Persbericht Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Datum 27 januari 2010 Nummer 15 Partners Revitalisering Brabants platteland eensgezind verder Alle partijen die betrokken zijn bij de Revitalisering van het Brabantse platteland willen eensgezind verder gaan om de oorspronkelijk doelen te bereiken. Dat hebben ze vastgesteld tijdens een evaluatie van de voortgang gedurende een driedaagse werkbezoek aan Leuven. Daarbij hebben ze oplossingsrichtingen besproken voor diverse actuele problemen. Het werkbezoek vond plaats van zondag 24 tot woensdag 27 januari, met vertegenwoordigers van provincie, gemeenten, waterschappen, ZLTO, Brabantse Milieufederatie, terreinbeherende organisaties, particuliere grondbezitters, GGD, reconstructiecommissies, bedrijfsleven en de recreatiebranche. Een aantal nieuwe bestuurders heeft goed met elkaar kennisgemaakt en gezamenlijk hebben we gesproken over de ontwikkelingen waarop we bij de Revitalisering zijn gestuit, zegt delegatieleider Ruud van Heugten, onlangs aangetreden als Brabants gedeputeerde Ruimtelijke Ontwikkeling en verantwoordelijk voor de Revitalisering. Concrete afspraken over hoe het nu verder moet met de Revitalisering zijn niet gemaakt. Dat was ook geenszins de bedoeling, stelt Van Heugten. Besluiten nemen we in alle openheid samen met Provinciale Staten. Maar om de goede afwegingen te kunnen maken, moeten alle betrokken partijen goed weten waar problemen, doelen en belangen liggen. Daar heeft dit bezoek sterk aan bijgedragen. Daarnaast lieten de Revitaliseringspartners zich informeren over de Vlaamse aanpak van vergelijkbare problemen. Zo oriënteerden de Noord-Brabanders zich op de cultuurhistorische en landschappelijke aanpak rond de abdij van Averbode en een complex natuurinrichtingsproject met ecologische en
recreatieve aspecten. Ook werd de aanpak van het Brabants Landschap vergeleken met die van zusterorganisatie Kempens Landschap. Dat heeft ons een leerzame spiegel voorgehouden, aldus Van Heugten. Mijn collega Monique Swinnen van de provincie Vlaams Brabant vatte haar plattelandsbeleid samen met de woorden boeren met buren. Zo n benadering spreekt ook mij aan. 2/6
Beknopt verslag werkbezoek Merode Dit is een beknopte weergave van de besproken onderwerpen tijdens het werkbezoek van de Revitaliseringspartners naar Leuven. Een reflectie van standpunten en belangen, analyses van knelpunten en ambities en oplossingsrichtingen. De Revitaliseringspartners hebben verkend hoe zij met elkaar in het proces van revitalisering van het platteland de uitdagingen van de komende fases willen aangaan. Het gaat om een samenhangend pakket van natuur, water, landbouw en leefbaarheid van het platteland. De onderwerpen zijn besproken en uitgediept zonder bindende conclusies te trekken. Tevens is geconstateerd dat op een aantal punten verdere verdieping nodig is. 1. EHS De verwerving van gronden verloopt zeer succesvol, waardoor het huidige beschikbare budget voor grondverwerving EHS vergaand uitgeput raakt. Oorzaken zijn onder andere dat er een behoorlijk aanbod op gang is gekomen, de gemiddeld hogere verwervingskosten, de aankoop van gebouwen en de aankoop van ruilpercelen. Om een aankoopstop te voorkomen, is het noodzakelijk om aanvullend budget te vinden of andere financieringsvormen te zoeken. Dit zou kunnen door inrichtings- en beheergeld tijdelijk naar voren te halen. In het kader van de Mid Term Review ILG zal met het Rijk het gesprek worden aangegaan om de financiering van grondverwerving, inrichting en beheer, ook op langere termijn veilig te stellen. Voor de korte termijn wordt bepleit de verworven ruilgronden