Maatwerk in de professionalisering van beginnende leraren



Vergelijkbare documenten
Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen?

Fase B. Entree. Leerstijlen Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: januari 20]3

Onderzoek als project

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

Cultuur telt: sociologische opstellen voor Leo d Anjou

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Inhoud. Introductie tot de cursus

Over drempels naar meer ict-gebruik in het voortgezet onderwijs

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Taal en Taalwetenschap

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017

Wikiwijs. Hoe metadateer je materiaal in Wikiwijs om hun plaats in een leerlijn vast te leggen? Ruud de Moor Centrum

Belastingwetgeving 2015

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO

TeleTrainer: training in de e van het leren

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Integrale Plananalyse van Gebouwen Doel, methoden en analysekader

Recensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld

Opleidingsprogramma DoenDenken

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig.

User Centered Design. Ontwerpbeslissingen

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

Digitaal lesmateriaal zoeken, maken en delen met

ICT & Onderwijsvernieuwing Leren op Maat

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

(Samen)werken aan christelijk leraarschap

Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken

Porfolio. Politie Vormingscentrum

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Kernwaarden + Een stip aan de horizon

Samenwerking. Betrokkenheid

SCHATTEN VAN ADVOCATEN

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Registratie Data Verslaglegging

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

NIEUWE SJABLONEN VOOR KLEOS GEBRUIKERSINSTRUCTIE

Vier in Balans-tool. Rapportage Teamlid

Colofon. Apps, Alles over uitgeven op mobiel en tablet. Dirkjan van Ittersum ISBN:

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

SYLLABUS CURRICULUM VITAE & DIPLOMA WORKSHOP

Instituut voor Sociale Opleidingen

Gebruikershandleiding. Bedrijfsarts. DOCUMENT Gebruikershandleiding Bedrijfsarts, versie 1.02

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Masterclass SharePoint Online. in het onderwijs. APS IT-diensten, Utrecht Pagina 1

Haza-21 Handleiding Thesaurus

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding

Vakdidactiek: inleiding

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

Analyse rekenalgebraïsche. vaardigheden in de onderbouw van het havo/vwo. ReAL Leerlijnen van rekenen naar algebra

Training Resultaatgericht Coachen

leergang leren en veranderen met nieuwe media

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist

Achtergrond:uitgangspunt 11/20/2012. ENW-project Professionaliseringspakket voor ELO s in het secundair onderwijs

Skills matrix - Methodiek voor technische training en kennismanagement

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

Om te beginnen. Waarom dit boek?

Trends in onderwijs. Interview met Coen Free

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Visio , Serasta Uitgegeven in eigen beheer Eerste druk: maart 2012

Belastingwetgeving 2015

WELKOM Twee ICT voorbeelden in het Rekenen-wiskunde onderwijs op de Pabo van Avans hogeschool

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

Handleiding Workspace (basis) Codename Future

Welkom in het Horizon College

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

HOE STEM OPTIMAAL INZETTEN IN DE LERARENOPLEIDING?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector

Flipped classroom: hoger onderwijs op zijn kop?

Competentie-invullingsmatrix

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

De kracht van sociale media in het onderwijs

ECTS-fiche. Opleiding Didactische Competentie algemeen

Geleerde lessen van zes pilotprojecten Eindrapport Regie in de Cloud -project werkpakket 3

Overview. HP - Horti Productie. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk

CST: Leergroep rond samenwerkend leren via on line discussiegroepen

Rapport over de functie van Dirk Demo

Eindrapportage Interactieve Leerlijnen. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari Kennisnet.

Beheren van middelen in Web- Planboard

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Transcriptie:

XXX? XXXX? HANNELORE DEKEYSER, GÉ NIELISSEN, TON KALLENBERG, DIRK VAN DER VEEN Kennis van kennisbanken Maatwerk in de professionalisering van beginnende leraren RdMC rdmc.ou.nl

Hannelore Dekeyser Gé Nielissen Ton Kallenberg Dirk van der Veen Kennis van kennisbanken Maatwerk in de professionalisering van beginnende leraren

Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door de financiële ondersteuning van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan het programma Zij-instroom van de Open Universiteit Nederland. Copyright Ruud de Moor Centrum, 2009 All right reserved. No part of this publication may reproduced, stored, in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior permission of the publishers. ISBN: 978-90-358-1606-0 Printed in The Netherlands.

