het aanbod Opleidingsinstituten zullen uitsluitend door het bestuur van het Scholingsfonds erkend worden als zij aannemelijk kunnen maken de kwaliteit van dienstverlening en producten te bewaken en te bevorderen. Elementen die het bestuur in dit verband in zijn beoordeling meeweegt, zijn: analyse van de opleidingsbehoefte, het ontwikkelen van het opleidingsaanbod, de uitvoering van de opleidingen en de evaluatie hiervan, ook in het MKB. Bijzondere aandacht gaat bovendien uit naar de wijze waarop opleidingsinstituten vorm geven aan de innovatie van hun opleidingsaanbod. In zeer uitzonderlijke gevallen kan het bestuur van het Scholingsfonds besluiten één of meerdere criteria niet van toepassing te laten zijn. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 11

4. De instituutsaudit 4.1 Doel Nadat het opleidingsinstituut in eerste aanleg is beoordeeld door de erkenningscommissie en er een positief besluit is genomen door het bestuur van het Scholingsfonds, volgt er een instituutsaudit. In opdracht van het bestuur van het Scholingsfonds brengt een onafhankelijke auditor een bezoek aan het opleidingsinstituut. Het bezoek heeft tot doel een gestructureerd en gedocumenteerd onderzoek uit te voeren naar de reële status van de eerder aangeleverde schriftelijk informatie van het opleidingsinstituut en haar activiteiten. 4.2 Soorten audits Binnen de kaders van de erkenningsregeling worden drie soorten audits onderscheiden. 1. Intake-audit Instituten die zich voor erkenning aanmelden en niet eerder zijn erkend door het Scholingsfondsbestuur worden, als het bestuur besluit het erkenningstraject voort te zetten, bezocht voor een intakeaudit. Tijdens deze audit zal er een controle plaatsvinden op alle criteria die in de erkenningsregeling zijn opgenomen: opleidingsinstituut en reikwijdte scholingsregeling, continuïteit, kwaliteit van de opleidingsorganisatie en de relevantie van het cursusaanbod. Bovendien vindt er tijdens de intakeaudit een beoordeling plaats van de financieel-administratieve organisatie waaruit blijken moet dat de noodzakelijke administratieve gegevensuitwisseling met de administratie van het Scholingsfonds mogelijk is. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 12

2. Periodieke audit Instituten die op het moment dat de erkenningstermijn van maximaal twee jaren verstreken is opnieuw in aanmerking wensen te komen voor erkenning, dienen een herbeoordelingsaudit te ondergaan. Tijdens deze audit vindt een herbeoordeling plaats op de algemene criteria van de regeling: opleidingsinstituut en reikwijdte scholingsregeling, continuïteit, kwaliteit van de opleidingsorganisatie en het cursusaanbod. Daarnaast zal er bij de herbeoordeling een controle plaatsvinden op de juistheid van de aansluiting van de administratie van het opleidingsinstituut en de administratie van het Scholingsfonds. Hierbij zal de aandacht gericht zijn op onder andere de opzet van de administratieve organisatie rondom de totstandkoming en verwerking van de deelnamelijsten, aanmeldingsformulieren en de onderliggende facturen en declaraties. Ook zal bij een periodieke audit beoordeeld worden in welke mate het opleidingsinstituut inspanningen heeft verricht om scholing te (laten) verzorgen binnen de branche, in het bijzonder in het MKB. Als het opleidingsinstituut in de voorafgaande erkenningsperiode van twee jaren geen of nagenoeg geen scholing heeft verzorgd binnen de reikwijdte van het Scholingsfonds kan het bestuur besluiten dit instituut uit te sluiten van een nieuwe erkenningsperiode. 3. Controle-audit Als opleidingsinstituten onder de erkenningsregeling vallen, kan het bestuur van het Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid besluiten tot het uitvoeren van een extra controle door middel van een zogeheten controle-audit. Deze audits zullen worden uitgevoerd wanneer het bestuur signalen ontvangt over onvolkomenheden in het kader van de uitvoering van de vergoedingsregeling en erkenningsregeling van het Scholingsfonds. Bovendien kan het bestuur tot een controle-audit besluiten zonder dat hiertoe directe aanleiding bestaat; deze controles vinden dan plaats in het kader van een permanente monitoring van erkende instituten. 4.3 Werkwijze Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 13