en ruilbedrijven zo spoedig mogelijk in te zetten in een ruilproces. Hierbij zou ook de agrarische structuurversterking (onder andere kavelruil) nadrukkelijk moeten worden meegenomen. Nadere prioritering in welke projecten pro-actief grond zal worden verworven, is onvermijdbaar. Met name de natte natuurparels zijn hierbij prioritair. De provincie blijft binnen het beschikbare budget wel de EHS-grond kopen die door particulieren wordt aangeboden. In de Mid Term Review-discussie met het rijk is voorstelbaar dat uiteindelijk mede ingegeven door beperkt beschikbare middelen wordt gekoerst op een latere realisatie dan de huidige datum van 2018. Uitgangspunt in diezelfde discussie is dat de huidige omvang en kwaliteit overeind blijft. Mede om de financierbaarheid en snelheid van uitvoering te verbeteren zal worden bezien of bijvoorbeeld natuurcompensatie binnen de EHS, rood voor groen-constructies en nieuwe landgoederen daar aan kunnen bijdragen. Particulier natuurbeheer blijft achter bij de doelstelling van 40 procent. Bezien moet worden op welke innovatieve wijzen dit een extra stimulans kan krijgen. Aankoop en doorlevering van gronden ten behoeve van particulier natuurbeheer moet hierbij worden meegenomen. ZLTO, Brabants Landschap, Brabants Particulier Grondbezit, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer zullen op initiatief van Brabants Landschap met een voorstel komen hoe dit vorm te geven. 3/6
2. Water Veel doelstellingen zijn al gerealiseerd, de voortgang ligt op schema. Naast het blijven werken aan waterveiligheid is de belangrijkste prioriteit de verwerving van gronden voor de EHS, ten behoeve van de daadwerkelijke realisatie van de natte natuurparels. Er is stilgestaan bij de zoetwatervoorziening en verziltingsproblematiek. Er ligt hier nog een forse opgave voor de waterschappen. Het blijft noodzakelijk te blijven investeren in de relatie waterschappengemeenten, zeker als na de komende gemeenteraadsverkiezingen nieuwe wethouders aantreden. 3. Ontwikkeling veehouderij De Revitaliseringspartners constateren dat volksgezondheid, leefbaarheid en duurzaamheid voorop staan voor toekomstperspectief voor de sector. Ook wordt onderschreven dat de intensieve veehouderij onderdeel blijft in het buitengebied. Binnen duidelijke randvoorwaarden en goed ondernemerschap is er, met de huidige dierenaantallen in Brabant een goede toekomst mogelijk voor de sector in Brabant. De noodzaak om een helder perspectief voor de toekomst te benoemen wordt onderschreven. Daarnaast is er een urgentie om vanuit een voorzorgsbeginsel nu maatregelen te nemen, teneinde nieuwe uitbraken van dierziektes voor te blijven. Daarnaast geven partijen het belang aan om in het vervolg ook over de toekomst van de agrosector in de breedte te praten, resulterend in een innovatie- en kennisagenda met thema s als energietransitie, regionalisering en waardecreatie in de voedselketen. De provincie neemt hiertoe het initiatief tot het organiseren van een Brabantse agrotafel. A Intensieve-veehouderij Perspectief Brabant kiest voor bedrijfsvormen met het karakter van moderne familiebedrijven die fysiek en sociaal passen in het Brabantse platteland: de Nieuwe Brabantse Stal. Wat deze eigenschaligheid concreet betekent, zal op korte termijn worden gedefinieerd. Voorzorgbeginsel Maatregelen voor de korte termijn: Om te voorkomen dat het aantal dieren in Brabant groeit, is het van belang dat Brabant het Rijk verzoekt om de opgeheven compartimentering tussen Noorden Zuid-Nederland te heroverwegen. Ook moet daarbij het vrijgeven van dierrechten in 2015 aan de orde worden gesteld. 4/6
