11 maart 2014 L. de Hoogt 14 0412



Vergelijkbare documenten
Welkom. Kennissessie. Vervoer van gevaarlijke stoffen: Externe Veiligheid

Van de fracties PvdA, D66, CDA en LPF over Veel meer gevaarlijke stoffen dan is toegestaan

Vervoer van gevaarlijke stoffen in Landgraaf. Door Peter Robbe, programmamanager Gevaarlijke Stoffen bij ProRail

Halderberge en het Basisnet Spoor. 11 december 2013

MILIEUADVIES. Gemeente Woerden College van burgemeester en wethouders B. Wouda en C. Roodhart WOE1513.T001

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Beantwoording vragen over gevaren voor burgers nabij het spoor

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Spoor: Dordrecht-Eindhoven (traject Oisterwijk) Wegen: Rijksweg A58 (Knp. De Baars- afrit 8 Oirschot) ijk 6 ( h fi 3)

BASISNET - WAT STAAT ONS TE WACHTEN?

Raadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols over goederentreinen rijden

Vervoer van gevaarlijke stoffen Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Bestemd voor : Woonstichting Sint Joseph, Dhr. K. Vink en BRO, Dhr. W. de Ruiter.

Uw kenmerk Verzonden 11 juni 2013 Bij antwoord datum, ons kenmerk en onderwerp vermelden

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Basisnet, hoe dat ik dat? Inhoud. Inhoud. Brabantse Studiedag Basisnet, hoe dat ik dat? Basisnet, hoe dat ik dat?

Advies: 1. In te stemmen met RIB 15R en deze verzenden aan de raad. NEE. wethouder de Weger. Van: B. Wouda Tel nr: 8621 Nummer: 15A.

4 november 2014 Y. de Graaf OV-chippoortjes 2

Vught Jp. ovb Ũ 7 MEI kopie ļ. afd. Gemeente Boxtel t.a.v. het College van B&W postbus DA BOXTEL

Overzicht vervoer gevaarlijke stoffen Artikel 43-vragen inzake treinramp in Wetteren en de veiligheid op en aan het Roermondse spoornet

Datum Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Advies externe veiligheid

Risicoanalyse transport spoor

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Spoor

Figuur 1 Bestaande en nieuwe bestemmingsplansituatie Zuider Parallelweg 35

Externe Veiligheid. bestemmingsplan Helpman

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Noordgebouw, stationsgebied

Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Spoor

Welke maatregelen worden genomen bij gevaarlijke transporten?

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Oog in Al

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Externe Veiligheid haalbaarheidstoets Stationsstraat short stay appartementen

Intern memo. Projectteam Uitwerkingsplan Almere Poort - Duin 1e fase. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Basisnet Spoor. Veiligheidswinst en handelingsperspectief

Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk

Quickscan externe veiligheid t.b.v. bestemmingsplan De Hoven, De Werven en De Gouwen

Externe veiligheid spoor bedrijvenpark A1 oost

BASISNET EN RUIMTELIJKE ORDENING. Mary Stokhof-Hassing - RWS Kristel Hoogenboezem-Lanslots - RWS Bob van Os - BZK

Bredeweg - De Kouwe Noord - Geffen

Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Veilig vervoer gevaarlijke stoffen per spoor,

Risicoanalyse transport Spoor en Vaarwegen

Ons kenmerk C210/ Aantal bijlagen

Externe veiligheid en verdubbeling / verbreding N366

Betreft: schriftelijke vragen PvdA Den Bosch ex art. 39: Spoorvervoer gevaarlijke stoffen

RISICOANALYSE SPOOR VOSSENBERG - HELMOND

Onderstaand informeer ik u over de uitkomsten van de nadere verkenning van de resterende onderwerpen.

Rapport toetsing realisatiecijfers vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor aan de risicoplafonds Basisnet over de periode

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. f $(^Ölé> (z'b^ Dat.ontv, U APR 2016

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Maatregelen ter verbetering van Bijlagen bij Inventarisatie van de externe veiligheid EV-risico s bij het vervoer van gevaarlijke stoffen

Bijlage 4 Memo externe veiligheid spoorlijn

Bijlage externe veiligheid

Rapport toetsing realisatiecijfers vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor aan de risicoplafonds Basisnet over de periode

Verantwoording groepsrisico. Esse-Kleinpolder gemeente Zuidplas

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen

Externe veiligheid. Algemeen

Datum Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

MEMO. Ontwikkelingen spoor. Vakgroep Risicobeheersing Marcel Reefhuis. Ontwikkelingen spoor

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Uitrol Basisnet vanaf 2014

Concept ten behoeve van internetconsultatie augustus 2016

Intern memo. Projectteam bestemmingsplan Staatsliedenwijk. Archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobilliteit. Gert-Jan van de Bovenkamp

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht Meer treinen met giftige stoffen dan toegestaan? 1

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

SCM Milieu BV. mr. I. Vromen. WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax.