Binnen een termijn van drie weken na de positieve besluitvorming door het bestuur van het Scholingsfonds, wordt er een afspraak gemaakt waarbij de auditor het opleidingsinstituut gaat bezoeken voor de instituutsaudit. Tijdens deze audit wordt er door de auditor op gestructureerde wijze een onafhankelijk onderzoek gedaan om te bepalen of de activiteiten en omstandigheden van het opleidingsinstituut voldoen aan de criteria die in de erkenningsregeling zijn vastgelegd. Ter plekke zal de auditor onderzoek doen naar de reële stand van zaken. Derhalve dienen documenten die dit kunnen bewijzen te worden overgelegd aan de auditor. De auditor maakt tijdens het onderzoek aantekeningen volgens een daarvoor ontwikkeld format. Na afsluiting van het onderzoek, bij het beëindigen van het instituutsbezoek, wordt dit format door zowel de auditor als de auditee (de vertegenwoordiger van het opleidingsinstituut) ondertekend. De auditor werkt aansluitend zijn bevindingen uit en stelt een auditrapport op. Op basis van deze bevindingen wordt het erkenningsadvies opgesteld en aan het bestuur van het Scholingsfonds voorgelegd. Als er tijdens het onderzoek belangrijke verschillen worden gesignaleerd tussen de eerder aangeleverde schriftelijke informatie en de ter plekke geraadpleegde documentatie c.q. verstrekte mondelinge toelichting hierop, zal dit leiden tot een advies aan het bestuur van het Scholingsfonds om niet te erkennen. 4.4 Procedure en gedragscode auditoren Het bestuur van het Scholingsfonds zal in de fase van de instituutsauditing uitsluitend gebruik maken van gekwalificeerde, onafhankelijke auditoren. Het bestuur huurt hiervoor een onafhankelijk adviesbureau in. De auditoren zijn bij hun werkzaamheden gehouden aan de volgende gedragsregels: 1. Auditdoelen Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 14

De auditor zal aan het begin van het onderzoek de geauditeerde (vertegenwoordiger van het opleidingsinstituut) uiteenzetten wat de doelstellingen van de audit zijn. Hij zal aangeven op welke punten het onderzoek zal worden toegespitst en welke bewijsstukken daarbij dienen te worden overgelegd. 2. Het onderzoek De auditor zal tijdens het onderzoek in korte tijd bewijs verzamelen op de punten die bij de auditdoelen zijn aangegeven. Dit gebeurt door middel van interviews, onderzoek van documenten en waarnemingen van activiteiten en omstandigheden in de van belang zijnde gebieden. 3. Rapportage Ter plekke zal de auditor aan de hand van controlelijsten aantekeningen maken over de geconstateerde feiten. Het dient een getrouwe weergave te zijn van de geest en inhoud van de audit. Het document zal bij de afsluiting van de audit door beide partijen ondertekend worden. Op basis van dit document zal de auditor nadien het definitieve auditrapport opstellen en voorleggen aan het bestuur van het Scholingsfonds. 4. Onafhankelijkheid De auditoren dienen vrij te zijn van vooroordelen en invloeden die de objectiviteit kunnen aantasten. De auditoren zullen onafhankelijk en integer hun werkzaamheden verrichten. Zij zullen er voor instaan dat alle informatie en bestudeerde documenten met vertrouwelijkheid behandeld worden. 5. Informatie De auditoren zullen zich te allen tijde onthouden van uitspraken over een mogelijke uitkomst van het onderzoek. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 15

