Bescherming ozonlaag: 20 jaar effectief beleid - een welkome waarheid

Vergelijkbare documenten
Bescherming Ozonlaag. Een gezonde ozonlaag lijkt dichterbij dan verstandig zongedrag. Brochure voor Wereldozondag, 16 september 2013

Dikte van de ozonlaag,

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Ozon en ultraviolette straling: 1997

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces

UV-stralingsrisico s en klimaat:

UV-straling in Nederland,

UV-straling in Nederland,

Inleiding communicatie en didactiek van de Natuurwetenschappen (NS-291BP) 21 april 2005

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

5,9. Werkstuk door een scholier 2016 woorden 21 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Broeikaseffect. Inhoudsopgave:

Oog voor detail. ozone monitoring instrument

Kenniscentrum. Inhoud

Klimaatveranderingstand. wetenschap. Prof Wilco Hazeleger

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk

Meteorologische gegevens,

KNVWS Delft. Overzicht

Satelliet Waarnemingen

Klimaatverandering. Urgentie in Slow Motion. Bart Verheggen ECN

Hiatus: is de mondiale opwarming aan het vertragen?

Atmosfeeronderzoek bij SRON

BROEIKASEFFECT HET BROEIKASEFFECT: FEIT OF FICTIE? Lees de teksten en beantwoord de daarop volgende vragen.

Meteorologische gegevens,

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering Klimaatverandering

Broeikasgasemissies in Nederland,

Werkstuk ANW Ozonproblematiek

Meteorologische gegevens,

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

De aardse atmosfeer. Robert Parson Associate Professor Department of Chemistry and Biochemistry University of Colorado

KNMI 06 klimaatscenario s

NNV-bestuursstandpunt over de samenhang tussen klimaatverandering en energiegebruik

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Smog in zomer van 5

Opmaak-Satelliet-pam :47 Pagina 70

VERANDEREN VAN KLIMAAT?

Bescherming van de ozonlaag; CFK- vrij Suriname vanaf 2010

Fotochemische luchtverontreiniging: oorzaken en effecten Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Evolutie van het klimaat in België

Warmte Protocol Versie maart 2019

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Werkstuk Maatschappijleer Broeikaseffect

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Klimaat en klimaatveranderingen

Broeikasgasemissies in Nederland,

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Wordt de klimaatsverandering veroorzaakt door de mens, of is het een natuurlijk proces?

Informatie over verstandig zonnen en bescherming van de huid.

Opwarming van de aarde

Stratosfeer en ozonlaag. Dr. Michiel van Weele Atmosfeer- en Klimaatonderzoek KNMI, De Bilt

Energiebalans aarde: systeemgrens

Bewust Duurzaam Bouwen. Deel 1: Waarom?

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Bedreigingen. Broeikaseffect

Achtergrondinformatie toelichtingen bij ppt1

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

Presenta/e door Jan de Kraker - 5 mei Energie in Beweging

KLIMAATVERANDERING. 20e eeuw

Luchtvaart en klimaatverandering. Peter van Velthoven

Klimaatverandering in internationaal perspectief

CFK s als drijfgassen

Opwarming van de aarde

Samenvatting ANW broeikaseffect ( 2e Schoolexamen Week 7 )

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Opwarming aarde niet de schuld van het vee

HET CFK-AKTIEPROGRAMMA EN HET BROEIKASEFFECT

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

dampkring voorstelt en een fles die een planeet zonder dampkring voorstelt

Een fragiele wereld drijft ons naar andere koelmiddelen. De warmtepomp is het broertje van de koelmachine

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

Samenvatting Biologie Thema 7

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

Het klimaat, broeikasgassen en wij...!

Samenvatting Aardrijkskunde H.2 tot paragraaf 8

Werkstuk ANW Broeikaseffect

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting NLT Aërosolen

Vermestende depositie,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

KNMI 06 klimaatscenario s

Meteorologische gegevens,

Curaçao Carbon Footprint 2015

Les bij klimaatverandering:

Klimaat in de 21 e eeuw

Samenvatting aardrijkskunde H9:

Emissie broeikasgassen in Europa,

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Over aardobservatie en onze atmosfeer: GLOBE Aerosolen KNMI, NSO, NEMO SLC, GLOBE Nederland

Klimaatmodellen. Projecties van een toekomstig klimaat. Wiskundige vergelijkingen

Workshop Klimaatverandering. Inhoud: pag. 2 t/m 31 : Erno Bouma Is er wat aan de hand? pag. 32 t/m 46: Jan Schreuder Vereinigte Hagel

Een klein overzicht over het versterkte broeikas effect (door Evert Wesker)

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Nieuwe duurzame koelconcepten. Rittal B.V. Elbert Raben

Geologische tijdschaal. AK 4vwo vrijdag 31 oktober. 11 Het klimaat door de tijd. inhoud

Nieuwe KNMIklimaatscenario s. Janette Bessembinder e.v.a.