Uitgangspunt is dat de integrale zonering behouden moet blijven zodat afstanden van IV tot natuur en woonkernen in acht worden genomen en IV gelokaliseerd wordt op de meest duurzame locaties. Om de doelstellingen te halen is bijsturing binnen de zonering nodig en wordt een samenhangend pakket van verbeterpunten benoemd. Hierbij zijn de volgende oplossingsrichtingen te overwegen: Extensiveringsgebied Geconstateerd is dat de afwaartse beweging van veehouderijen vanaf natuur en woonkernen achterblijft bij de doelstelling. Daarom zou versterkt moeten worden ingezet op afwaarts: nog nadrukkelijker voorkomen van uitbreidingen en stimuleren van bedrijfsbeëindiging en -verplaatsing. Verwevingsgebied Meer sturen op duurzaamheid - Max 1,5 ha bouwblok in het algemeen en max 2,5 ha in bijzondere gevallen (op basis van gemeentelijke gebiedsvisie en goedkeuring provincie boven 1,5 ha), waarbij ook bebouwd vloeroppervlak en landschappelijke inpassing (20% van de oppervlakte van het bouwblok) van belang zijn. Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG s) Vraag is of de destijds ingeschatte behoefte aan locaties daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Daarmee zou het aantal nieuwvestigingen beperkt kunnen worden. Wel nakomen bestaande afspraken met ondernemers. Sommige LOG s niet actief ontwikkelen LOG s aantrekkelijker maken dan verwevingsgebied (duurzaamheidssubsidie, locaties geschikt en betaalbaar maken) Uitkoopoptie burgers aanbieden in actief te ontwikkelen LOG s Max 3 ha waarvan 20% groen (0,5 ha) Het is van belang dat dergelijke maatregelen in de vorm van contracten als samenhangend pakket tussen provincie, individuele gemeenten en ZLTO worden vastgelegd. Daarin moeten heldere afspraken staan over verantwoordelijkheid, rol en inbreng. Het is ook van belang dat de intensieve-veehouderijsector zelf vóór het Statendebat over het Burgerinitiatief Megastallen van 19 maart komt met concrete voorstellen om invulling te geven aan zowel het duurzaam toekomstperspectief als maatregelen vanuit het voorzorgsbeginsel voor de korte termijn. Een nog uit te werken punt is de wijze waarop we met onderlinge afstanden tussen bedrijven omgaan. B. Geitenhouderij Als denkrichtingen voor de aanpak van Q-koorts is het volgende genoemd: 1. Zoveel mogelijk strategie van afwaarts rood doorzetten 5/6
2. Insteken op nieuwe bedrijven met adequate milieu- en hygiënevoorzieningen 3. Zone rondom rood (stedelijk gebied en bebouwingsconcentraties) in combinatie met grens extensiveringsgebied met een minimum van 500 meter waar geitenhouderij wordt bevroren. Dit geldt voor tenminste komende drie jaar. Hoofddoel is geitenhouderij in te passen in reguliere reconstructiebeleid Om de bij A en B genoemde constateringen goed door te vertalen in het ruimtelijk beleid en de provinciale milieuverordening, en maatregelen op bedrijfsniveau vanuit de sector zelf, komt er op initiatief van de provincie een werkgroep die voor 1 maart met voorstellen komt. Deze zal onder meer zijn samengesteld uit inhoudelijk deskundigen van ZLTO, provincie, GGD, gemeenten en LNV. 4. Natuurbeschermingswet De CdK zal een aantal betrokkenen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties en politiek uitnodigen voor een nadere oriëntering op de gevolgen van de Natuurbeschermingswet voor economie en ecologie. De provincie organiseert een bijeenkomst in de laatste week van februari/eerste week maart. 5. Leefbaarheid Om draagvlak voor de integrale aanpak van de plattelandsvernieuwing te houden, is het van belang om kleinschalige sociaal-economische en cultuurhistorische activiteiten mogelijk te blijven maken. 6/6