5. Geldigheid en duur erkenning 5.1 Toetreding Opleidingsinstituten hebben het hele jaar de mogelijkheid zich aan te melden voor erkenning. Erkenning is slechts mogelijk per 1 e dag van het kalenderkwartaal. Dus steeds per 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. De feitelijke ingangsdatum is afhankelijk van de benodigde tijd die nodig is voor de voorbeoordeling van de erkenningsaanvraag, de intake-audit en het bestuursbesluit en de opname in de digitale catalogus. 5.2 Duur erkenning en hertoetsing Als de erkenning door het bestuur van het Scholingsfonds is afgegeven, heeft deze een geldigheidsduur van in beginsel twee jaar. Voordat die twee jaar voorbij zijn, wordt een proces van hertoetsing gestart. 5.3 Tussentijdse hertoetsing en sanctionering Als het bestuur van het Scholingsfonds tussentijds signalen ontvangt waaruit blijkt dat het opleidingsinstituut niet langer aan de gestelde criteria voldoet of op zo n afkeurenswaardige manier handelt dat aan de goede naam en het aanzien van de erkenningen afbreuk wordt gedaan, kan een hertoetsing worden ingesteld. In dat geval zal het bestuur de erkenningscommissie opdracht verstrekken tot nader onderzoek. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zal het bestuur beslissen: de erkenning te handhaven; de erkenning te handhaven onder voorwaarden. In dit geval kan het bestuur het opleidingsinstituut corrigerende maatregelen voorstellen. Als is gebleken dat deze naar behoren zijn uitgevoerd, zal het bestuur van het Scholingsfonds overgaan tot een voortzetting van de erkenning; de erkenning in te trekken. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 16

6. Beroepsregeling 6.1 Beroepsmogelijkheden Een opleidingsinstituut dat te maken krijgt met een negatief besluit kan op drie momenten beroep aantekenen: 1. Nadat het bestuur van het Scholingsfonds een erkenningsaanvraag heeft afgewezen op basis van het door de erkenningscommissie opgestelde advies; 2. Nadat het bestuur van het Scholingsfonds een erkenningsaanvraag heeft afgewezen op basis van het door de auditor opgestelde auditrapport; 3. Nadat het bestuur van het Scholingsfonds besloten heeft de reeds verstrekte erkenning in te trekken, voordat de termijn waarvoor deze is verstrekt, verstreken is. 6.2 Beroepscommissie De beoordeling van een beroepschrift vindt plaats door de beroepscommissie erkenningsregeling. Dit is een onafhankelijke commissie die het ingestelde beroep beargumenteerd gegrond dan wel ongegrond verklaart. De commissie bestaat uit drie leden, afkomstig uit de advocatuur, de onderwijsinspectie respectievelijk de bouwverwante wetenschap. 6.3 Beroepsprocedure Het aantekenen van beroep tegen een door het bestuur van het Scholingsfonds genomen besluit dient schriftelijk te geschieden. Het beroep dient binnen vier weken nadat het bestuursbesluit is kenbaar gemaakt, ingediend te zijn en te worden gericht aan: Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid Beroepscommissie erkenningsregeling (2T7) t.a.v. de secretaris van de beroepscommissie Postbus 8700 1005 AS Amsterdam Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 17

6.4 Afhandeling beroep Een opleidingsinstituut dat beroep aantekent, ontvangt van het secretariaat van de beroepscommissie een bevestiging van ontvangst. Een beroepschrift wordt in beginsel binnen zes weken na datum van ontvangst afgehandeld. Indien een langere periode noodzakelijk is om tot afhandeling te komen, zal het opleidingsinstituut schriftelijk hierover worden ingelicht. 6.5 Inhoud beroepschrift Het beroep dient de volgende informatie te bevatten: Naam en woonplaats van het opleidingsinstituut en naam en woonplaats van de persoon die namens het opleidingsinstituut het beroep aantekent. Een inhoudelijke argumentatie op grond waarvan het beroep wordt aangetekend. Specifiek dient hierbij te worden aangegeven in hoeverre er sprake is van een onterechte of onjuiste inhoudelijke beoordeling van de erkenningscriteria. De argumentatie dient te worden aangevuld met schriftelijke bewijzen op grond waarvan het bestuursbesluit wordt aangevochten. Tevens dient een kopie van het bestreden besluit te worden bijgesloten. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 18