Transcriptie:

Bescherming ozonlaag: 2 jaar effectief beleid - een welkome waarheid

Bescherming ozonlaag: 2 jaar effectief beleid - een welkome waarheid Het ter bescherming van de ozonlaag bestaat twintig jaar. Dankzij dit Protocol gebruiken we vrijwel geen ozonlaag afbrekende stoffen meer. De hoeveelheid van deze stoffen in de atmosfeer neemt de laatste jaren zelfs langzaam af. De ozonlaag vertoont echter nog geen duidelijk teken van herstel. Toch wordt volledig herstel verwacht halverwege deze eeuw. Het is een schoolvoorbeeld van succesvol wereldwijd milieubeleid. Naast minder uitstoot van ozonlaag afbrekende stoffen heeft het ook geleid tot minder uitstoot van broeikasgassen. Het levert tot nu toe zelfs een grotere bijdrage aan de beperking van de uitstoot van broeikasgassen dan het Kyoto Protocol. Twintig jaar bescherming van de ozonlaag Twintig jaar geleden, op 16 september 1987, werd het van de Verenigde Naties opgesteld. Dit verdrag beschermt de ozonlaag door de productie van ozonlaag afbrekende stoffen terug te dringen. De ozonlaag beschermt het leven op aarde tegen schadelijk ultraviolet (UV) zonlicht. Sinds het begin van de jaren 8 is de ozonlaag dunner geworden als gevolg van de uitstoot van ozonlaag afbrekende stoffen zoals chloorfluorkoolstoffen (cfk s). In de ozonlaag worden cfk s door de UV-straling ontleed en het hierbij vrijkomende chloor breekt ozon af. Een mondiale aanpak van dit probleem, waarbij constructief werd samengewerkt tussen wetenschappers, de milieubeweging, beleidsmakers en de industrie, leidde binnen enkele jaren tot het. Sindsdien is de productie van ozonlaag afbrekende stoffen sterk afgenomen en ook neemt sinds halverwege de jaren 9 de hoeveelheid van deze stoffen in de atmosfeer langzaam af. Het is een schoolvoorbeeld van succesvol mondiaal beleid, waardoor de aantasting van de ozonlaag met de negatieve gevolgen daarvan voor de mens en de natuur naar het zich nu laat aanzien beperkt blijven. De ozonlaag vertoont echter nog geen duidelijk teken van herstel. Dit heeft verschillende oorzaken. Ten eerste is de afname in de hoeveelheid ozonlaag afbrekende stoffen nog maar klein. Daarnaast vertoont de ozonlaag natuurlijke variaties van jaar op jaar, waardoor een eventueel begin van herstel nu nog niet zou opvallen. Ten slotte wordt het herstel mogelijk vertraagd door de klimaatverandering als gevolg van het versterkte broeikaseffect. In deze brochure wordt beschreven wat de gevolgen van het 2-jarige zijn voor de hoeveelheid ozonlaag afbrekende stoffen, de ozonlaag, de UV-straling in Nederland, het aantal gevallen van huidkanker en het klimaat. Foto. IStockPhoto.com