ANALYSE EXTERNE VEILIGHEID HEIDELAAN A ERMELO

Externe Veiligheid. Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein

Risicoberekening Spoor Vakantieparken Onze Woudstee en Dennenhoek Harderwijk

Bestemmingsplan ML-NW Risicoanalyse externe veiligheid

Externe veiligheid spoor. Locatie Otje van Potje te Rijssen

RAADSINFORMATIEBRIEF

Externe Veiligheid Keerkring 5

Vragenlijst publieksonderzoek veiligheidsrisico s

Risico-inventarisatie transport gevaarlijke stoffen Zeeland. Samenvatting

Dit memo is een vervolg op het memo met stand van zaken Basisnet van oktober 2009.

B R A N D W E E R ïèlè1)))), èl/7

Basisnet spoor: Wat is het en wat is de stand van zaken?

OPLEGNOTITIE EXTERNE VEILIGHEID

Externe veiligheid Binnenstad Hilversum Elementen ter verantwoording van het groepsrisico

Verslag over de uitvoering en werking van het convenant Warme-BLEVE-vrij samenstellen en rijden van treinen in 2017

Wonen, winkelen, parkeren, Achtergracht te Weesp Quickscan externe veiligheid. Datum 11 juli 2011 Referentie Uw referentie AM11002

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Bevindingen onderzoek naar het vergroten van de robuustheid van Basisnet Spoor

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax

Robuust Basisnet Bevindingen onderzoek naar het vergroten van de robuustheid van Basisnet Spoor

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 29 januari 2015

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel

1. Inleiding Doelstelling Leeswijzer Ruimtelijke situatie Huidige situatie Toekomstige situatie 4

Rapport toetsing realisatiecijfers vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor aan de risicoplafonds Basisnet over de periode

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 11 juni 2019 Betreft Verslag Basisnet 2018

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Externe Veiligheid bestemmingsplan ABC Liendert

Risicoberekening rijksweg A28 Vakantieparken Onze Woudstee en Dennenhoek Harderwijk

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

Transcriptie:

Aan de SP-fractie t.a.v. de heer A.J.M. Geerts Vossenbosstraat 14 5351 AJ Berghem Inrichting Beheer Openbare Ruimte Raadhuislaan 2, Oss Telefoon 14 0412 Fax [0412] 64 26 05 E-mail gemeente@oss.nl www.oss.nl Postbus 5 5340 BA Oss Wilt u bij uw reactie de datum van deze brief en ons kenmerk vermelden? Datum Behandeld door Doorkiesnummer 11 maart 2014 L. de Hoogt 14 0412 Onderwerp Beantwoording artikel 41 vragen Geachte heer Geerts, Op 11 februari 2014 heeft u namens de SP-fractie artikel 41-vragen gesteld over vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. Voordat wij ingaan op uw vragen zullen wij een korte schets geven van het wettelijk kader van vervoer van en rangeren met gevaarlijke stoffen over het spoor. Schets wettelijk kader Voor vervoer van gevaarlijke stoffen op het hoofdspoor geldt de Wet vervoer Gevaarlijke Stoffen. In deze wetgeving worden onder gevaarlijke stoffen de volgende categorieën stoffen verstaan (vastgelegd in de Handleiding Risicoanalyse Transport (HART)): A brandbaar gas; B2 toxisch gas; B3 zeer toxisch gas; C3 zeer brandbare vloeistof; D3 toxische vloeistof; D4 zeer toxische vloeistof.

2 Op basis van de Wet vervoer Gevaarlijke Stoffen en op basis van het Besluit externe veiligheid transportroutes is de Regeling basisnet opgesteld. Met deze regeling beoogt de rijksoverheid het risico door ongelukken met gevaarlijke stoffen zo laag mogelijk te houden. De Regeling basisnet creëert een evenwicht tussen veiligheid van mensen langs de transportroutes en (de risico s van) het vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoorlijnen en vaarwegen. In de Regeling basisnet zijn risico-plafonds vastgesteld per transportroute, gebaseerd op prognoses voor transportvolumes van gevaarlijke stoffen voor 2020 op die betreffende routes. De regeling voorziet onder meer in: Het vaststellen van plafonds voor de risico s; Het meten van de daadwerkelijke omvang van het transport van gevaarlijke stoffen en het rapporteren daarover; Het op voldoende afstand houden van de bebouwing van de transportroutes. De Regeling basisnet treedt naar verwachting per 1 juli 2014 in werking. Vooruit lopend op het van kracht worden van de Regeling basisnet is de basisnettabel per 10 juli 2012 opgenomen in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Voor het rangeren (samenstellen en splitsen van treinen) op de emplacementen Oss Centraal en Oss Elzenburg gelden twee omgevingsvergunningen, verleend door de gemeente Oss aan ProRail. Tot slot geldt voor het laden en lossen van treinwagons bij de specifieke bedrijven op industrieterrein Elzenburg, dat deze bedrijven de overslag zelf in hun omgevingsvergunning moeten regelen. Uw vragen met betrekking tot het goederenspoor 1. Wat is de inhoud van de ketelwagons die tegenwoordig over de stamlijn rijden? ProRail voert geen actieve monitoring uit voor stoffen die niet onder de Regeling basisnet vallen. De inhoud van de ketelwagons valt daar niet onder, zodat ProRail geen informatie kan verstrekken over de inhoud van de ketelwagons. Zover onze informatie reikt (op basis van contacten met bedrijven op Elzenburg) bestaat de inhoud van de ketelwagons uit zware stookolie.