Voorwoord Het Ruud de Moor Centrum bevindt zich in een transformatiefase van meer productgericht naar procesgericht, van aanbod naar vraag. Daartoe is een nauwere focus op het brede veld van professionalisering noodzakelijk. Het Ruud de Moor Centrum kiest ervoor zich te richten op professionalisering op de werkplek, middels informeel leren en inzet van ICT voor leraren, in combinatie met het management, op onderwijskundig didactisch terrein. In alles wat wij doen neemt onderzoek naar wat werkt, waar en waarom samen met de gebruikers, een cruciale en substantiële plaats in. In Kennis van kennisbanken komen de hiervoor gestelde vragen nadrukkelijk terug. Het heeft weinig zin om kennisbanken voor leraren te bouwen als deze niet gebaseerd zijn op de behoeftes van de onderwijsgevenden. Dit uitgangspunt komt ook terug in de definitie van een kennisbank die in deze uitgave is opgenomen. Bij de totstandkoming van deze tekst is door een aantal medewerkers van het Ruud de Moor Centrum, alsook door externen commentaar, advies en input geleverd. Aanvullende tekstuele bijdragen zijn geschreven door Sonja De Nollin, Jacques Denies, Veerle Van Cauwenberg en Peter Sloep. J.J.M. (Jos) Kusters Msm Directeur Ruud de Moor Centrum

Ruud de Moor Centrum De Open Universiteit Nederland ontwikkelt en verzorgt open hoger afstandsonderwijs en is tevens een partner voor lerarenopleidingen en scholen voor de professionalisering van onderwijsgevenden. Bij deze professionalisering gaat het om de bestrijding van de tekorten aan leraren door middel van: flexibilisering van opleiding en nascholing door afstandsonderwijs; competentiegericht onderwijs en leren op de werkplek. Binnen de Open Universiteit Nederland is de expertise met betrekking tot deze professionalisering samengebracht in het Ruud de Moor Centrum. Dit centrum vervult taken in het kader van ontwikkeling, vernieuwing en verspreiding van instrumenten. Daarnaast wordt praktijkgericht onderzoek en evaluatie van de professionaliseringsactiviteiten ten behoeve van onderwijsgevenden verricht. Deze taken worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met scholen voor primair en voortgezet onderwijs, lerarenopleidingen en andere afdelingen en organisatieonderdelen van de Open Universiteit Nederland. De werkzaamheden van het Ruud de Moor Centrum leiden regelmatig tot producten en diensten, die ondersteunend kunnen zijn voor bijvoorbeeld flexibilisering of leren op de werkplek. In de delen van de Ruud de Moor Centrum reeks worden de schriftelijke resultaten hiervan, die een geformaliseerd of afgerond karakter hebben, vastgelegd. Daarbij kan gedacht worden aan praktisch gerichte publicaties voor het onderwijsveld, resultaten van onderzoek zoals dissertaties, oraties, achtergrondinformatie, state-ofthe-art overzichten en dergelijke. De publicaties van het Ruud de Moor Centrum zijn bedoeld voor alle geïnteresseerden in het onderwijs. Het Ruud de Moor Centrum geeft daarnaast working papers uit, met voorlopige onderzoeksresultaten van pilots, interessante best practices, beschrijvingen van innovaties, beschrijvingen van implementaties, evaluatiegegevens, exploitatiebevindingen, weergaven van discussies en overwegingen, voorlopige stellingnames, rapportages van voorstudies, prototypen en voorlopige ontwerpen, haalbaarheidsstudies, analyses, praktische documenten en dergelijke. Deze working papers zijn gericht op zij-instromers, beginnende leraren, opleiders en begeleiders (in lerarenopleidingen en in scholen) en beleidsmakers, media en alle anderen die op basis van belangstelling en/of professionele activiteiten betrokken zijn bij de innovatie van trajecten die bijdragen aan de professionalisering van onderwijsgevenden.

6

Inhoudsopgave Woord vooraf Pagina 13 Inleiding Pagina 15 Deel I: Kennisbanken: Wat en waartoe? 1 Wat is een kennisbank? Pagina 23 2 De functie van kennisbanken voor leraren en de lerarenopleiding Pagina 27 2.1 Gebruikers van een kennisbank Pagina 27 2.2 Mogelijke kennisbronnen Pagina 27 2.3 De functie van kennisbanken in de professionalisering van leraren Pagina 28 2.4 De kennisbank als hulpmiddel bij de uitvoering van de taak van de leraar Pagina 31 2.5 Hulpmiddel bij veranderende rollen Pagina 32 2.6 Functie van kennisbanken in de lerarenopleiding Pagina 33 Deel II: Kennisbanken in de praktijk 3 Kijken naar kennisbanken Pagina 37 3.1 Inleiding Pagina 37 3.2 De grenzen van een kennisbank Pagina 38 3.3 Samenstellende onderdelen van een kennisbank Pagina 39 3.4 Structuur en ordening Pagina 46 3.5 Metadata Pagina 59 3.6 Uitlevervormen Pagina 60 3.7 Gebruikersfunctionaliteit Pagina 65 3.8 Bruikbaarheid Pagina 80 3.9 Kennisbanken, Community of practice en de Wikipedia-benadering Pagina 82 4 Maatwerk in de professionalisering van beginnen leraren Pagina 87 4.1 Maatwerk Pagina 87 4.2 Vraagsturing Pagina 89 4.3 Vraagsturing of aanbieding : een precaire balans Pagina 90 4.4 Vraaggestuurd aanbieden als antwoord Pagina 91 4.5 Adaptiviteit Pagina 93 5 Het ontwikkelproces van een kennisbank Pagina 95 5.1 Inleiding Pagina 95 5.2 De deelactiviteiten in de productieketen van een kennisbank Pagina 95 5.3 Ontwikkelmodellen Pagina 98 5.4 Hulpmiddelen bij de ontwikkeling van kennisbanken Pagina 101 7 5.5 Ontwikkelsystemen Pagina 113 5.6 Werken met metadata Pagina 117 Kennis van kennisbanken