198 1983 1986 1989 CFK s: een wondermiddel met een nadeel Cfk s zijn in de jaren 3 van de vorige eeuw ontwikkeld als koelmiddel voor koelkasten. In de jaren erna nam het aantal toepassingen snel toe en werden cfk s gebruikt als drijfgas in spuitbussen, voor het maken van schuimen en als reinigingsmiddel. Tot midden jaren 7 nam de wereldwijde productie van cfk s toe met 1-2% per jaar (Figuur 1). Cfk s werden gezien als een wondermiddel. Ze zijn chemisch stabiel, onbrandbaar, niet giftig en goedkoop te produceren. In 1974 ontdekten de latere Nobelprijswinnaars Molina and Rowland echter dat cfk s de ozonlaag kunnen aantasten. Het directe gevolg was dat de productie van cfk s tijdelijk niet meer toenam doordat nationale overheden cfk s in sommige toepassingen gingen verbieden en de consumenten minder spuitbussen met cfk s gingen gebruiken. Enkele jaren later nam de productie toch weer toe doordat er andere toepassingen werden gevonden en de productie in Azië op gang begon te komen. Na de totstandkoming van het in 1987 en van verscheidene amendementen in de jaren daarna is de productie sterk gedaald. Vanaf halverwege de jaren negentig komen er in de atmosfeer minder cfk s bij dan er door UV-straling worden ontleed en neemt de hoeveelheid cfk s langzaam af (Figuur 2). Naar verwachting zal de daling zich de komende decennia voortzetten en zal de hoeveelheid ozonlaag afbrekende stoffen rond het midden van deze eeuw weer op het niveau zijn van voordat de ozonlaag werd aangetast. Zonder het zou de hoeveelheid ozonlaag afbrekende stoffen verder zijn gestegen en zou de ozonlaag veel meer zijn aangetast dan nu het geval is. Productie (1 ton/jaar) Concentratie (deeltjes per miljard) 1 8 6 4 2 MNP 196 197 198 199 2 21 22 1 8 6 4 2 Productie CFK-12 Figuur 1. De wereldwijde productie van CFK-12, een van de belangrijkste cfk s. De blauwe lijn toont de productie volgens het en later overeengekomen amendementen. De rode band toont hoe de productie gestegen zou kunnen zijn zonder het. Ozonlaag afbrekende stoffen in de atmosfeer MNP 196 197 198 199 2 21 22 Figuur 2. De hoeveelheid ozonlaag afbrekende stoffen in de atmosfeer. De blauwe lijn toont de hoeveelheid volgens het en de later overeengekomen amendementen. De rode band toont hoe de hoeveelheid gestegen zou kunnen zijn zonder het.

1992 1995 1998 21 Het ozongat wordt nog niet kleiner De ozonlaag bevat zeer weinig waterdamp en is daarom doorgaans onbewolkt. Wolken ontstaan hier alleen als het zeer koud is, onder de -8 C. Vanwege hun kleur worden deze wolken parelmoerwolken genoemd. Ozon wordt afgebroken onder invloed van parelmoerwolken, zonlicht en het chloor uit de cfk s. Deze combinatie komt vooral voor aan het einde van de poolnacht in de ozonlaag boven het Zuidpoolgebied en, in mindere mate, het Noordpoolgebied. Boven het Zuidpoolgebied wordt sinds de jaren 8 in het voorjaar ruim de helft van de ozon afgebroken (Figuur 3). Dit wordt het ozongat genoemd. Natuurlijke variaties in de atmosferische stromingen en temperatuur beïnvloeden de hoeveelheid ozon van jaar tot jaar. De wereldbolletjes tonen de dikte van de ozonlaag boven het zuidelijk halfrond in een aantal oktobermaanden sinds 198. Het ozongat is het gebied met lage ozonwaarden, blauw en zwart in de figuren. Ondanks de afname van de hoeveelheid ozonlaag afbrekende stoffen in de atmosfeer, vertoont de ozonlaag nog geen duidelijk teken van herstel. In 26 was het ozongat zelfs groter dan ooit gemeten. Ozonlaagdikte (DE) 5 45 4 35 3 25 2 197 Ozonlaagdikte, gemiddeld over 63-9 198 Jaar 199 NH maart ZH oktober 2 Figuur 3. De dikte van de ozonlaag gemiddeld over het Zuidpoolgebied, in oktober, en het Noordpoolgebied, in maart, gemeten vanaf verschillende satellieten, in Dobson eenheden. Eén Dobson eenheid is 2,7 x 1 2 ozonmoleculen per m 2. Ook boven Nederland en België leiden de cfk s tot ozonafbraak. De afbraak is minder sterk dan boven de poolgebieden en gebeurt op een andere manier. Figuur 4 toont de dikte van de ozonlaag boven Brussel vanaf 1971. De afname van de hoeveelheid ozon in de jaren 8 wordt toegeschreven aan de toename van de hoeveelheid cfk s. Opvallend zijn de lage waarden na de drie aangegeven vulkaanuitbarstingen, in het bijzonder in 1992-93 na de uitbarsting van de vulkaan Pinatubo. Deze lage waarden zijn waarschijnlijk deels het gevolg van zwaveldeeltjes afkomstig van de uitbarstingen. Deze deeltjes versterken de ozonafbrekende werking van ozonaantastende stoffen. Figuur 5 laat zien dat sinds de jaren 7 de hoeveelheid ozon in de ozonlaag is afgenomen en in de onderste luchtlaag, beneden ongeveer 1 km hoogte, is toegenomen. Dit laatste is het gevolg van vervuiling door het verkeer en de industrie. Ozon is een giftig gas en toename hiervan in de lagere atmosfeer, waar het leven zich bevindt, is daarom schadelijk. Dikte van de ozonlaag (DE) 35 345 34 335 33 325 32 315 31 35 Fuego El Chichon 3 72 74 76 78 8 82 84 86 88 9 92 94 96 98 2 4 6 Km boven de grond 35 3 25 2 15 1 5 Pinatubo Figuur 4. De dikte van de ozonlaag in Brussel zoals gemeten sinds 1971 door het KMI, in Dobson eenheden. Variaties met een periode kleiner dan een jaar zijn weggelaten. 2 4 6 8 1 12 14 Ozon (mpa) Ozon (mpa) 1969-1979 Ozon (mpa) 1995-25 Figuur 5. Verticale verdeling van de ozonconcentratie (in millipascal) in Brussel, gemiddeld over de jaren 1969-1979 (blauw) en 1995-25 (rood).

Figuren wereldbollen. De dikte van de ozonlaag boven het zuidelijk halfrond in een aantal oktobermaanden sinds 198, in Dobson eenheden. Dikte van de ozonlaag [DE] 15 175 2 225 25 275 3 325 35 375 4 425 45 475 5 24 26 UV-straling in Nederland De ozonlaag beschermt het leven op aarde tegen schadelijke UV-straling van de zon. De zonkracht is een maat voor de intensiteit van de UV-straling. De zonkracht hangt sterk af van de zonshoogte en de hoeveelheden ozon, bewolking (Figuur 6) en stofdeeltjes in de atmosfeer. Ook een sneeuwdek kan de zonkracht beïnvloeden. In juni en juli is de zonkracht in Nederland het hoogst. De zonkracht rond het middaguur is dan gemiddeld ongeveer 4 en kan bij heldere hemel oplopen tot 8. De zonkracht in de traditionele vakantielanden rond de Middellandse Zee is in de zomer regelmatig groter dan 1 (Figuur 7). In de winter is de zonkracht in Nederland door de lage zonnestand meestal lager dan één. Zonkracht Zonkracht op 22 en 23 mei 27 Bilthoven 8 7 6 5 4 3 2 1 23 mei 22 mei 6 9 12 15 18 21 Tijd (uren) Met behulp van ozonmetingen en een schatting van de invloed van bewolking op de UV-straling, is de UV-jaarsom in Nederland in de afgelopen decennia berekend (Figuur 8). In de bovenste grafiek is de invloed van veranderingen in bewolking weggelaten, waardoor deze grafiek het beste de effecten van ozonveranderingen laat zien. De onderste grafiek toont de gecombineerde effecten van veranderingen in ozon en bewolking. De hoogste jaarsom in Nederland trad op in 1995 en 23. In beide jaren was de ozonlaag relatief dun en in 23 was bovendien de zomer zeer zonnig. Sinds het begin van de jaren 8 is de UV-belasting in Nederland met 5 tot 1 % toegenomen. Figuur 8. UV-jaarsom in Nederland in de afgelopen decennia, zonder en met bewolkingseffecten. Figuur 6. Dagverloop van de zonkracht op twee opeenvolgende dagen in mei 27, waarvan de eerste bewolkt en de tweede wolkeloos. Figuur 7. De zonkracht bij heldere hemel en hoogste zonnestand in Europa op 22 mei 27. Figuur 9. Procentuele verschil tussen de gemiddelde UV-jaarsom in de jaren 23-25 en de jaren 1979-1981. Verschillen in bewolking kunnen leiden tot grote verschillen in de UV-jaarsom tussen verschillende jaren en tussen verschillende gebieden.