3 2. Wat is de herkomst en de bestemming van deze ketelwagons? Zoals bij het antwoord op vraag 1 is vermeld, is de herkomst en bestemming door ProRail niet aan te geven. Zover onze informatie reikt komen de ketelwagons van verschillende locaties en is de bestemming van de wagons Bulk Terminal Oss, waar de wagons worden gelost. De stookolie wordt per schip verder vervoerd naar de havengebieden in Nederland, België en Duitsland. 3. Is een omgevingsvergunning nodig voor dit vervoer? Zo ja, wanneer en onder welke voorwaarden is deze verleend? Er is geen omgevingsvergunning nodig voor vervoer over hoofdspoor en over de stamlijn. Het samenstellen en splitsen van treinen op de emplacementen Oss centrum en Oss Elzenburg is vergunning plichtig. Hiervoor zijn door de gemeente vergunningen verleend aan ProRail. In de vergunningen is opgenomen dat er geen handelingen worden verricht met gevaarlijke stoffen. ProRail interpreteert deze bepaling als zou dit betrekking hebben op de categorieën gevaarlijke stoffen uit het HART. De gemeente is van mening dat deze bepaling op alle gevaarlijke stoffen (dus ook milieugevaarlijke stoffen) betrekking heeft. Over dit verschil van inzicht is de gemeente met ProRail in gesprek. Handelingen binnen een inrichting zelf (zoals overslag bij Bulk Terminal Oss) zijn wel vergunning plichtig. Het overslaan van zware stookolie is in de vergunning van Bulk Terminal Oss opgenomen. 4. ProRail heeft vorig jaar tijdens de informatiebijeenkomst op het gemeentehuis een folder uitgedeeld waarin staat dat de milieuvergunningen die ProRail aanvraagt het vervoer van gevaarlijke stoffen niet toestaan. Hoe kan het dat minder dan een jaar later toch gevaarlijke stoffen over deze lijn worden vervoerd? ProRail interpreteert gevaarlijke stoffen als gevaarlijke stoffen in het kader van de externe veiligheid. Zware stookolie is een moeilijk ontbrandbare stof en hoort daar niet bij. Zoals onder 3 genoemd gelden de bepalingen in de omgevingsvergunning volgens de gemeente voor alle gevaarlijke stoffen. Hierover verschillen ProRail en de gemeente van mening. De gemeente is met ProRail hierover in gesprek.

4 5. Hoe is de veiligheid rond dit vervoer geregeld, o.a. in verband met kruisingen met verkeerswegen en doorkruising van de risicocontouren van een LPG-station en een tweetal BRZO-bedrijven? Zware stookolie is een moeilijk ontbrandbare vloeistof. Dit is één van de redenen dat deze vloeistof op basis van de HART niet tot de gevaarlijke stoffen in het kader van externe veiligheid wordt gerekend en er geen extra risico reducerende maatregelen worden toegepast. De moeilijke ontbranding in combinatie met de afstanden tussen het spoor en de BRZO s en het LPG station maakt dat calamiteiten aan de zijde van de BRZO s en het LPG station danwel aan de zijde van de wagons met stookolie geen invloed hebben op elkaar. Voor de overwegen geldt de standaard spoorwegbeveiliging. 6. Ook de aansluiting van de stamlijn op het hoofdspoor is een risicoplek. Op welke wijze is geregeld dat menselijke fouten niet tot een calamiteit leiden? Op het hoofdspoor is het ATB (Automatische Treinbeïnvloeding) beveiligingssysteem aanwezig. Dit houdt in dat wanneer een goederentrein op het hoofdspoor rijdt de seinen op het hoofdspoor rood geven. Mocht een machinist hier niet op reageren, dan wordt door het beveiligingssysteem de trein automatisch geremd. Dit systeem werkt niet bij treinen met lage snelheden. Hiervoor is een extra veiligheidsmaatregel beschikbaar, te weten ATBVv (Automatische Treinbeïnvloeding, Verbeterde versie). Dit extra veiligheidssysteem wordt binnenkort aangebracht en zal in juni in werking zijn. 7. Welke vorm van automatische treinbeveiliging wordt hier gebruikt. Voldoet dit systeem bij de lage snelheden waarmee goederentreinen hier het hoofdspoor kruisen? Wanneer wordt ERTMS ingevoerd op de stamlijn? Het hoofdspoor is voorzien van het beveiligingssysteem ATB en vanaf juni van ATBVv. ERTMS wordt voorlopig niet ingevoerd op het hoofdspoor en op de stamlijn. 8. Stel dat het op deze plek toch tot een calamiteit komt, zijn de bewoners van Spoorlaan 174-210 dan voldoende beschermd in geval van een plasbrand? Omdat zware stookolie moeilijk ontbrandbaar is, is er geen risico op een plasbrand. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het hoofdspoor geldt geen plasbrand-