Deel III: Het gebruik van kennisbanken 6 Gebruik van kennisbanken? Niet vanzelfsprekend Pagina 125 6.1 De rol van opleiders bij het stimuleren van het gebruik van kennisbanken Pagina 125 6.2 De rol van de begeleider bij het leren gebruiken van een kennisbank Pagina 127 6.3 Hulpmiddelen ter ondersteuning van begeleiders en opleiders Pagina 129 6.4 Opdrachten om het gebruik van kennisbanken te stimuleren Pagina 131 6.5 De rol van een portfolio bij het gebruik van een kennisbank Pagina 132 7 Management van kennisbanken Pagina 133 7.1 Inleiding Pagina 133 7.2 Beheer- en beheersbaarheid Pagina 133 7.3 Doordachte opslag en naamgeving Pagina 133 7.4 Herbruikbaarheid Pagina 134 7.5 Onderhoud en revisie Pagina 137 8 Welke gevolgen hebben de keuze uit de ontwikkelfase voor de toekomst? Pagina 141 8.1 Inleiding Pagina 141 8.2 Factoren die de complexiteit van de ontwikkelorganisatie bepalen Pagina 141 8.3 Het ontwikkelmodel Pagina 142 8.4 Beschrijving van de cases Pagina 143 8.5 Ordening van de kennisbank Pagina 148 8.6 Onderhouden Pagina 149 8.7 Aanbieden en uitserveren Pagina 150 8.8 Vermarkten Pagina 151 8.9 Tussenbalans: de twee modellen Pagina 151 Deel IV: Kennis en kennisbanken: Theoretische verdieping 9 De rol van kennis en kennisbanken voor leraren en hun opleiding Pagina 155 9.1 Inleiding Pagina 155 9.2 De rol van kennis in het onderwijs en de betekenis ervan voor leraren Pagina 156 9.3 Wat is kennis? Pagina 158 9.4 Typen van kennis Pagina 162 9.5 Kennismanagement Pagina 171 9.6 Conclusie Pagina 175 10 Kennisbanken Pagina 177 10.1 Inleiding Pagina 177 10.2 Definitie van een kennisbank Pagina 179 10.3 Gebruikers van een kennisbank Pagina 180 8

11 Conclusies Pagina 181 12 Verklarende begrippenlijst Pagina 185 13 Referenties Pagina 197 14 Bijlage Pagina 201 14.1 Bronnen Pagina 201 14.2 Het voorbeeld van KinderTV Pagina 201 14.3 Korte beschrijvingen van projecten van het Ruud de Moor Centrum die in de tekst worden genoemd Pagina 202 14.4 De ontwikkeling van een kennisbank in verschillende stappen Pagina 207 9 Kennis van kennisbanken

10

Hannelore Dekeyser Gé Nielissen Ton Kallenberg Dirk van der Veen Kennis van kennisbanken Maatwerk in de professionalisering van beginnende leraren Projectproduct van E-didactiek, deelproject E-didactiek van kennisbanken

12

Woord vooraf Al vanaf de start ontwikkelt het RdMC kennisbanken voor tal van terreinen van het onderwijs. Deze kennisbanken ondersteunen zowel leraren in opleiding als beginnende en meer ervaren leraren bij hun werk. Daarnaast heeft het RdMC zich er ook op toegelegd om de ervaringen bij de ontwikkeling en het gebruik van de kennisbanken, praktische kennis en onderliggende theorieën vast te leggen, om deze vanuit het kennis- en expertisecentrum voor (on line) werkplekleren van onderwijsgevenden te verspreiden. Dit boek is daarvan het resultaat. Ondanks het toenemend gebruik van kennisbanken, is er niet zoveel expliciete kennis over kennisbanken. Dit boek geeft een overzicht van de vigerende kennis over kennisbanken. Het gaat hierbij niet zozeer om de actuele stand van zaken, want dat is quasi onmogelijk in een domein dat nog aan zoveel verandering onderhevig is; wat we vandaag schrijven is morgen alweer achterhaald. De ambitie is wel om een overzicht te bieden van de meer fundamentele kennis en inzichten die de toets van de tijd kunnen doorstaan. Het boek is geschreven voor leraren, begeleiders van beginnende leraren, ontwikkelaars van kennisbanken, maar ook voor hen die behoefte hebben aan meer theoretische kennis. Het boek is het werk van vier auteurs, maar kwam tot stand door de inbreng van veel meer personen. Arjan Dieleman, Karel Kreijns en vooral Jaap Walhout speelden een belangrijke rol bij de start van het project. Gé Nielissen gaf het boek een impuls als projectleider en ervaringsdeskundige bij de ontwikkeling en implementatie van de kennisbank wiskunde. Ton Kallenberg leverde een bijdrage aan de theoretische basis over kennis en kennismanagement, terwijl Dirk van der Veen ervaringen en inzichten uit de Digitale Universiteit inbracht. Ton Kallenberg en Dirk van der Veen toonden ook het belang aan van kennisbanken voor de lerarenopleiding. Hannelore Dekeyser bracht haar ervaring in met de ontwikkeling, de inzet en het beheer van digitale kennisbanken in onderwijsinstellingen. Het bedrijf Ter Wadding stond garant voor een gedeelte van de financiering, en had een belangrijke inbreng in de vorm van expertise en de inhoudelijke redactie. Uiteraard is het onmogelijk om de input van de verschillende kennisbankprojecten te vergeten. Darco Jansen en Robert Schuwer gaven vanuit het perspectief van het project Virtuele Werk- en Leeromgevingen advies en stimulerende commentaren. Her en der treft u in het boek zogenaamde excursies aan. Dit zijn anekdotische uitstapjes, commentaren, citaten of ervaringen met kennisbanken. 13 Kennis van kennisbanken

De redactie was in handen van Bert Zwaneveld en Mieke Van Damme. Opmaak en vormgeving werd verzorgd door Evelin Karsten en Indra Lammers. De bureauredactie viel onder de verantwoordelijkheid van Caroline Vavrinek en Huijsmans & Megens Tekstadvies. Hoewel alle betrokkenen uiteraard hun persoonlijke visie op leren hebben, overheerst in dit werk de ambitie om de discussie over onderwijsstromingen te overstijgen. Hierdoor biedt het boek een meer generieke visie die ruimte laat voor verschillende stromingen (mits ze niet al te doctrinair of extreem zijn). Dat betekent dat u er zowel cognitivistische als constructivistische voorbeelden, onderzoeksgegevens en referenties zult aantreffen. Dit komt niet zozeer voort uit een neiging tot eclectisme, dan wel uit de sterke overtuiging dat de gangbare stromingen op zich elk een onvolledig beeld van de werkelijkheid geven. Omgaan met kennisbanken is niet gebonden aan een bepaalde onderwijsstroming. Bert Zwaneveld 14

Inleiding Googelen naar het begrip kennisbank levert meer dan een half miljoen resultaten. Kennisbanken werden voor verschillende doelgroepen ontwikkeld: het bedrijfsleven, overheidsinstellingen en het onderwijs. In sommige gevallen is de kennisbank niet meer dan een eenvoudig lijstje met onderwerpen rond een bepaald thema. In andere gevallen gaat het om een encyclopedisch opgezette verzameling van informatie waarin een afgebakend thema van allerlei kanten wordt belicht. We kunnen erin zoeken door een zoekterm in te voeren, of bladeren en navigeren via een menu. Soms zijn de zoeksystemen complexer van opzet en visualiseren ze de relatie met andere begrippen. In de ene kennisbank kan de gebruiker een eigen bijdrage leveren, in de andere niet. Leraren, opleidingen en projectmedewerkers maken steeds meer gebruik van dergelijke opslagplaatsen om er nieuwe kennis mee te construeren, en bestaande kennis te bestendigen of te optimaliseren. Ook voor leerlingen zijn kennisbanken belangrijke hulpmiddelen in het leerproces. Kennisbanken kunnen de meest diverse kennisbronnen bevatten, denk aan voorbeelden en good practices, artikelen, verslagen, nieuws, begrippenlijsten, beschrijvingen van personen en projecten. Deze kennisbronnen kunnen allerlei vormen aannemen (instrumenten, documenten en dergelijke) en door de gebruikers worden benut bij beleidsontwikkeling, samenwerking, aanbesteding en implementatie. De informatie uit een kennisbank wordt op verschillende manieren gecommuniceerd: via tekst, beeld, geluid en alle mogelijke combinaties hiervan. Maar wat maakt een verzameling van doorzoekbare informatie tot een kennisbank? En vooral: wat maakt een kennisbank tot een nuttig instrument bij de ondersteuning van de professionalisering van leraren? Wij beschouwen een kennisbank als een digitale opslagplaats van bronnen rond een bepaald onderwerp, die dusdanig aan de gebruiker wordt uitgeleverd dat die de gebruiker maximaal ondersteunt bij de ontwikkeling, het onderhoud of de optimalisering van zijn kennis. Ondanks de veelheid aan kennisbanken en het toenemende gebruik ervan is er slechts in beperkte mate expliciete kennis over kennisbanken beschikbaar. Dit boek geeft voor zover mogelijk in een domein dat nog aan zoveel verandering onderhevig is een overzicht van de vigerende kennis over kennisbanken. We doen dit vanuit het per spectief van de leraar, de begeleider, de ontwikkelaar en de theoreticus. Voor een kennismaking met kennisbanken is het namelijk verhelderend om een notie te hebben van het 15 Kennis van kennisbanken