Veranderingen in de UV-jaarsom verschillen per regio (Figuur 9). De verschillen zijn het gevolg van regionale verschillen in de veranderingen in de hoeveelheid ozon en de bewolking. Figuur 1 toont de gevolgen van twee verschillende scenario s van het gebruik van ozonlaag aantastende stoffen voor de UV-jaarsom in Nederland. De onzekerheid in de toekomstige ontwikkelingen hangt vooral samen met de onzekerheid in de invloed van klimaatverandering op het herstel van de ozonlaag. In de berekening is verondersteld dat geen verandering optreedt in de bewolking. Afwijking (%) 2 15 1 5-5 Afwijking UV-jaarsom in Nederland Waarnemingen Gemiddelde op gematigde breedte 198 2 22 24 26 28 21 Jaar Figuur 1. De gevolgen van twee verschillende scenario s van het gebruik van ozonlaag aantastende stoffen voor de UV-belasting in Nederland: een scenario zonder maatregelen waarbij de historische groei van het gebruik van ozonaantastende stoffen is voortgezet, en het scenario volgens de huidige aangescherpte afspraken in het. De berekeningen zijn vergeleken met de uit waargenomen ozonveranderingen berekende veranderingen in de UV-belasting. De groene band geeft de gemiddelde UV-verandering op gematigde (noorder) breedten. De bandbreedte geeft de spreiding in resultaten van verschillende modellen (berekend op basis van de vierjaarlijkse WMO/UNEP rapportage over de ozonlaag). Effecten van de toename in de UV-belasting UV-straling heeft effecten op de gezondheid, maar ook op de natuur, gewassen en voedselketens. Zonnebrand en sneeuwblindheid zijn voorbeelden van schadelijke gezondheidseffecten op korte termijn. Op lange termijn kan UV-blootstelling leiden tot huidveroudering en huidkanker en bijdragen aan staarvorming. In Nederland doen zich jaarlijks ongeveer 2 nieuwe gevallen van huidkanker voor. Daarmee is huidkanker één van de meest voorkomende vormen van kanker. Aan huidkanker overlijden jaarlijks ongeveer 5 Nederlanders. Staar komt in Nederland veelvuldig voor. Jaarlijks vinden circa 8 tot 9 duizend staaroperaties plaats. Naast schadelijke effecten heeft UV-straling ook een belangrijk positief gezondheidseffect: de vorming van vitamine-d. Tekorten aan vitamine-d kunnen leiden tot een verstoorde botopbouw ( Engelse ziekte (rachitis) en osteoporose) en er zijn indicaties dat een tekort aan vitamine-d de kans op bepaalde vormen van kanker kan verhogen. De toename in de UV-belasting leidt bij ongewijzigd gedrag tot een toename van het aantal gevallen van huidkanker. Figuur 11 toont het extra aantal gevallen Aantal per miljoen inwoners per jaar van huidkanker door ozonaantasting voor de verschillende scenario s van het gebruik van ozonaantastende stoffen. Zonder zou die toename rond het midden van deze eeuw ruim 1 gevallen per miljoen inwoners per jaar zijn. Het aangescherpte leidt tot een aanzienlijk lagere toename van ongeveer 15 gevallen per miljoen inwoners per jaar. 8 7 6 5 4 3 2 1 Extra gevallen van huidkanker veroorzaakt door ozonaantasting Nederland Gemiddelde op gematigde breedte 198 2 22 24 26 28 21 Jaar Figuur 11. De berekende toename van het aantal gevallen van huidkanker in Nederland door ozonaantasting bij ongewijzigd gedrag, bij de verschillende scenario s van de UV-belasting als gegeven in Figuur 1.

Is aantasting van de ozonlaag de oorzaak van klimaatverandering? Nee. De ozonlaag wordt aangetast door de uitstoot van cfk s en vergelijkbare stoffen door de mens. Deze gassen blijven tientallen jaren in de atmosfeer. Enkele jaren na de uitstoot bereiken ze de ozonlaag. Via chemische reacties breken ze daar ozon af. Klimaatverandering wordt daarentegen veroorzaakt door de toename van de hoeveelheid broeikasgassen (voornamelijk kooldioxide, methaan en lachgas) door de mens. Deze gassen blijven ook lang in de atmosfeer aanwezig. Door de absorptie van infrarode straling, het broeikaseffect, verwarmen ze de aarde. Toch zijn aantasting van de ozonlaag en klimaatverandering niet geheel onafhankelijk van elkaar. Ten eerste absorberen cfk s ook infrarode straling en zijn, per molecuul gezien, zelfs veel sterkere broeikasgassen dan kooldioxide, methaan en lachgas. De gassen die de ozonlaag aantasten dragen momenteel 2% bij aan het versterkte broeikaseffect. Ten tweede hebben veranderingen in de atmosfeer door het broeikaseffect invloed op de ozonlaag. Door het versterkte broeikaseffect warmt het aardoppervlak en de onderste 15 km van de atmosfeer op, terwijl de ozonlaag tussen 15 en 3 km hoogte juist afkoelt. Deze afkoeling kan, afhankelijk van de locatie, het herstel van de ozonlaag versnellen of vertragen. Klimaatverandering heeft ook effect op de luchtstromingen. Volgens de huidige inzichten neemt de aanvoer van cfk-rijke lucht van de lagere atmosfeer naar de ozonlaag toe, wat de verblijftijd van cfk s in de atmosfeer zou verkorten en zo het herstel van de ozonlaag zou bespoedigen. Ten slotte is er ook klimaatverandering mogelijk ten gevolge van de aantasting van de ozonlaag. Door de afbraak van ozon verandert de temperatuurverdeling in de ozonlaag. Sommige studies suggereren dat hierdoor boven de polaire gebieden in de late winter en de lente de westenwinden sterker worden, zowel in de ozonlaag als nabij de grond. In West-Europa zou het hierdoor in dit seizoen warmer worden. succesvol voor ozonlaag én klimaat Het doel van het was en is het beschermen van de ozonlaag. Maar het heeft ook wezenlijk bijgedragen aan het beperken van het broeikaseffect. Zonder het zou de broeikaswerking van ozonlaag afbrekende stoffen ongeveer twee maal zo groot zijn geweest als nu en ongeveer de helft van die van kooldioxide (Figuur 12). Hiermee is ongeveer tien jaar gewonnen voor het klimaat. De beperking van het broeikaseffect door het is vijf keer zo groot als het eerste doel van het Kyoto Protocol voor 28-212. Nieuwe maatregelen in het, zoals het vernietigen van cfk s in bestaande toepassingen en het gebruik van alternatieve gassen met een geringere ozonafbrekende en/of broeikaswerking, leiden tot nog meer voordelen voor de ozonlaag en het klimaat. In de Europese Unie en in het kader van het Kyoto Protocol wordt gesproken over verdergaande vermindering van de uitstoot van broeikasgassen na 212 met veel grotere klimaateffecten dan het. Emissie (miljard ton CO 2 -eq/jaar) 4 3 2 1 Broeikaswerking CO 2 emissies 2. Grootte van het reductiedoel Kyoto Protocol MNP 196 197 198 199 2 21 22 Foto. IStockPhoto.com Figuur 12. Broeikaswerking van ozonlaag afbrekende stoffen en van kooldioxide. De blauwe lijn toont de broeikaswerking van ozonlaag afbrekende stoffen volgens het en de later over-eengekomen amendementen. De rode band toont hoe de broeikaswerking van ozonlaag afbrekende stoffen gestegen zou kunnen zijn zonder het. De groene lijn toont de broeikaswerking van de toegenomen hoeveelheid kooldioxide. De beperking van het broeikaseffect door het is vijf keer zo groot als het eerste doel van het Kyoto Protocol voor 28-212.

Metingen van ozon en UV Metingen zijn onmisbaar om de veranderingen en trends in de ozonlaagdikte en de UV-belasting op grondniveau te kunnen vaststellen. Metingen vanaf de grond en vanuit satellieten vullen elkaar hierbij aan. Nederland en België zijn actief op beide terreinen. Satellietmetingen zijn doorgaans iets minder nauwkeurig dan grondmetingen, maar beslaan wel de gehele aarde. Grondwaarnemingen vormen een belangrijke basis voor de validatie van satellietwaarnemingen. Ozonmetingen Satellieten meten ozon op wereldwijde schaal sinds de jaren 7. De hoeveelheid ozon volgt uit het spectrum van het zonlicht dat door de atmosfeer wordt teruggekaatst en door de satellieten wordt opgevangen. Aanvankelijk werd ozon met Amerikaanse satellietinstrumenten gemeten maar sinds de jaren 9 heeft ook Nederland een sterke inbreng. Nederland heeft industriële bijdragen geleverd aan GOME (gelanceerd in 1995), SCIAMACHY (22), OMI (24) en GOME-2 (26). De validatie van de SCIAMACHY metingen en de wetenschappelijke leiding van het OMI instrument zijn in Nederlandse handen. De satellietmetingen worden verwerkt tot dagelijkse wereldkaarten van de hoeveelheid ozon. Zo wordt onder meer de ontwikkeling van het ozongat gevolgd (Figuur 13). ozon (megaton) 45 4 35 3 25 2 15 1 5 1 Aug KNMI / ESA 1 Sep Hoeveelheid afgebroken ozon boven Antarctica 1 Oct 1 Nov 1 Dec 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 31 Dec Figuur 13. Ontwikkeling van de hoeveelheid afgebroken ozon boven het Zuidpoolgebied in de jaren 1998-26, gebaseerd op metingen door de GOME en SCIAMACHY satellietinstrumenten, uitgedrukt in miljoenen tonnen. De concentratie en de afbraak van ozon hangen sterk af van de hoogte. De RIVM stratosfeerlidar in Nieuw-Zeeland (Figuur 14) meet de verticale verdeling van de ozonconcentratie en de temperatuur in de stratosfeer(1-45 km hoogte) (Figuur 15). Een begin van herstel van de ozonlaag kan met dit instrument al in een vroeg stadium worden waargenomen. De verticale verdeling van ozon wordt ook gemeten met ozonsondes, die vanaf de grond met een weerballon worden opgelaten. Dit wordt gedaan door het KMI in Brussel en door het KNMI in De Bilt en in Paramaribo. UV-stralingsmetingen Bij de meest nauwkeurige metingen van de UV-straling en de zonkracht wordt gebruik gemaakt van geijkte spectrometers op grondniveau. Echter, dergelijke metingen zijn kostbaar en slechts beperkt voorhanden, in België vanaf 1989 en in Nederland vanaf 1993. Om langjarige trends te kunnen interpreteren worden de UV-metingen gecombineerd met metingen van de ozonlaagdikte en de bewolking. Figuur 14. Lidar in Nieuw Zeeland, waarmee met laserlicht de verticale verdeling van ozon wordt gemeten. Colofon Figuur 15. Verticale verdeling van de ozonconcentratie (moleculen per m 3 ) in Lauder, Nieuw- Zeeland, sinds 1995. Samenstelling Peter Siegmund, Harry Slaper, Guus Velders, Hugo De Backer, met bijdragen van: Ronald van der A, Marc Allaart, Peter den Outer, Daan Swart, Pepijn Veefkind, Michiel van Weele. Grafische vormgeving Studio KNMI, Kim Pieneman Internet Milieu- en Natuurcompendium: http://www.mnp.nl/mnc/x-nl--b3_2.html UV-straling, actuele zonkracht: http://www.rivm.nl/uv Verwachting van ozon en zonkracht: http://www.temis.nl Ozontrends in Brussel: http://ozone.meteo.be/ozone/trends.php WMO/UNEP Scientific Assessment of Ozone Depletion: 26: http:// www.wmo.ch/pages/prog/arep/gaw/ozone_26/ozone_asst_report.html Jaar van de Aarde Het jaar 28 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het Internationale Jaar van de Planeet Aarde. Een van de doelen is het verminderen van de risico s voor de samenleving van natuurlijke en door de mens veroorzaakte bedreigingen. Het ter bescherming van de ozonlaag is een goed voorbeeld hiervan. Het Jaar van de Aarde wordt in Nederland georganiseerd door een Nationaal Comité met 4 deelnemende instituten en organisaties. Voorpagina Het ozongat boven het Zuidpoolgebied als gevolg van de uitstoot van cfk s bereikte in oktober 26 recordwaarden. Dit beeld laat ozonwaarden zien gemeten op 22 oktober 26 met het Nederlands-Finse Ozone Monitoring Instrument (OMI) op de NASA Aura satelliet. Rood betekent veel ozon, blauw betekent weinig ozon. De metingen zijn met een speciale zoom-instelling verricht, met een voor ozon-satellietmetingen ongekend hoge resolutie van ongeveer 12 km. Doordat er met deze hoge resolutie is gemeten is er geen volledige bedekking, wat normaal wel het geval is. De metingen nabij de Zuidpool zijn door de lage zonnehoek minder nauwkeurig en zijn daarom in het beeld weggelaten. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), Milieu- en Natuurplanbureau (MNP), Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), met medewerking van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI), september 27.