7. Consequenties voor erkende instituten 7.1 Inspanningsverplichting Het bestuur van het Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid rekent het tot zijn taak scholing in het kader van artikel 62a van de CAO voor de Bouwnijverheid te bevorderen. Om die reden geldt voor de erkende instituten het volgende: Het scholingsinstituut verricht inspanningen om scholing te (laten) verzorgen binnen de branche Bouwnijverheid. Het instituut verricht hierbij in het bijzonder inspanningen om scholing te verzorgen voor het midden- en kleinbedrijf (MKB). Het Scholingsfonds verstaat daaronder bedrijven met minder dan 20 werknemers. Bij voortzetting van de erkenning voor een vervolgtermijn zal bij de periodieke audit onderzocht worden welke scholingsbevorderende inspanningen door het instituut zijn verricht. Onderdelen van dit onderzoek zijn: de wijze waarop de scholingsvraag is geïnventariseerd. de wijze waarop het (nieuwe) aanbod, op basis van deze gegevens, is ontwikkeld. welke activiteiten er ondernomen zijn om scholing voor de sector te verzorgen. welke activiteiten er ondernomen zijn om scholing voor het MKB te verzorgen. welke budgetten daarvoor beschikbaar zijn gesteld. de resultaten van de marktbenadering. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 19

7.2 Meewerken aan evaluatiesystematiek De erkende opleidingsinstellingen zijn verplicht mee te werken aan de evaluatiemethode van het Scholingsfonds. Om de tevredenheid van de cursisten in beeld te brengen op een manier die volledig onderling vergelijkbaar is voor alle opleidingsinstituten, heeft het Scholingsfonds een evaluatiemethode ontwikkeld. Het Scholingsfonds verstrekt aan erkende instituten standaard evaluatieve vragenlijsten. Het model van de vragenlijst is door het Scholingsfonds voorgeschreven. Het instituut laat deze vragenlijst invullen door elke cursist die in het kader van artikel 62a een cursus heeft gevolgd. De door de cursist ingevulde vragenlijst worden gelijk met de zogeheten presentielijsten opgestuurd aan de administratie van het Scholingsfonds. Bij een voldoende representatief aantal vragenlijsten per cursus wordt de gemiddelde score van een voorgaande periode in de catalogus vermeld. 7.3 Opname in de catalogus Opleidingen CAO voor de Bouwnijverheid Cursussen Om de werkgevers die de CAO voor de Bouwnijverheid toepassen een compleet overzicht te bieden van de cursussen die voor vergoeding in aanmerking komen, zijn de erkende instituten verplicht alle relevante cursussen te laten opnemen in de catalogus Opleidingen CAO voor de Bouwnijverheid. Alle cursussen van erkende instituten die onder de reikwijdte van artikel 62a van bedoelde CAO vallen, komen dus in de catalogus te staan. In de catalogus worden alleen cursussen opgenomen die door het Scholingsfondsbestuur voor vergoeding zijn aangemerkt. De cursussen die voor opname in de catalogus worden aangeboden, moeten per ingangsdatum van de desbetreffende catalogus daadwerkelijk gevolgd kunnen worden. Bedrijfsprofiel Het bestuur van het Scholingsfonds biedt erkende instituten de ruimte om zich in de catalogus te profileren. 7.4 Meewerken aan administratieve procedures Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 20

Erkende opleidingsinstituten zijn verplicht mee te werken aan de administratieve procedures van het Scholingsfonds. Dit houdt onder andere in dat lijsten van deelname aan cursussen, en door de cursist ingevulde evaluatieformulieren, volledig worden ingevuld en binnen een vastgestelde termijn worden ingezonden. 7.5 Woord-/beeldmerk Alle door het bestuur van het Scholingsfonds erkende instituten mogen een woord-/beeldmerk gebruiken in hun communicatie. Dat woord-/beeldmerk ziet er als volgt uit: Na intrekking van de erkenning mag het woord-/beeldmerk niet meer gevoerd worden. Erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, 2012 21