constructieproces. Dit helpt om het product beter te leren kennen en er beter gebruik van te maken. Voor een ontwikkelaar is het absoluut noodzakelijk om een gedegen kennis te hebben over de behoeften van de potentiële gebruiker. En de geïnteresseerde gebruiker wil zich misschien graag verdiepen in een meer theoretische onderbouwing van de praktische kennis die dit boek biedt. De publicatie maakt deel uit van het project E-didactiek van het RdMC waarin de volgende vraag centraal staat: Hoe kunnen digitale middelen de professionalisering van leraren ondersteunen? Dit vraagt om een antwoord op de volgende vragen: Wat is een kennisbank? Waarom is een kennisbank nuttig voor leraren? Hoe kunnen we een kennisbank gebruiken bij de begeleiding van het leerproces van een leraar in opleiding? Hoe kan een beginnende leraar een kennisbank in de praktijk gebruiken? Hoe structureer je een kennisbank? Hoe lever je die uit? Hoe organiseer je het ontwikkelproces? Op welk moment betrek je de gebruikers bij de ontwikkeling? Hoe organiseer je het beheer en onderhoud van de kennisbank? Graag introduceren we onze docent Gijs 1. Gijs is verpleegkundige, maar wil graag overstappen naar het onderwijs. Na een uitgebreid assessment is hij op een school aangenomen. In een kennismakingsprogramma wordt hij vertrouwd gemaakt met de belangrijkste aspecten van het leraarsvak. Bij de stappen in zijn nieuwe functie en ook tijdens zijn verdere professionalisering maakt hij dankbaar gebruikt van de hulpbronnen die hem worden aangereikt, waaronder ook een aantal kennisbanken. In deel I van de publicatie gaan we in op de vraag Wat is een kennisbank?. Gijs illustreert ons welke rol een kennisbank voor een beginnende leraar kan spelen. Vervolgens zoomen we in op de mogelijke functies van kennisbanken bij de professionalisering van leraren (in opleiding en/of op de werkplek) en op de mogelijkheden van kennisbanken om de leraar te ondersteunen. Een kennisbank kan functioneren als een naslagwerk waarmee de beginnende docent zijn kennis opfrist of bijspijkert. Beginnende docenten, in het bijzonder zij-instromers, hebben vaak nog onvoldoende (actieve) voorkennis van het vak dat ze moeten geven. 16 1 De denkbeeldige praktijkcasus over Gijs illustreert de verschillende producten van het Ruud de Moor Centrum en hun functie bij de professionalisering van de beginnende leraar.

Ze blijken een grote behoefte te hebben aan kennis over de mogelijke misconcepties die bij hun pupillen leven en waar ze mee moeten afrekenen. Kennisbanken met informatie over veel voorkomende misconcepties, en de manier om hiermee goed om te gaan, blijken dan ook een zeer gewaardeerd instrument bij beginnende leraren. Werkplekleren is niet meer weg te denken uit de lerarenopleidingen. Kennisbanken kunnen een belangrijke rol vervullen als instrument dat niet aan tijd en plaats is gebonden. De (achtergrond)informatie uit kennisbanken is altijd en overal beschikbaar. Kennisbanken ondersteunen niet alleen de kennisconstructie en -optimalisatie, ze ondersteunen de leraar ook rechtstreeks bij zijn werk. Zo komt er voor de leraar meer ruimte vrij voor professionalisering en kennisontwikkeling. De beginnende docent heeft soms behoefte aan hulpmiddelen die hij direct kan inzetten bij de voorbereiding van zijn lessen: voorbeelden, contexten en cases die hij in de les kan gebruiken, (didactische) achtergrondinformatie of alternatieve werkvormen. Deze hulpmiddelen inspireren de docent om van de gebaande paden af te wijken. Ze kunnen hem helpen om zijn onderwijs nog beter uit te voeren en creëren gelegenheid om hierover te reflecteren en met anderen van gedachten te wisselen. In deel II kijken we op een praktische manier naar kennisbanken. We helpen u om uw kennis ervan te optimaliseren door er nog nauwkeuriger naar te kijken, om beter te zien wat ze te bieden hebben en waaruit ze bestaan. We geven u een kader om beter te kunnen oordelen of een kennisbank beantwoordt aan uw verwachtingen, of u ze voldoende nuttig en handig vindt, en hoe u het gebruik zou kunnen optimaliseren. Hoofdstuk 3 heet dan ook Kijken naar kennisbanken. Uitgangspunt is de eindgebruiker en hoe deze naar een kennisbank kijkt. Voor een juist begrip van wat er te zien is, maken we een uitstapje naar de wereld onder de oppervlakte die voor de gebruiker niet meteen zichtbaar is. In dit hoofdstuk kijken we naar de objecten waaruit de kennisbank is opgebouwd en hoe ze zijn geordend. Tot slot doorlopen we de verschillende manieren waarop de ze kunnen worden uitgeleverd, en welke aspecten een rol spelen bij de bruikbaarheid en gebruiksvriendelijkheid ervan. In hoofdstuk 4 gaan we in op de kernfunctie van kennisbanken: maatwerk leveren. Een van de meest wezenlijke eigenschappen van een kennisbank is namelijk het vermogen om de verzameling kennisbronnen op maat van de gebruikers toe te snijden, en de kennisbank dusdanig te personaliseren dat deze voldoet aan de behoeften, gebruikerscontext en specifieke voorkeuren van de gebruiker. 17 Kennis van kennisbanken

In hoofdstuk 5 bespreken we welke gevolgen dit alles heeft voor het ontwikkelproces van een kennisbank. In de ontwikkeling van een kennisbank onderscheiden we deelactiviteiten. We bespreken twee ontwikkelmodellen. Praktische hulpmiddelen zoals auteursrichtlijnen en prototypes passeren de revue. We hanteren handelingsprincipes uit de didactiek als houvast bij de constructie van kennisbanken. Dit hoofdstuk bevat ook praktische tips voor ontwikkelaars van kennisbanken. Hierin mogen natuurlijk de criteria voor de keuze van een ontwikkelsysteem niet ontbreken. Tevens bespreken we een pragmatische aanpak om met metadata om te gaan. Metadata spelen niet alleen een rol bij het zoeken in de kennisbank, maar ook bij het beheer van het materiaal en het maken van varianten voor verschillende doelgroepen. De toekenning van metadata is echter ook een tijdrovende bezigheid. We moeten dus altijd een afweging maken tussen opbrengst en inspanning. Tot slot bespreken we een stappenplan voor organisaties die overwegen om een kennisbank te ontwikkelen. Deel III richt zich op het gebruik van de kennisbank. Een kennisbank ontstaat in het beste geval op de vraag van gebruikers en komt in nauwe samenwerking met die gebruikers tot stand. Toch garandeert dit niet dat een kennisbank daadwerkelijk gebruikt wordt of levend blijft. In hoofdstuk 6 bekijken we enkele methodes om het gebruik van kennisbanken te stimuleren. Tevens gaan we in op de vraag welke rol de opleiders en begeleiders hierbij kunnen vervullen. Vervolgens kijken we naar twee voorbeelden van kennisbanken, die via verschillende ontwikkelmethodes tot stand kwamen, en welke effecten de besluiten uit de ontwikkelfase hebben voor het mogelijke gebruik van de kennisbanken. In hoofdstuk 7 staan we stil bij het management van kennisbanken. We kijken onder meer naar de mogelijkheden voor hergebruik van kennisbronnen en hun componenten. Ook bespreken we een aantal praktische tips die het onderhoud van de kennisbank kunnen vereenvoudigen. 18 Wilt u zich verder verdiepen in een theoretische onderbouwing? Dan verwijzen we graag naar deel IV. Hierin geven we een meer theoretische onderbouwing van de praktische kennis, de ervaringskennis en common sense uit de voorgaande delen. We onderscheiden een aantal typen van kennis, kijken naar de productie van kennis en onderscheiden verschillende kennisniveaus. We stellen vast dat in grotere (onderwijs)instellingen steeds meer aandacht is voor kennismanagement. Hun vraag is: Hoe kunnen we effectief en efficiënt gebruikmaken van de kennis in onze organisatie en wat is de rol van kennis in de opleiding van leraren en de betekenis daarvan voor kennisbanken?

Publicatie op maat? In deze uitgave in de RdMC-reeks noemen we als een van de wezenlijke kenmerken van een kennisbank de mogelijkheid om een kennisbank zodanig naar uw hand te zetten dat ze als het ware op uw lijf geschreven is. Zo wordt de verwerving en verwerking van kennis geoptimaliseerd, en krijgt u precies die informatie die u nodig hebt, op de manier die u kiest. Dergelijke vormen van maatwerk zijn in een klassiek boek minder eenvoudig te realiseren. We bieden u een leeswijzer, waarmee u kunt bepalen welke hoofdstukken voor u wellicht het meest van toepassing zijn. Uiteraard hopen we dat u uiteindelijk het hele boek nuttig vindt! Als lezer wilt u vooral... weten wat een kennisbank is weten hoe een beginnende leraar een kennisbank kan benutten in zijn professionalisering en in zijn werk de rol van kennisbanken in de lerarenopleiding bekijken praktische informatie krijgen over allerlei aspecten rond kennisbanken praktische informatie krijgen over de bouw van kennisbanken meer weten over beheer en gevolgen voor exploitatie van kennisbanken theoretische achtergrond krijgen bij kennisbanken Hoofdstukken die in het bijzonder interessant zijn voor u Deel I, hoofdstuk 1 Deel I, hoofdstuk 2 Deel I, hoofdstuk 2, en in het bijzonder 2.6 Deel II-III Deel II, hoofdstuk 5 Deel III, hoofdstukken 7 en 8 Deel IV 19 Kennis van kennisbanken

20

DEEL I: KENNISBANKEN: WAT EN WAARTOE? Welke kenmerken van een kennisbank verhogen de kans dat iemand er nieuwe kennis mee construeert, of er bestaande kennis mee consolideert of optimaliseert? In dit deel zoeken we een antwoord op deze vraag. Wat maakt bijvoorbeeld het verschil tussen een databank, informatiebank en kennisbank? We gaan dus in op de vraag wat een kennisbank is en wat iets tot een kennisbank maakt. Natuurlijk verliezen we Gijs niet uit het oog: de belangrijkste vraag is wat zo n kennisbank nu voor Gijs en zijn begeleiders, maar ook voor de lerarenopleiding kan betekenen. 21 Kennis van kennisbanken

22

1 Wat is een kennisbank? In deze publicatie beschouwen we kennisbanken als een opslagplaats waarin bronnen rondom een bepaald onderwerp zijn verzameld, die op een dusdanige wijze aan de gebruiker worden gepresenteerd of door de gebruiker kunnen worden verrijkt, dat hij of zij maximaal ondersteund wordt bij kennisconstructie, -consolidatie of -optimalisatie. Laten we eens kijken naar de casus van docent Gijs. Gijs is verpleegkundige, maar wil graag overstappen naar het onderwijs. Na een uitgebreid assessment is hij op een school aangenomen. Een kennismakingsprogramma maakt hem vertrouwd met de belangrijkste aspecten van het leraarsvak. In de kennisbank Palet vo van het RdMC maakt hij kennis met kenmerkende beroepssituaties, en ziet hij de reacties van docenten en studenten. In een leer-werk-traject maakt Gijs gebruik van de kennisbanken om zich aan de hand van praktijkvoorbeelden en opdrachten verder te bekwamen in onderwijskundige en pedagogische vaardigheden. Deze kennisbanken zijn instrumenten (opslagplaats of repositories ) die Gijs de kans geven om er kennis mee te ontwikkelen of te verbeteren. Bij Gijs gaat het in eerste instantie om kennis over typische beroepssituaties en procedurele kennis, zoals de omgang met jongeren of het starten van een les. Ook wil hij zich voorbereiden op de communicatie met de ouders van zijn leerlingen. Kennis is verbonden aan een individu en bestaat alleen in iemands geest: kennis wordt geconstrueerd door een persoonsgebonden proces van samenstelling en verwerking van informatie, en betekenisverlening aan informatie. Als we van een dergelijk begrip van kennis uitgaan, dan ligt het voor de hand dat we een kennisbank definiëren als een opslagplaats van informatie die de potentie tot kennisconstructie, het personaliseren van informatie, het actieve gebruik en het zich eigen maken ervan optimaliseert. Om dit te laten gebeuren moet de kennisbank voldoen aan verschillende voorwaarden. Ze heeft verschillende kennisbronnen rond een kennisdomein opgenomen, herkenbaar, inzichtelijk en betekenisverlenend geordend, en voorzien van een voor de gebruiker herkenbare en aansprekende context. Het is mogelijk om erover te communiceren, om kennisbronnen uit te wisselen, om op de kennisbronnen van iemand anders te reageren, en om de kennis actief te gebruiken. Een andere voorwaarde is dat de gebruiker de kennisbank van zijn eigen profiel kan voorzien, waardoor de informatie op een door hem gewenste wijze op maat wordt gepresenteerd. 23 Kennis van kennisbanken

Een databank, informatiebank en kennisbank hebben duidelijke verschillen. In deze paragraaf spitsen we ons toe op het onderscheid tussen informatiebank en kennisbank. Het onderscheid tussen databank en kennisbank is dermate groot en zo voor de hand liggend dat wij het hier niet afzonderlijk bespreken. Een kennisbank onderscheidt zich van een informatiebank door een expliciete ondersteuning in betekenisverlening aan informatie, de ondersteuning van de gebruiker bij de verwerving, het actieve gebruik en het zich eigen maken van de informatie. Voorbeelden hiervan zijn ervaringen, cases, checklists, best practices, maar ook worst practices, en manieren om tot kennisdeling te komen. Een databank is slechts een opslagplaats waarin ruwe gegevens (data) op een ogenschijnlijk ongeordende manier zijn opgeslagen. Natuurlijk zijn de type gegevens wel in een juiste categorisering opgeslagen (een adressenbestand van ouders van leerlingen wordt bijvoorbeeld gekenmerkt door de gegevensstructuur met naam, adres en woonplaats). Die ordening is vooral van belang voor de constructie, de dataopslag en het onderhoud van de databank, en is niet betekenisverlenend bedoeld. Een informatiebank is een databank waarin bewerkte gegevens (informatie) op een geordende wijze zijn opgeslagen, bijvoorbeeld een managementinformatiesysteem. Zo kennen we informatiebanken waarin informatie wordt opgeslagen over vakken of opleidingen, de vorm van tentamineren, studiebelasting, enzovoort. Als een kennisbank zijn titel ontleent aan het feit dat hij de kans optimaliseert dat de gebruiker er kennis mee ontwikkelt, verwerft en verwerkt, dan veronderstellen we dat de gebruiker die kennisbank moet kunnen raadplegen. Dat houdt in dat de kennisbank al is gepubliceerd of uitgeleverd. De kennisbank is het eindproduct van een productieproces dat aan een doelpubliek wordt uitgeleverd en dat de gebruiker in zijn totaliteit kan consulteren. Het is best mogelijk dat de onderliggende repository veel groter is dan de deelverzameling die voor een bepaalde doelgroep is geselecteerd en gepubliceerd. Een repository is daarom hoogstens een kennisbank in potentie, en wordt pas een echte kennisbank als die door de eindgebruiker raadpleegbaar is. Uit een repository kunnen ook meerdere kennisbanken worden gevormd (door een andere assemblage, door het wegfilteren van bepaalde inhouden, ). 24

Excursie: Repository of kennisbank, bron van spraakverwarring? (Hannelore Dekeyser en Gé Nielissen) In de praktijk worden repositories en kennisbanken vaak in één adem genoemd. Uit de productieketen leiden we echter af dat een repository een kennisbank in potentie is. Repositories is een verzameling van onderdelen waaruit nog een product (een cursus, handleiding of doelgroepspecifieke kennisbank) moet worden samengesteld of gecompileerd. Er vindt nog een bewerking plaats op de onderdelen van de repository om deze geschikt te maken voor de eindgebruikers. De repository is als het ware de totaalverzameling waaruit diverse producten kunnen ontstaan. Een voorbeeld van een dergelijke repository is Cybercell van het Consortium voor de Innovatie van het Hoger Onderwijs in Nederland en Vlaanderen (Giesbertz, e.a., 2000). Deze bank is gevuld met materialen rond biologie van cellen van verschillende Nederlandse en Vlaamse Universiteiten. Docenten maken gebruik van deze repository om er cursussen of banken van leerbronnen uit samen te stellen. Dit doen ze door er leerpaden in aan te brengen, er materialen uit te selecteren, en dit materiaal op maat van de student te herstructureren en te organiseren. Elke docent doet dit volgens eigen didactische modellen (sommige theorie-georiënteerd, andere vraaggestuurd of casusgeoriënteerd). Hergebruik van die materialen of de input van studenten is hierbij van primordiaal belang. Uitleveren gebeurt in meerdere media en uitlevervormen. Een ander voorbeeld is de kennisbank wiskunde van het RdMC. Uit dezelfde repository zijn twee kennisbanken gedistilleerd: www.kennisbankrekenen.nl en www. kennisbankwiskunde.nl. Dezelfde moederdatabase levert twee producten op, gericht op verschillende doelgroepen. 25 Kennis van kennisbanken