5 aandachtsgebied. In het kader van de Regeling basisnet worden in 2020 maximaal 1050 ketelwagons met brandbare vloeistoffen per jaar over het hoofdspoor verwacht. Dit blijft ruim onder het aantal ketelwagons (3500) dat nodig is voor een plasbrandaandachtsgebied. In het kader van het uitvoeringsprogramma van de beleidsvisie Externe Veiligheid van de gemeente Oss is er door de Veiligheidsregio geconstateerd dat er in verband met dit transport per spoor geen verdere risico reducerende maatregelen nodig zijn. De huidige beschikbare vluchtroutes voor bewoners en aanrijtijd van de brandweer leveren een voldoende hoog veiligheidsniveau. Uw vragen met betrekking tot het hoofdspoor 1. Klopt onze indruk dat in 2013 het vervoer van gevaarlijke stoffen over het hoofdspoor is toegenomen? Jaarlijks rapporteert ProRail aan het Ministerie van I&M over de omvang van het transport van gevaarlijke stoffen op het Nederlandse hoofdspoor. Deze rapportage wordt uiterlijk 1 april door ProRail aangeleverd, de gegevens van 2013 zijn op dit moment nog niet beschikbaar. Zie voor de gegevens van de voorgaande jaren de tabel onder de volgende vraag. De omvang van het spoor goederenvervoer en daarmee ook het gevaarlijke stoffen vervoer is sterk afhankelijk van sociaal-economische en logistieke ontwikkelingen. Daardoor fluctueert de omvang op korte termijn zowel lokaal als nationaal. Het gevaarlijke stoffen transport is de laatste jaren enigszins afgenomen, maar het Ministerie van I&M heeft voor de middellange termijn een groeiverwachting. Met deze groeiverwachting is bij het vaststellen van de risiconormen in de Regeling basisnet rekening gehouden. 2. Kunt u ons informeren over de aantallen wagons met brandbare, giftige of explosieve stoffen die de afgelopen jaren over het hoofdspoor zijn vervoerd en de verwachtingen voor de toekomst? Graag uitgesplitst per categorie.

6 Hieronder zijn per categorie de meest recente vervoersgegevens van ProRail weergegeven. Het betreft aantallen wagons per jaar. Jaar A B2 C3 D3 D4 2005 200 0 950 0 300 2006 850 50 700 0 150 2007 2250 26 950 0 150 2008 200 0 350 0 30 2009 3850 0 350 0 30 2010 250 0 350 10 10 2011 100 0 200 0 20 2012 240 0 160 10 10 2020 700 200 1050 50 50 A: Brandbaar gas D3: Giftige vloeistof B2: Giftig gas C3: (Zeer) brandbare vloeistof D3: Giftige vloeistof D4: Zeer giftige vloeistof Toelichting: De categorie B3 (zeer giftig gas) komt op deze spoorlijn niet voor. De transportvolumes voor 2020 betreft de prognose op basis waarvan het maximale (risico)plafond in het Basisnet is vastgesteld dat door spoorvervoer van gevaarlijke stoffen mag ontstaan. ProRail, de spoorbeheerder, monitort en rapporteert de aantallen wagons per jaar. Zware stookolie is een moeilijk ontbrandbare stof en valt niet onder de stoffen waarvoor de Regeling basisnet geldt. De ketelwagons zijn niet in deze aantallen meegerekend.

7 3. Zijn er maatregelen nodig in Oss, Berghem, Ravenstein of Geffen in verband met realisatie van het Basisnet? De prognose en het bijbehorende risicoplafond leiden in het kader van het Basisnet niet tot de noodzaak voor risico reducerende maatregelen rond het spoor in Oss e.o. Voor nieuwe ruimtelijke plannen wordt steeds opnieuw bepaald of er risico reducerende maatregelen wenselijk zijn. Met vriendelijke groeten, Burgemeester en wethouders van Oss. De secretaris, De burgemeester, Drs. M.J.H. van Schaijk Drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans