Fotofun op Kamp Mont Saint Jacques augustus 2011 Ik kijk niet graag naar een foto die... - onscherp is - een scherpe achtergrond heeft en het onderwerp onscherp - die een wederkerend vlekje op dezelfde plaats heeft - bewogen is - te donker of te licht is - teveel tegenbelicht is - niet goed gecadreerd is (de voeten of een stuk van het hoofd verdwenen, teveel lucht of grond, te weinig onderwerp) - schuin loopt - een ongewenste aandachtstrekker heeft - mij te dik doet lijken en/of te lange benen heb en te kort lijf,... - mijn dikke neus of kin extra in de verf zet - te rommelig is - Van te ver is genomen - Niets zegt -... Omdat te verhelpen: 3 sleutelwoorden : Pagina 1
Techniek Compositie Licht 1. Techniek a. Ken uw fototoestel: - Neem uw handleiding door - Wat is het bereik van mijn batterij? - Hoeveel foto s kan ik trekken? - Weet wat je kunt verwachten wanneer je deze of ander programma s gebruikt (M, A, S, P, Sport, Makro, Zon,...). - Ken ik mijn instellingen (kwaliteit van de foto, timer, welke zone van uw sensor is verantwoordelijk om scherp te stellen, hoeveel foto s kan ik nemen met één druk op de knop, enz...)? - Ken ik/ begrijp ik (ongeveer) de structuur van het menu? - Wat is het bereik van mijn flits? - Hoe groot is mijn groothoek en hoe ver gaat mijn tele? - Hoe zet ik juist scherp (heb ik de techniek door van het half-indrukken van mijn ontspanknop)? - Vanaf wanneer wordt het te donker om uit de hand foto s te nemen (wanneer gebruik ik een statief en/of flits)? - Kwaliteit van uw sd-kaartje - Lichtgevoeligheid van uw camera (Megapixel en ISO- waarde) - Enz... b. Relatie diafragma sluitersnelheid ISO-gevoeligheid (zie ook bijlage) Voorbeelden van verschillende diafragma s Pagina 2
Lange sluitertijd Korte sluitertijd - Hoe meer licht (hoe groter mijn diafragma,) hoe minder lang (tijd dat de sluiter op en neer gaat) ik nodig heb om een foto te maken. - Hoe groter ik de ISO-gevoeligheid (lichtgevoeligheid van de sensor) heb ingesteld: (1) hoe minder licht (kleiner diafragma) ik nodig heb (schemering, schaduw, s nachts,...) (2) hoe hoger ik mijn sluitertijd kan instellen (sport, bewegende beelden, enz...) (3) Hoe langer de sluitertijd, hoe meer detail mijn foto weergeeft - Opgelet: beelden uit de hand getrokken (zonder statief en zonder flits) met een lagere snelheid als 1/60, zijn (bijna) altijd onscherp! -! één nadeel bij hoge ISO: ruis! c. Witbalans: Kleurtemperatuur of gevoeligheid van een lichtbron (wordt uitgedrukt in Kelvin) Zelfde onderwerwerp en tijd, steeds andere witbalans De kleur van het licht dat door een vel helder wit papier weerkaatst wordt, is in feite afhankelijk van het omgevingslicht. Bij verlichting door kunstlicht is de kleur anders dan bij verlichting door daglicht. ls bij het fotograferen de witbalans niet goed op de kleurtemperatuur van de lichtbron afgestemd, zal dit tot onnatuurlijke kleuren leiden. Tip: Zet steeds uw camera in automatische witballans(auto WB) d. Belangrijkste programma s: - Volautomatisch met of zonder flits - A of F: diafragmavoorkeuze - S of T: sluitertijdvoorkeuze - M: manueel (zowel handmatig instellen van sluitertijd als diafragma) - P: handmatig instellen van sluitertijd en diafragma tegelijkertijd (zie ook volautomatische) - Sport, makro, bergen, zon, portret, enz... Pagina 3
2. Compositie a. Camarastandpunt - Kikvorsperspectief : van onderuit (effect: iemand lijkt groter, veel gebruikt in mode- en glamourfotografie). - Vogelperspectief : van boven uit (effect: iemand lijkt kleiner, gebouwen lijken groter). Niet teveel gebruiken bij kinderen! - Standbeeld : recht van voor (effect: realistischer) - Close-up: hoofd tot borst. Vaak gebruikt om een gezichtsuitdrukking vast te leggen. - Medium shot: net boven het hoofd tot aan de taille. - Totaalshot : het hele lichaam komt in beeld (effect: hoe ziet iemand eruit? Of om te laten zien waar het verhaal zich afspeelt). - Combinaties mogelijk: kivorsperspectief met medium shot, bijvoorbeeld. (foto CEO bij het voorwoord in het bladje van de firma) - Gulden snede (regel van derden) Plaats uw hoofdmotief op één van de vier snijpunten Pagina 4
- Diagonale methode (veel gebruikt in de reclame) - Tips bij camerastandpunten Minder in beeld kan sterkere foto maken Ik gebruik mij statief: a. wanneer de sluitertijd onder de 1/60 komt, b. wanneer ik een foto wil met veel detail (lange sluitertijd) Verticaal beeld versus horizontaal beeld Achtergrond: prachtigste onderwerp met verkeerde of lelijke achtergrond = slechte foto. Laat de zee niet leeglopen. Als je je camera toch schuin wil houden, doe het dan zo dat het bijdraagt tot de creativiteit van je foto. Lijnen en diepte Scherpte diepte: achtergrond wordt scherper naarmate je een langere sluitertijd gebruikt Vermijd objecten die de aandacht afleiden van het onderwerp Stuur de kijker (diegene die naar je foto kijkt) ook naar daar wat je wil tonen Robert Capa (oorlogsfotograaf): Als uw foto niet goed genoeg is, dan wil dat zeggen dat je niet dicht genoeg was Pagina 5
b. Portretten - Scherpstellen bij portretten: ogen en alleen maar de ogen! - De positie van de camera: ooghoogte - Het onderwerp kadreren: plaats de ogen van het onderwerp op eenderde vanaf de bovenkant van het frame en/of zoom zo ver in dat het gezicht beeldvullend is - De hoogte van de camera bij portretten: (1) Staand/volledig portret: plaats de camera ter hoogte van de taille van je model (2) 7/8 ste: plaats de camera op borsthoogte van je model (3) Hoofd en schouders: plaats de camera op ooghoogte van het model - Galante oplossingen voor gezichtsprobleempjes: Kenmerkende problemen in het gezicht, zoals een grote neus, een kalend hoofd, rimpels, of grote oren, kun je met de manier waarop je het onderwerp plaatst en belicht, verbergen of juist benadrukken. Kalende mensen: lage hoek Mensen met veel rimpels: vooraan=> zijlicht benadrukt schaduwen Mensen met grote oren: maar één oor zichtbaar en belicht Mensen met een grote neus: recht naar de camera, vanuit lager camerastandpunt Mensen met een onderkin: recht in de camera laten kijken en hoofd een beetje naar voren Mensen met een rond/dik gezicht: gezicht wat naar links of rechts draaien - Met één schouder naar de camera toe gedraaid, ziet iedereen er beter uit. - Scalpeer je model. Je mag gerust een stukje hoofd weghalen, de zijkant van armen, schouders of haren MAAR haal niets weg van de kin - Buiten een achtergrond kiezen: Hoe eenvoudiger de achtergrond (en liefst donkerder dan het onderwerp), hoe krachtiger het portret - Fotograferen van groepen: Positioneer uw groep rond een object Spontane groepsopnamen: zet je groep in een driehoekvorm, dicht tegen elkaar - Fotograferen van koppels: dicht tegen elkaar cheeck cheeck - Andere tips: Gebruik het binnenvallend licht van een raam, je onderwerp met één schouder naar het raam. Zorg ervoor dat de camera niet meer opvalt (ontspannen sfeer) Pagina 6
c. Stads-, landschapsfotografie en architectuur - 3 componenten: voorgrond (strand), middenstuk (ondergaande zon), achtergrond (wolken) - De positie van de horizonlijn: 1/3 2/3 - Stel scherp op ongeveer een derde van de diepte van je beeld. - Stadsgezichten: Half uur na zonsondergang of in de schemer Liefst vanuit de hoogte Gebruik reflectie (water, glaspartijen, enz..) - Speel met licht en reflectie - Lijnen, diepte en patronen - Zoek een ander camerastandpunt d. Makro - Camerastandpunt: liefst uit een niet-alledaagse hoek - Beeldvullend en/of let op je achtergrond - Niet in het harde zonlicht - Let op je scherpstelpunt e. Sportfotografie ( en/of bewegende beelden) - Korte sluitertijden (bevriezen van de beweging) groot diafragma en/of hoge ISO - Moment van afdrukken is belangrijk - Let op je scherpstelpunt - Zet de camera in continumodus (snel meerdere beelden achter elkaar) - Meeslepen : sluitertijd 1/60 f. Stilleven Let op je achtergrond Pagina 7
3. Licht - Vermijd hard zonlicht. - Gebruik verschillende instellingen om de juiste foto (lees met het juiste licht) te maken - Ochtendlicht en schemering geven de beste foto s - Bewolkt, grijsachtig is beter dan hard zonlicht - Plaats van het licht: zijlicht of licht recht op het onderwerp. Opgelet: zijlicht kan een gemakkellijk een overbelichte foto geven, of omgekeerd, een te donkere. Dit is afhankelijk van de waarde die je lichtmeter het belangrijkste vindt; - Vermijd tegenlicht. Indien niet mogelijk, dan heb je 2 alternatieven: overbelicht de foto of gebruik je flits - Onderbelichten van een foto kan een iets zachtere belichting geven. Wel niet mee overdrijven - Fotograferen van groepen Liefst buiten Vermijd lichtvlekken (kleine stukjes helder zonlicht) Liefst in de schaduw Bij grote groepen: stel scherp op 1/3 van de groep en probeer een beetje vanuit een hoger standpunt te fotograferen alle gezichten zijn scherp. Ook hier : lagere sluitertijd geeft meer scherpte-diepte - Portretfotografie: Belichting bij buitenopnamen: Zet je onderwerp in de schaduw, want daar heb je zachtere belichting en minder schaduwwerking in het gezicht. - Flits: alleen als het niet anders kan of bij veel tegenlicht - Verschil standaardflits en externe flits Pagina 8
4. Andere tips Voor ik begin met te fotograferen: Batterij OK? Juiste programma? Lens en sensor zuiver? SD-kaartje aanwezig en nog genoeg opslagruimte? Bij gebruik van een manueel programma (M, A, S, P): ISO-waarde en Witbalans OK?, zonnekap staat op?,... Durf eens iets uit te proberen, durf al eens te ensceneren, neem eens een foto met een hoek af, zoek een bijzonder camerastandpunt Doe moeite: Foto was OK, maar durf ook eens vanuit een ander standpunt opnieuw de foto te maken Na het afdrukken, kijk onmiddellijk op je scherm om na te gaan of je foto gelukt is (zowel technisch, als qua compositie). Misschien heb je daarna geen kans meer om een nieuwe foto te maken Laatste tip: leer kijken! Alleen de foto die je in een kadertje in je eigen huis wil ophangen, is een goede foto. 5. Huiswerk ;-))) Bekijk het werk van volgende fotografen, grondleggers en/of trendsetters van de huidige fotografie: Cartier-Bresson (best of all, journalistiek, portret, glamour), Ansel Adams (natuur), Irving Penn (mode, reclame, stillevens), Garry Winogrand (straat), August Sander, Edward Weston, Dorothea Lange, Eduard Steichen (portret), Robert Capa, Wee Gee, Erwitt Elliot, Steve Mc Curry, Robert Frank (journalistiek), Helmut Newton, Marc Lagrange, Richard Avedon, David Lachapelle, Annie Liebovitz, Erwin Olaf (reclame, glamour en mode) Tussen haakjes, Beter Belgisch (o.a.): Stephan Vanfleteren, Mine Dalemans, Harry Gruyaert, Thomas Vanhaute, Lieven Dirckx, Carl De Keyzer, Guy Kokken, Lieve Blancquaert, Jimmy Kets, Patrick De Spiegelaere, Michiel Hendryckx, Gaël Turine 6. Stuur uw goede foto s naar Dan voor op de website! Pagina 9
Diafragma ( F of A ) 1 1,4 2 2,8 4 5,6 8 11 16 22 32 45 64 Grote opening veel licht Weinig scherpte diepte Kleine opening weinig licht Veel scherpte- diepte ISO 50 100 200 400 800 1600 3200 6400 12800 Weinig gevoelig Heel gevoelig Te gebruiken bij veel licht (zon, sneeuw,...) Te gebruiken bij weinig licht (binnen, donker,...) Weinig ruis Veel ruis Sluitersnelheid ( T of S ) 30 15 8 4 2 1 ½ ¼ 1/8 1/15 1/30 1/60 1/125 1/250 1/500 1/1000 1/2000 1/4000 1/8000 Lage snelheid veel licht (vuurwerk, autolijn op brug, mistig, donker,...) Hoge snelheid weinig licht (waterdruppel, springende persoon,sport,...) Pagina 10